Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Brug tussen synagoge en kerk'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Brug tussen synagoge en kerk'

De Septuagint

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. W. Aalders heeft in zijn jeugd in Amsterdam gewoond, aan de Stadhouderskade, waar in de Tweede Wereldoorlog mensen werden gefusilleerd. Daar werd ook de hervormde dominee J. Koopmans getroffen door een kogel in het hoofd. Dr. Aalders vertelde er zaterdag 30 oktober ll. van in de hervormde Westerkerk te Amsterdam, waar hij zijn 'jongske', een boek over de Septuagint, bij Gods altaren neerlegde. In de Westerkerk ligt Rembrandt begraven. Die schilderde vele portretten van Amsterdamse joden. Want in Amsterdam woonden de jaren door joden door de hele stad heen, ze waren er 'het zout in de pap'.
In Aalders' jonge waren woonde in de Nicolaasstraat de orthodox joodse Leo Seeligmann. Zijn vader had een uitzonderlijke bibliotheek met joodse literatuur. Hij ging klassieke talen studeren en orientalistiek. In de Tweede Wereldoorlog werd hij met zijn moeder, zijn vrouw en twee dochters gedeporteerd naar het kamp Theresienstadt, 'het demonische kamp met de schone schijn'. Daar was hij in de gelegenheid een 'visionair' boek te schrijven over de Septuagint, de Griekse vertaling van het Oude Testament, die in de tweede eeuw voor Christus in Alexandrië (Egypte) tot stand kwam, waarbij hij zich vooral richtte op de profeet Jesaja. Toen hij na de oorlog in Amsterdam terugkeerde, werd hij door het gemeentebestuur opgeborgen in de Joodse Invalide. Hij was in Nederland niet meer thuis. 'Wie in het infemum heeft geleefd past niet meer wáár ook maar' (Henriëtte Boas). De theoloog F. M. Th. Böhl, kleinzoon van dr. H. F. Kohlbrugge, heeft hem toen geholpen om in Leiden te kunnen promoveren op zijn studie uit Theresienstadt. Het Leidse exemplaar van het proefschrift van dr. I. L. Seeligmann (1907-1982), getiteld 'De weergave van Jesaja in de Septuagint', is sindsdien door vele handen gegaan. Het exemplaar werd tijdens de bijeenkomst in de Westerkerk getoond.
Voor dr. Aalders is Seeligmann de inspirator geweest om de reeks boeken, die hij in zijn werkzame leven als theoloog schreef, (op 90-jarige leeftijd!) af te ronden met een boek getiteld 'De Septuagint – Brug tussen synagoge en kerk'. In aanwezigheid van velen werd het afgelopen zaterdag ten doop gehouden.

Septuagint
De Septuagint, ofwel de vertaling der zeventig, is de Griekse vertaling van het Hebreeuwse Oude Testament (Tenach), die omstreeks 100 voor Christus tot stand kwam in Alexandrië in Egypte. Alexander de Grote beheerste toen het wereldrijk van het Midden-Oosten. De voertaal in zijn rijk was (Hellenistisch) Grieks. De Septuagint was ontstaan uit de behoefte van de omvangrijke en aanzienlijke joodse gemeente in de verstrooiing aldaar en heeft vandaaruit een weg gevonden naar alle oorden waar joden in de verstrooiing leefden. maar 'stellig ook naar Judea en Galilea'. Bijgaand staat afgedrukt wat dr. Aalders in zijn boek zegt over een Brief van Aristeas, die 'ondanks legendarische trekken' van grote betekenis is om geïnformeerd te worden over de wijze van het ontstaan van de Septuagint.


