Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afgescheiden en wedergekeerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afgescheiden en wedergekeerd

Johan Adam Wormser (1807-1862)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 13 oktober 1834 was voor de kerkenraad van de hervormde gemeente van Ulrum de maat vol. Toen ds. Hendrik de Cock uit zijn ambt was ontzet en de consulent van Ulrum weigerde diens medestrijder ds. H. P. Scholte uit Doeveren tot de kansel toe te laten, liet men laatst genoemde op vrijdag 10 oktober toch preken, weigerde men vervolgens de ringpredikant op de zondag daarna (12 oktober) te laten voorgaan en preekte Scholte 's middags in de open lucht, hetgeen ook hem op schorsing kwam te staan. Op 13 oktober scheidde de kerkenraad van Ulrum, gevolgd door het overgrote deel van de gemeente zich af van 'de synodale Hervormde of liberale kerk' om 'weder te keren tot de gronden onzer vaderen'. In de Acte van Afscheiding werd geconstateerd, dat de Hervormde Kerk vals was geworden. De ondertekenaars verklaarden met deze kerk geen gemeenschap meer te willen hebben, totdat deze zou terugkeren tot 'de waarachtige dienst des Heeren'.

               * * *

Tot de eerste afgescheidenen behoorde de Amsterdamse deurwaarder Johan Adam Wormser, die van lutherse afkomst was maar in 1833 hervormd was geworden. In 1836 trad hij toe tot de kring van de Afgescheidenen maar werd tijdens 'de Amsterdamse twist' in 1840 als ouderling van de afgescheiden gemeente geschorst. Ds. Van Velzen was daar predikant geworden, tegen de zin van een aantal kerkenraadsleden, onder wie Wormser. Aan het Amsterdamse conflict lag ten grondslag een persoonlijk conflict tussen Van Velzen, die door (wijlen) dr. F. L. Bos is getypeerd als 'steil-gereformeerd, hoekig en heerszuchtig' en intussen 'dor in zijn preken' en Scholte, die is getypeerd als 'innemend, impulsief en idealistisch van aanleg, maar niet minder dan Van Velzen hoofdig en eigenzinnig'.
Op initiatief van ds. H. de Cock kwam er op 14 november 1840 een synode samen, waarop werd besloten terug te keren tot de ongewijzigde Kerkenorde van Dordrecht. Ds. Scholte werd als schuldige in het Amsterdamse conflict geschorst, ds. L. G. C. Ledeboer, de hervormde dominee van Benthuizen, die zich tijdens die synode bij de Afgescheidenen had gevoegd, keerde de afgescheidenen al weer spoedig de rug toe.

De gang van Wormser
De Afscheiding van 1834 was van meet af, zoals algemeen bekend is, ook gekenmerkt door onderlinge twisten, terwijl men de kerkelijke weg ook niet helder voor zich zag. Al in 1836 kwam er verschil in kerkbeschouwing en zicht op de doop openbaar tussen De Cock en Scholte. De Cock legde nadruk op 'de verbondsgedachte' en wilde ook kinderen van doopleden dopen, Scholte leefde bij 'het ideaal van een vrije kerk van ware gelovigen'.
Wormser werd het slachtoffer van de twistgedingen in de kring van de Afgescheidenen. Na zijn schorsing door ds. Van Velzen en diens kerkenraad, hield hij godsdienstige samenkomsten van Hervormden en Afgescheidenen samen. Hij werd een centrale figuur in de kring van het Reveil ('De Christelijke vrienden') en daarin goed bevriend met Groen van Prinsterer. Een jaar voor zijn dood in 1862, toen hij die afzonderlijke samenkomsten al had opgegeven, keerde hij officieel terug tot de Hervormde Kerk. Wormser beleefde in zijn eigen leven 'afscheiding en wederkeer', ook al was in zijn dagen de Hervormde Kerk niet teruggekeerd 'tot de gronden onzer vaderen'.

