Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herleefde aandacht voor een drama

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herleefde aandacht voor een drama

'Waanzee' in Katwijk

11 minuten leestijd

Drama
Het is niet voor het eerst dat er over geschreven wordt. In de vijftiger jaren reconstrueerde de gemeentesecretaris van Katwijk het drama, dat zich op een Katwijkse logger (de ZW 171) voltrok in 1915. Een van de opvarenden kreeg visioenen en was van overtuiging, dat met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog het laatste der dagen letterlijk was aangebroken. De logger met de complete bemanning zou echter rechtstreeks naar het Nieuwe Jeruzalem varen en zou daarvoor worden opgehaald door een wit schip. De logger werd op zee zilverschoon gemaakt, al wat aan de aarde herinnerde werd in zee geworpen. De bemanning was gebiologeerd, zeg gehypnotiseerd door de kennelijk met paranormale gaven bezetten bootsman, zodat van de boot niet meer overbleef dan een dobberschuit. Het werd echt dramatisch toen enkele leden van de bemanning gingen twijfelen aan de profetieën. Ze werden eigenhandig door hem vermoord en in zee gesmeten. Uiteindelijk werd de logger gepaaid door een Noors schip en werd de bemanning aan land gebracht. De aanstichter van het drama werd opgenomen in een psychiatrische inrichting, toen nog krankzinnigengesticht geheten. Twee artsen, J. F. Plet en J. W. Deknatel, hebben op verzoek van de rechtercommissaris de geestesgesteldheid van de bemanning onderzocht en in november 1915 een rapport opgesteld.


In 1944 heeft C. Varkevisser, voormalig hoofd van de visserijschool te Katwijk, de toen nog overlevenden geinterviewd en dat interview ook schriftelijk vastgelegd. De geïnterviewden werd toegezegd, dat, pas nadat de laatst overgeblevene was overleden, één en ander in de openbaarheid zou mogen worden gebracht. De zogeheten 'Gekkenlogger' is later op een mijn gelopen en vervolgens in de oorspronkelijke staat teruggebracht.
Ze staat tentoongesteld in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam. Floris Hin schreef er een boek over, getiteld 'Geschiedenis en restauratie van de haringlogger VL 92 Balder.'

Haasnoot
Er is voor dit Katwijkse drama opeens weer brede, nieuwe belangstelling. De in Amerika geboren en in Katwijk opgegroeide auteur Kees Haasnoot (1961), schreef er een roman over, getiteld 'Waanzee'. Dat boek kreeg, direct na verschijning, breed aandacht in de media, via kranten en radio.
Haasnoot schreef deze roman in de persoon van de Katwijkse gemeentesecretaris, die, in de woorden van de schrijver (in 1950), zegt:
'Zelf word ik al vierendertig jaar door deze geschiedenis geïntrigeerd. De in het dorp zo gevreesde hoofdfiguur heb ik in de zomer van 1916 in de tuin van het krankzinnigengesticht Wendehart nog een laatste keer gesproken en ik heb toen letterlijk aan den lijve ondervonden wat hij vermag, hoe hij op onverklaarbare wijze de orde der dingen verstoren kan. Toen burgemeester Bosveld mij het voorstel deed om uit hoofde van mijn functie als gemeentesecretaris van Zeewijk onderzoek te doen naar de Gekkenlogger-geschiedenis heb ik ook dadelijk ingestemd, om met deze ontwrichtende ervaring in het reine te komen'.
Haasnoot heeft, in het volstrekt herkenbare bevindelijke taaleigen van bepaalde kringen en gezelschappen, het drama weergegeven. De geschiedenis wordt aangeduid als 'het best bewaarde geheim van Katwijk', Katwijkse gezinnen hebben er jaren onder geleden. Kennelijk uit respect voor de nabestaanden heeft de schrijver daarom ook de namen gefingeerd. Katwijk heet, overigens zeer herkenbaar, Zeewijk. De hervormde dominee uit die tijd heet Waalkamp. De schrijver bedacht echter voor de bemanning wel ook voluit Katwijkse namen ( Willem Hoek, Leen Guyt, Hans Vooijs, Klaas van Beelen), terwijl ook verder in het hele boek Katwijkse namen voorkomen (Van der Plas, De Vreugd). Daarom is dit toch een kwestieus punt. Elke genoemde familie kan zo toch vandaag de vraag opgedrongen krijgen: zijn zij (wij) het?
Maar verder heeft de schrijver met correcte weergave van terminologie, bijbelwoorden en psalmverzen zijn boek geschreven Zij het, dat hij zich telkens bedient van de aanduiding 'de uitverkorenen', wanneer het gaat om vromen, godvrezenden of veranderde, bekeerde mensen; een aanduiding waarvan deze zich zelf en elkaar nooit zullen bedienen. Maar dit past dan kennelijk in zijn wijze van beschrijving, om daarmee de tweedeling tussen bekeerden en onbekeerden duidelijk te maken.


