Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geestelijke thuiskomst van een Drent

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geestelijke thuiskomst van een Drent

L. Vlietstra (62) en de hervormde gemeente van Hollandscheveld

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van tijd tot tijd willen we in ons blad een vraaggesprek publiceren met iemand die gedurende een langere periode van betekenis mocht zijn voor een hervormd-gereformeerde gemeente. Het motief hierbij is niet een mens centraal te stellen, maar het werk van God, zoals dat gestalte krijgt in het dagelijkse leven van de gemeente, te belichten. Vandaag deel 6: na Aartje Boon uit Molenaarsgraaf, D. Dekker uit Nunspeet, B. Marijs uitArnemuiden, C. H. Sukkel uit Kesteren, H. Leonard uit Dordrecht, nu de heer L. Vlietstra uit Hollandscheveld

Hij werd gedoopt in de christelijke gereformeerde kerk van Noordscheschut, deed belijdenis in de gereformeerde gemeente van Paterson (Amerika) en werd ouderling in de hervormde buitengewone wijkgemeente van Hollandscheveld. De kerkelijke rondgang van L. Vlietstra kwam ten einde, toen een Drentse evangelisatie in 1994 gemeente werd. Dankbaar is hij dat de gemeente vorig jaar haar eerste predikant kreeg, dat de jeugd betrokken is bij de verkondiging van het Woord. 'We zitten weliswaar in Drenthe, maar dit is uniek. Tegen mijn broer Marten uit Zeist zeg ik wel eens: Sommige gemeenten zijn gewend geraakt aan een gereformeerde preek, voor ons in het bijzonder.'

Lute Vlietstra komt uit een vrij behoudende, christelijke gereformeerde familie. 'Mijn ouders hadden een klein boerderijtje in Noordscheschut. Moeder was hervormd van afkomst, vader christelijk gereformeerd. Dat hervormde van moeder is in ons gezin altijd een beetje aanwezig gebleven. Er werd meegeleefd met de Hervormde Kerk. Sommige christelijke gereformeerde predikanten noemden die kerk een valse, maar die gedachte kwam bij ons thuis niet op. Wij gingen naar een hervormde school en mijn oudere broers bezochten de jongelingsvereniging van Hoogeveen-Noord, toen ds. W. Vroegindeweij daar stond. Mijn grootmoeder kon op een gegeven moment niet best meer lopen. Toen wij in de oorlogsjaren in zaal Harkema kerkten, waar je een trap op moest, ging ze naar het hervormde wijkgebouw, terwijl mijn opa ouderling in de christelijke gereformeerde kerk was. Ds. Vroegindeweij heeft haar nog bezocht. Hoogeveen heeft, gelegen in het wat de Hervormde Kerk betreft overwegend vrijzinnige Drenthe, altijd een grote gereformeerde bondsgemeente gehad, die gediend is door ds. Jac. Vermaas, ds. Severijn, ds. L. Trouwborst en de oude ds. A. van den End.'

Lute was de jongste van de jongens. 'Ik had vier broers en vier zussen. Thuis leefden we dicht bij het Woord. Ik ging niet zoveel met mijn oudere broers om, meer met de jongens uit de buurt. Daarover zaten m'n ouders echt in. Ik was lid van een voetbalclub, waar zij moeite mee hadden. Achterna voel je dat je je ouders daar pijn mee doet.'

Twee broers van hem werden predikant. 'Mijn vader zat in de oorlog gevangen in Hollandscheveld, omdat mijn broers Marten en Berend ondergedoken waren. Vandaar zou vader afgevoerd worden, maar de wagen was vol. Hij kon er niet meer bij in. Marten zei: 'Dit gebeurt niet, vader hoeft niet doodgeschoten te worden voor mij'. Het liep goed af, dankzij Gods bewarende hand. Kort daarna zei Marten dat hij predikant wilde worden en ging hij in Apeldoorn studeren. Mijn broer Albert is drie jaar ouder dan ik. Hij werd hervormd predikant.

Ernst van het leven

Ernst van het leven Lute Vlietstra werd in 1935 geboren, de tijd dat de christelijke gereformeerde kerk van Noordscheschut nog onder die van Hoogeveen viel. 'Daar stond toen ds. K. Zuidersma, een heel behoudend predikant. Later kwam ds. Kampman. Ds. J. M. Visser heeft er ook gestaan. Door de import is er daarna veel gewijzigd. Op een enkele oudere na zal nu vrijwel niemand nog afweten van de leer van de christelijke gereformeerde kerk. Je hoort er niet meer van de drie stukken die in de prediking behandeld moeten worden, heel verdrietig. Je zag het uit elkaar groeien. Mijn vader heeft trouw geholpen met de bouw van de kerk in Noordscheschut; later werd je min of meer weggestuurd.

