Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eer aan de Koning der eeuwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eer aan de Koning der eeuwen

Het laatste kerstfeest van het 2e millennium

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer men geen woorden meer heeft om uitdrukking te geven aan verwondering en dankbaarheid, moet men overgaan op de lofzegging aan God. 'Want wat groter afgrond is de heerlijkheid Gods?', zegt Calvijn. Zo deed Paulus het in zijn eerste brief aan Timotheüs (hoofdstuk 1 : 12-17). Paulus dankt Christus Jezus, die Hem getrouw geacht heeft om in de bediening van het Evangelie te staan.
Dat is hem tot grote verwondering geweest. Hij brengt in herinnering, dat hij een godslasteraar is geweest en een vervolger en verdrukker van Christus' (eerste) gemeente, hoewel in 'onwetendheid' en in 'ongeloof; maar ook dat hij barmhartigheid heeft verkregen en dat de genade van zijn Heere zeer overvloedig is geweest, 'met geloof en liefde, die er is in Christus Jezus'.
Dan breekt hij uit in de belijdenis van het kerstwonder: 'Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om zondaren zalig te maken'.
In één adem voegt hij toe, dat hij de voornaamste van de zondaren is en dat Christus hem daarom barmhartigheid heeft gegeven, opdat hij een voorbeeld zou zijn voor allen, die in Hem zouden geloven ten eeuwigen leven.
Wie met geloof tot Christus komt wordt vergeving geschonken, zegt Calvijn bij dit Schriftwoord. 'Hardnekkig ongeloof is 'de vijand van de Evangelische leer', zegt hij. Paulus wist ervan, vanuit de tijd dat hij zonder hoop en zonder God leefde.


En dan breekt Paulus uit in de lofprijzing: 'De Koning nu der eeuwen, de onverderfelijke, de onzienlijke, de alleen wijze God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid'.
Zo'n lofprijzing is vergelijkbaar met Rom. 11 : 33. Wanneer Paulus zijn verwachting aangaande zijn eigen volk Israel heeft beleden, op grond van Gods trouw, breekt hij ook uit in een jubel: 'O, diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen?'
Eer en heerlijkheid voor de Koning der eeuwen!

Koning der ere
Wie is die Koning der eeuwen? Het is toch God, de alleenwijze God? Paulus spreekt in dit gedeelte bij herhaling echter over Christus, om dan te eindigen in de lof op God. Maar dan gaat het toch óók over Christus: waarachtig God en waarachtig mens! Hoe vaak wordt Hij in de Schrift niet Koning genoemd! 'Ziet een Koning zal regeren in gerechtigheid…', zegt Jesaja (32 : 1). 'Het Rijk van Christus' staat boven dit woord geschreven.


Kohlbrugge zegt van deze Koning der eeuwen: 'Ja! Hij is het, die het gehele oude verbond met Zijn wetten en inzettingen te niet heeft gedaan en alles onder de zonde heeft besloten, opdat arme zondaren door Hem behouden zouden worden. Hem zij daarvoor lof en prijs nu en in alle eeuwigheid.'
In dit verband spreekt Kohlbrugge ook telkens over de Koning der ere, met een verwijzing naar psalm 24.
Heft uw hoofden op, gij poorten! en verheft u, gij, eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga. Wie is die Koning der ere? De Heere, sterk en geweldig. De Heere, geweldig in de strijd'. En dat is toch Christus! Bij deze psalm zegt Calvijn:

'En toen de Zoon van God, ons vlees aangenomen hebbende, verscheen als de Koning der ere (curs. van hem, v. d. G) en de Heere der heirscharen, is Hij Zijn tempel niet binnen gegaan in schaduwen en figuren maar in werkelijkheid; opdat Hij onder ons zou wonen. Daarom bestaat er geen enkele reden dat wij Hem (curs. van mij, v.d.G) niet zouden verheerlijken, omdat Hij ons door Zijn kracht onoverwinnelijk doet zijn.'

Een messiaanse psalm! De Koning der ere is de Zoon van God. Jezus, de Messias, in de psalmen!

Lof
Als we geen woorden meer hebben voor dank en verwondering klimmen we op tot de lofzegging. God mag in het leven van een mens – zoals bij Paulus – grote daden hebben gedaan, de verwondering richt zich op Hem, die in de wereld is gekomen om zondaren zalig te maken. De verwondering verheft zich vervolgens tot lofzegging:

Lof zij de Heer, de almachtige der ere,
dat aard en hemel de lof Zijner glorie vermere,
meng in 't geklank,
ziel uw aanbiddende dank,
loof al wat adem de Heere Koning

Het Kind, dat in de wereld kwam, is Koning der eeuwen en Koning der ere. Zo vieren we kerst. De engelen gingen voorop in de lofprijzing. Ere zij God, vrede op aarde, in mensen een welbehagen.

Wisseling
Beter dan met een lofprijzing op de geboren Koning der joden, die 'Koning der eeuwen' is, kunnen we de laatste kerstviering van de eeuw, die tevens de laatste kerstviering van het tweede millennium na Zijn geboorte is, niet afsluiten. Wij mensen omspannen met ons leventje maar een gedeelte van een eeuw en een partje van een millennium. Maar Hij omspant de eeuwen. Bij de laatste kerstviering van het millennium mogen we de Koningspsalmen, die ooit in messiaanse perspectief werden aangeheven, nu vanuit de vervulling in Christus aanheffen. 'Uw koninkrijk is een koninkrijk van alle eeuwen' (Ps. 145 : 13).
We mogen de profeten tot op Christus lezen. 'De gangen der eeuwen zijn Zijne' (Hab. 3 : 6).


Op de nieuwtestamentische gemeente zijn de einden der eeuwen gekomen (1 Kor. 10 : 11). Als Paulus dat in zijn dagen al zei, hoeveel te meer geldt het in onze dagen. We leven, tussen de tijden, nòg weer dichter bij de Laatste Dag.
Maar de gemeente van Christus mag bemoedigd de nieuwe eeuw en het nieuwe millennium ingaan. Want Christus is met ons, 'de Hoop der heerlijkheid' (Kol. 2 : 26).

Wereldwijd
Al twintig eeuwen is de boodschap van de geboorte van Christus verkondigd. Het feest van Zijn geboorte is vaak verwereldlijkt en geromantiseerd, vermenselijkt en gedegradeerd in uiterlijk vertoon. Maar diegenen, die, zoals Paulus, door Zijn Licht op hun levensweg zijn omschenen, hebben de eeuwen door in verwondering aanbeden. En als er geen woorden van verwondering meer waren, dan waren er de woorden van lofprijzing. Eer aan de Koning der eeuwen!


Ik sluit daarom af met de vierde strofe van het Abrosiaanse lofgezang Te Deum, in onze taal gedicht door Ahasverus van den Bag (1733-1807):

U, Christus, onze Heer, bekleed met majesteit,
U, 's Vaders eenge Zoon, zij lof in eeuwigheid.
Het mensdom lag in schuld en vloek voor God verloren.
Gij werd de mens tot heil uit ene maagd geboren.
Gij hebt aan 't kruis voor ons de dood zijn macht ontnomen,
zo baande G' ons de weg, om weer tot God te komen.

God werd Mens. Een Kind was Koning. Een Lam was Leeuw. Wij loven U, o God, wij prijzen Uwe Naam.

v. d. G.

[Tekst afbeelding: De vier ruiters uit Opendaring (detail)
Viktor Mikkailovich Vasnetsov (1848-1926)
Uit: Alpha en Omega, uitg. Ten Have, Baarn.]

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1999

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Eer aan de Koning der eeuwen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1999

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's