Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe gereformeerd was Rembrandt?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe gereformeerd was Rembrandt?

Theologen over kunstenaars der Gouden Eeuw (1)

9 minuten leestijd

Hoe christelijk was de meester-schilder der Gouden Eeuw, Rembrandt Harmenszn. van Rhijn? De Britse (cultuur)historicus Simon Schama ziet hem bepaald niet als een recht belijder der gereformeerde leer; zijn werk én zijn levenswandel lieten een andere kant zien van de grote schilder van zoveel bijbelse werken. In dit blad van 30 maart en 6 april jl. ging ik mede aan de hand van Schama's nieuwste boek in op de vraag naar het gereformeerd gehalte van deze grootmeester van het licht-en-donker, deze vereerder van de barokke Vlaming Rubens.

Voorzichtig plaatste ik vraagtekens bij het 'goed-gereformeerd'-zijn van de Leidse, in Amsterdam werkzame schilder en prentkunstenaar. Zeker, hij schildert tal van bijbelse taferelen, zoals zoveel tijdgenoten dat deden. En met die bentgenoten gaf hij ook veelzijdig de klassieke oudheid weer. Sommige scènes vol naakten en wellustigheden: daar zouden predikanten in zijn dagen wel moeite mee hebben, lijkt me. Kortom, in navolging van Schama zette ik wat vraagtekens bij het gereformeerd christen-zijn van Rembrandt, althans ik vond dat hooggestemde geluiden over hem als dé kunstenaar van de Reformatie wat misplaatst waren.
Natuurlijk, er zijn veel boeken over 'Rembrandt en de Bijbel', er is een prachtig verluchte Rembrandt-bijbel, we zien zijn ontroerende bijbelse tekeningen en prenten. Maar is hij daarmee een gelovige in de zin die wij er graag aan willen geven? Of eisen calvinisten ten onrechte de meester voor zich op? Spannen hedendaagse behoudende christenen, om wat voor reden dan ook, meester Rembrandt te snel voor hun eigen karretje?

Rembrandt-kenners
Er kwamen wat reacties op, onder meer van een (emeritus) predikant en van een journalist kerknieuws. Los van, elkaar betoogden beiden dat ik het boek 'Rembrandts weg tot het Evangelie' van ds. (later dr.) W. A. Visser 't Hooft uit 1956 er niet bij had betrokken. Hij, de latere bekende voorman van de Wereldraad van Kerken, zou overtuigend hebben aangetoond, dat Rembrandts weg wel degelijk in de richting van het christelijk (toen vooral: gereformeerd) geloof en belijden voerde. Ik beloofde toen, nader op deze zaak terug te komen.
Er zijn heel wat auteurs die het gereformeerd-zijn van Rembrandt hebben verdedigd, onder wie theologen en ook wel kunstcritici. Sommigen deden dat met veel kennis van zaken en zonder per se vooringenomen te zijn. Bekende 'rembrandtologen' zijn wel de Duitse protestantse theoloog en kunsthistoricus prof. Chr. L. Tümpel, die aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen doceert en die een omvangrijk boek over Rembrandt schreef. Ook de (gereformeerd vrijgemaakte) kunstenaar en kunstcriticus Willem L. Meijer ziet, met name in de zogeheten Honderdguldenprent, in Rembrandt een zeer gelovig christen-kunstenaar.
Anderen hebben een andere invalshoek en weten, als ze bijv. kunsthistoricus zijn uit een niet-christelijke 'school' en dus haaks staan op geleerden als nu wijlen H. R. Rookmaaker, niet echt raad met de bijbelse boodschap bij Rembrandt. Ieder schept zich om zo te zeggen zijn eigen Rembrandt-beeld. Dat kan ook moeilijk anders.

Christelijk 'kunst-kijken'
Ik 'zie' een andere Chagall dan een orthodoxe jood. Mijn kijk op Vincent van Gogh is een andere dan die van een niet-christen. Kijken is, op zijn minst voor een deel, zien wat je al weet of kent of meent. De reformatorische christen 'ziet' een andere Rembrandt - althans andere facetten van zijn werk - dan een volstrekt ongelovige die geen verwantschap voelt met de door Rembrandt uitgebeelde Christus der Schriften. Zo zal de hervormde predikant Visser 't Hooft een andere Rembrandt voor ogen hebben gehad dan de Brit Schama, wiens geestelijke achtergrond ik niet ken, maar die in elk geval geen gereformeerde geestverwant is van de schilder of van de hervormde oecumenische theoloog. Héél zwartwit gezegd: wie als predikant of als kunstenaar of als gewone 'leek' een bijbelse, christelijke meester Rembrandt wil tekenen, vindt materiaal genoeg. Wie de klassieke oudheid of tamelijk scabreuze scènes wil vinden in het werk van de schilder, kan ook van alles van zijn gading vinden. De sterkte van argumentatie en bewijs moeten overtuigen, niet de vooropgezette mening van de dominee of van de niet-calvinistische kunstcriticus.
Voor ik echter aan het (uit het Frans vertaalde) boek van Visser 't Hooft toekom eerst nog dit. Als bij toeval kreeg ik dezer dagen het boek 'Schilders van het eeuwige' van de Zwitserse theologie-hoogleraar Walter Nigg in handen. Nigg doceerde destijds in Zürich en is ook bij ons vooral bekend geworden van zijn biografieën over ketters, randfiguren van het christendom en bekende heiligen der r.-k. kerk. Zijn boeken als 'Triomf en tragiek van het geweten' en 'Grote Heiligen' zijn nog immer waardevol. Nigg schreef echter ook over de beroemde christen-kunstenaars Matthias Grünewald, Michelangelo, El Greco en Rembrandt. Dat doet hij in 'Schilders van het eeuwige', in 1952 verschenen bij Ploegsma in Amsterdam.

