Boekbespreking

Emerson Vermaat, Kantelend Millennium; actualiteit van de Apocalyps, uitg. De Banier, 222 blz., ƒ 37,95.
De schrijver doorlicht op een actuele wijze de tijd waarin we vlak voor de millenniumwisseling leven en legt daar de Openbaring aan Johannes naast. Hij doet dat nuchter, zonder in reportage-eschatologie te vervallen of allerlei voorspellingen te doen. Hij zegt: 'Het is niet verkeerd de Apocalyps steeds te actualiseren, mits we er geen "spoorboekje" van maken, zoals bijvoorbeeld Hal Lindsey doet'. Wel is er in onze tijd veel (niet alles!) dat erop wijst, dat de voorzeggingen die bijvoorbeeld de Club van Rome in 1972 en 1974 deed, beginnen uit te komen, zoals overbevolking, opraken van de bronnen van de aarde, de milieuproblematiek, klimaatverandering, armoede, bewapening, criminaliteit, enz.
De auteur schrijft ter zake kundig. Hij schreef dit boek mede omdat hij in 1998 vijfentwintig jaar in dienst was van de Evangelische Omroep waarbij veel buitenlandse reportages werden gemaakt. De hoofdstukken zijn Demonen en machten (spiritisme, contact met dodengeesten en magisch geladen houseparty's). Antichrist en vele antichristen (een wereldstaat van robots, waarin geen tegenspraak mogelijk is en waaruit de Antichrist kan opkomen). De Antichrist en het Romeinse rijk (het Romeinse rijk als een voorafschaduwing van de antichristelijke heerschappij), De magie van het 'Derde rijk' (Hitler en diens gelijkenis met het antichristelijke beest uit de Openbaring, geïnspireerd en geleid door demonische machten, en zijn verbond met de duivel). Apocalyptische wapens (biologische en chemische vemietingswapens en de apocalyptische rampen die deze teweeg kunnen brengen), Cellen en virussen (gekkekoeienziekte, de verspreiding van het aidsvirus, die direct te maken had met de seksuele revolutie van de jaren zestig). Wereldwijde klimaatverandering? (broeikaseffect en natuurrampen), en Machtsgreep door criminelen (de drugsmaffia, ook in Nederland, mensensmokkel en vrouwenhandel). De schrijver zegt: Al deze zaken doen denken aan de Openbaring aan Johannes, in het bijzonder van de draak en het beest uit de zee en uit de aarde (Openb. 17 en 13).
Van het getal 666 zegt hij, dat het onwaarschijnlijk is dat hiermee keizer Nero bedoeld wordt; het is alleszins acceptabel dat het, als drie maal het getal van de mens, uitdrukking is van de hoogste menselijke ontwikkeling.
Conclusie: een actueel boek. In veel opzichten gaf de lezing van dit boek mij overigens een triest gevoel. De schrijver haalt bijna alles uit de kast om de sombere millenniumwisseling te illustreren. Het boek zou een uitgewerkte tijdrede kunnen zijn. Het eindigt ook erg abrupt, met de woorden 'Het millennium kantelt. Kantelt the rule of law, de rechtsstaat, eveneens?' De Apocalyps eindigt wezenlijk anders.
Gelukkig wil de schrijver geen fatalist zijn. Het sterkst vond ik het hoofdstukje 'Apocalyptisch perspectief' (blz. 184 v): De zondvloed ten tijde van Noach doet denken aan een apocalyptische ramp. Noach moest echter niet passief toekijken, integendeel, hij kreeg de opdracht de ark te bouwen. Ook in de meest donkere tijd zal er een ark van behoud zijn: de kerk van de gelovigen, die oproept tot inkeer en bekering. Wie in de Heere Jezus gelooft, zal behouden worden. Laten we het daar op houden!
Ik haast me om te zeggen dat lezing van dit actuele boek zeer de moeite waard is.
H. Veldhuizen, Huizen

Eugene H. Peterson, David en God; aardse spiritualiteit voor gewone gelovigen, gezamenlijke uitgave van Ekklesia en Navigator Boeken, 270 blz., ƒ 29,90.
De schrijver is hoogleraar spirituele theologie in Vancouver, Canada. Daarvoor was hij dertig jaar predikant en doceerde hij bijbelse talen. In dit boek wil hij de geschiedenis van David, dat hij het op één na grootste verhaal in de bijbel noemt, dichtbij de lezers brengen zonder te moraliseren. Het gaat erom wat we van Davids geschiedenis kunnen leren voor het gewone leven van alle dag. Toch mis ik die lijn naar het concrete leven juist. Ik heb me voortdurend afgevraagd wat de schrijver eigenlijk als toepassing naar de lezers toe bedoelt. Zo bijvoorbeeld in de geschiedenis van David en Batseba: is als toepassing van deze geschiedenis niet meer te zeggen dan 'Vrijwel alle zonden zijn een variatie op het thema dat we zelf goden willen zijn, ons eigen leven in handen willen nemen en controle willen uitoefenen op het leven van een ander?' (blz. 204). Ik zette ook vraagtekens bij zinnen als: 'De Heilige Geest heeft in de verhalen hier en daar het beste weggelaten' (24), 'Het verhaal van David dient om ons het normatieve te leren, om in het gewone het wonder te zien, te aanvaarden dat we deelhebben aan het bovennatuurlijke, waar het het natuurlijke overdekt' (19; wat bedoelt de schrijver met deze zin? ), 'Het verhaal van de zalving van David tot koning betekent dat we "tegen alle waarschijnlijkheid in en ondanks de mening van familie en vrienden, uitgekozen zijn door God voor zijn plan" ' (49), en 'Ik heb tegen de Heer gezondigd, is een zin vol van hoop, want vol van God' (206).
Natuurlijk staan er ook behartenswaardige dingen in het boek. Zo bijvoorbeeld 'Het belangrijkste verhaal in de bijbel gaat niet over David maar over Jezus' (15), en de lijnen die de schrijver steeds van David naar Jezus trekt. Als geheel heeft het boek mij echter helaas weinig aangesproken.
H. Veldhuizen, Huizen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen