De heerschapij is op Zijn schouder

'Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven; en de heerschapij is op Zijn schouder', jubelt Jesaja (9 : 5). Het Kind zal Vorst van Vrede zijn. Aan de grootheid van Zijn heerschappij en van die vrede zal geen eind komen; tot in eeuwigheid toe niet vs. 6).

Een Kind als Koning. Christus, Gezalfde. Gezalfd niet alleen tot Profeet en Priester maar ook tot Koning. Psalmisten zongen er al van in Messiaanse verwachting. 'Uw troon, o God, is eeuwig... daarom heeft U, o God, Uw God gezalfd' (Psalm 45). En 'Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion' (Psalm 2 : 6).

In Nazareth las Jezus Zelf de profeet Jesaja: De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd'. (Luk. 4 : 18). En Petrus betuigt ten overstaan van de hoofdman Cornelius, dat Jezus van Nazareth door God met de Heilige Geest is gezalfd (Hand. 10 : 38).

Christus, het geboren Kind, de geboren Zoon, is de door God Gezalfde Koning! Koning van een Rijk, dat anders is dan alle rijken van de wereld. Niet van de wereld, nochtans ook in de wereld.

Op tweeërlei wijze is Hij Koning: voor Zijn onderdanen en over alle schepselen.

De kerk

Voor de Zijnen bestaat Zijn Koninkrijk 'in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest' (Rom. 14 : 17). De dochters van Sion mogen zich verheugen. Want haar Koning komt, rechtvaardig, en Hij is een Heiland (Zach. 9 : 9). Zijn koningschap zal zo verborgen zijn, dat Hij op een ezel rijden zal. Christus Zelf grijpt op die profetie terug als Hij inderdaad op een ezel Jeruzalem binnenrijdt: Zegt de dochter Sions: w Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin' (Matth. 21 : 5). De rechtvaardigheid van de Koning, waarover Zacharia spreekt, sluit kennelijk de zachtmoedigheid niet uit. Hij regeert de Zijnen rechtvaardig èn zachtmoedig. De Zijnen zullen Hem ook vrijwillig dienen. Zijn volk zal zeer gewillig zijn op de dag van Zijn heirkracht. 'Eer ik het wist zette mij mijn ziel op de wagens van mijn vrijwillig volk' (Hooglied 6 : 12).

Christus, een Koning die regeert door Woord en Geest. Zo belijdt de Heidelberger Catechismus, dat Christus, de Zoon van God, vanaf het begin van de wereld tot het eind. Zich een gemeente vergadert door Zijn Geest en Woord uit het hele mensdom, en dat Hij haar ook beschermt en bewaart.

De Koning der Kerk is Hoofd van Zijn gemeente. Niemand kan haar uit Zijn hand rukken, zelfs 'de poorten van de hel' niet. We hebben een Koning, vorst van een ongekende Vrede, die alle verstand te boven gaat en die onze harten en gedachten bij Hem bewaart.

Wereld

Christus is echter ook op andere wijze Koning. Het Kind, dat geboren zou worden, heet ook Sterke God. De heerschappij is op Zijn schouder. God heeft Hem tot een Heere en Christus gemaakt, betuigt Petrus op de Pinksterdag (Hand. 2 : 36). Hem is alle macht gegeven in hemel en op aarde. God heeft Hem een Naam gegeven boven alle naam, opdat alle tong zou belijden dat Jezus Christus Heere is (Fil. 2 : 9, 11). Hij is Kurios, Heere van de wereld. Door Hem regeren de koningen. Hij kon het majesteitelijk tegen Pilatus zeggen, dat deze geen macht over Hem zou hebben als die hem niet van Boven gegeven was. Al zijn er ook machthebbers in de wereld, die goden of kurioi genoemd worden, er is maar één Heere Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn en wij door Hem (1 Kor. 8 : 6).

Als Heere brengt Hij Zijn gemeente bevrijding. Maar wie Zich niet vrijwillig aan Hem onderwerpt, zal het eenmaal gedwongen doen. Hij zal ook Rechter van de wereld zijn.

Christus heeft de heerschappij over deze wereld. Hij torst haar niet als een Atlasfiguur. Hij draagt en regeert haar, opdat Zijn bevrijdende heerschappij over de hele wereld zal worden erkend. In de strijd, die zich voltrekt tussen de Vorst van de Vrede en de vorst van de duisternis, hebben ook aardse machthebbers een plaats. Hij staat en oordeelt in het midden van de goden. Enerzijds brengen koningen de eer en de heerlijkheid van de volkeren binnen in het Nieuwe Jeruzalem (Openb. 21). Anderzijds spannen vorsten samen tegen de Heere en Zijn gezalfde. Hij zal hen oordelen. Van de laatsten geldt, dat Die in de hemel woont zal lachen (Ps. 2). Hij heeft Zijn Koning gezalfd!