Het meest ben ik door ds. P. N. Ribbers gevormd. Al had hij bepaalde dingen waar we het thuis niet helemaal mee eens waren, toch straalde van hem de ernst van het leven af. Dat predikte hij ook, erg waarschuwend, bang voor wereldgelijkvormigheid. Hij was de laatste predikant van Hoogeveen, bij wie we graag kerkten. Noordscheschut werd een zelfstandige gemeente in de tijd dat ds. Ribbers in Hoogeveen stond. Ik was toen een jaar of achttien.'

Belijdenis deed Vlietstra bij ds. M. Heerschap in Amerika, in de gereformeerde gemeente van Paterson. 'Na ons trouwen zijn we direct naar Amerika gegaan, waar we terechtkwamen bij de Gereformeerde Gemeenten. Ik heb er ds. G. A. Zijderveld nog meegemaakt. In de Gereformeerde Gemeenten voelde ik me toch niet helemaal thuis, wel in grote lijnen. Wij zijn thuis opgevoed met de gedachte dat een mens de drie stukken moet kennen; je moet weten dat je zondaar bent, dat je de dood verdiend hebt en dat het een wonder is als het anders gaat. Ik zie het nog steeds als een wonder dat wij anders zijn dan de wereld om ons heen. Wij hebben niet beter verdiend, maar het is Gods genade als je opgevoed wordt in een christelijk gezin.

Bij de Gereformeerde Gemeenten wordt voor mijn gevoel te veel benadrukt dat God het doen moet. Ze zetten de mens stil, terwijl ik denk dat het is: "Strijd om in te gaan". Ik miste de spanning in de prediking, het weten dat er tweeërlei kinderen des verbonds zijn. Als je dat mist, dan mis je in wezen alles. "Strijd om in te gaan" is een oproep voor ieder mens. Zonder dat strijden komt het niet goed. We kunnen niet met de armen over elkaar zitten. Daar had ik moeite mee. In de preek werden nogal eens krachttermen gebezigd, waarvoor ik huiverig ben. Een kandidaat zei eens in een preek dat de weg naar de hemel dwars door de hel gaat. We dronken na de dienst koffie en een van de ouderlingen - ze moesten altijd mij hebben - zei: "Vlietstra, hoe vond je de preek? " Ik: "Nu, er zaten mooie dingen in, maar niet alles was bijbels. Ik lees nergens in de Bijbel dat een mens dwars door de hel naar de hemel gaat. Er is er maar Een Die dat meegemaakt heeft". "Ja, zo bedoelt hij dat niet", zo zei men. Dan moet je dat ook niet zeggen, vind ik. Het Woord moet altijd centraal staan, moet in de prediking verklaard worden. Op de kansel is geen plaats voor gezegden en belevenissen van allerlei mensen.'

Scheuring

Toen de fam. Vlietstra in 1960 naar Nederland terugkeerde, wist ze niet waar ze zich kerkelijk moest aansluiten. 'In de christelijke gereformeerde kerk van Noordscheschut was juist als tweetal gezet ds. J. de Jonge en ds. P. den Butter. Ik dacht: "Nu, als men ook ds. Den Butter begeert, dan zit het goed", maar wat bleek? Ds. De Jonge werd beroepen. Toen hij kwam, is het direct misgegaan. We hebben nog een paar jaar in Noordscheschut gekerkt, maar gingen elke zondag al één keer naar de hervormde kerk in Hollandscheveld, waar toen ds. Heijboer stond. Als je een gezin met kinderen hebt, moet je voorzichtig zijn met het lopen van de ene naar de andere kerk. Wie dominees naloopt, maakt zijn gezin kapot. Ds. Heijboer is menselijkerwijs de grondlegger voor de latere evangelisatie geweest. Hij bracht een duidelijke prediking, de twee wegen, al was hij confessioneel. Door zijn preken werden mensen zich dingen bewust, ging er wat leven in hervormd Hollandscheveld. Na hem kwam ds. Otte. Geleidelijk aan ging het toen naar een scheuring toe. De gemeenteleden zelf hadden het niet zo door, maar wij zagen wel dat het niet klikte. Hollandscheveld was vanouds een confessionele gemeente, maar er kwamen iedere zondag andere predikanten. De mensen leefden echter niet bewust bij de gereformeerde leer, waren daar niet bij opgegroeid. Er zat geen lijn in het preekrooster, zodat het voorkwam dat we 's avonds toch een andere prediking hoorden dan 's morgens. Zo groeit een gemeente uit elkaar.'

