Kerstmis in Den Haag
'Ik keek tegen mijn eigen leven aan'
In het begin van de jaren dertig was Gerrit Achterberg onderwijzer in Den Haag. Hij woonde eerst in de Bloemenbuurt, later in het Regentessekwartier. Daar, in de Regentessekerk, deed hij in 1932 belijdenis in de Nederlandse Hervormde Kerk. Ook naderhand verbleef hij nog diverse malen voor kortere of langere tijd in Den Haag. Poëzie staat niet los van het dagelijks leven, van datgene wat een dichter beleeft, voelt en denkt. De indrukken die Achterberg in Den Haag heeft opgedaan gedurende een reeks van jaren, spelen mee in een cyclus gedichten die hij in 1953/54 voor het eerst publiceerde: Ode aan den Haag. (niet: Den Haag!)
Het is een cyclus van vijftien sonnetten, waarin Den Haag tot leven wordt gebracht, dit alles echter in dienst van Achterbergs thematiek: de zoektocht naar de mysterieuze 'u', voor hem een symbool voor het volmaakte.
Te midden van gedichten als 'Noordeinde', 'Bijenkorf en 'Passage' - in het laatste gedicht de beroemde regel: 'Den Haag, je tikt er tegen en het zingt.' - komen we het volgende gedichtje tegen:
Kerstmis
Klokken haalden mij uit de slaap
vandaan:
Kerstmis over den Haag om middernacht.
Hij, die ik dagelijks te wezen dacht,
trok uit mij weg en kwam alleen te staan.
Ik keek tegen mijn eigen leven aan,
alsof een ander het had doorgebracht.
Een lege helderheid betrok de wacht
tussen mij en het opgeschoven raam.
De stad verstomde. Mijn verbeelding ging
over de torens heen naar Bethlehem.
2000 jaren her is daar een kind
zojuist geboren en de moeder windt
het in een doek. De ezel en de man
maken het nuchter mee. Een engel zingt.
Wat taalgebruik en vormgeving betreft is het een prachtig gedicht. Misschien vindt u als lezer het wel wat oppervlakkig qua inhoud, vooral met die ezel en de man (Jozef) aan het slot. Is er over Kerstmis, over de geboorte van Jezus niet meer te zeggen? Kerst is toch heel wat meer dan een gezellig sfeertje?
Ik denk dat het gedicht toch minder oppervlakkig is dan op het eerste gezicht lijkt. Een dichter die christelijke verzen op literair niveau schrijft, zal nooit een preek op rijm leveren en ook nooit een aantal dogma's in dichtregels persen.
Achterberg was een dichter met een grote originaliteit. In dit gedicht blijkt dat bijvoorbeeld doordat hij een splitsing van de persoonlijkheid laat plaatsvinden. In psychologische termen: een soort depersonalisatie. En dan komt de fundamentele regel: 'Ik keek tegen mijn eigen leven aan'. De 'ik' kijkt als het ware in de spiegel. Daar ziet hij zich zelf staan. Het woord 'zonde' gebruikt de dichter niet, maar tussen de regels door is het te lezen: Wat heb ik van mijn leven gemaakt? Het is hetzelfde als wat de bijbel 'doorgronden' noemt. En dan komen de woorden 'Kerstmis' (r. 2) en 'Bethlehem' (r. 10) in een ander licht te staan. Ze hangen er niet maar bij. Achterbergs gedicht is niet zomaar een sfeergedicht. Met de regel 'Ik keek tegen mijn eigen leven aan, ' moeten we direct verbinden: 'Mijn verbeelding ging over de torens heen naar Bethlehem.' Wat ik van mijn leven heb gemaakt - niet veel goeds - kan ik alleen kwijt bij Hem die werd geboren in Bethlehems stal: dat is de kern van de boodschap.
Prachtig is ook het gebruik van een zeer belangrijke tegenstelling in het vers, een tegenstelling die de laatste zes regels - we noemen die het sextet - omspant. Dit sextet zet in met een uiterst korte zin: 'De stad verstomde en het eindigt met een even kernachtige zin: 'Een engel zingt'. Het zijn zinnetjes waar je haast overheen leest. Maar ze hebben een principiële lading: over de stem van de stad heen die tot zwijgen is gebracht - in 'verstommen' zit etymologisch gezien het woord 'stem'! - klinkt de stem van de engel, de boodschapper van God. En die stem heeft in het gedicht het laatste woord. Niet de stad met al haar drukte en rumoer. Een christelijke lezer weet wat die stem vertolkte: 'ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal'. En ook: 'Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen!' Een boodschap die door de eeuwen heen is doorgegeven en ook nu nog mag klinken.
