Efeze en haar eerste liefde
'Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt verdragen; en dat gij beproefd hebt…' 'Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten…' Openbaring 2 : 2a en 4
Begin juni maakte ik met een groep predikanten een studie- en oriëntatie-reis door West-Anatolië, het westelijk deel van het Bijbelse Klein-Azië, het huidige Turkije. Een indrukwekkende reis door een gebied waar door de prediking van het Evangelie, met name door de bediening van de apostel Paulus, de eerste christelijke gemeenten werden gesticht. Maar het was óók juist híer waar in de eeuwen daarna door de Kerk op een indringende wijze is nagedacht over het mysterie van de twee naturen van de Heere Jezus Christus, de Zoon van God (Chalcedon, Nicea, Constantinopel, Efeze).
Tijdens deze reis bezochten we ook zes van de zeven plaatsen die wij kermen van de zeven brieven die de Heere Christus, door de hand van zijn apostel Johannes die gevangen zat op het eiland Patmos, geschreven heeft aan de zeven gemeenten in Azië. In deze vier (zomer)weken wil ik u meenemen op een reis langs vier van deze zeven gemeenten. We beginnen vandaag in Efeze, de eerste brief, maar geografisch gezien vanaf het eiland Patmos, de havenstad die je als eerste aandoet. Het boek Openbaring moeten we dan zien als een rondzendbrief die achtereenvolgens langs deze zeven gemeenten ging. Zeven brieven aan zeven concrete gemeenten uit die eerste tijd, die tevens 'model' staan voor de christelijke gemeenten, 'de kerk van alle tijden en alle plaatsen'.
Efeze, de hoofdstad van Azië, was een belangrijke havenstad aan de westkust. Centraal gelegen aan het begin van de grote handelsroutes naar het oosten en de zeeroutes naar het westen. Een rijke stad! Efeze had de op één na grootste bibliotheek van die tijd. De grote tempel van Artemis (in onze Statenvertaling met de Latijnse naam Diana aangeduid) behoorde in de oudheid tot één van de zeven wereldwonderen. Dat de Artemis-cultus ook een handelsmerk was waar grif geld mee verdiend werd, is ons vanuit Handelingen 19 bekend door de business van Demétrius, de zilversmid in Efeze. Aan deze tempel van Artemis was ook de grote bankinstelling van Efeze verbonden. De schatkamer bevond zich onder het afgodsbeeld. In de maand mei werd het beeld van deze moedergodin in een kleurrijke processie door de stad gedragen. Dit ging gepaard met veel uitspattingen. Tempelprostitutie kwam er op grote schaal voor. Duizenden meisjes, hiërodulen, verdienden hiermee veel geld voor de stad. Efeze was daarnaast het middelpunt van de keizercultus; en een stad vol occultisme.
Juist in deze zedenloze stad Efeze is de prediking van het Evangelie rijk gezegend. Apollos, afkomstig uit Alexandrië, is de grondlegger van de christelijke gemeente in Efeze (Hand. 18 : 24v.). Hoewel hij in eerste instantie alleen van 'de doop van Johannes' wist, was hij een vurig spreker, die goed thuis was in de Schrift. Vrijmoedig verkondigde hij het Evangelie in de synagoge van Efeze. Het echtpaar Aquila en Priscilla, dat met Paulus op doorreis vanuit Korinthe in Efeze aankwam, hoorde deze Apollos preken. Zij hebben na de dienst Apollos nauwkeuriger onderwezen in de weg des Heeren!
Op zijn derde zendingsreis deed Paulus Efeze aan; en werkte hij hier twee jaar. Zijn Evangelieverkondiging ging gepaard met grote krachten en tekenen: zieken werden genezen en boze geesten uitgedreven. Het geloof in de Heere Jezus schoot in veel mensenharten wortel. Radicaal werd gebroken met het verleden. Voor een vermogen aan occulte boeken werden er door de pas bekeerde christenen publiekelijk verbrand. Het Evangelie had zo'n doorwerking in Efeze, dat Demétrius, het hoofd van de gilde van zilversmeden, zich met zijn collega's grote zorgen maakten om hun broodwinning. Zij organiseerden een grote manifestatie in het theater met zijn 24.000 zitplaatsen, om op deze wijze het stadsbestuur te dwingen Paulus het werk onmogelijk te maken. Maar deze snode plannen mislukten.
Na Paulus dienden ook Timotheüs (1 Tim. 1 : 3) en Johannes de gemeente van Efeze. Volgens de traditie zou Johannes ook Maria, de moeder des Heeren, meegenomen hebben naar Efeze.
Waarschijnlijk in de tijd dat de al bejaarde apostel Johannes in Efeze werkt, breken er onder de Romeinse keizer Domitianus in dit gebied christenvervolgingen uit. (In het oude Efeze vind je nog de resten van een tempel en een plein met fontein terug, die naar deze Domitianus zijn vernoemd). Johannes wordt naar Patmos verbannen, waar de Heere Jezus op de dag des Heeren aan hem verschijnt. Hij krijgt de opdracht een zevental brieven te schrijven; en ontvangt de verschillende openbaringen, zoals wij die uit het boek Openbaring kennen.
