Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het laatste jaar bij ds. Boer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het laatste jaar bij ds. Boer

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als student hoorde ik ds. G. Boer voor 't eerst preken in Utrecht. Indrukwekkend. Dat er in de Hervormde Kerk nog zulke knechten van God waren! dachten de niet-hervormde jongens. Ik weet de tekst nog: Romeinen 10. 'Zeg niet in uw hart: wie zal in de hemel opklimmen? ! nabij u is het woord!' Zo'n ernstige prediker en zo'n ruime nodiging! Hoe dicht kwam het heil toen nabij!

Het was in de zestiger jaren: 'Cultuuromslag' — bedenk je achteraf. Als ze er toen niet geweest waren: Boer, Tukker, Kievit, Huisman, Aalders, Overduin...

1. Bij de studenten

Ook sprak ds. Boer eens op een jaarvergadering van de CSFR in Utrecht: over Hoedemaker, die via Van Ruler bij ons zo 'in' was. Boer deelde Hoedemakers profetische bewogenheid, en zijn niet-afgescheiden standpunt, maar signaleerde wel enig idealisme.

Ook sprak Boer op de zomerconferentie van de CSFR. Een student vroeg naar... Kohlbrugge: 'op Golgotha bekeerd'. Je kon dat niet losmaken van Kohlbrugges worsteling, zei Boer. Hij las ook de VU-dogmaticus Berkouwer en volgde die: 'met zorgvolle belangstelling'. Wij lachtten om die uitdrukking, hij niet. Telkens had Boer het over: 'geen aparte behandeling'. Hij mocht studenten graag, blijkbaar, maar bleef zo eerlijk, dat er voor intellectuelen geen aparte ingang was in het Koninkrijk van God...

In die tijd werden de katholieken geïntegreerd in de universiteit van Utrecht: 'een zorg erbij', zei Boer. Hij was boos dat geestverwante hoogleraren 'de collegialiteit voor de waarheid' lieten gaan.

Schuwde hij dan de confrontatie? O, nee. Ik herinner me een forum in Utrecht, waar hij in zat samen met vogels van diverse pluimage. Ik zie hem na afloop nog napraten met dr. K. Strijd, bekende neomarxist toen... Dat had ik geen dominee eerder zien doen...

Al eerder had Boer zijn briefwisseling gehad met Berkhof (1956). Wij lazen die met ingehouden adem. Dat een dominee van 'ons' het zo kon opnemen met de man van de 'midden-orthodoxie'! Een hoogstaand en diepgaand modaliteiten-gesprek.

In die tijd werden juist vele studenten die zich geroepen wisten tot het ambt niet aanvaard in de Gereformeerde Gemeenten. Wat moesten wij? Wij gingen met een auto vol naar de pastorie aan de boulevard in Katwijk: 'naar de profeet op de berg', zei iemand. Met alle respect, 'het' curatorium was voor hem 'een commissie'. Wat een klimaatverschil. Weldadig. Vaderlijk. Achteraf zeg je: er is natuurlijk ook een structuurverschil met een afgescheiden kerk.

Voorlopig was ik leraar geschiedenis en ouderling in de G.G. bij de begenadigde ds. Huisman.

Toen zocht de IZB een evangelist in Zoetermeer... bij Boer! Het was het jaar van het Getuigenis, 1971. Ik hoorde dat Boer zich 'een man van een dag' wist. Hoe lang zou hij nog leven? Toen sloeg 2 Tim. 4 : 5 en 6 bij me in. Nu of nooit. Ik solliciteerde en het gebeurde. Boer stimuleerde de theologiestudie: u als aanstaande dienaar des Woords...' Hij was een Paulus voor Timotheüs. In mijn startwoord over de Areopagus en 1 Corinthe 9 : 22, 23 herkende hij Paulus' 'approach'.

In die maand hoorde hij het slechte nieuws van de specialist. Hij was toen (1971) 58 jaar. Hij meldde de uitslag op de kerkenraad. Ds. Vergunst meldde dat de gemeente na een preek over Aaron die moest sterven... Zelf was Boer met een serie over Elia bezig: Elia op de Karmel, Elia's inzinking, de zalving van Elisa... En je dacht: twee delen van uw geest...

