Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. J. C. Ryle en de kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. J. C. Ryle en de kinderen

12 minuten leestijd

Inleiding
Ds. J. C. Ryle. Wat treft u in zijn bijdragen voor kinderen? Wat is de essentie van zijn boodschap voor jeugdigen? Wilt u dat eens onderzoeken? Dit verzoek bereikte ons via de redactie van 'de Waarheidsvriend'. We willen proberen om op die vragen een begin van een antwoord te vinden.

Levensschets
John Charles Ryle werd geboren op 10 mei 1816 en hij overleed 10 juni 1900. Wie was deze Engelsman die een eeuw geleden stierf?
Iemand noemde hem eens: een man van graniet met het hart van een kind. Vastberaden was hij (in de leer) en meelevend (in de nood van een ander). Jarenlang was Ryle dominee in 'de grote kerk', d.w.z. de Engelse staatskerk. Ook had hij iets profetisch. Hij kende en analyseerde de tijdgeest waarin hij leefde én hij getuigde, als eens I. da Costa in ons land, tegen allerlei dwalingen en zonden. Ook hij wees daartegenover het enige redmiddel ter behoud aan, nl. Gods Woord.
John Charles groeide op in een gezin met zes kinderen. Hij was de vierde in de kinderrij. De eerste acht levensjaren groeide hij in weelde op. Zijn ouders waren rijk, weinig godsdienstig en wereldsgezind. In een autobiografie aan zijn kinderen schreef ds. Ryle later: 'Het waren gelukkige en aangename jaren zonder zorgen, hoewel verstoten van de enige ware godsdienst. We leefden zo verder op de brede weg naar het verderf. Vader bemoeide zich weinig met ons gezin, moeder des te meer'. Wel had John Charles een godvrezende grootvader. Zou hij van hem 'De christenreis' van John Bunyan gehad hebben? Later zou hij zeggen: 'Dit boek maakte in mijn jeugd weinig indruk op mij'.
Op de kostschool (1824-1827) leerde hij Latijn en Grieks, maar ook veel kattekwaad. Van 1828-1834 studeerde hij op Eton College samen met 600 andere studenten. Hier behoorde hij tot de beste criketspelers van de school. Sport ging hier voor de studie. In 1834, toen in ons land de Afscheiding plaats had, ging Ryle naar Oxford om daar verder te studeren in de theologie en de talen. Echter, sport en allerlei amusement liet hij ook hier beslist niet links liggen. Toch mocht John Charles in 1837 met succes Oxford verlaten.

Doorbraak
Toen hij 21 jaar was, het was zijn laatste studiejaar, brak het licht van Gods genade door in zijn leven. De bekering tot God en het geloof in de Heere Jezus waren hem nu niet langer onbekend. De gevolgen van dit werk van God in John Charles kwamen ook in zijn sociale contacten en de familierelaties openbaar. De smart vanwege het verlies van vroegere vrienden en het wanbegrip van zijn familie, werden gecompenseerd door nieuwe vriendschappen met andere ware christenen. Zijn eigen vader en moeder konden hem in deze weg van God niet volgen. Op deze periode terugkijkend, zou hij later schrijven: 'O, hoe waardevol is het toch om als kind te mogen opgroeien in een gezin waarin de vreze des Heeren is'. Ef. 2: 8 werd meer dan enig ander woord de leidraad van zijn leven: 'Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave'. Vanaf deze tijd ging het hem niet meer om een schitterende carrière, maar om de dienst van God te praktiseren (Hand. 9: 6m.). Ongeoorloofde vermaken, zoals kaartspelen, naar theater of danszaal gaan, behoorden van nu af ook tot het verleden.

