Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vragen en de zegen in het huwelijksformulier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vragen en de zegen in het huwelijksformulier

Het klassieke huwelijksformulier (4)

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag aan beiden

Nadat heel expliciet zowel de man als de vrouw gewezen zijn op hun verantwoordelijkheden, wordt de vraag gesteld of beiden nu graag willen dat hun huwelijk ook echt kerkelijk bevestigd wordt. Je zou bijna zeggen, dat is toch een overbodige vraag, want daarvoor is het bruidspaar toch naar de kerk gekomen op hun trouwdag. Akkoord, maar het is alsof de opstellers toch die 'belijdenis' uit beider mond willen horen dat zij volledig instemmen met datgene wat in het voorafgaande hun is voorgehouden.

Ik onderstreep nog even twee woorden uit de vraag die aan beiden gesteld wordt. Allereerst komt nog eens naar voren dat het Gods bevel is dat de man zijn vader en moeder verlaat en zijn vrouw aanhangt en dat geldt ook omgekeerd naar de vrouw. Opnieuw komt daarmee naar voren dat het huwelijk geen uitvinding van mensen is. God heeft het huwelijk ingesteld, maar Hij geeft er ook inhoud aan.

Dat betekent ook dat wij in het huwelijk, niet alleen naar elkaar toe, maar allereerst aan de Heere verantwoording schuldig zijn van ons leven als gehuwden. Hebben wij ons gehouden aan het bevel dat God ons vanuit Zijn Woord geeft ten aanzien van het huwelijk? Maar daarmee is heel nauw verbonden het tweede dat vanuit deze vraag naar ons toekomt: de heilige staat van het huwelijk. Ook van het huwelijk geldt het woord van de Heere: Weest heilig, want Ik ben heilig. En als we dan heel eerlijk zijn, als de Heilige Geest ons eerlijk gemaakt heeft voor God dan moeten we toch dagelijks belijden dat er zoveel onheiligheid in ons eigen leven, maar ook in ons huwelijksleven is. Dan behoeven we echt niet de vinger uit te steken en te wijzen naar die ander, waar het dan misschien ook nog zichtbaar mis zit in zijn of haar huwelijk. Maar hoe is het dan bij ons? Getrouwd zijn biedt geen vrijbrief om maar aan te rommelen. We leven ook als getrouwden voor Gods aangezicht. Daar hebben we Hem in de kerk trouw ons ja-woord gegeven. Maar hoe is nu de praktijk na 1 jaar, na 5 jaar, na 20 of na 40 jaar?

Zijn we elkaar nog altijd echt die hulpe tegenover zowel in de dingen van het tijdelijke als van het eeuwige leven? Dan is en blijft er elke dag in het huwelijk een berg huiswerk, waarvoor we de hulp en de kracht en de wijsheid en de genade van de Heere o zo hard nodig hebben. Dan struikelen we dagelijks in vele, maar dan heeft de Heere ook gezegd dat Hij ons die zonden in het bloed van Christus wil vergeven en ons wil schenken al wat ons ontbreekt. Zullen we dan niet dagelijks in onze gebeden de Heere aanlopen als een waterstroom om van Hem te smeken al wat ons ontbreekt en Hij wil ons dat ook als man en vrouw uit genade mild en overvloedig geven.

De trouwbelofte van de man en van de vrouw

Ik neem de vragen die aan de man en de vrouw persoonlijk gesteld worden toch maar even samen. Voorafgaande aan de vragen klinkt nog het verzoek aan bruid en bruidegom om op te staan en elkaar de rechterhand te geven. Zo mag zichtbaar duidelijk worden, dat het woord van trouw ook als het ware met die handdruk bezegeld wordt. Zo mag ook duidelijk worden, dat man en vrouw hier samen als een eenheid voor Gods aangezicht in het midden van de gemeente hun belofte van trouw geven. Zo wordt het huwelijksverbond heel openlijk gesloten. Een verbond waarin de Heere de Eerste wil zijn, waarin Hij ook aanspraak kan en mag maken op man en vrouw, waarin ze elkaar mogen aanspreken op die trouwbelofte, maar waarin ook anderen in hun omgeving hen op hun ja-woord rnogen aanspreken.