Feit is, dat de Septuagint is ontstaan uit de voorlezing van de vijf boeken van Mozes in de synagogale eredienst in Alexandrië. Toen de kennis van het Hebreeuws niet meer voldoende was, werd het gewoonte de lezing te laten volgen door een omschrijving in het Grieks. Daaruit is uiteindelijk de Septuagint gegroeid, eerst een vertaling van de vijf boeken van Mozes, daarna ook van de profeten en de geschriften, met uitweidingen en toelichtingen zoals die in de eredienst waren gegroeid. Deze Septuagint is ouder dan enige 'ons bekende' Hebreeuwse tekst van het Oude Testament.
Dr. Aalders typeert deze vertaling als 'de eerste officiële verzameling van joodse heilige boeken, de eerste joodse canon'. Een andere canon, een Hebreeuwse, bestond nog niet. Die kwam pas in het jaar 90 na Christus op de joodse synode te Jamnia. Aalders zegt: 'Terecht draagt de de Septuagint, ontstaan in de tweede eeuw voor Christus, daarom de naam van de eerste joodse Bijbel'. De kortste weg naar de Hebreeuwse grondtekst, zegt hij, loopt dus door Alexandrië als tussenstation. En zo heeft ook de apostolische kerk aanvankelijk het Oude Testament in de Griekse Septuagintvertaling aanvaard als de meest authentieke tekst.
Uitvoerig gaat Aalders dan in zijn boek in op de betekenis van de joodse theoloog Philo in Alexandrië, die hij 'een kroongetuige van de Septuagint-vertaling' noemt, omdat diens omvangrijke theologische werk geheel is gebouwd op en gewijd aan deze vertaling.


Dan schrijft Aalders vervolgens een cruciale zin neer: 'Evenals de joodse theoloog Philo, evenals de apostelen en apostolische vaders, evenals Augustinus kenden zij (de eerste christenen) aan die vertaling eenzelfde inspiratie (cursief van mij, v.d.G.) toe als aan de profeten en Mozes in Israël… Deze beslissing van de Oude Kerk hield in dat het Oude Testament niet alleen in de tekst, maar ook in omvang geheel werd overgenomen van de Septuagint'. Dat hield ook in dat die tekst twaalf geschriften meer bevat dan de Hebreeuwse canon uit de eerste eeuw na Christus, omdat ze ook de apocriefe boeken bevat: Esther, Tobias, Judith, Suzanna, Baruch, Brief van Jeremia, Psalmen van Salomo en I-IV Makkabeeën. Dat zijn alle in het Grieks geschreven geschriften, die hun wortel hebben 'in de gewichtige periode van het Hellenisme', de periode tussen Maleachi tot Het Nieuwe Testament, die, zegt Aalders met H. Bavinck, niet verwaarloosd mag worden. Bavinck schreef: '(…) Maleachi is niet het einde van Israël en van de oudtestamentische openbaring. Er komt dan de belangrijke periode van Alexander tot keizer Augustus. Wij noemen die de tijd van het Hellenisme…'.


Aalders noemt de Septuagint-vertalers 'geïnspireerde en gedreven mannen'. En de Griekse vertaling heeft, zegt hij, met het theologisch werk van de genoemde joodse theoloog Philo eenzelfde geestelijke eenheid 'als de apostel Paulus en het theologisch oeuvre van Luther'. Hij noemt haar 'een zeer belangrijke aanvulling op het Hebreeuwse Oude Testament'.

Over dit inspiratiekarakter van de Septuagint-vertaling stelde prof. dr. A. de Reuver – één van de vier inleiders in de Westerkerk – als enige de vraag of Aalders zo deze vertaling toch niet superieur acht aan de Hebreeuwse (grondtaal)Bijbel.

Gemeenschappelijk
Over het geïnspireerde karakter van de Septuagint-vertaling matig ik me geen oordeel aan, zo min als op de betekenis van de theologie van de joodse theoloog Philo. Ik laat dat over aan de vaktheologen. Gezien echter het feit, dat de Septuagint in de eeuwen voor Christus onder de joden in de verstrooiing is ontstaan, en de canon van de Bijbel (Oude en Nieuwe Testament) pas na Christus te Carthago is vastgesteld, is duidelijk dat de Septuagint wat betreft het Oude Testament een tijdlang voor joden in de verstrooiing en christenen de gemeenschappelijk Bijbel is geweest. Deze Griekse vertaling sloot ook aan op het latere Nieuwe Testament, dat immers ook in het Grieks werd geschreven. Pas toen het Nieuwe Testament ontstond, nam men (daarom) onder de joden afstand van de Septuagint. Ze werd zelfs 'bedrog' genoemd.