Failliet
In 1841 gebeurde er iets catastrofaals. Plotseling ging zijn vader failliet. Ryle schreef hierover in zijn biografie: 'Op een zomermorgen stonden wij op als waren wij eigenaars van de gehele wereld, doch de avond van diezelfde dag gingen wij als bedelaars naar bed. Berooid en arm moesten wij onze geboortestreek verlaten. En als ik geen christen was geweest, was de kans groot geweest dat ik zelfmoord gepleegd zou hebben. Kinderen, deze weg was voor mij nodig om aan alles buiten Christus te sterven. Alle luxe was voor mij voltooid verleden tijd geworden'. Door het zeer zware financiële verlies van zijn vader kon Ryle niet langer op de bank werken, maar werd zijn aandacht getrokken naar het werk in Gods wijngaard. In dat voor hem zo bewogen jaar 1841 kreeg John Charles arbeid in 's Heeren dienst te Exbury. Hier werd hij hulpprediker in de Anglicaanse Kerk. Zijn eerste preek had als thema: 'Ik heb u wat te zeggen' (Luk. 7: 46). In de week hield hij in de plaatselijke school bijbellezingen, die goed werden bezocht. J. C. Ryle trouwde in 1845. Eén jaar later werd een dochtertje geboren en stierf zijn vrouw. Vijf jaar later trouwde hij opnieuw. Vier kinderen werden er in dit tweede huwelijk geboren. Na tien jaar met haar gehuwd te zijn geweest, overleed zijn tweede echtgenote. Enige tijd later trad hij voor de derde maal in het huwelijk. Dit laatste huwelijk mogen we als gelukkig karakteriseren. Ook in dit huwelijk praktiseerde Ryle de huisgodsdienst voor kinderen en personeel.

                     * * *

Helaas gingen de meeste kinderen later niet in het geestelijke voetspoor van hun vader. Zijn oudste zoon Reginald werd arts, doch verloochende het christelijk geloof.
De middelste zoon Herbert leek eerst geestelijk op zijn vader, doch werd later een vrijzinnig theoloog. De jongste zoon Arthur werd artiest en hield ten slotte helemaal geen godsdienst meer over. Twintig jaar zou ds. Ryle in Stradboke staan, van circa 1860-1880. Naast het algemeen pastorale werk in deze gemeente gaf hij hier zijn bijzondere aandacht en energie ook aan de jeugd. Mede door zijn toedoen werd er een 'basisschool' gebouwd die circa 250 leerlingen telde. Verantwoord onderwijs, zowel bijbels als maatschappelijk, achtte hij van groot belang voor de vorming van de jeugd. Tevens zouden later kerk en maatschappij (staat) er de vruchten van kunnen plukken. Samen met zijn vrouw werkte hij mee in de zondagsschool. Ook hier waren veel leerlingen aanwezig.

Enkele gedachten
Nu willen we, voordat we enkele gedachten weergeven over het omgaan van ds. J. C. Ryle met de jeugd, slechts een half dozijn markante uitspraken citeren.
 - Het is vast en zeker waar dat de Engelse hervormers zijn verbrand door de Kerk van Rome, zoals het waar en zeker is dat Willem de Veroveraar de Slag bij Hastings won. Waarheid blijft waarheid ook al mag die lang worden ontkend. Feiten zijn feiten al liggen ze ook eeuwenlang begraven.
 - Tussen ons en Rome ligt een grote zee. Tussen ons en de Afgescheidenen een dun muurtje. Ik loop graag in de voetsporen van Owen, Watson en Whitefield. 
 - Laat onze geesten gewapend zijn met een grondige kennis van Gods Woord. Dat Woord leert ons dat zonder de wedergeboorte en de levensheiliging de zaligheid slechts schijn is.
 - De gemeenschappelijke taak van kerk en overheid is om de zondag als rustdag te handhaven.
 - Ook predikanten hebben een hart nodig dat met de armen kan wenen en verblijd zijn. Zo'n predikant zal niet voor lege banken preken. En de noodzaak van het prediken van bekering en geloof overkoepelt de eeuwen en blijft te midden van allerlei maatschappelijke veranderingen gehandhaafd.
 - Laat ons de Heere God danken dat het fundament van de Hervormde Kerk van Engeland werd gelegd door zulke mensen als John Bradford. Laat ons helder en klaar verstaan wat voor soort mensen onze martelaren om het geloof geweest zijn, wat voor leer zij hadden, wat voor geloof zij beleden en wat voor leven zij leidden. Laat ons bidden dat het werk dat zij voor de kerk gedaan hebben nooit mag worden vergeten, veracht of verraden. En bovenal, laat ons God bidden of Hij tot Zijn komst op de wolken des hemels dezelfde kandelaar brandende wil houden, opdat onze kinderen en kindskinderen getroost mogen leven en zalig sterven door datzelfde geloof als het voorgeslacht. Immers, hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Gods Woord blijft in eeuwigheid!