De hoofdpersoon in het drama heet Arend Falkenier. In zijn jeugd kon hij al allerlei bovennatuurlijke kunsten verrichten, 'waar de mensen versteld van stonden'. 'In de kroeg liet hij soms alledaagse voorwerpen als asbakken en bierglazen plotseling loodzwaar worden'. Als later dezelfde man in het krankzinnigengesticht ('Wendehart nabij Rijngeest') zit, steekt hij, tijdens de ontmoeting in het gesticht, waarvan hierboven de gemeentesecretaris gewaagt, in bijzijn van de burgemeester een spa in de grond. De burgemeester, gehypnotiseerd door de man, krijgt deze er niet meer uit.
Aangaande zijn bekering wordt vermeld, dat hij, in dronken toestand op het strand staande, een visioen kreeg over een overleden vriend. Toen hij 'de kracht uit zijn beschonken lijf' voelde trekken, viel hij ter aarde viel, leefde zijn verlorenheid in en zette sindsdien geen voet meer in de kroeg. Sindsdien bezocht hij de 'gezelschappen der vromen'. Meer en meer ging hij zich beroepen op wat de Geest hem had geopenbaard, met name vanuit het laatste bijbelboek Openbaring. Hij wist met zijn visioenen mensen te biologeren. Afgesloten van de wereld, gedurende de weken op zee, lukte het hem een hele bemanning onder zijn invloed te krijgen. En uiteindelijk voltrok zich het boven omschreven drama. Hij werd geheel godsdienstwaanzinnig en offerde er mensenlevens voor op.

Waarom aandacht?
Waarom aandacht gegeven aan dit boek? Het is volstrekt begrijpelijk, dat men in Katwijk deze gebeurtenissen maar liever wil vergeten. Intussen zijn ze vandaag weer volop in de aandacht. Het was één der zonen van het dorp, die het gebeuren nog eens reconstrueerde, nu in romanvorm. Daarom geef ik er hier aandacht aan. Wat namelijk te denken van een artikel in de NRC, waarin het gebeuren in verband wordt gebracht met 'de onderkast van de kerk', waarmee dan wordt bedoeld 'verzamelde groepjes bevindelijk gereformeerden', nader aangeduid als een 'oudtestamentische wereld waarin deze sektariers op hun inktzwarte kousen omgaan'? Wordt zo niet een smet gelegd op het godsdienstige leven van Katwijk? We weten van Katwijk beter. Zeker, het gaat hier om ongekende excessen, maar dan wel om excessen, veroorzaakt door een kennelijk geestesziek persoon.


Het ging in het Katwijkse drama om godsdienstwaanzin. Wanneer de geest van de mens met de mens aan de haal gaat, kan het gebeuren dat de waan toeslaat. Hier valt dan het woord waanzinnig. De geest van die mens wordt bezet door waanideeën en waandenkbeelden. Die hebben niet zelden of liever meestal te maken met de leefsfeer van de mens. Dat kan ook een geheel wereldse leefsfeer zijn, bijvoorbeeld uit de ervaringswereld van NRC-lezers. Mensen gaan zich keizer van Zuid-Holland wanen of de moeder van Prins Bernhard, om maar een paar voorbeelden te noemen. Het kan echter ook een godsdienstige leefsfeer zijn. In het laatste geval spreekt men dan over godsdienstwaanzin. Bizarre beelden en overtrokken ideeën gaan de geest van een mens bezetten. Het meest ingrijpend is het wanneer de persoon in kwestie zichzelf profeet, de profeet noemt, die zijn boodschappen, zoals in het onderhavige geval, rechtstreeks uit de hemel heeft ontvangen. Ze zijn er in alle tijden, ook in ons land, in alle kringen geweest. Zo ontstaan secten. Men leze Gods onkruid van Wim Zaal. Ze zijn er ook vandaag.

Persoonlijk heb ik de afgelopen decennia een hele verzameling brieven en andere documenten aangelegd van mensen, die met beroep op eigen ervaring als openbaringen van de Geest, hun inbeeldingen dwingend voorschreven voor anderen. Er zijn altijd weer mensen, die 'doorvloeien', en die inbeeldingen van hun geest verwarren met wat Gods Geest uitwerkt. In het uiterste geval raken mensen zó in de ban van hun eigen gedachten, dat van waan, godsdienstwaan moet worden gesproken.

