Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanvullingen uit andere geschriften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanvullingen uit andere geschriften

Athanasius en de leer der verlossing (6)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Andere geschriften
We zeiden reeds dat het boekje 'Over de vleeswording van het Woord' ons een helder inzicht geeft in het hart van Athanasius' theologie. De inzet van de Ariaanse strijd is de verlossingsleer. Aan de basis van de strijd om de drie-eenheid ligt niet een theologen-probleem; het gaat daarin om de heilsleer. Hoe wordt een mens verlost? Door een tussenwezen (Arius) of door God Zelf (Athanasius)?
Uiteraard heeft Athanasius niet alleen in dit boekje over de verlossingsleer gesproken. Ook in zijn andere werken komt het aan de orde.
Hij beklemtoont sterk dat God mens moest worden.
We geven een enkel citaat: 'Er is geen aanneming tot kinderen mogelijk zonder het Woord. Niemand anders kon de mens met de Heilige Geest verenigen dan het Beeld van de Vader, naar wiens Beeld wij ook in den beginne geschapen zijn. Door het geschapene kon dit niet gegarandeerd worden, omdat de engelen afgevallen waren en de mensen ongehoorzaam waren geweest. Daarom was God nodig - en het Woord Gods - opdat Hij Zelf hen, die onder de vloek lagen, zou bevrijden.' (Eerste Redevoering tegen de Arianen, 39).

Vergoddelijking
Maar evenzeer benadrukt hij dat God mens moest worden. God verbindt Zich met het menselijk lichaam dat door de zonde in de ban gehouden wordt. Door de verbinding met het Woord wordt de menselijke natuur vergoddelijkt. Dit woord 'vergoddelijkt' kan bedenkingen oproepen. Wat bedoelt Athanasius hiermee? Ditzelfde woord had hij ook al gebruikt in Vleeswording, 54. Hij schrijft daar: 'Want Hij is mens geworden opdat wij zouden worden vergoddelijkt.' (Overigens behoort deze zin tot een mooi verband. Wij kunnen niet nalaten het te citeren: 'Hij heeft Zich door een lichaam geopenbaard, opdat wij kennis zouden verkrijgen van de onzichtbare Vader. Hij heeft de smaad der mensen verdragen, opdat wij de onsterfelijkheid zouden beërven.')
Wat bedoelt Athanasius met de term vergoddelijking? Hij bedoelt er niet mee dat mensen net als God zouden worden. Hij bedoelt er wel mee, dat mensen uit genade deel krijgen aan het onvergankelijk leven en verlost worden van verderf en dood. De term vergoddelijking is niet anders dan een synoniem voor onverderfelijkheid en onvergankelijkheid. Het is nodig om dit te zeggen, omdat op dit punt Athanasius fel bekritiseerd is. Elders in zijn geschrift wijst hij fel de heidense vergoddelijkingsideeën af: de grens tussen God en mens mag niet worden uitgewist. De vergoddelijking - zo schrijft A. van Haarlem in zijn dissertatie over Athanasius - is een schouwen van God door het geloof en zo deelhebben in Gods Leven. Het begrip vergoddelijking is voor Athanasius parallel met 'aanneming tot kinderen'.

Tweede Adam
Op nog één aspect van Athanasius' verlossingsleer wil ik wijzen. Dit komt vooral in het latere werk van Athanasius naar voren. Christus' verlossingswerk bestond niet alleen in Zijn geboorte en in Zijn lijden, ook Zijn leven heeft heilsbetekenis. Jezus is de tweede Adam die als de nieuwe mens volmaakt God gehoorzaamde en zo de zonde van Adam verzoende en herstelde. We noemen dit de recapitulatie (herhalings)gedachte. Christus doet Adams werk over.
Deze recapitulatieleer ontleent Athanasius aan de kerkvader Irenaeus van Lyon, ca. 104-202, een uiterst boeiend theoloog!

Samenvatting
We komen tot een afsluiting. Als we nog éénmaal Athanasius' opvattingen over de goddelijkheid van het Woord en de verlossing samenvatten, noemen we de volgende gedachten:
Gods vonnis kon niet zomaar aan de kant geschoven worden.
God wilde niet dat Zijn kunstwerk te gronde zou gaan.
De dood die rechtens macht had over de mens, moest ook door een mens worden weggedragen.
De verlosser moest God zijn, want anders kon Hij de dood niet overwinnen en het Leven ons schenken.
Alleen de Schepper is bij machte om het kapotte te herstellen.
Alleen de Zoon, die Zelf volkomen kennis van de Vader heeft, kan ons in die kennis doen delen. Een halfgod kan ons geen volkomen kennis geven (tegen Arius).
De kennis van God veronderstelt vernieuwing van ons bezoedelde hart en heiliging van ons leven.
Deze kennis verbindt met God en geeft deel aan Zijn Leven (vergoddelijking en zoonschap horen bijeen).
Christus is de tweede Adam die herstelt wat de eerste verkeerd deed.
Hij had niet alleen een menselijk lichaam, maar ook een menselijke ziel.
Christus is overwinnaar: hij triomfeerde over de macht van de dood en van de duivel.