In 1972 scheurde de hervormde gemeente van Hollandscheveld. 'De gemeente wilde graag een rechts-confessionele predikant, als ds. J. L. Ravesloot. Die kon ze echter niet krijgen. Toen ging ze over op een gereformeerde bondspredikant. Een grote groep mensen - toen het op stemmen aankwam de meerderheid - wilde dat niet. Dat deel hield de kerk. Het was niet het meest meelevende deel, maar bij een stemming kwamen ze wel. De scheuring ging duidelijk over de prediking. De kerkenraad wilde een gereformeerde bonder als dominee. Omdat het niet-meelevende deel nooit op een stemming kwam, was er een kerkenraad ontstaan die zich op het meelevende deel oriënteerde. De PKV heeft de kerkenraad toen geschorst. Classis en PKV waren links georiënteerd, hebben de kerkenraad zo aan de kant geschoven. Als er een scheuring komt, gaan er ook mensen op gezag van anderen mee. Die gaan achter bepaalde ouderlingen aan. De oude Niemeijer was veertig jaar ouderling, en ging er ook uit. Dat was een hele stap.'

Kerken in de tent

'De mensen die uit de kerk gegaan zijn, hebben eerst in een tent gekerkt. De hele zomer zaten we in die tent, was het tot in oktober mooi weer! En de eerste zondag dat het noodgebouw klaar was, was er storm en regen. Er werd een stichting tot behoud van de gereformeerde prediking opgericht. Het bestuur van stichting vulde zichzelf jarenlang aan. Er waren direct al een paar honderd kerkgangers, ook in die tent. Ds. L. Quist was de eerste die - als kandidaat nog - in de tent preekte. Zijn gemoed schoot vol, toen hij in de tent moest voorgaan, zodat hij tijdens de preek zijn tranen niet kon bedwingen. Ik vergeet dat nooit meer.

Nu nog kan ik merken dat de gemeente van afkomst confessioneel is. Veel oudere mensen maken er geen punt van, als we een gezang zouden zingen. De jongeren weten vaak nog beter waarom het gaat dan de ouders. We hebben hier een jeugd, waarop we trots zijn. De ouderen willen wel een rechtzinnige prediking. Wat dat betreft is er veel veranderd.

Als pastoraal werker kregen we de heer N. A. de Vries, afkomstig uit de evangelisatie van Een. Na hem werkte de heer J. Bonte uit Rouveen onder ons. Daarna kwam ds. E. J. Schimmel, na zijn emeritaat in Harderwijk. Hij was een echte pastoraal werker, is hier zes jaar geweest en heeft veel opgebouwd. Omdat het bestuur zelf de baas was, is er veel misgegaan. Het bestuur hield zich niet aan zijn eigen reglement, bleef gewoon zitten. De vergaderingen werden geleid door een mentor, eerst ds. A. van der Vlist uit Genemuiden, later ds. M. Baan uit Nijkerk. Toen het stichtingsbestuur uit elkaar gevallen is, hebben de drie overgebleven bestuursleden bij de notaris geregeld dat ze twee nieuwe leden konden benoemen. Toen zijn Jan Stevens, de latere scriba van de buitengewone wijkgemeente, en ik erbij gekomen, nu zes jaar geleden.'

Goed contact

'In 1994 werd de stichting een buitengewone wijkgemeente. Vlietstra benadrukt dat het stichtingsbestuur vanaf 1992 een andere aanpak had. Ds. W. Vroegindeweij was onze adviseur geworden: die heeft er lijn in gebracht, wat wij ook wilden. Ik wilde in het bestuur zitting nemen op voorwaarde dat we ernaar streefden een gemeente te worden. Ook Stevens is daarin een stuwende kracht geweest, samen met ds. H. van Ginkel. Deze predikant, die toen in Tiendeveen stond, was na het vertrekt van ds. J. den Admirant consulent van de hervormde gemeente van Hollandscheveld. Hij werd later onze consulent en heeft een concept voor de vorming van een buitengewone wijkgemeente opgesteld, waarmee hij samen met Stevens op de vergadering kwam. Wij konden er niet meer onderuit.

