Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kan God (mede) lijden met Zijn schepping?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kan God (mede) lijden met Zijn schepping?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is voor ons wellicht een merkwaardige, wat vreemde vraag. We stemmen wel van harte in met de apostolische belijdenis, dat God de Schepper is van alle dingen. We geloven ook, dat God de schepping, die door de zonde is aangetast en verdorven, eenmaal zal vernieuwen. Maar dat God, voordat het zover is, lijdt met Zijn schepping en met Zijn schepping mee, dat klinkt ons toch wat vreemd in de oren.

Is dat wel zo? Kunnen wij dat ergens terugvinden in de belijdenis van de kerk? Of een vraag die nog meer klemt: kunnen wij dat terugvinden in de Schrift?

Als het over de leer van de kerk gaat, is het antwoord zonder meer ontkennend. De kerk leert dit niet. Sterker: de kerk heeft deze leer afgewezen. God kan niet lijden. Daar is God God voor. Hij is volmaakt, in al zijn deugden en eigenschappen. Als God zou lijden of zelfs kunnen lijden, zou dat betekenen, dat Hij niet volmaakt is. Want als iets of iemand volmaakt is, is er voor lijden geen plaats.

Maar hoe is dit in de Bijbel? In ieder geval zegt de Bijbel niet uitdrukkelijk, dat God niet kan lijden. Maar wat zegt de Bijbel dan wel? Op die vraag kunnen we niet een kort en bondig antwoord geven. Dan moeten er meerdere lijnen worden getrokken.

We wijzen dan in de eerste plaats op de reikwijdte van de zonde. Zonde is ongehoorzaamheid aan God. Adam en Eva zijn daarmee begonnen. Zij waren de eerste mensen, door God zelf geschapen. De zonde is dus allereerst een menselijke daad, een daad van ongehoorzaamheid. We zouden zelfs kunnen spreken over een persoonlijke daad. Daarom stond Adam allereerst voor zichzelf schuldig, en Eva evenzeer.

Maar de uitwerking van hun zonde is wel ver boven het persoonlijke en zelfs boven het menselijke uitgegaan. Adams zonde is door God immers toegerekend aan het ganse menselijke geslacht. We spreken niet voor niets over erf-zonde. Alle mensen hebben de zonde van Adam geerfd. Zowel de schuld als de besmetting ervan. Maar niet alleen alle mensen delen in die erfenis. Ook alle dingen delen daarin. De verderfelijke uitwerking van Adams zonde heeft niet alleen alle mensen maar ook al het bestaande aangetast. Daarom spreekt Romeinen 8:21 over de 'dienstbaarheid der verderfenis', waaraan het schepsel onderworpen is. Niet alleen de mens dus, maar 'het schepsel', d.w.z. al het geschapene. Enorme, trieste werkelijkheid is dat. Adam heeft ons wel wat aangedaan en niet alleen ons mensen, maar de hele schepping!

Maar laten wij niet vergeten: Adam betekent mens. Adam is niet alleen de eerste mens, hij is de mens. Zoals wij mensen zijn. En wat doen wij elkaar niet aan? Wat doen wij de schepping niet aan, door onze ongehoorzaamheid? Laten we maar niet alleen aan Adam de schuld geven.

De vraag is echter niet alleen, hoe wij dat vinden. De vraag is vooral, hoe God dit vindt. Talloze mensen lijden aan wat andere mensen hen aandoen. Ook talloze schepsels lijden daaronder. Dieren bv., maar ook gewoon de dingen van de schepping. De natuur, wat lijdt die niet onder het egoïstisch uitbuiten door de mens?

Maar lijdt God daar nu ook onder? Daar zegt de Bijbel toch wel een paar dingen over. We lezen in Genesis 6 : 6, dat het de HEERE berouwde, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had en dat het Hem smartte aan zijn hart. Dat is toch wel aangrijpend. God heeft berouw gekend over Zijn mens. En de mens was de kroon van Zijn schepping!

En dat niet alleen. De HEERE heeft smart aan zijn hart gekend. Is dat geen lijden? Smart hebben over de schepping vanwege het kwaad, dat de mens de schepping heeft aangedaan door zijn zonde. Nogmaals: is dat geen lijden?

Deze aangrijpende woorden staan in Genesis 6 : 6 in de verleden tijd. Maar ik denk, dat we dit niet zo moeten verstaan alsof dat berouw en die smart van God ook verleden tijd is. En dus nu niet meer aan de orde is. Nee, dat berouw heeft God nog. Die smart kent hij nog. Want de zonde is er nog. En de gevolgen van de zonden naar de schepping toe zijn er nog. Misschien in onze tijd wel meer dan ooit tevoren! Nog heeft God reden om zich erover te berouwen, dat hij de mens op aarde geschapen heeft. Nog lijdt Hij smart aan zijn hart over alles wat er gebeurt in en met Zijn schepping.

Maar waarom dit alles gezegd in een bijdrage aan het paasnummer van ons blad? Dan gaan we verder lezen in de Bijbel. Adam heeft gezondigd en daarmee Gods schepping in het verderf gestort. Dat duurt nog steeds voort. Daarom duren ook Gods berouw en Gods smart nog steeds voort.