Evenals dat de Heere Jezus Zelf Zich aan Zijn apostel heeft bekend gemaakt als Degene 'Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die in het midden van de zeven gouden kandelaren wandelt, zo doet Hij dat ook aan Johannes' gemeente, Efeze. Dat is ook dé grote troost, dé grote zekerheid voor zowel Johannes, die door zijn verbanning gescheiden is van de gemeente in Efeze, als voor de christelijke gemeente die beroofd is van haar herder en leraar. Dit is ook vandaag nog de troost en de zekerheid van elke gemeente van Christus hier op aarde! De Heere Zelf is er voor Zijn gemeente, Zijn kerk, voor de zijnen. Hij regeert haar, Hij houdt haar vast wat de omstandigheden ook zijn, Hij is door Zijn Geest in het midden van Zijn Gemeente tegenwoordig!
Voor de gemeente van Efeze heeft haar Heere en Heiland een heel bemoedigend, heel positief bericht. In vergelijking met andere aangeschreven gemeenten springt Efeze er zonder meer uit. Efeze is een levende gemeente. Géén activistische gemeente waar wel heel veel georganiseerd wordt op allerlei kerkelijk gebied, maar zonder dat er werkelijk een kloppend hart achter zit voor de Meester. Als de Heere de harten doorzoekt van de gemeente(leden) in Efeze, dan kan Hij met heel Zijn hart zeggen: 'Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt verdragen, en dat gij beproefd hebt…'. Heerlijk dat de Heere al deze dingen weet! Een gemeente vol ijver en volharding in goede werken. Er wordt in Efeze niet alleen geloof en trouw gevonden, maar het is beproefd geloof. Geloof dat stand houdt tegen de aanvallen van buiten de gemeente: de vervolgingen waaronder de christenen in deze situatie moeten lijden. Maar ook de aanvallen van binnen de gemeente: dwaalleraren die zich uitgeven als apostelen, van God gezonden, maar een mening verkondigen die tegen de gezonde leer der godzaligheid indruist. De gemeente onderkent deze ketterijen en bestrijdt ze onomwonden! Oók het gnostische gedachtegoed van een zeker Nikolaos en zijn aanhangers, die menen dat het alleen om het 'geestelijke' gaat. De lichamelijke kant van de mens zou volgens hen niet belangrijk zijn. Je zou als christen je geestelijk leven niet schaden als je 'gewoon' meedoet aan de festiviteiten rond de Artemis-cultus. Immers, dat had toch alleen betrekking op de 'buitenkant' van een gelovige. Maar zo worden op een geraffineerde pseudo-'geestelijke' manier de christenen weer het heidendom binnengehaald. Dit sektarisme wordt openlijk ontmaskerd en aan de kaak gesteld.
Maar bij al dit positieve wat de Heere Jezus te melden heeft, heeft Hij één ding op de gemeente van Efeze tegen. Zij is haar eerste liefde kwijtgeraakt! Haar hart klopt nog wel voor de Heere Jezus en Zijn dienst. De liefde is er ook nog wel. Maar die radicaliteit van het begin is eraf! Net zoals dat vaak gaat in een relatie tussen een man en vrouw in het huwelijk. Aan het begin van de verkering begint het met echte verliefdheid. Een liefde die hartverwarmend en intens is. De trouwdag vormt zondermeer een fantastische hoogtepunt in die liefde. Maar daarna herneemt zich het gewone leven… Natuurlijk, de liefde is er nog wel voor elkaar, maar de vlam brandt niet meer zo hevig als in dat begin. Het is allemaal zo vanzelfsprekend en zo gladjes geworden…. Dat gevaar bedreigt niet alleen het huwelijksleven, maar niet minder het geloofsleven. Daar spreekt de Heere Jezus Zijn geliefde gemeente op aan. Dat haar vlam niet meer zo brandt, en dat Zijn volkomen liefde tot haar toch niet van één kant kan (blijven!) komen.
Als die vlam niet opnieuw voluit gaat branden, dan zal God de vlam van de kandelaar doven, en het licht van Zijn Woord uit het midden van de gemeente van Efeze wegnemen.
Kan daar nog verandering in komen? Ja, zeker! De gemeente van Efeze moet zich bekeren! Dat radicale en allesomvattende woord gebruikt de Heere Jezus hier: bekering! Terugkeer is nodig… terugkeer tot die eerste liefde! Die vurige liefde voor de Heiland en Zaligmaker, die voor haar Zijn leven overgegeven heeft tot in de dood aan het kruis!
Maar die terugkeer, die bekering, houdt dan ook een rijke belofte in: 'Die overwint, Ik zal hem geven te eten van de boom des levens, die in het midden van het paradijs staat'. Die mag delen in de gemeenschap met God, en van die gezegende gemeenschap met God de rijke vruchten plukken.
Als je dit alles op je laat inwerken, dan schrik je… Als het bij de Heere dan zo nauw luistert, waar blijf ik dan als ik kijk naar mijn eigen leven, naar het geestelijk leven van 'onze' gemeente, waar ik deel van mag uitmaken?! Een eerlijke vraag, waarop de Heere een eerlijk antwoord wil! Hij die onze harten en levens doorziet.
Ik word erbij bepaald en… stilgezet. Mag het een heilzaam stilgezet worden zijn! 'Want…, die oren heeft die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt'.
J. Noordam, Nieuwerkerk aan den IJssel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1999
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1999
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's