Negatieve beoordeling
De verlossingsleer van Athanasius - en in hem van een groot deel van de oosterse kerk - wordt door ons westerse theologen nogal eens met argusogen bekeken.
Het zijn echter vooral liberale(!) Duitse theologen geweest die Athanasius van onrechtzinnigheid hebben beschuldigd. Onder hen neemt de beroemde Adolph von Harnack een belangrijke plaats in. Wat was hun bezwaar? Athanasius zou te weinig praten over het begrip 'schuld'. Hij zou de verlossing zien als een medische ingreep. Doordat Christus mens werd, is het hele menselijk geslacht verlost van het virus van zonde en dood.
Maar niet alleen moderne theologen, ook reformatorische geleerden hebben niet zoveel met Athanasius' verlossingsleer op. Drs. K. Exalto schrijft duidelijk negatief: 'Ons (nl. positieve) oordeel (nl. over Athanasius) valt iets anders uit, als wij nagaan wat door hem onder verlossing verstaan werd. De verlossing had bij hem een fysisch (= lichamelijk) karakter, zij is niet bevrijding van zonde en schuld, maar een opheffing van de verderfelijkheid van de menselijke natuur; en dat drukt Athanasius uit met de term vergoddelijking (theósis). Even verderop zwakt hij het iets af: 'Dat wil niet zeggen dat Athanasius niet van zonde en schuld heeft geweten, maar de bevrijding daarvan was bij hem ingebouwd in de vergoddelijkingsleer 1 (Kerk geschiedenis, p. 28 en 30).
Het komt mij voor dat hier Athanasius toch niet geheel rechtgedaan wordt. De dood is voor Athanasius schuld. Opheffing uit de dood betekent genade. De dood is een straf - ze hangt samen met het verlies van het beeld van God. Gods reddend ingrijpen is dus helemaal vergeving. Dood en vergankelijkheid zijn geladen begrippen, er klinkt vloek in door. Net als trouwens bij Paulus in bijv. Romeinen 5. Ook leven is een geladen begrip. Zoals ook in de Bijbel 'leven' veel meer is dan 'bestaan'; het is leven met God.
Tevens is het absoluut niet zo, dat voor Athanasius met de incarnatie en de kruisdood van Christus alles voor elkaar zou zijn. Het gaat om het herstel van de godskennis. En dat herstel duidt hij terecht aan met 'wedergeboorte'. Het dringt aan op nieuw, heilig leven.

Athanasius en Ursinus
Vergelijken we het boekje 'Over de vleeswording van het Woord' met zondag 4 t/m 6 van de Heidelbergse Catechismus, dan zien we verschillen. De terminologie is anders. Inhoudelijk zijn er echter grote overeenkomsten: de verlossing is Gods werk. Hij Zelf wordt in Christus mens om iets fundamenteels te doen. De zonde heeft niet alleen ons 'denken', maar vooral ons 'bestaan' aangetast. Door de zonde is er de dreiging van de dood. Er is de scheiding van God. En tegen die donkere achtergrond komt het verlossend werk van Christus goed uit. Hij doet iets aan de wezenlijkste nood. Hij verlost van de vloek. En dat kan Hij alleen. Alleen de Schepper kan ook de Herschepper zijn.
Deze katholieke lijn vinden we bij Athanasius en bij Ursinus. Hun woorden zijn soms verschillend, maar wezenlijk is er diepe overeenstemming.
Ik denk dat kerkvaders als Athanasius ons in deze tijd - waarin Arius' gedachten nog steeds rondwaren - ons heel wat kunnen leren. Kennismaking met zijn gedachtegoed kan ons alleen maar verrijken.

Enige literatuur: Een Nederlandse vertaling van De incarnatione Verbi, werd verzorgd door Dr. H. Berkhof: Athanasius, de menswording des Woords, Amsterdam, 1949.

Tevens schreef prof. Berkhof een mooi artikel over Athanasius in Kerkelijke Klassieken, Wageningen, 1949. De titel van de bijdrage luidt: Athanasius, De Incarnatione Verbi.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Aanvullingen uit andere geschriften

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's