Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik geloof... de gemeenschap der heiligen (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik geloof... de gemeenschap der heiligen (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wilhelmus à Brakel
Willem werd in 1635 te Leeuwarden geboren als zoon van Theodorus à Brakel, die vanaf 1638 de Gereformeerde Kerk als predikant diende. Hij was achtereenvolgens predikant te Exmorra en Allingawier (1662), Stavoren (1665), Harlingen (1670), Leeuwarden (1673) en Rotterdam (1683). Hij overleed op 30 oktober 1711. Van de geschriften valt à Brakels Logikè Latreia, dat is Redelijke godsdienst als hoofdwerk aan te merken.

In dit tweedelig werk lezen we in hoofdstuk 26 - Van de gemeenschap der gelovigen met Christus en elkander - in § XIV:

'De gelovigen hebben en oefenen ook gemeenschap met de zielen van de volmaakt rechtvaardigen, die mede tot de algemene vergadering behoren, waartoe de gelovigen, op aarde nog zijnde, gekomen zijn, Hebr. 12: 23. De verheerlijkten weten dat er nog een strijdende kerk op aarde is; doch wat zij in 't bizonder weten, 't zij door openbaring Gods, of door bekendmaking van de heilige engelen, kunnen wij niet bepalen, omdat het Woord daarvan zwijgt, maar dit weten wij, dat zij roepen: "Hoe lang, o heilige en waarachtige Heerser! oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op de aarde wonen?" Openb. 6: 10.
De gelovigen op aarde erkennen de verheerlijkten als hun broeders en zusters, hebben ze lief, achten ze hoog, en volgen hun wandel op aarde, en voegen zich bij hen, met hen zich buigende voor de troon en met hen de Heere eer en heerlijkheid gevende, en verlangen ook bij hen te zijn in volmaaktheid; [...].'

Gebruikt is de bij D. Donner te Leiden, 1893, verschenen uitgave. Blz. 636.

Hero Slbersma
Hero werd op 20 mei 1644 te Franeker geboren als zoon van de kunstschilder Johannes Sibersma. Hij studeerde theologie te Franeker, Utrecht en Leiden. Hij stond onder invloed van Fr. Burman en Joh. Coccejus. Als 'dienaar des Euangeliums tot Amsterdam' - in de jaren 1683-1727 - gaf hij zijn verklaring van de Heidelbergse Catechismus in druk uit onder de titel Fontein des Heils, welke verklaring grote opgang maakte. Na in 1727 met emeritaat te zijn gegaan, overleed hij op 4 april 1728.

'XXXV. Vr. Maar hoe blijkt hier uit ons nadere Gemeenschap met die in den hemel zijn?
Antw. Dat spreekt van selve: wijl de eenparigheid in de geestelijke dingen; de invloed in kennisse; de liefde sonder vrese; de gestadige vreugde over de aangebragte geregtigheid; de vrijheid van het Jok/ en de vrijmoedigheid, om tot God te gaan/ geven ons gezamentlijk een grote gelijkheid en gemeenschap met de hemelingen. Dies onse roepinge niet alleen heilig, maar ook hemelsch is. Heb. 3: 1. Als waar door wij geroepen en gekomen zijn tot het hemelsche Jeruzalem: Heb. 12: 22. In diervoegen mede-burgers der Heilige. Eph. 2: 19. Dat ons Borgerschap in den hemel is. Phil. 3: 20.'
Gedrukt 'Met Previlegie in Holl: en Fries: 'te Leeuwarden bij Hero Nauta — M:DC:IVC. (= 1696).

Mattheus Gargon
Mattheus Gargon, wiens ouders om hun geloof uit Doornik naar Holland waren gevlucht, werd op 23 februari 1661 te Haarlem geboren. Na zijn studie theologie diende hij als hulpprediker te Leeuwarden van 1682 tot 1688 de Waalse Gemeente. Na zes jaar lang op een beroep te hebben gewacht, werd hij op 19 december 1688 predikant te Geffen (Noord-Brabant). Daarna volgden Serooskerke (Walcheren, 1702) en Vlissingen (1707) - vanaf 1708 was hij daar tevens rector. Hij overleed op 14 april 1728.
Van zijn hand verscheen De Eenige Troost, of Heidelbergsche Katechismus, Geopen en betoond.
In zijn bespreking van zondag 21, vraag en antwoord 55 lezen we met betrekking tot ons vraagstuk:

'[...]. Daar is tusschen Engelen en Heiligen op aarde/ buiten tegenspraak/ eene gemeinschap/ nadien e zich de Engelen verblijden in 't bekeeren der zondaaren/ en f legeren rondom die God vrezen/ en wy g hen namaals zullen gelijk zijn. Daar is ook tusschen heiligen in den hemel en op de aarde zekere gemeinschap/schoon zy reeds zegepralen/ en wy nog strijden: want zy/ en wy behoren tot eene kerk/ en moeten door J. C. als tot eene hoofdsomme gebragt/ en vergadert werden hier boven. Wy/ en zy/ hebben 't zelfde recht tot den hemel/ in J. C. ons aller Hoofd. Wy/ en zy/ hebben vryen toegang tot Gods genade-troon/ wy/ en zy/ genieten het zelve levens-recht/ dezelve vrijheid/ dezelve vreugde; hoewel de haare volmaakt/ en d' onze maar aanvanklijk zy.'
Ik bediende mij van de derde druk, 'Van nieuws overzien, en met eene belijdenispredikatie vermeerdert', By Samuel Luchtmans, Leiden, 1718.