Nadat heel persoonlijk de naam van de bruidegom is genoemd, gebruikt het klassieke formulier het woordje 'bekent'. De vraag krijgt daarmee toch het karakter van een belijdenis. Een belijdenis waarin sprake is van een genomen hebben en nemen, dat wil zeggen: de man neemt zijn vrouw aan als een gave, als een geschenk van de Heere. Die man wordt geen bezitter in de zin van heerser over zijn vrouw. Nee, hij krijgt een onnoemelijk groot en rijk geschenk van de Heere en daar heeft hij buitengewoon zuinig op te zijn. Dat wat de man eigenlijk tot het moment van trouwen nog voor zichzelf had gehouden, wordt hier nu openlijk uitgesproken en vorm gegeven. Zo willen ze in het vervolg door het leven gaan als man en vrouw, samen verbonden in het huwelijk, zo willen ze ook behandeld worden. En dat geldt niet voor even, dat geldt niet voor de tijd dat je elkaar leuk vindt, dat is niet alleen bedoeld voor de tijd dat je er misschien allebei knap uitziet, dat is niet slechts bedoeld voor de tijd dat je gezond en sterk bent en dat je alles aan kunt. Maar dat geldt ons leven lang.

'Nimmermeer verlaten' zegt de vraag zowel naar de man als naar de vrouw. Je komt ook wel de uitdrukking tegen: 'tot de dood u zal scheiden'. Dat betekent hoe we het ook wenden of keren dat echtscheiding nooit kan voor Gods aangezicht. Waar het onverhoopt toch gebeurt, blijft het altijd zonde, het blijft een overtreding van Gods gebod. U begrijpt dat ik hier niet in kan gaan op alle problemen die er zich in een huwelijk kunnen voordoen en dat het evenmin mijn bedoeling is om beschuldigend de vinger uit te steken naar allen wier huwelijk uiteenviel. Toch moeten we ook op grond van deze trouwbelofte blijven zeggen dat het huwelijk principeel onverbreekbaar is.

Op deze stelling is zeker ook vanuit de praktijk van vandaag de dag volop kritiek. Dat kan en mag je toch niet van mensen vragen, wordt er dan gezegd. Wie weet wat er allemaal gebeuren kan en als toch blijkt dat je niet echt bij elkaar past, wat dan?

Nee, die onverbreekbaarheid mag je niet eisen, zeggen velen. Dat is mede een reden waarom velen niet kiezen voor het huwelijk, maar de vrijblijvende weg van samenwonen kiezen. Men ziet dat zelf als een vrijblijvende weg tenminste, want dan kun je veel sneller weer die relatie verbreken zonder al te veel 'rompslomp'.
Maar laten we wel beseffen, en dat geldt zowel jongeren als ouderen, dat wij van ons hele leven verantwoording schuldig blijven aan de Heere. Van getrouwd zijn, maar ook van samenwonen. Het mag dan voor het oog van de mensen, voor de 'administratie' allemaal wat gemakkelijker lijken en zijn, maar dat zegt naar God toe nog niets. Bovendien, en dat legt veel meer gewicht in de schaal, hebben wij gehoorzaam te zijn aan dat wat de Heere ons in Zijn Woord zegt en daarin is toch klaar en helder dat het huwelijk niet verbroken mag worden. Denk maar aan het zevende gebod, maar ook datgene wat Jezus zegt in Matt. 19:6: hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. Het klassiek formulier gaat na de zegen heel uitgebreid in op dat gedeelte uit Mattheüs 19. Op zijn minst toch vragenswaard waarom men zo uitgebreid de echtscheiding in een huwelijksformulier aan de orde stelt. Ja, dat er zelfs gesproken wordt over de mogelijkheid van echtscheiding, zoals dat door Mozes wordt gedaan. Daarmee wordt mijns inziens meer onderuit gehaald dan aan waarde toegevoegd in het formulier.

Dit gedeelte over de echtscheiding zomaar weglaten kan ook niet. Daarvoor is de ernst van" het nimmermeer verlaten te groot en de praktijk van de echtscheiding ook binnen onze gereformeerde gezindte te nadrukkelijk aanwezig. We hebben er zeker ook in een huwelijksgesprek over te spreken met elkaar, maar we hebben er ook alert op te zijn in ons huwelijk. Wie beweert: echtscheiding dat overkomt mij niet, stelt zichzelf op een voetstuk waar hij of zij, voordat iemand het weet van afgevallen is. De zonde zit in ons allemaal en de duivel ligt ieder moment op de loer om ons te laten struikelen. Hoe groot is het gevaar niet dat we toch uit elkaar groeien, dat we geen tijd voor elkaar hebben en dan hoeft er niet zoveel te gebeuren of opeens is daar een ander, die wel tijd en aandacht heeft. Hoe ontstaat er soms bijna ongemerkt een verwijdering die doorgaat en ineens na 15 of 20 jaar, als bijvoorbeeld de kinderen de deur uit gaan, zich baan breekt. Er is een zwijgen gekomen, een eigen leven leiden gegroeid waarin we elkaar als man en vrouw niets meer te zeggen hebben en nu blijkt dat wanneer we samen verder moeten omdat kinderen trouwen of op zichzelf gaan wonen, er geen basis meer is van liefde en trouw. Hoe ingrijpend en triest. Maar wel een werkelijkheid waar we voor te waken hebben en waarbij we voortdurend te strijden hebben tegen de gevaren die ons ook binnen het huwelijk bedreigen.