Dit alles heeft betekenis in de ontmoeting van de kerk en de synagoge. In dit verband moet nog aandacht worden gegeven aan de ondertitel van het boek: 'Brug tussen synagoge en kerk'. Aalders stelde bij de presentatie, en maakt dat ook duidelijk in zijn boek, dat geen volk zo historisch is als het joodse. Het is geworteld in het verleden en in het heden en reikt naar de toekomst. De trouw van God aan Israël heeft in de geschiedenis gestalte gekregen maar gaat ook mee naar de toekomst. Uitvoerig gaat het in dit boek dan ook over de joodse apocalyptiek (het openbaar maken van verborgen dingen, o.a. over de toekomst) in de tijd van het ontstaan van de Septuagint. Aalders zegt: 'En de Septuagint kende de apocalyptiek: Job, Ezechiël, Daniël en Prediker.' Daarom treden ook bij de joodse theoloog Philo inzichten naar voren, ontleend zijn aan de Septuagint. 'De Bijbel kreeg daardoor een grotere volheid dan Israël al bezat in de Wet en de Profeten.' Die apocalyptiek was naar het oordeel van de auteur een nieuw element in de joodse beleving.

Millennium
Daarom heeft, zegt Aalders, de Septuagint ook nu, bij de ingang van een nieuw millennium, betekenis voor (hernieuwd) gesprek tussen joden en christenen. Hij merkt op dat bij Philo, als het gaat om een 'messiaanse wending in de geschiedenis', van een scenario sprake is, 'dat merkwaardigerwijs lijkt op de komst van de Dag des Heeren zoals die door Johannes de Doper aangekondigd werd (Matth. 3 : 7-12). 'Zelfs de profetische waarschuwing dat het niet alleen een dag van heil zal zijn, maar ook van oordeel voor hen die geen ernst hebben gemaakt met de nabijheid van die grote en doorluchtige Dag, ontbreekt bij Philo niet. En net als bij Johannes is ook bij Philo de messiaanse doorbraak verbonden met Israels bekering.'


Ik sluit dan ook de aankondiging van het boek van dr. Aalders – meer kan deze bijdrage niet zijn – af met wat hij over de apocalyps zegt. Nog altijd is de Dag der dagen uitgesteld. Maar de geschiedenis is haar laatste tijdperk ingegaan. We leven anno Domini. De slotpassage van dit boek luidt:
'…Tot de eerste komst van Christus ging de geschiedenis recht op haar doel af, steeds nader met ieder voorval; maar nu anno Domini en onder het beslag van het Evangelie is de gang der geschiedenis van richting veranderd. De geschiedenis stokt als het ware. Ze gaat niet meer rechtstreeks naar de grote Dag van de Voleinding toe, maar scheert voortdurend erlangs heen, te allen tijd op dezelfde afstand, zodat, indien zij recht op het doel afging, de slotfase in een oogwenk zou zijn bereikt. De tegenwoordige wereld, de 'bestaande verdrukking' zegt Paulus (1 Kor. 7 : 26), is anno Domini altijd even dicht bij de nieuwe hemel en aarde, waarin zij zal overgaan. Dat is ons meegegeven als laatste woord van Kyrios Jezus: 'En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld' (Matth. 28 : 20).
Daarmee is het heden der geschiedenis voor ons geworden tot mogelijkheid om steeds heel dicht bij Christus te leven: door ons blijvend te vermeien in de herinnering aan zijn eerste komst en tevens door het reikhalzend uitzien naar zijn Wederkomst.
'Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom Kyrios Jezus!' Het christelijk geloof is anno Domini apocalyptisch van karakter geworden.'

Men lezen zelf dit geladen boek, al moet men er wel de vreemde talen voor beheersen. Het laatste woord zal er door (vak)theologen niet over zijn gezegd. Stof tot nadenken echter genoeg, temeer daar het de verhouding van kerk en synagoge wezenlijk raakt.

V. d. G.

N.a.v.: dr. W. Aalders, De Septuagint – Brug tussen synagoge en kerk, Uitgave Groen, Heerenveen, 141 pag, ƒ 34,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Brug tussen synagoge en kerk'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's