Aleid Schilder
De schrijver heeft echter zelf bovendien ook méér gedaan dan een roman schrijven. Dagblad Trouw meldde, dat de schrijver afkomstig is uit de Gereformeerde Gemeenten en in dit boek ook deze afkomst van zich afschrijft en wegschrijft. Zo direct blijkt het uit het boek niet, maar de signalen zijn er wel. In zijn verantwoording vermeldt hij en prijst hij namelijk aan 'het zeer verhelderende Hulpeloos maar schuldig van Aleid Schilder, over ziekma­kende elementen uit de gereformeerde geloofsleer'. Een boek overigens met een heel andere kring als achtergrond dan de 'bevindelijke'. Dat geeft een indicatie van de positie van de schrijver.
Deze positie wordt op een bepaald moment ook duidelijk in het boek zelf. Soms laat de schrijver het verhaal voor wat het is en wordt hij zakelijk en echt antithetisch. Een mens, zegt hij, kan zijn hele leven in de kerk hebben gezeten 'en van zonde en schuld overtuigd zijn geraakt en toch door God verworpen worden. De waarachtige bekering, daar gaat het om. Die voert de mens over een lange, kommervolle weg en gaat met allerlei mystieke ervaringen gepaard. Het uitverkoren volk weet daar ook prachtige en soms huiveringwekkende verhalen over te vertellen. Hoe hun zonden tot een niet te torsen last werden, hoe ze zich afgesneden van Gods genade wisten… Maar dan kwam God tussenbeide…'.
Vervolgens trekt de schrijver de volgende conclusie:
'Mijn juk is zacht en Mijn last is licht', zegt Christus, maar wettische farizeeërs als Ledeboer, Boone, Hellenbroek en Kersten preken duidelijk een heel andere Zaligmaker. Zij volgen de jurist Calvijn en hebben een wal van loodzware dogmatiek opgeworpen tussen de mens en zijn Schepper. 'Wee u, gij geveinsden!', waarschuwt Christus hen, 'want gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen, overmits gij daar niet ingaat, noch degenen, die ingaan zouden, laat ingaan'.

Vertekening.
Dit is de meest sprekende plek in het boek, waar de schrijver tot een eigen oordeel komt. En dat oordeel is niet mals. Het is, blijkens de namen die hij noemt, inderdaad een afrekening met zijn verleden, al wordt verder nergens duidelijk waar hij nu wel is gelegerd.
Tegen de hier getekende caricatuur moet ernstig bezwaar worden aangetekend, evenals tegen het boek van Aleid Schilder in deze met betrekking tot de gereformeerde religie. We onderkennen zeer wel, dat soms mensen in grote geestelijke, ook psychische nood zijn gekomen door een scheef gegroeide leer, waardoor de liefde en de barmhartigheid van God jegens zondaren niet meer vermag door te drin­gen bij zoekende mensen.
Maar het is een door de schrijver zelve gemaakte caricatuur wanneer hij de ontsporingen, waarover hij in zijn roman schrijft, uiteindelijk terug brengt op 'de jurist Calvijn'. De gereformeerde leer maakt geen zorgeloze of goddeloze mensen (H.C., vr. en ant. w. 64). De gereformeerde leer, die gestempeld is door de rijkdom van genade voor goddelozen, kweekt zeker geen waanzinnige mensen. Wie weet heeft van genade, weet ook van bevrijding uit banden van zonden en dood.


De schrijver van deze spraakmakende roman heeft ongetwijfeld schrijversgaven. Het boek laat zich in één adem lezen. Maar het moet in hoge mate worden betreurd, dat hij, de wereld der bevindelijk gereformeerden van binnenuit kennende, het drama in Katwijk terugbrengt op de religie zelve.

Waarschuwing
Blijft staan de noodzaak om altijd weer de geesten te onderkennen of ze uit God zijn.
De Schrift spreekt al over mensen, die een gedaante van godzaligheid hebben maar die de kracht daarvan verloochend hebben. Ze sluipen binnen in de huizen en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden beladen zijn, 'vrouwkens die altijd leren en nimmermeer tot kennis van de waarheid kunnen komen' ( 2 Tim. 3 : 5-7). Heb er een afkeer van, vermaant Paulus.
Niet altijd is er sprake van godsdienstwaanzinnige excessen zoals in het geval van de Katwijkse 'Gekkenlogger', terwijl toch van geestelijk gevaarlijke invloeden sprake kan zijn. Altijd weer blijken mensen in de ban te kunnen geraken van profeten, die zich op innerlijk licht beroepen en daarmee uiteindelijk een sectarische groep om zich heen vormen. Het Woord alleen is gezaghebbend en niet wat mensen aan bizondere inzichten en openbaringen voortbrengen.


In Katwijk is de prediking van zonde en genade, waartegen Haasnoot opkomt, nochtans Gode zij dank doorgegaan. We achten de gereformeerde religie, die daarvoor de basis is, Aleid Schilder en Kees Haasnoot ten spijt, nog steeds van de allergrootste waarde, omdat ze gezondmakend, helend en vrijmakend is. In Katwijk weet men daarover mee te praten. Gelukkig een gemeente die er van leven mag.

v. d. G.

N.a.v. Kees Haasnoot, Waanzee, Uitgave De Geus, Breda, 188 pag., ƒ 34,90.

P. S. Wanneer de afbeelding op het front van het boek een persoon moet uitbeelden uit de kring, die Haasnoot beschrijft, moet dat een misser heten. De zwarte kleding en de zwarte (breed gerande) hoed ten spijt, heeft de persoon meer weg van een moderne, jonge joodse Amerikaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 1999

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Herleefde aandacht voor een drama

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 1999

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's