Levensbeschrijving
Met deze korte historische schets wil ik de beschrijving van 'Het leven van J. A. Wormser en zijn gezin', zoals die dezer dagen verscheen in een boek van Jan Peter Verhave, onder de titel Afgescheiden en wedergekeerd, inleiden. De auteur, parasitoloog aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen, die onderzoek doet naar malaria in Afrika, werd geboeid bij het lezen van de brieven van en aan Wormser in die tijd, o.a. van de correspondentie met de Afgescheidenen, die met ds. Van Raalte naar Amerika waren geëmigreerd. Hij beschrijft nu het leven van het gezin Wormser, met alle kerkelijke ontwikkelingen en verwikkelingen, door de bril van Jansje, de oudste dochter van Wormser. De zoon van Wormser had aan het eind van de vorige eeuw het plan een boek over zijn vader te schrijven, maar heeft dat plan niet kunnen verwezenlijken. Ruim honderd jaar na dato doet Verhave het nu. Hij schreef een boeiend boek, waarin 'Jansje' vertellenderwijs een boekje opendoet over haar vader. Deze komt naar voren als strijder tegen 'lakse, liberale en onbuigzame dominees' in de Hervormde Kerk en daarom opkwam voor 'het goed recht van de Afgescheidenen', maar ook als strijder tegen 'dode en starre rechtzinnigheid'.
Door zijn contacten en briefwisselingen met Afgescheiden en Hervormden heeft Wormser velen uit beide 'kampen' weten te inspireren. Uit dit lezenswaardige boek wil ik enkele momenten voor het voetlicht halen.

Personen
'Jansje' vertelt in dit boek over de 'Silhouetten van vader en zijn vrienden'; over ds. O. G. Heldring van de Zettense inrichtingen, over de joodse dominee Carl Schwartz, over de boekhandelaar Hendrik Hövecker, en over dominee Jan de Liefde (de dichter van 'Klokje klinkt... en 'Er gaat door alle landen, een trouwe Kindervriend...').
Zij vertelt over mr. Isaac da Costa, die politiek gezien centrum-links : ('centre gauche') was, terwijl Groen van Prinsterer 'het antirevolutionaire midden hield' en Wormser centrum-rechts was. Ik citeer nu letterlijk: 'Wat mij erg aansprak was zijn manier om de deftige taal van de Dordtse Bijbel om te zetten in gewoon en mooi Nederlands met een. Amsterdams-joodse tongval'. Toen Da Costa een kind door de pokken had verloren - zelf had hij ook een pokdalig gezicht - en zijn visie op vaccinatie zich wijzigde toen op Urk een pokkenepidemie uitbrak, die vooral de niet-gevaccineerde kinderen van de afgescheidenen trof, lieten ook de Wormsers hun kinderen vaccineren.
Ze vertelt over mr. Guillaume Groen van Prinsterer, die een voorwoord schreef in Wormsers boek De Kinderdoop. De man die voorzitter werd van de Christelijke Vrienden (De Réveilkring) maar: 'Eigenlijk was hij liever stil bij God en hij liet het praten graag aan anderen over. Hij hoopte op beweging en voortbouwen in de historische kerk. In die zin bracht hij zijn gedachten naar voren over het recht van de hervormde of gereformeerde gezindheid, als Nederlandse voortzetting van de Algemene Christelijke Kerk. Groen was ervan overtuigd dat die Hervormde Kerk belijdenisgeschriften en formulieren heeft die hoop en blijmoedigheid kunnen geven in leer en leven'.
Over Wormser zelf: 'De gereformeerde theologie was zijn eigendom geworden, was de natuurlijke uiting van zijn denken en de bovennatuurlijke wereld was zijn tehuis... De verlossing van de zonde was voor hem geen leerstuk, maar een waarheid die hij voor anderen duidelijk probeerde te maken... Die bewoner van de minst verrukkelijke wijken van Amsterdam taalde niet naar Zwitserland, hij wandelde dagelijks tussen de bergen van Galilea' (vrij naar Allard Pierson in diens Oudere Tïjdgenoten).

