Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat doet een mens met zijn schuld?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat doet een mens met zijn schuld?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen de grote Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe in 1786 vanuit Karslbad per postillon een reis naar en door Italië maakte, observeerde hij nauwkeurig de mensen, die hij tegenkwam. Tijdens de reis ontmoette hij een Italiaanse man met wie hij in gesprek raakte over de biecht in de Rooms Katholieke Kerk. Deze maakte misprijzende opmerkingen aan het adres van zijn eigen priesters en putte zich uit in loftuitingen aan het adres van protestanten vanwege hun 'gelukzalige vrijheid'. Maar, vroeg hij aan Goethe, hoe is het dan bij protestanten met de biecht gesteld? Want, zei hij, 'ons wordt verteld, dat alle mensen, ook niet-chiristenen, toch moeten biechten; maar omdat zij in hun verstoktheid de juiste snaar niet weten te beroeren, biechten zij tegen een oude boom'. Dat was natuurlijk 'bespottelijk en goddeloos' maar het bewijst wel, zei hij, dat ze de noodzakelijkheid van de biecht erkennen. Toen Goethe hem had duidelijk gemaakt hoe protestanten tegen de biecht aankeken en hoe het bij hen toeging inzake schuld, leek dat zijn gesprekspartner wel erg gemakkelijk. Het kwam hem voor dat dit min of meer hetzelfde was als tegen een boom biechten.

Le Figaro
Toen we vorige week enkele dagen in Aix en Provence verbleven, troffen we een pagina-groot artikel in het toonaangevende Franse dagblad Le Figaro onder de titel 'De katholieken mijden de biecht'. Nog slechts tien procent van de praktiserende rooms-katholieken vraagt de absolutie (kwijtschelding van zonden), tegen 29 procent vijfentwintig jaar geleden.
Hebben mensen dan geen behoefte meer aan een luisterend oor om hun schuld op te biechten?
Het artikel begint ermee, dat men vandaag in televisiestudio's opbiecht of in nachtelijke radiouitzendingen of in de rubriek 'hart' van tijdschriften of in de kamer van de dokter of op de divan bij de psychiater. De divan van de psychiater en de biechtstoel hebben namelijk één ding gemeen: het biechtgeheim.
De conclusie van het artikel is: 'Nooit is er zoveel gebiecht, behalve in de kerken'. Toch zijn er ook tekenen van herstel van de biecht, maar dan vooral in charismatische gemeenschappen, met oplegging der handen, in grote meetings en op pelgrimsplaatsen.


In het artikel wordt ook kort aangeduid hoe in de verschillende religies met schuld en schuldbelijdenis wordt omgegaan.
Bij de (Oosters) Orthodoxen, evenals bij de Rooms Katholieken, is de priester bevoegd de zonden sacramenteel kwijt te schelden op grond van de macht, die Christus daartoe aan Zijn apostelen heeft verleend.
Protestanten – zo wordt gezegd – kennen slechts wederzijdse vergeving tussen personen. De schuldvergeving als zodanig is voorbehouden aan de Almachtige Vader.
Anglicanen kennen ook de oorbiecht, maar niet als sacrament.
Joden zeggen, dat alleen God de zonden kan vergeven. Boetedoening (tesjoeva) houdt in het bekennen van misstappen, het betreuren ervan, het vragen aan God om vergeving en het besluit om dezelfde overtredingen niet nog eens te begaan. De Grote Verzoendag is het jaarlijks terugkerende feest van vergeving en verzoening.
Bij de moslims spoort de imam aan 'een rechte weg' te gaan maar hij vergeeft de zonden niet.
De Boeddhist kijkt in een spiegel en kan dan niet om de waarheid heen: hij neemt illusies waar maar kan zich daarmee niet identificeren.

Compenseren
Eén categorie ontbreekt in deze reeks: de niet-religieuze mens, de humanist en de vrijdenker. 'Wat doe je met je schuld?' vroeg in een publiek debat een christen aan een humanist. 'Compenseren' was het antwoord. Tegenover elke verkeerde daad een goede daad stellen om de balans weer in evenwicht te brengen. 'Dan slaat bij mij de balans altijd naar de verkeerde kant door', antwoordde de christen.


Schuldvergeving bij protestanten is in Le Figaro intussen juist getypeerd. Alleen God vergeeft de schuld. Mensen moeten wel elkáár schuld vergeven. Het Onze Vader noemt die twee kanten ook in één adem: vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. De Heidelbergse Catechismus zegt dan ook, nadat gesproken is over het niet-toerekenen van onze misdaden om het bloed van Christus wil: 'gelijk wij ook dit getuigenis uwer genade in ons bevinden, dat ons ganse voornemen is, onze naaste van harte te vergeven.' (antw. 126)
Hoewel het protestantisme de biecht niet kent, zeker niet als sacrament, is er nochtans wel de sleutelmacht, onder de verkondiging van het Evangelie. Op grond van Mattheüs 16 : 19 belijdt de Heidelberger, dat aan de gelovigen, 'allen en een iegelijk', wordt betuigd dat hun zonden om de verdienste van Christus wil vergeven zijn, zo dikwijls als ze de belofte van het Evangelie met een waar geloof aannemen. Op grond van dezelfde sleutelmacht wordt hen, die zich niet bekeren, verkondigd, dat de toorn van God op hen blijft (vr. en antw. 85).