Omgang met de jeugd
Dominee J. C. Ryle had liefde voor de kerk en daarom ook voor de kinderen en de jeugd van de kerk. Voor hen hield hij weleens aparte toespraken. In het bijzonder ging hem daarbij de zondagsschooljeugd ter harte. Kort geleden kwamen we met een boekje in aanraking dat als titel heeft 'Boys and girls playing'. Dit boekje bevat een verzameling 'kinderpreken' d.w.z. acht korte toespraken voor jongens en meisjes. Enkele hoofdstukken heten: Zoekt de Heere vroeg (Spr. 8), Klein en wijs (Spr. 30), De twee beren (2 Kon. 2), Kinderen die in de waarheid wandelen (2 Joh. 4), Kleine dingen (Zach. 4), enz. Het boekje is typografisch zo gedrukt dat de schooljeugd dit zelfstandig kan lezen. Ook leent het zich om uit voor te lezen. We komen mede door deze bron behoorlijk wat te weten over opvoedkundige, psychologische en theologische gedachten van Ryle in de omgang met jeugdigen.
Hij gebruikte in zijn toespraken eenvoudige taal. De gesproken woorden hebben maar weinig lettergrepen. Uit zijn mond kwam geen literatuur, maar wel probeerde hij te spreken in de directe rede (ik-vorm). En als het even kon sprak hij zo aanschouwelijk en concreet mogelijk.

                    * * *

Soms hanteerde hij de dialoog om zijn jonge luisteraars maar zoveel mogelijk bij 'de les' te betrekken. Ook had hij oog voor het detail (beschrijving van een beer). Uit zijn eigen jeugd kon ds. Ryle zich nog veel zaken goed herinneren en daarom was zijn inlevingsvermogen voor jonge mensen groot. Je mag zeggen, dat hij in zijn toespraken ervaringsgericht bezig was. Het gebruik van voorbeelden uit de actualiteit of de historie ging hij niet uit de weg. Hij wist dat kinderen in hun denken nog vaak zo concreet zijn. De titels van de diverse hoofdstukken wijzen erop dat hij graag werkte met Schriftgebonden voorbeelden. Ook zo wilde hij het gezag van de Bijbel koppelen aan de jonge leeftijd van zijn luisteraars.
N.B. In zijn preken en toespraken voor volwassenen nam hij als middel van illustratie nogal eens voorbeelden uit de Griekse mythologie.
Hij motiveert en activeert zijn jeugdig publiek door uitspraken als: luister goed, denk eens na, lees, bid, ga naar de kerk, vraag je je weieens af? ... Hij verwacht wat van zijn kinderen. Ook waarschuwt hij voor gevaarlijk gedrag b.v. Spot niet met God, Zijn werk, Zijn Boek. Wees niet als Ismaël, Ezau, Achan en de mensen van Sodom...! Sterk wil hij de parate bijbelkennis bevorderen en daarbij doet hij een beroep op het geheugen van de jongens en de meisjes. Hij weet dat deze leeftijd zo leergierig kan zijn.