2. In de randstad

Mijn vrouw en ik hebben hem toch nog ruim een jaar mogen meemaken. Mijn vrouw startte weer kinderevangelisatie. Het deed Boer denken aan zijn eigen zondagsschooltijd bij... de Vergadering der gelovigen. Hij stond achter het evangelisatiewerk. Hoe stond hij er zelf in? Achteraf realiseer ik me, dat de Open Brief van 1967 juist het na-oorlogse 'apostolaat' kritiseerde. Maar daardoor viel 'evangelisatie' nog niet uit. Een evangelist had een 'toeleidende' taak. Ook voor de zending bad hij altijd. Zijn zoon Bert zat toen in Ambon, gesteund door beide modaliteiten in Zoetermeer. In de voorbede zei de dominee: 'onze ogen zijn te kort'. Viel het werk toch wat buiten de horizon? Boer zag de IZB-evangelist als een pendant (tegenhanger) van de midden-orthodoxe collega-opbouwwerk. Achteraf denk je: dubbele omslag voor zo'n dorpsgemeente: van voormalige 'evangelisatie' (als binnenkerkelijke afscheiding!), naar 'echte' evangelisatie in de snelst groeiende stad van Nederland. Ze hadden de GB-voorzitter om een dominee gevraagd, hij kwam zelf...

Voor de nieuwbouw bepleitte Boer een 'roulatie' van modaliteiten, maar in de CK verloor hij het van de midden-orthodoxie (die liever met de Gereformeerde Kerk in zee ging). Zo zag ik dan de grote man een nederlaag lijden. (Op vergaderingen zat hij soms in de asbak een vuurtje te stoken...) De andere morgen kwam hij troosten. Glimlachend constateerde hij dat mijn hoog kerkelijke inzet al ging afbrokkelen... Toen zette hij de evangelist-zonder-preekbevoegdheid in op een tegenovergestelde preekplaats in een aanloopcentrum in een nieuwe wijk. Ritmisch zingen daar invoeren was voor hem geen punt. Gezangen niet. 'Kom je over de kop, dan kom je over de staart.' Dieper vond ik: 'Elke weg gaat ergens heen'. Hij bad voor het evangelisatiewerk en volgde het, maar uitte wel zijn bezwaar tegen een zondagse evangelisatie-samenkomst-met-combo... Eens toonde op een IZB-avond ds. Wiegeraad zijn dia's over het werk. Je zag op een statistiek heel duidelijk: naarmate de NH-Kerk sinds 1900 afbrokkelde, groeide de ontkerkelijking in Nederland. Toen hoorde ik Boer in het halfdonker brommen: 'dat het oordeel begint bij het huis Gods...'.

Bij de oprichting van de EO deed Boer als één der eersten mee! 'Als ik zo'n studio in mijn vingers kreeg...'

3. Ds. Boer als mentor

Onder Boers bediening vielen overal roepingen tot het ambt.
Hij preekte profetisch, met volmacht, in pakkende taal. Hij preekte vooral de rechtvaardiging van de goddeloze. Maar niet alleen. Hoe vaak hij over 'de gezinnen' sprak als kweekplaats voor de vreze des Heeren... Wie gewend was meer over de wedergeboorte te horen preken (in de lijn van Comrie), moest zich wel heroriënteren. Bedoelde Boer (leerling van I. Kievit) een 'vierschaarbeleving'? Zeker niet schematisch. In elk geval: hij preekte met de Doper de bijl en het Lam. Maar hoe zit het dan met de wedergeboorte? Daarover hield hij eens voor de gemeente een lezing: trinitarisch opgezet. 'Gods werk in ons' was wel 'kenmerkend' ('het kan navraag leiden!'), maar hij was terughoudend met kenmerken-prediking. Waarom? 'In uw licht zien wij het licht.' Was er geen 'toeleidende weg'? Hij bad voor 'hen die. Gij bezig zijt te trekken'. 'Getrokken' was een lievelingswoord. Een geliefde psalm was: van geslachte tot geslacht (Ps. 135 : 8). De Geest-doorademde prediking trok mensen van oud-gereformeerd tot Pinksteren. De kinderdoop stond heel hoog: om het verbond. Op de tegenwerping 'maar Gods volk hoor je daar zo niet over', antwoordde hij eens in een preek in Lunteren: Dan heb je ze nog niet allemaal gesproken'. Toen een diaken hem op een kerkenraadsvergadering vroeg of het niet 'eerlijker' was te spreken van belijdenis-der-waarheid, antwoordde hij: bedoelt dat niet zo, meneer S., maar 'dat is de eerlijkheid van de duivel'. Maar wat kon Boer ook vermanen! Hij waarschuwde bij het avondmaal voor 'razzia's', voor het 'vertrappen' van de 'voederplaatsen' der schapen. Waarom deed Boer, die zo hartelijk 'wierf' voor het ambt van predikant, dat niet zo voor het avondmaal? Wij waren eerlijk gezegd warmere nodiging gewend: zelfs het verlangen naar God was al uit God. Later begreep ik: hij vreesde — in de andere context van de NH-Kerk - voor vervlakking. Hij bepleitte inzake niet-deelnemende ambtsdragers een pastorale benadering en geen pressie. En wee degene, die zijn pastoraat doorkruiste.