Huwen is trouwen, dus trouw zijn en trouw blijven. Een band die niet los kan. Het huwelijk is niet voor niets het beeld dat gebruikt wordt in de Bijbel als het gaat om de verbondsrelatie tussen God en Zijn volk te verduidelijken.

Dat 'nimmermeer verlaten' geldt alle levensomstandigheden. Dat geldt goede en kwade dagen, dat geldt rijkdom en armoede, dat geldt gezondheid en ziekte. In deze drie tegenstellingenparen ligt ontzettend veel opgesloten waar we misschien op onze trouwdag nog niet direct bij stilstaan. Maar het klassiek formulier noemde in die eerste zinsnede van het formulier al de tegenspoed en kruis die ons overkomen vanwege de zonde. Hier onderstrepen we dat nog eens. Niet om een zwartkijker te willen zijn. Maar wel om eerlijk onder ogen te zien dat het leven, ook het huwelijksleven, niet altijd rozengeur en maneschijn is. En om ook dan die trouw op te brengen om ook dan in de liefde voor onze man of vrouw standvastig te zijn is soms zo ontzettend moeilijk. Wat kan het zwaar vallen als er lichamelijke zorgen en noden komen, als er een handicap komt waar we mee moeten leren leven. Hoe diep ingrijpend is het als onze man of vrouw voor ons tegelijk ook patiënt wordt, die (veel) zorg nodig heeft. Wat kan de levensweg door diepe dalen gaan als die ziekte en/of die handicap met zich brengt dat de zorg thuis niet meer mogelijk is. Als tijdelijke verpleging of opvang elders nodig blijkt en we op die manier noodzakelijkerwijs van elkaar gescheiden worden. Wat kan het een strijd met zich brengen ook in de weg van het geloof om toch te volharden en niet te verlaten. Wat erg als onze eigen man of vrouw ons niet meer herkent. Goede en kwade dagen. Ze zijn er soms ineens. We kunnen erin terechtkomen als spanningen binnen het huwelijk stijgen door het gedrag van de ander, door de kinderen, door het werk, door de kerk, door de geloofsbeleving of niet-beleving. Wat een gevaren dreigen er. En dan toch trouw blijven, toch de ander liefhebben. Het staat er in 1 Corinthe 13. De liefde bedekt alle dingen, maar de praktijk van de zonde is zo bitter, zo moeilijk als de ander soms in een bepaalde zonde volhardt en we zelf maar niet van kwade begeerten los kunnen komen. Ik noemde straks al iets van die heilige staat van het huwelijk, dat komt ook hier weer naar voren. Wat dreigen er een gevaren ook op het terrein van geld en goederen. Rijkdom en armoede. Twee uitersten waarbinnen in onze samenleving heel veel aan de orde is. Maar ook langs deze weg schiet de satan heel wat pijlen af om de burcht van ons huwelijk binnen te dringen en de poorten in te nemen om man en vrouw uit elkaar te drijven. Lezer, lezeres, wat hebben we dag in dag uit de Heere nodig. Wat hebben we Zijn wapenrusting nodig om al die listige aanvallen af te slaan. Maar wat hebben we ook Gods kracht en genade om vol te houden, om te volharden als daar die moeite en zorgen en ziekten komen. Hoe zijn we allemaal mensen van vlees en bloed, geneigd om ook in het huwelijk het eigen ik te strelen en op de voorgrond te plaatsen. Geve de Heere ons Zijn kracht om inderdaad de vrouw of de man die we van de Heere kregen nimmer te verlaten.

De vraag naar een heilig leven hoort hier echt thuis omdat hierboven gewezen is op de heilige staat van het huwelijk. Het kan ook niet anders omdat we met een heilig God van doen hebben. Maar wie geen vreemde is in eigen hart en wie door de Heilige Geest is gaan ontdekken welk een vuile bron van wanbedrijven in zijn eigen hart leeft die geeft het ja-woord van het huwelijk met een gebroken stem. Ja, Heere, maar kom al mijn gebreken en zwakheden en ongeloof te hulp. Ik verwacht het van U alleen als ik ja zeg.