Sommige bestuursleden waren vanwege de verhouding in de centrale kerkenraad bang voor de hervormde gemeente. De moedergemeente is nu dubbel vertegenwoordigd in de kerkenraad, maar er staat een clausule in het reglement dat ze geen zeggingschap heeft in onze gemeente inzake het beroepingswerk en de financiën. Er is nu een goed contact, mede omdat het oude stichtingsbestuur dat uit de kerkenraad van Hollandscheveld kwam, nu weg is.'

Het gezin Vlietstra bedankte in 1966 voor de christelijke gereformeerde kerk van Noordscheschut. 'Vanaf die tijd kerkten we helemaal in Hollandscheveld, maar we konden pas lid worden toen de gemeente gevormd werd.' Vlietstra is toen als ouderling bevestigd.

Avondmaal

In 1997 kreeg de buitengewone wijkgemeente na zestien beroepen een eigen predikant, ds. A. J. Kunz. 'Dat was voor ons heel iets bijzonders. Er waren hier kerkenraadsleden die nog nooit het heilig avondmaal hadden zien bedienen. De sacramenten hebben we altijd gemist. Ik zeg dit ook voor de jongere generatie. Daarom leeft de gemeente hier zo bijzonder mee. De jeugd is met de geestelijke dingen bezig, vraagt erover. Als er een preekbespreking is, is de hele jeugd aanwezig. De dominee geeft hen graag catechisatie. Als je hoort welke vragen er over het geloofsleven komen, noem ik dat uniek. Ze kunnen er nu mee naar hun predikant. Daar ben ik blij mee. Tegen mijn broer Marten uit Zeist (de christelijke gereformeerde ds. M. Vlietstra, red.) zeg ik wel eens: Sommige gemeenten zijn gewend aan een gereformeerde preek, maar voor ons is het bijzonder.'

Vlietstra typeert de geloofsbeleving in Drenthe als eenvoudig. 'Onder dat woord moet je een dikke streep zetten. De mensen kunnen kinderlijk over het geloof praten. Op huisbezoek krijg je soms heel mooie gesprekken, persoonlijk, over het leven des geloofs. Je moet hier niet komen met allerlei schrijvers, die kent men niet. Ik kwam pas bij een oude vrouw, die zei: "Ik mis het op het ogenblik, vraag me af: Is het wel echt? Want het is anders geweest". Ik zeg: "Als je het maar mist". Tijdens het gesprek fleurde ze op. De mensen zijn er mee bezig. Je leeft niet altijd dicht bij de Heere, ik ook niet, niemand. Maar als we zondags naar de kerk gaan, is er echt afname.

Je kunt onder de ouderen merken dat er hier vroeger armoede was. "We leven in weelde", zeggen ze, al leven ze voor ons gevoel helemaal niet in weelde. Ouderen zijn tussen de turf groot geworden, zaten altijd in de tang bij de verveners. Noordscheschut was een dorp waar nieuwe ontwikkelingen het eerst kwamen, want dat lag aan de Hoogeveensevaart, vergelijkbaar met wat nu een drukke weg is. Hoe verder je van Hoogeveen kwam, hoe minder ontwikkeld het was.'

Naar de zondag

'Echt onkerkelijk zijn de mensen hier niet. In een dorp als Noordscheschut heb je nog vier kerken. Er zijn wel veel vrije groepen: Vergadering van gelovigen. Pinkstergemeenten. Daarvan zijn er in Hollandscheveld wel vier of vijf. Ik denk dat dat te verklaren is uit de ontevredenheid over de kerk.'

Hervormd Hollandscheveld heeft voor Vlietstra iets gehad van een geestelijk thuiskomen. 'In Amerika gingen we naar de kerk, daarmee hield het op. Ik nam er niet deel aan het avondmaal. Dat kende men daar niet. Je deed belijdenis van de waarheid. In de christelijke gereformeerde kerk van Noordscheschut was er ook geen goed geestelijk contact. In Hollandscheveld had ik goede banden met veel mensen, zoals de oude ouderling Niemeijer. Die praatte echt vanuit het geloof. Dat missen nu velen in de kerk. Ze zoeken de warmte van het Evangelie, die je ter linker-en ter rechterzijde kunt missen. Daarom zijn we ook zo blij met een eigen predikant. We leven naar de zondag toe. En zo hoort het.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De geestelijke thuiskomst van een Drent

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's