Hoe stond hij in de kerk? Hij zei: 'Ik ben in de eerste plaats hervormd; dan komt er een hele poos niets, en daarna ben ik lid van de Bond, en waarom zou ik me daarvoor schamen'. Hij vertelde hoe hij in de oorlog in de eerste gemeente Eemnes Putten zag branden en hoe een Godvrezende vrouw bovenal voor het behoud van de kerk had gebeden. Over de stad Gouda, waar hij de integratie van de 'bonders' in de kerk had geleid. Maar zij hadden zich gekant tegen de na-oorlogse integratie van de vrijzinnigen: biddend rond de Sint Jan. Boer stond daarbij tegenover Gravemeyer. Later zag hij diezelfde Gravemeyer tot zijn verbazing terug... onder zijn gehoor in... de 'evangelisatie' van Wassenaar. Gravemeyer betuigde in die tijd zijn leedwezen over zijn aandeel in de na-oorlogse ontwikkeling. Na het Getuigenis (1971) liet Boer dr. W. Aalders meermalen voor hem preken!

Als een synode weer eens tegenviel, zei hij: 'Wij moeten hoger en lager kijken'. Dus naar de Heere en de gemeente. Toen een hulpprediker predikant werd, zei hij: 'Van de Heere mocht het allang, nu mag het ook van de "heren"...'.

De GB-afdeling kon — na de integratie — wel op een 'laag pitje'. De vrije kerkvoogdij moest maar vrij blijven.

Hoe dacht hij nu over de 'zware broeders'? Dat liet hij nooit merken, zeker niet in de prediking. Hij adviseerde een jonge dominee die moeite met hem had: 'niet polemisch preken'. Maar hoe dacht hij er nu zelf over? 'Ontroerend trouw, ontroerend farizees.'

'Mijn vader, mijn vader...'

Sinds hij moest terugtreden zocht hij - aan Gods troon en in de kerk — naar een opvolger. Als dat De Reuver eens mocht zijn, zijn laatste vicaris...! Maar die ging naar Zeeland, waar hij hem nog bevestigde...

De laatste zondag trok Boer nog een lijn van de preekstoel naar de rechterstoel. Dinsdags kwam het einde. Onze laatste afspraak moest ik schrappen. We waren er al eerder: bezochten zijn vrouw. 'Getrouwde dienstknecht, ga in de vreugde van uw Heere', kreeg zij in het hart. Ds. W. L. Tukker kwam ook condoleren. Hij zei: 'Ik heb onder de dominees weinig vrienden gehad, maar - tikkend op het glas van de kist - dit was er één'. Tukker volgde Boer op als voorzitter van de Bond. Zijn vriend ds. Cirkel sprak in de rouwdienst. Ook Aalders voerde het woord. Graafland sprak over: vele leermeesters, toch niet vele vaders... 'want in Christus Jezus heb ik u door het evangelie geteeld'.

Een lange stoet trok door de Dorpsstraat. De predikanten die vicaris bij hem waren geweest, droegen hem ten grave. Ja, na de Elia's komen de Elisa's: die zijn liefelijker... En dat mag: wij hoeven Elia niet na te bootsen. Maar zoals Elisa zijn 'vader' Elia nastaarde, hebben ze het Elisa nooit gedaan...

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1998

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Het laatste jaar bij ds. Boer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1998

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's