Direct
De belijdenis is in deze duidelijk en heel direct. Het is echter de vraag of de kracht van deze belijdenis ook zo wordt beleefd in de gemeente. Het is de vraag of in de reguliere verkondiging, dus niet alleen in de preek over de zondagen 31 en 48, de dingen zo direct worden (uit)gezegd als de opstellers van de Heidelberger het hebben gedaan. In de verkondiging hebben de dienaren van het Woord de volmacht om de vergeving der zonden, bij boete, inkeer en berouw van Godswege af te kondigen. En dan is vergeven ook echt vergeven. God komt daarop niet meer terug. Hij werpt de zonden, op grond van Christus' verdienste, achter Zijn rug in een zee van eeuwige vergetelheid. En wanneer God zo radicaal vergeeft en vergeet, moeten de Zijnen ook elkaar vergeven.


Als zodanig is de prediking van het Woord de beste biechtplaats, waar ook echt absolutie, kwijtschelding wordt afgekondigd. De vraag is echter of dit altijd zo wordt beleefd. Er zijn kerkdiensten, waar schuldbelijdenis een vaste plaats heeft in de liturgie, direct gevolgd door genadeverkondiging. Daartegen kan terecht bezwaar worden aangetekend. Is dat niet te automatisch, moet de Heilige Geest niet tussenbeide komen? Nochtans heeft in de gereformeerde liturgie toch ook altijd de lezing van de wet een plaats! Daarbij kan het niet zo zijn, dat puur de wet gelezen wordt.
Daarom wordt de wetslezing vaak aangekondigd als 'gebod en belofte'. De vraag is, of juist in het licht van wat de Heidelberger op grond van de Schrift belijdt ten aanzien van de sleutelmacht en de vergeving der zonden, de wetslezing geen vervolg moet hebben in het verkondigen van de genade van de schuldvergeving. Zoals na het zondenregister in het avondmaalsformulier ook de troost van de genade volgt.

Elders
Het moet niet uitgesloten worden geacht, dat óók binnen het gereformeerd protestantisme mensen de kamer van de dokter of de divan van de psychiater of de therapeutische praatgroep van meer waarde achten voor het klaarkomen met hun schuld(gevoelens) dan de verkondiging van het Woord. Hoeveel tranen worden vandaag niet publiekelijk in praatprogramma's geplengd?
Er is geen mens, die geen schuldgevoelens kent. Maar dan vooral over concrete daden, niet altijd met betrekking tot het 'geneigd zijn tot alle kwaad'. Er zijn vandaag allerlei wegen, die worden aangewezen om met schuldgevoelens klaar te komen. Vinden mensen in de gemeente altijd een weg? Het is natuurlijk een caricatuur wanneer de gesprekspartner van Goethe zegt, dat protestanten biechten tegen een oude boom, die dus niets terugzegt. Maar het kan nochtans zijn dat mensen zich tegen een muur geplaatst voelen, waar hun schuldbelijdenis niet doorheen komt, omdat er geen horend oor aan de andere kant lijkt te zijn, laat staan een verlossend antwoord. Wel prediking van schuld, geen concrete verkondiging van genade.
Ongetwijfeld zal ook in het gereformeerde pastoraat de biecht, het opbiechten van zonden, een plaats hebben. Dan mag toch ook met ambtelijke volmacht, dat is wat anders dan op sacramentele wijze, vergeving worden uitgezegd?

Concreet
Laat ik hier ook verder concreet worden. Er zijn verborgen zonden, die een mens in het verborgene belijdt of soms ook vertrouwelijk aan iemand opbiecht. De publieke zonden in de gemeente zorgen echter niet zelden voor opspraak. Die gaan van mond tot mond. De vraag is of er dan ook in de gemeente het oprechte verlangen is naar schuldbelijdenis en schuldvergeving.
We hebben de roeping in de gemeente ook elkaar te vergeven. Dat is op zich geen sinecure. Want wie moet beginnen met schuld belijden, wanneer één van de twee zich niet echt schuldig voelt? De uitspraak 'ik ben bereid jou te vergeven' kan namelijk indirect opnieuw als een beschuldiging worden opgevat. Het gaat erom, zegt de Heidelberger, dat gelovigen bereid moeten zijn elkaar te vergeven. De praktijk is vaak anders. Soms worden mensen een levenlang afgerekend op een misstap, die ze hebben begaan. Soms worden de zonden van de vaderen nog aangerekend. Dat geldt zeker wanneer het voorgangers of ambtsdragers betreft.
Hebben echter alleen voorgangers volmacht om dan de sleutelmacht te bedienen? Of hebben ook ambtsdragers, bij gebleken schuldbelijdenis, de bevoegdheid om uit te spreken, dat zonden vergeven zijn, om dit vervolgens ook aan de gemeente bekend te maken? En dan behoort vergeven ook vergeten te zijn.


Op de divan bij de psychiater kan een mens misschien best even zijn schuldgevoelens kwijt. Maar hij zal er zijn schuld niet kwijt raken. Daarvoor is een betere plek te vinden. Mij dunkt, dat in deze tijd, waarin mensen allerlei platforms of plekken zoeken, waar ze hun schuldgevoelens kunnen uiten, in de gemeente de bezinning op gang moet komen of de gemeente zelf echt een plek is voor boetedoening en het ontvangen van vergeving.
Het is Gods vak om te vergeven, zei de filosoof Nietzsche. Zo mag dat niet worden gezegd. Maar het is niet Zijn verlangen, omwille van het bloed van de Middelaar? En dan niet alleen schuld in het algemeen, maar ook concrete schuld vanwege concrete zonden.


De divan kan toch mag geen alternatief zijn voor de kerkbank?!

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Wat doet een mens met zijn schuld?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's