Typisch Achterberg is wel - voeg ik er nog even aan toe - dat hij het vers laat eindigen met 'zingt'. Zingen was voor de dichter fundamenteel: het was voor hem synoniem met dichten en dichten was voor hem een levensbehoefte.
Het hoog geheim doorbroken
Dat Bethlehem voor de dichter niet maar iets oppervlakkigs was, is ook af te leiden uit andere verzen in zijn oeuvre. Binnen Achterbergs christelijke gedichten - een flink deel van zijn verzen heeft geen christelijke thematiek - neemt Christus een centrale plaats in. Christus die in deze duistere wereld kwam om zondige mensen te redden. Hij kwam als het Licht in het duister van ons bestaan, een bestaan ten dode. Gods recht verklaart ons schuldig. In Achterbergs woorden in het gedicht 'Triniteit':
God scherpt Zijn wet op deze steen,
die mijn bestaan geworden is.
Er is echter de mogelijkheid tot behoud door Hem die de Redder is:
Maar Jezus Christus geeft ons vis en wijn tot Zijn gedachtenis.
Jezus Christus overwon duivel, dood en duisternis. Hij kan ons leven ombuigen ten goede. Achterberg heeft dit in zijn poëzie nergens duidelijker uitgesproken dan in zijn befaamde gedicht 'Bekering', dat ik al eens eerder heb geciteerd. Daarin lezen we: Jezus Christus heeft 'het hoog geheim doorbroken, (...) tussen ons en den Vader'.
Bekering
Gij hebt het hoog geheim doorbroken.
Here Jezus,
tussen ons en den Vader, naar Uw Woord
mogen wij zonder zonde zijn en nieuwe
wezens,
wat er ook in ons leven is gebeurd.
Ik deed, van alles wat gedaan kan worden,
het meest misdadige - en was verdoemd.
Maar Gij hebt God een witte naam genoemd,
met die van mij. Nu is het stil geworden.
zoals een zomer om de dorpen bloeit.
En moeten ook de bloemen weer verdorren:
mijn lenden zijn omgord, mijn voeten staan geschoeid.
Uit Uwe Hand ten tweeden maal geboren,
schrijd ik U uit het donker tegemoet.
Wat is dat 'hoog geheim'? Het moet wel slaan op de uitverkiezing. Een geheim. Wie kan het bevatten? Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis spreekt van verkiezing in Jezus Christus. Dat bedoelt de dichter ook. Niets van ons en niets in ons kan ons behoud bewerken. Het heil komt van een Ander, Jezus Christus: 'Gij hebt... doorbroken'.
In het dagelijks leven spreken we wel van een 'diep' geheim of een 'groot' geheim. Achterberg, de creatieve dichter die steeds weer zoekt naar originele verwoording, zegt het anders, origineler: een 'hoog' geheim. Ook als we op onze tenen staan, kunnen we er niet bij. Wij mensen kunnen zo ver niet reiken. En dit 'hoog' geheim is onlosmakelijk verbonden met Christus. Die verbinding maakt de dichter op prachtige wijze zichtbaar door de h-klank: Gij hebt het hoog geheim doorbroken. Here Jezus'. De alliteratie - ook wel stafrijm genoemd - van de h koppelt 'hoog geheim' en 'Here Jezus' vast aan elkaar.
Uit het donker
'Bekering' - ik zou het willen typeren als een klassiek-gereformeerd gedicht - behoort tot de meest bekende en ook meest doorzichtige verzen van Achterberg. Maar binnen die eenvoud werkt hij met de mogelijkheden die de taal biedt. Mooi is bijvoorbeeld de zevende regel, waarin de dichter het zo voorstelt dat Christus, de Middelaar, de Plaatsbekleder, bij God de Vader een 'witte naam' noemt die in de plaats komt van de oude naam van de zondige mens. Het is een duidelijke verwijzing naar het boek Openbaring, waarin we lezen van een 'nieuwe naam' en een 'witte keursteen' ('wit' is de kleur van reinheid en zuiverheid).
Aanvankelijk stond er in de laatste regel: 'schrijd ik U in het donker tegemoet'. De dichter heeft dit later gewijzigd in: 'uit het donker'. Een betekenisvolle wijziging: wie in Christus is, wie de 'witte naam' heeft ontvangen, mag weten 'wit' te zijn, gereinigd en verzoend. En wie 'wit' is geworden door Jezus Christus, verkeert niet meer in het donker, maar treedt uit het donker, Christus tegemoet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1997
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1997
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's