Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zegenend ten Hemel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zegenend ten Hemel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En Hij leidde hen buiten tot aan Bethanië, en Zijn handen ophejfende zegende Hij hen.'Lukas 24 : 50

Met zegenende handen is de opgestane Heere ten hemel gevaren. Dat doet denken aan de priester in de tempel in Jeruzalem.
Nadat hij in het Heilige het reukoffer (zinnebeeld van het gebed tot God om Zijn genade en zegen) gebracht had, kwam hij naar buiten en breidde hij zijn handen zegenend uit over het daar wachtende volk.
Dan legde hij de drievoudige zegen op de gebogen hoofden: 'De Heere zegene u en behoede u! De Heere doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De Heere verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!'
Deze drievoudige zegen was de vrucht van de verzoening van de zonden van het volk door het offer, dat gebracht werd in de voorhof van de tempel en ondersteund werd door het reukoffer.
Zo nu legt de ware, grote Hogepriester, de Heere Jezus, bij Zijn Hemelvaart zegenend Zijn handen op de kleine discipelkring, de vertegenwoordigers van Zijn gemeente van alle eeuwen. Hij deelt de zegen van de vader uit en mee als vrucht van het offer voor de zonde van de wereld, dat Hij bracht op Golgotha. Het offer van Zichzelf.
Aan Zijn verhoging ging immers Zijn vernedering vooraf. Aan zijn Hemelvaart Zijn hellevaart. Om dragend het oordeel van God over onze zonden voor helwaardigen – of achten we onszelf daar nog altijd te goed voor? – de hemel te openen.
In welke diepten van lijden is Hij neergedaald om voor Zijn volk verzoening, genade, vergeving en eeuwig leven te verwerven.
Nu vaart Hij op ten hemel, vol eer. Als Overwinnaar van de machten van de duisternis, die van zonde, duivel, dood en hel. En Hij wil ons in Zijn overwinning betrekken en meenemen naar de grote Morgen van Zijn wederkomst. Zijn terugkomst in glorie en victorie als de Rechter van de wereld, en de Redder van Zijn volk, dat Hem verwacht.
De kerker (de gevangenis van de zonde en de dood waaruit Hij bevrijdt) werd Zijn buit. Hij zag Zijn strijd bekroond met gaven tot der mensen troost, opdat zelfs wederhorigen altijd bij God zullen wonen (Psalm 68).
Zie Hem met zijn handen zegenend uitgebreid over Zijn discipelen vanaf de Olijfberg ten hemel varen.
Hij is de Zegen der aarde, omdat Hij de vloek van de zonde, de rebellie tegen God, waaronder deze aarde zucht en kreunt, op Zich nam en droeg. Zegenend ging Hij heen. Zegenend is Hij werkzaam in en vanuit de hemel. Uit Zijn zegenende handen vloeit een nooit opdrogende stroom van zegen. Op de dag van het pinksterfeest zendt Hij de Heilige Geest, de beloofde Trooster, Die Zijn woorden overtuigend en bekerend binnendraagt in ons hart en leven en Hem verheerlijkt, doet delen in Zijn zegen, die een eeuwige zegen is.
O, die zegenende handen van onze Heere. Het zijn dezelfde handen, die Hij zegenend legde op de kinderen, die ze tot Hem brachten. Die Hij reddend uitstrekte naar Petrus, toen hij in de golven van het meer van Galilea wegzonk en dreigde te verdrinken. Dezelfde handen, die Hij aan het kruis liet nagelen. Die doorboorde handen hief Hij op en breidde Hij zegenend uit over Zijn discipelen. Die doorboorde handen heft Hij op in de hemel en toont Hij de Vader, biddend en pleitend voor Zijn volk op aarde om de zegen van de Vader over hen. Waar ooit ter wereld een man, een vrouw, een jongen of een meisje voor God op de knieën komt en Hem, zijn/haar Rechter vanuit een gebroken en verslagen hart om genade leert bidden, daar ziet Hij dat. Daar hoort Hij dat. En heft Hij Zijn doorboorde handen op voor de Vader en bidt: 'Vader, Ik wil niet dat deze in het verderf neerdaalt. Vergeef hem/haar, want Ik heb voor al zijn/haar zonden betaald.' En Hij wordt altijd door de Vader verhoord. Hij breidt Zijn handen zegenend uit over die man, die vrouw, die jongen, dat meisje.