Verantwoordelijkheidsbesef
Tevens probeert hij de jonge gemeenteleden verantwoordelijkheidsbesef bij te brengen, want ook zij worden actief betrokken bij het inzamelen van geld voor de bouw van een kinderweeshuis 'Het Vogelnest'. Het christendom van de daad was hem niet vreemd. In zijn vertellingen voor de jeugd gaat ds. Ryle zuiver te werk. Theologisch legt hij dezelfde fundamenten als in zijn preken en bezig zijn voor volwassenen. Het God-, mens- en wereldbeeld in zijn toespraken voor de jeugd wijkt niet af van wat hij op zondag de gemeente voorhoudt. Hij spreekt steeds met twee woorden en niet met twee monden. Zonde en genade, wet en evangelie, hemel en hel, bekering en ongeloof... komen evenwichtig aan de beurt. Regelmatig beschrijft hij uitgebreid de waarde van de Heere Jezus. En dat kinderen een ziel hebben, wordt niet onder een korenmaat gestopt.
Ook is er oog voor een gehandicapt meisje (blind): 'She was a little girl, but happy'. Een milde toon klinkt o.a. bij het waarschuwen: 'Sorry dat ik het moet zeggen, maar sommigen van jullie zijn zo gedachteloos, zo oppervlakkig'. Toen ds. Ryle over Samuël Rutherford sprak, zei hij: 'Die goede, vriendelijke Samuël'. Iedere toespraak eindigt met een samenvatting, d.w.z. de spreker wil graag dat er wat geleerd is en dat het gesprokene niet snel zal verdampen.
Dat kinderen spelen, waardeert deze prediker positief. Immers, dat is goed voor hun psychologische ontwikkeling en tevens voor hun sociale vorming.
Enkele kernachtige uitspraken van hem willen we u niet onthouden:
 - There are bad boys en girls. There are good boys and girls. The difference? The one loves Jesus. The other not!
 - Het gelukkigste kind is het kind dat Jezus boven alles liefheeft.
 - Het is veel beter om genade in je hart te hebben dan veel geld in je portemonnee of mooie kleren om je lichaam.
Als je het bezig zijn van ds. Ryle met zijn jeugdig gehoor nauwkeurig bekijkt, ontkom je niet helemaal aan de indruk dat hij soms wat moralistisch, langdradig of wat te overladen handelt. Echter, wij menen dat hij ook voor onze tijd wat te zeggen heeft, nl. dat het zowel voor volwassenen als voor kinderen het beste is om God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf. Daarin ligt een vreugde die nooit vergaat.

Slechts bij één toespraak is aan het einde ter afsluiting een gedicht (hymne? ) afgedrukt. Als illustratie citeren we alleen het eerste vers:

There is a green hill far away,
Without a city wall.
Where the dear Lord was crucified
Who died to save us all.

We kunnen iedereen aanraden, die nog geen kennis heeft gemaakt met de boeken van ds. J. C. Ryle, om dat alsnog te doen. Zij zijn ook heden nog volop de moeite van het bestuderen waard.

Lied
We beëindigen onze bijdrage met het lievelingslied van dominee Ryle: 'Rots der eeuwen', gedicht door A. M. Toplady. Uit duizenden monden klonk dit indrukwekkende lied tijdens de sobere rouwdienst van Gods kind en knecht op vrijdag 14 juni 1900 in de kathedraal van Liverpool:

Vaste rost van mijn behoud,
als de zonde mij benauwt,
laat mij steunen op. uw trouw,
laat mij rusten in uw schouw,
waar het bloed door U gestort,
mij de bron des levens wordt.

Jezus, niet mijn eigen kracht,
niet het werk door mij volbracht,
niet het offer, dat ik breng,
niet de tranen, die ik pleng,
schoon ik gansche nachten ween,
kunnen redden, Gij alleen.

Zie, ik breng voor mijn behoud
U geen wierook, mirr' of goud;
moede kom ik, arm en naakt,
tot den God, die zalig maakt,
die den arme kleedt en voedt,
die den zondaar leven doet.

Eenmaal als de stonde slaat,
dat dit lichaam sterven gaat,
als mijn ziel uit d'aardsche woon
opklimt tot des Rechters troon, -
Rots der eeuwen, in uw schoot
berg mijn ziele voor den dood.

Leerbroek               A. B. Goedhart

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ds. J. C. Ryle en de kinderen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's