Trouw en geloof houden in alle dingen naar uitwijzen van (overeenkomstig) het Heilig Evangelie. Deze zinsnede wil in wezen zeggen dat man en vrouw vertrouwen in elkaar hebben. Waar er die basis van vertrouwen niet is, is er eigenlijk geen echte relatie met elkaar mogelijk. Maar dat vertrouwen in elkaar hebben kun je alleen uitspreken als je samen weet dat je zowel samen als persoonlijk in de handen bent van die God, Die trouw houdt en nooit laat varen het werk van Zijn handen. Daarbij komt dan onlosmakelijk ook dat het heilig Evangelie de norm en het richtsnoer dient te zijn van ons huwelijk. Want wat zal er \an een huwelijk terechtkomen als we ons daarin niet geleid en gedragen weten door de Heere? Dan wordt er gesproken over een godvrezende man en een vrome vrouw. Met die aanduidingen wordt toch ook gezegd hoe eigenlijk de basis ligt. Alleen die man, die in alle oprechtheid, door genade de Heere heeft leren vrezen, kan samen met zijn vrouw, die in stille vroomheid de Heere lief mag hebben en dat ook in haar doen en laten laat uitkomen, echt de huwelijksweg gaan achter God aan. Om zo daarin ons ja in Christus te laten zijn de waarheid en de werkelijkheid van ons leven.

De zegen

Ik wil dit artikel besluiten met nog even een moment stil te staan bij de zegen die uitgesproken wordt wanneer man en vrouw geknield voor Gods aangezicht liggen: De Vader der barmhartigheid, Die u door Zijn genade tot deze heilige staat van het huwelijk geroepen heeft, verbinde u met rechte liefde en trouw en geve u Zijn zegen. Amen.

Hier krijgen de getrouwden (want het huwelijk is immers al burgerlijk gesloten) de verzekering van God mee dat Hij hun beloften aan elkaar ook wil bevestigen en dat Hij hun Zijn zegen wil schenken. Ze krijgen de verzekering mee dat de Heere hen door Zijn genade tot deze heilige staat van het huwelijk geroepen heeft. Opnieuw dus geen vinding, geen plannetje van mensen. God riep. God bracht met Zijn hand toe. God heeft hen aan elkaar gegeven. Ik geef toe dat bij velen het niet zo beleefd wordt, dat velen er heel anders tegenaan kijken. Dat sommigen het kerkelijk huwelijk zelfs als een soort franje gebruiken. Maar laten we wel beseffen hoe de Heere het bedoeld heeft. Voortdurend wordt immers gesproken over de heilige staat van het huwelijk. Dat legt een geweldige verantwoordelijkheid neer bij die man en vrouw die in het huwelijk aan elkaar en aan de Heere verbonden zijn.

Wat is het rijk om te horen hoe God hier genoemd wordt de Vader der barmhartigheid. Hij is de Vader van Zijn kinderen, Die in barmhartigheid over hen bewogen is. Zo mogen de gehuwden als kind bij Vader aankloppen. Hij wil om Jezus' wil ook onze Vader zijn. Als man en vrouwen mogen we elke dag van Zijn barmhartigheid leven. Elke morgen zijn die barmhartigheden weer nieuw over ons.

Deze God verbinde u met rechte liefde en trouw. Elke dag zijn we op de Heere aangewezen. Hoe zullen wij liefhebben, hoe zullen wij trouw zijn? Maar de Heere kan en wil die liefde en trouw waarvan de Bijbel spreekt leggen in harten en levens van man en vrouw om in de weg van het hu­ welijk Hem ter ere te leven. Liefde en trouw zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Liefdevolle trouw en trouwe liefde. Uit genade wil God ons daarmee vervullen.

Zo wil Hij ons Zijn zegen meegeven in het huwelijk. Daarmee krijgen we alles van de Heere mee. Alles voor elke levensdag in vreugde en in zorg, in rijkdom en armoede, in gezondheid en ziekte. Alles voor lichaam en ziel, alles voor tijd en eeuwigheid. Aan de zegen van deze God is alles gelegen. Maar die zegen van Hem maakt uiteindelijk om Jezus' wil ons ook in het huwelijk toch rijk en gelukkig. Dat ook u en jij van die zegen mag leven in het huwelijk, maar ook daarbuiten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1998

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De vragen en de zegen in het huwelijksformulier

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1998

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's