                * * *

Verteld wordt ook over de hervormde dominee J. P. Hasebroek, die naar Amsterdam beroepen was, omdat de diakenen, uit vrees voor verlies aan leden en aan geld, kozen voor een rechtzinnige predikant. 'Dus kwam er een verkondiger van de oude Waarheid naar Amsterdam, iemand die de durf had te zeggen, dat plagen als cholera en watersnood vingerwijzingen Gods zijn. Dat beloofde iets bijzonders. Ze waren dan ook in drommen naar de Nieuwe Kerk gekomen, de eenvoudige gelovigen, om te wachten op de uitslag van het beroep. Toen bekend werd dat hij zou komen, ging er een gejuich op van de propvolle Dam: 'Hasebroek, Hasebroek...'. Vanaf 1860 spraken vader en moeder Wormser met Hasebroek over een officiële terugkeer naar de Hervormde Kerk. 'Ook daar was de Heilige Geest immers te vinden'. Toen Wormser overleden was, schreef Hasebroek aan Groen: 'Wat was Wormser een zeldzaam man, gesneden uit het hout van onze Reformatoren'.

Gezelschap
Boeiend is ook het hoofdstuk over 'het gezelschap', dat elke zondag onder leiding van Wormser bijeen kwam. Hieruit deze overigens scherpe passage: 'Met enig sarcasme stelde vader vast dat het oprichten van kerkjes, voor twintig jaar onmogelijk, nu bijna dagelijks werk was. Als tegenbeeld voor alle dwaalleer wilde hij in ons gezelschap gelegenheid geven tot het bijwonen van een zuivere evangelieverkondiging, géén afscheiding van de Hervormde Kerk, maar een tijdelijke afzondering, totdat ook daar weer het recht van gereformeerde gezindheid erkend zou worden. Immers, zo vond hij, als de ziel schuldbesef voor de Heere heeft en behoefte voelt aan verzoening en vergeving, heeft zij aan de matte leerstellingen van het liberalisme niet genoeg en ook niet aan de dorre begrippen van de overdreven orthodoxen, die hun vertrouwen stellen op de verkiezing en niet op het zoenbloed van Christus.'

                 * * *

Aardig is verder wat over het gezelschap bij mevrouw Zeelt van 'Huize Postwijk' - weldoenster van de Afgescheidenen - in de boerderij van haar pachtboer te Baambrugge wordt verteld. Toen Wormser werd gevraagd daar voor te gaan, wilde hij dat wel doen, maar op een tijd dat de plaatselijke hervormde dominee Gobius du Sart geen dienst had, want: 'Hij is godvrezend, heb geduld, de grond is goed, die schoolse geleerdheid gaat er wel af'. Tot ieders verbazing kwam de dominee zelf om de bijbellezing mee te maken. Wormser verzocht hem de zegen uit te spreken.

Verstaan
Tot zover een impressie van dit boeiende boek. Van Wormser is het meest bekend zijn uitdrukking 'Leer het volk zijn doop verstaan en het is gered' Zo letterlijk staat het niet in dit boek. Wel leest 'oom Hein' in Wormsers boek over de kinderdoop: 'Als iedereen zijn eigen doop maar in ere zou houden, dan was er hoop voor ons volk.' De strekking is hetzelfde en nog altijd waar, al geldt nu dat nog slechts een deel van het volk gedoopt is.
Na lezing van dit boek wil ik met een variant zeggen: leer de kerk haar geschiedenis (uit de 19e eeuw) verstaan en ze zal voor hetzelfde euvel worden bewaard. Ten tijde van de afscheiding ging het ook al over ware en valse kerk. Maar het werk van de Geest was niet te keren en bleef niet beperkt tot een zuivere kerk, die door velen werd beoogd maar nimmer werd verkregen.

v. d. G.

N.a.v. Jan Peter Verhave, Afgescheiden en wedergekeerd. Het leven van J. A. Wormser en zijn gezin, Uitgave Groen, Heerenveen, 250 pag., ƒ 34, 95.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Afgescheiden en wedergekeerd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's