Zie de zegenende handen van de ten hemel varende Heiland. Het zijn milde handen, barmhartige handen, sterkende en steunende handen, vol van alle zegen en genade, die wij voor hier en voor eeuwig behoeven.
Hij deelt de zegen uit, die Hij verwierf aan het kruis. De zegen van de overvloedige genade van God. Met Zijn zegen neemt Hij ons, die op Hem hopen, omdat wij geen andere hoop overhielden en overhouden, onder Zijn hoede. Met en door Zijn zegen komen wij door de woestijn, op weg naar het beloofde land, het hemelse Kanaän, het land van de eeuwige rust, die er overblijft voor het volk van God. Hij doet de Zijnen 't gezegend aard'rijk erven. Iemand zegt: 'maar zou Hij Zijn handen ook zegenend over mij willen uitbreiden? Over zo één als ik ben, zo verkeerd, zondig en ongelovig?' U moest het eens weten. Waren de discipelen heilig, toen de Heere Zijn handen zegenend over hen ophief? Wat voor voortreffelijkheid was er in hen, op grond waarvan Hij de handen over hen ophief en hen zegende? Verweet Hij hen niet hun ongelovigheid en de hardheid van hun hart? Vermaande Hij hen niet om hun onverstand (Markus 16 : 14)? Hij zegent geen heiligen, maar onheiligen. Geen voortreffelijke mensen. Geen waardigen, maar onwaardigen, ja vloekwaardigen. Armen en ellendigen, die zonder Zijn zegen niet kunnen leven en sterven.
Denk toch groot van Hem, van Zijn genade. Hij zegent als een barmhartige Heere. Hij zegent uit louter goedheid. Hij zegent kinderen en volwassenen, die biddend tot Hem komen.
Vertel dat maar aan uw kinderen en kleinkinderen. Hij zegent met de zegen, die we voor alles nodig hebben. De zegen van bekering en geloof, een hartelijk en oprecht geloof.
In Zijn zegen ligt alles opgesloten. Vergeving van zonden, verzoening en vrede met God. Door Hem. Eten en drinken, kleren en schoenen, hulp in nood, troost in verdriet, kracht naar kruis. En door Hem gezegend, is blijvend en eeuwig gezegend. 'Laat ons dat moed geven, ons, die het dagelijks aan de stok hebben met allerlei zonden en te vechten hebben met wereld, duivel en dood' (Kohlbrugge).
Verwacht het uit de zegenende handen van de ten hemel gevaren Koning en Zaligmaker, Die thans gezeten is aan de rechterhand van de Vader, bekleed met alle macht in hemel en op aarde. Wat arm, ten slotte eeuwig arm, de zegen te verwachten uit eigen handen, uit handen van de wereld met zijn klatergoud en schijnzegen. Zo moet het niet. Zo mag en hoeft het ook niet. Weet u hoe het moet en mag? Op de knieën voor Hem als een arme zondaar biddend: 'Heere, ik laat u niet gaan, tenzij Gij mij zegent.'
Delend in Zijn zegen zullen we tot een zegen zijn voor de ander, voor elkaar in een leven in geloof, hoop en liefde.
Wie mag delen in de zegen van Christus, de ten hemel gevaren Heere en Zaligmaker, gunt iedereen Zijn zegen en bidt om Zijn zegen voor die ons lief zijn, voor vriend en vijand.
Onder Zijn zegenende handen valt te leven. Ook vandaag, in 1999, op weg naar de wisseling van de eeuw en het millenni­um in het jaar 2000.
Vrolijk te leven, getroost te leven… en getroost te sterven.
Waar de zegen van Zijn Hemelvaart wordt geloofd en ervaren, daar komt het tot aanbidding van de in de hemel gekroonde Koning.

C. Vos, Amersfoort

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zegenend ten Hemel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's