Johannes van der Kemp
Jonannes van der Kemp, in 1664 te Rotterdam geboren, werd op 17 februari 1692 predikant te Dirksland in combinatie met Herkingen en vanaf 1 mei 1695 van Dirksland alleen. Op 17 november 1718 is hij overleden.
Ds. Van der Kemp heeft naam gemaakt door zijn boek De Christen geheel en al eigendom van Christus in leven en sterven, vertoont in drieënvyftig predikatiën over den Heidelbergschen Katechismus. De eerste uitgave verscheen in 1717 bij Reinier van Doesburg. Dit boek werd herhaalde malen herdrukt.

Uit zijn behandeling van vraag 55 van zondag 21 is het volgende citaat:

'Hoewel de Heiligen/ zoo de zalige Zielen als d' Engelen/ in den Hemel met malkanderen eene gemeenschap hebben/ ja de Heiligen op aerde ook gemeenschap met de hemelingen hebben; want Paulus zegt/ Hebr. XII: 22, 23. dat de geloovigen gekomen zyn 'tot de vele duizenden der Engelen, en Geesten der volmaekte Rechtvaerdigen; nochtans spreekt de Geloofsbelydenis van de Heiligen op d' aerde/die leden van de strydende Kerke zyn; die Heiligen zyn/ dewyl zy leden van de Heilige Kerke zyn. Deze Heiligen hebben nu eene gemeenschap met Christus en met malkanderen.'
Gebruikt is de achttiende druk ('Uit des Auteurs Handtschrift vermeerdert en verbetert'.), Rotterdam, 1773.

Dr. Johannes d' Outrein
De in 1662 te Middelburg geboren Johannes d' Outrein studeerde in Franeker, werd doctor in de filosofie en was vanaf 1685 predikant, achtereenvolgens de Oostzaan, Franeker, Arnhem, Dordrecht en Amsterdam. Hij dient te worden gerekend tot de zogenoemde 'ernstige Coccejanen'. Wetenschappelijk heeft hij geen enkel werk van enige betekenis gepubliceerd, zoveel te meer verschenen van zijn hand stichtelijke werken, waaronder een Catechismusverklaring.
In 1719, toen hij predikant te Amsterdam was, verscheen van zijn hand Het gouden kleinoot van de leere der waarheid, die naar de Godsaligheid is; Vervattet in de Heidelbergschen Catechismus. Na zijn overlijden in 1722, verscheen in 1724 de tweede verbeterde en vermeerderde druk ('Door syn Eerw. self merkelyk verbetert en vermeerdert') mét de uit het Duits door Isaac le Long vertaalde 'Aanmerkingen en vermeerderingen' van Friedrich Adolf Lampe (1683-1729).

We slaan nu Het gouden kleinoot... op bij 'XXI. Sondag. H. Deel: 55 Vrage. Wat verstaat gy door de Gemeenschap der Heiligen?
Onder no. 41 voert hij als vraag op: 'Hebben de Heiligen op aarden ook gemeenschap aan ende met de Heilige Engelen?'
Hij antwoordt dan:

'Ja: Byzonder nu onder het Nieuwe Testament. [...].'

Hij vraagt onder no. 42: 'Hebben de Heiligen op aarden ook gemeenschap met de Heiligen in den hemel? ' Hij antwoordt als volgt:

'Antw. Ja: Dat wordt met dezelve bewysredenen bevestigt. Want Paulus segt uitdrukkelyk van de geloovigen des Nieuwen Testaments: Gy syt gekomen tot den Berg Sion, de stad des levendigen Gods, tot het hemels Jerusalem, tot de algemeene Vergaderinge en Gemeinte der Eerstgeborenen, in den hemel opgeschreven, ende tot de Geesten der volmaakte regtveerdigen. Hebr. XII: 22/23. Want het Heilige der Heiligen ende het Heilige waren voormaals twee onderscheidene en afgescheidene vertrekken: maar sedert dat de voorhang des afscheidsels gescheurt is/ in den dood van Jezus Christus/ is de Hemel en de Kerke op aarden (als het ware) tot een vertrek geworden.
43. Vraag. Waar in bestaat de Gemeenschap van de Heiligen op aarden met de Hemelingen?
Antw. Daar in.' I. Dat sy leden syn van een Hoofd, Jezus Christus.
II. Dat sy deselve saligheid genieten met elkander. Want de Heiligen op aarden hebben reeds het eeuwig leven. Joh. III: 36. Sy syn niet alleen in hope salig/ maar ook in de beginselen. Want sy sitten aan met Abraham, Isaak en Jacob. Hoewel die (om soo te spreken) aan 't Hooger einde, en deze aan het lager einde aansitten.
III. Sy hebben denselven Godsdienst met de Hemelingen/ bestaande in God te kennen, te beminnen, te loven ende te verheerlyken, Joh. IV: 24. Rom. XIV: 17. Matth. VI: II.'
Ik gebruikte de zesde druk, 'van veel fouten gesuivert', verschenen 'Te Amsterdam, by Nicolaas Byl, Boekverkoper op den Nieuwendyk tussen de Zout en Baafjes steegen'.

Putten                 K. A. Gort

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2000

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Ik geloof... de gemeenschap der heiligen (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2000

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's