In de strijd tegen de machten heeft Christus Zich op het Kruis betoond een 'Sterke God' te zijn. Hij bracht de Vrede voor Zijn volk, zodat Zijn volk bij Hem veilig schuilen kan in nood en ontij. Maar Hij werd ook de machten de baas, toen Hij op het Kruis over hen triomfeerde.

Kruis

Het ChristusKind zou Zich niet alleen vertonen als koning op een ezel, Hij was ook Koning aan een kruis. Zijn Rijk blijkt ook hier verborgen te zijn. Het is geestelijk van aard. Het houdt echter stand door de kracht van de Heilige Geest. Zijn heerschappij wordt - zegt Jesaja 9 - gekenmerkt door 'gericht en gerechtigheid'. Die gaan dieper dan wat wij mensen onder recht en gerechtigheid verstaan. Het is een gerechtigheid, die meegaat tot in de eeuwigheid. Daaraan zal geen zweem van onrecht meer kleven. Gerechtigheid zal zelfs de bodem van de zee bedekken. De Schrift spreekt hier in beelden over de eeuwigheid. Zijn Rijk is eeuwigdurend, omdat Christus is opgestaan en 'niet meer sterft' (Rom. 6 : 9). De heerschappij, die Hij oefent, is de heerschappij over dood en graf.

Het kerstgebeuren, de geboorte van het Kind in de Kribbe is geen romantisch gebeuren. Het Kruis zou eenmaal de schouder gaan schuren van het Kind in de Kribbe. Maar zo werd het Kind ook ten volle Koning. Zo zette Hij Zijn vijanden onder Zijn voeten. Maar in dit alles is hij een Wonderbare Koning. Zijn Koningsambt bekleedt hij niet los van Zijn ambt als Profeet en Priester. Toen Pilatus Hem dan ook vroeg 'Zijt Gij een Koning? ', was Zijn antwoord bevestigend. Maar in één adem voegde Jezus toe, dat Hij in de wereld was gekomen 'opdat Ik der Waarheid getuigenis geven zou' (Joh. 19 : 37).

Kracht

Zijn Kruis werd een troon. Zijn Kruis werd - zegt Calvijn - een praalwagen waarachter Hij de verslagen machten meesleepte in Zijn overwinningstocht door deze wereld.

Daarom gaan kruisdragers ook getroost achter Hem aan. Jesaja 9 begint met de onvergetelijk mooie woorden, dat het volk, dat in duisternis wandelt, een groot licht zal zien. Dat volk zal blij zijn voor Gods aangezicht. 'Want het juk van hun last en de stok van hun schouders, en de staf van degene die hen dreef, hebt Gij verbroken...Want een Kind is ons geboren... en de heerschappij is op Zijn schouder.' Dat werd bij de geboorte van Christus vervuld (Luk. 2 : 10, 11).

We hebben een Koning, die bevrijdt. Zijn Naam is Wonderlijk, Raad, Vader der eeuwigheid. Vredevorst. Hij bevrijdt van de macht van de zonde. Hij bevrijdt van machten, die het leven belagen. Hij is Koning over het ganse leven. Hij is een Koning, zoals de wereld er nooit één gekend heeft. Omdat Hij ook profeet en Priester is. Omdat Hij ook Redder, Verlosser, Heiland is. Daarom mag een mens, die onder Zijn heilrijk bewind kwam, in vrijheid en getroost leven, ook al is Zijn Rijk nog niet in volkomenheid doorgebroken.

Paul Gerhard (1606-1647) dichtte (in vertaling van J. J. L. ten Kate) het prachtige lied 'Hoe zal ik U ontvangen? ' De slotstrofen luiden:

Al drukt het kruis uw schouder,
al dooft het laatste licht, Uw Trooster en Behouder,
staat voor uw aangezicht.

Nog eens zal Hij verschijnen
als Richter van 't heelal,
die 't hoofd van al de zijnen
voor eeuwig kronen zal.
Nog is die dag verborgen,
wacht Hem gelovig af,
terwijl de grote morgen,
reeds schemert boven 't graf.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen