Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terug naar Bethel (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terug naar Bethel (2)

7 minuten leestijd

'Daarna zeide God tot Jakob: Maak u op, trek op naar Beth-El en woon aldaar.'Gen. 35 : la

De vorige week eindigden we met: 'Daarna zei God tot Jakob…'.
Want wat zegt de Heere?
De Heere zegt: Maak u op en trek op naar Beth-El en woon aldaar en bouw daar een altaar voor die God die u verscheen toen gij vluchtte voor het aangezicht van uw broer Ezau.
Wat een wonder. De Heere is Dezelfde gebleven bij al de verachtering van Jakob.
De Heere herinnert Jakob aan Bethel.
Maak u op, trek op naar Bethel.
Jakob weg uit Sichem! Breek met de heidense omgeving, ja, met de afgoden en de zonde.
Bekeer je tot Mij, de God van je vaderen. Ga daarheen waar Ik Mezelf aan jou bekendgemaakt heb als de belovende God. Als de Getrouwe. Zoek daar Mijn aangezicht.
Jakob wordt teruggeroepen naar de plaats waar de Heere Zijn beloften heeft gegeven. Opgeroepen wordt hij om naar de God van de beloften terug te keren.
Wat schittert hier opnieuw Gods trouw tegenover Jakobs ontrouw. Niet Jacob vroeg naar de Heere, nee de Heere zoekt hem in Zijn verkiezende liefde op en herinnert hem aan Zijn eigen Woorden. Heeft u dat ook verwonderd in uw leven? Telkens weer wanneer de HEERE tot ons komt met Zijn Woord en gaat spreken, ons terugleidt naar momenten in ons leven waarin Hij grote dingen heeft gedaan?
Wij moeten telkens weer belijden:
Gelijk een schaap heb ik gedwaald in het rond
Dat onbedacht zijn herder heeft verloren.
Ai, zoek uw knecht, schoon hij Uw wetten schond…
En nu doet de HEERE dat ook nog.
De genadige God roept Jakob terug.
Allereerst tot Zijn beloften. Jakob moet opnieuw leren leven van Gods beloften en het niet verwachten van eigen kracht en eigen inzichten. Niet van eigen prestaties, niet van wat hij met de ogen ziet of van binnen voelt… maar leven van wat de Heere belooft… Van Gods Woord alleen leven.
Wat een genade en trouw van de Heere dat Hij hem dat leert.
Dat de Heere keer op keer wil terugleiden naar Zijn Woord, naar Zijn beloften, die in Christus vast en zeker zijn. En dat we zullen breken met de wereld, ja met alles wat scheiding maakt tussen God en onze ziel. Want wat kunnen we gemakkelijk worden meegenomen in ons leven en in ons gezinsleven met de gewoonten en manieren van de wereld. Waar de Heere geen behagen in heeft.
Zo klinkt het ook tot ons. Maak u op, trek op naar Bethel.
De Heere brengt ons terug naar de plaatsen waar Hij met Zijn Woord van belofte kwam en waar wij Hem beloofden.
Herinner u Mijn verbondssluiting. Ik wil u tot een God zijn. Ik vraag om uw hart. U wordt geroepen om Mij lief te hebben, aan te hangen en te betrouwen met uw gehele leven.
De Heere herinnert ons aan die tijd dat Hij met Zijn Woord ondersteunde op het ziekbed.
Weet u het nog dat Ik met Mijn Woord u te sterk ben geworden? En u Mijn heil in Christus heb laten zien? Dat Ik in Hem een nieuw begin maakte? De God van Bethel roept u terug naar Zijn Woord, naar wat Hij heeft gesproken. Naar Zijn beloften. Naar deze belofte: dat u alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus, de zonden vergeven zijn.
De Heere werkt door met Zijn Woord tot boete en berouw, tot vernieuwing van geloof en leven. Jakob was zijn beloften aan de Heere vergeten en dacht aan zichzelf, aan zijn bezittingen, aan zijn gezin.
Nu moet de Heere hem terugroepen en hem herinneren aan de beloften die Jakob heeft gedaan. Jakob wat is er van terecht gekomen?
En wij? Moeten we niet beschaamd ons hoofd buigen?
Ik ontrouw. Ik vol ongeloof, vol zonde.
Maar de HEERE getrouw. Wat een wonder dat Hij nog met mij te maken wil hebben en Zijn beloften in stand houdt.
Het woord mist zijn uitwerking niet.
Jakob, voor het Woord gebogen, kan niet blijven in Sichem.
Hij gaat terug naar Bethel.
Voordat hij teruggaat moet er grote schoonmaak worden gehouden. Afgoden moeten worden verwijderd.
Alles waar u buiten God uw vertrouwen op stelt en alles wat u af houdt van God, breek er mee! Jakob doet het. Hij begraaft de afgoden. Hij stopt ze diep onder de grond en dan vertrekt hij naar Beth-El. De wil van de Heere is Jakob nu het meeste waard.
Wat een voorbeeldige doortastendheid ineens. Daar kunnen we nu wat van leren. Wat moet er bij ons de deur uit? Heel wat moet er dan worden opgeruimd uit ons leven. Weg met dat halfslachtige gedoe van God wat en de wereld wat.
Het is tijd om te breken met al het verkeerde in uw leven. Zo kunt u toch niet voor God bestaan met al die afgoden? U sukkelt nog steeds voort in dat oude leven, u vindt het best zo en u zou uw afgoden voor geen goud willen missen. Moeten we er dan (en wie weet hoe vlug al) mee verloren gaan?
Wat een genade als de afgoden de grond in gaan. Hoe groot is het welbehagen des Heeren. Hoe zijn hier de bevelen van de Heere tot het leven.
Jakob werd nog meer gevraagd. Reinigt u en verandert uw kleren.
Het gaat erom dat de innerlijke vernieuwing uiterlijk zichtbaar wordt.
Daarbij gaat het niet om van de mensen gezien te worden, maar gaat het om de eer van de Heere. Als uw wandel met de Heere is, als u gemeenschap zoekt met de God van Bethel, dan moet u gereinigd worden. Dagelijks.
De Heere kan geen gemeenschap met ons hebben terwijl wij in de zonde leven. Zonde moet worden weggedaan. Andere kleren aandoen is een uiterlijk teken van die verandering. Van dat nieuwe begin.
Er is geen inhoud zonder vorm. Onbelangrijk zijn dan de kleren niet. Ze zeggen iets van de eerbied die we van de Heere hebben. Het geeft iets aan van ons hart.
Ons hart moet gereinigd worden. We moeten vernieuwd worden. De Heere gaf daarvoor Zijn Zoon.
Wanneer Hij met Zijn reinigende bloed ons hart wast van alle zonden, dan is alles nieuw geworden. Dan mag die genade van God in het leven ook gezien worden.
Dit tekstwoord spoort ons aan om het leven buiten onszelf te zoeken in de Heere Jezus Christus. Alleen in en door Hem wordt het oude leven begraven en sta ik op tot een nieuw leven. Uit kracht van Gods genade.
God komt nog met Zijn Woord tot ons, met de prediking van Zijn onveranderlijke beloften. Alle afgoden bedriegen, maar het Woord van God bedriegt nooit. Het maakt me bekend wie ik ben, maar het laat ook zien wie de Heere in Christus is. Alleen door Zijn Woord is er leven en behoud tot in eeuwigheid.
Waar dit Woord ons leven beheerst daar verdwijnen de afgoden. Daar worden ze begraven. Jakob gaat met zijn oude leven naar Beth-El. Maar de belovende God staat er voor in, dat er geen zonde zal overblijven in Zijn Israël. In de beloofde Christus ligt hel vast. Onderweg wordt Gods kerk geoefend om aan de zonde af te sterven. Eenmaal zal het oude bestaan van diegene die in Christus verlossing vond achterblijven om eeuwig te zingen voor Gods troon van Zijn trouw.
Geen groter feest dan dat dit bestaan voorgoed 'onder de grond' komt om alleen deze God, Die in Christus naar mij zondaar omzag, over te houden.

J. Muller, Wapenveld

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Terug naar Bethel (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's