Waarom dit laatste ook? God kan toch Zijn schepping loslaten? Niets meer ermee te maken willen hebben? Uit Zijn gedachten en uit Zijn hart uitbannen, zodat ze voor Hem niet meer bestaat? Dat zou inderdaad kunnen.

Ja, zou dat echt kunnen? Nee, dat kan niet. God kan Zijn schepping niet loslaten. Want God kan niet laten varen het werk van Zijn handen. Dat zegt Hij namelijk zelf.

Meer nog. Hij zegt zelf, dat Hij van Zijn schepping is blijven houden. Hij heeft haar lief, nog steeds en ondanks alles. En omdat God Zijn schepping is blijven liefhebben, heeft Hij alles in het werk gesteld om haar weer bij Zich terug te krijgen. Om haar weer te verlossen van haar verderfenis.

Dat heeft God gedaan door Zijn eigen Zoon te zenden in deze van Hem afgevallen, verdorven wereld. Johannes 3 : 16 is hier het sleutelwoord. Alzo lief heeft God de wereld gehad...

We kunnen het beter nog letterlijker lezen: alzo lief heeft God de kosmos gehad... Kosmos: ze bevat meer dan alleen de mensen, zij bevat alle dingen, zij bevat Gods hele schepping.

Die kosmos heeft God liefgehad. Ondanks alles is die liefde van God gebleven. En die liefde was zo groot, dat God Zijn eigen Zoon voor haar heeft over gehad. Dat betekent dus, dat het liefste wat God had, door Hem is opgeofferd. Losgelaten om Zijn schepping weer terug te krijgen. Om zijn kosmos weer terug te brengen tot haar oorspronkelijke staat: ls een sieraad uit Gods hand. Machtig is dat! Wat heeft Hij toch veel voor Zijn schepping over gehad! Daarom staat er zo veelbetekenend in het volgende vers, Johannes 3:17: want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de kosmos, opdat Hij de kosmos veroordelen zou, maar opdat de kosmos door Hem zou behouden worden. Niet gekomen dus om de kosmos te veroordelen. We zouden kunnen zeggen: om die verdorven schepping nog een laatste definitieve stoot naar de ondergang te bezorgen. Nee, Hij is gekomen om de kosmos te behouden, te redden dus, te verzoenen en te vernieuwen.

Maar dat is niet zo maar gegaan! Jezus kan die kosmos alleen behouden door er zelf in te gaan. Hij is in de wereld gekomen, in de kosmos gekomen (Joh. 1 : 10). Hij heeft zich er één mee gemaakt, helemaal één. In haar schuld, in haar verdorvenheid, ook in haar lijden, zelfs in haar dood. Geen wonder, dat als Jezus sterft, de rotsen scheuren. Met Jezus sterft Gods hele schepping!

En nu weer die vraag: kan God (mede)lijden met Zijn schepping?

Mij dunkt moet dan het antwoord zijn: in Zijn Zoon Jezus kan God dit inderdaad. Hij kan het niet alleen. Hij doet het ook. Hij heeft het gedaan. En meer dan ooit in de geschiedenis van Gods schepping, heeft Hem dit gesmart aan Zijn hart. Toen Jezus leed en stierf, Gods eengeborene, Gods troetelkind. Dat is voor Jezus wat geweest. Maar dat is ook voor Zijn Vader wat geweest!

Maar geldt het dan ook opnieuw, dat dit niet slechts verleden tijd is, maar dat dit voortduurt, nog steeds? In zekere zin wel. Want de zonde is er nog en de schepping lijdt nog steeds en de mens gaat maar door in zijn ongehoorzaamheid aan Gods geboden. Dat gebeurt allemaal nog steeds. Daarom is er ook nog steeds dat lijden van God aan Zijn schepping. Ik moet aan Pascal denken: Christus is in doodsnood, totnutoe!

Maar dat is toch slechts de ene kant. Er is gelukkig ook de andere kant. Het is Goede Vrijdag geweest! Nu is het Pasen. Christus is opgestaan. Hij leeft! De schuld is verzoend. Niet alleen de schuld van Gods gekenden, maar ook de schuld van de kosmos (1 Joh. 2 : 2), ja, de schuld van alle dingen (Col. 1 : 20). En ook de macht der zonde is overwonnen. De verlossing is in beginsel begonnen. Want het graf is open, voorgoed open!

Maar heeft dat dan ook consequenties voor de schepping? Ja natuurlijk. Want het open graf met een levende Heiland betekent ook een herschapen schepping. Zeker, nu nog maar als een beginnetje. Maar dit begin is wel voorgoed begonnen! Het kan nooit meer worden ongedaan gemaakt. Het wordt alleen maar mooier en heerlijker. En straks op de dag van Christus' toekomst zal alles volkomen zijn.

Dan is het lijden voorbij. Niet alleen het lijden van Jezus, ook niet alleen het lijden van Gods kinderen. Maar ook van de schepping, en dus ook het lijden van God aan Zijn schepping. Dan zal er weer reden zijn, dat God zich verheugt over het werk van Zijn handen. Want opnieuw zal het dan worden: En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1998

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Kan God (mede) lijden met Zijn schepping?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1998

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's