Nigg contra Burckhardt
Aan de bespreking der grote vier gaat een essay over 'De taal der beelden' vooraf. Daarin betoogt hij, dat de kerk der Hervorming veel verlies heeft geleden door de Beeldenstorm en dat Maarten Luther daar ook helemaal geen voorstander van was. Het voert te ver om uitvoerig op dat inleidend stuk van Nigg in te gaan; het houdt zijn waarde in de discussie of christelijke kunstenaars een plaats behoren te herkrijgen in de kerk en de eredienst. Waar het mij vooral om gaat is dit. Nigg laat zien hoe de beroemde 19e-eeuwse cultuurhistoricus Jakob Burckhardt (van 'De cultuur der Renaissance in Italië') weinig ophad met de schilderkunstige kwaliteiten van Rembrandt.
Burckhardt vond hem een autodidact die geen schoonheid kon uitbeelden. 'Als een grillig kunstenaar had hij op zijn "Nachtwacht" de armzaligste figuren geschilderd, die evenzovele mislukkingen waren geworden' aldus Nigg over Burckhardt, die verder meende dat Rembrandt geen perspectief kon weergeven en de anatomie van het menselijk lichaam niet normaal kon uitbeelden. Kortom, Burckhardt liet geen spaan heel van het artistieke bij Rembrandt die twee eeuwen vóór Burckhardt leefde. De 19e-eeuwer sprak trouwens slechts hardop uit wat men (de cultuurwereld) in zijn dagen van de Amsterdamse meester vond.
Nigg benadrukt, dat Burckhardts visie voor onze tijd niets meer betekent. Nigg: Rembrandt heeft ook in godsdienstig opzicht wel een en ander begrepen, wat de gemiddelde mens onbekend is gebleven. Nigg valt Vincent van Gogh bij, die 'iets van het Evangelie in Rembrandt' opmerkt en die zegt: 'Men kan niet echt van Rembrandt houden zonder te weten, dat er een God bestaat' .

'Geen confessioneel christen'
Nigg zegt, dat Rembrandt alleen kan worden begrepen vanuit het beslissende godsdienstig standpunt. Van Gogh zag dat in, aldus Nigg. De Zwitser vindt ook, dat je Rembrandt niet mag bekijken 'zoals het arme kunstlievende publiek het in museumzalen doet', want dan ontgaat je de 'openbaring' zoals ook Grünewald die beleefde. Nigg steunt Van Gogh helemaal en zegt, dat geen enkel middeleeuws altaarstuk inniger en vuriger vroomheid tentoonspreidt dan de bijbelse schilderingen van Rembrandt.
Nigg meent zelft: 'Evenals bij de grote heiligen der christelijke kerk is de nabijheid van het Goddelijke hier tastbaar waar te nemen' en 'in Rembrandts schilderijen leeft en klopt het religieuze element met een intensiteit die moeilijk kan worden overtroffen (...)'. Welnu, dat lijkt in de buurt te komen van wat gereformeerden in ruime zin vinden van de meester-schilder. Maar Nigg vervolgt wél, dat Rembrandts godsdienstigheid vol van innige menselijkheid is. Nigg zegt letterlijk: 'Rembrandt was geen confessioneel christen, die dogmatische begrippen opstelde (...). Hij was tot in het diepst van zijn wezen vervuld van godsdienstige gevoelens. Als nauwelijks enig ander schilder heeft hij het eeuwige geheim in alle dingen gespeurd; hij brengt de mens voortdurend tot aan de grens, en bij hem breekt altijd weer het bovennatuurlijke door. Zijn kunst wekt volgens Van Gogh een besef van het bestaan van God', aldus Nigg.
Hij noemt Rembrandt ook een der krachtigste godsdienstige machten naast Pascal, Jakob Böhme, Angelus Silesius en Paul Gerhardt en Nigg houdt hem voor 'een van de meest intens levende christenen van de wordende Nieuwe Tijd', voor 'Gods uitverkoren werking'. 'In zijn kerkelijke dakloosheid belichaamt Rembrandt de levenshouding, die in direct contact staat met God, zonder aan de overgeleverde vormen vast te houden.' Nigg komt met Van Gogh als metgezel tot 'een nieuwe visie op Rembrandt, die ons leert hem te zien als een van de onontbeerlijkste reismakkers op de weg naar het opnieuw beleven van het Goddelijke', zo benadrukt deze Zwitserse theoloog.

Innerlijk licht
Zijn betoog liegt er niet om: Rembrandt is niet gereformeerd, maar een Godsgezant met een nieuwe wijze van geloven, die van het innerlijk licht of het ondogmatisch christendom. De ketterspecialist Nigg noemt hier niet Jean de Labadie en zijn sekte noch andere 17e-eeuwers van de vrije geest, maar hij acht de schilder zo ongeveer een hemelbode met penseel en etsnaald, ver verwijderd van het domatisch christendom van zijn tijd.
De woorden waarmee Nigg over Rembrandt spreekt herinneren aan de taal van zijn grote godsdiensthistorische tijdgenoten, zoals Mircea Eliade en vooral Rudolf Otto over het heilig en eeuwige. Niet voor niets heet een onderdeel van Niggs stuk over Rembrandt 'Het heilige in het profane', een bijna letterlijke ontlening. Verder heeft hij het over 'De innerlijke mens', 'De matafysica van het licht' en 'Het ontraadselde geheim'. Nigg noemt het ook de grote waarde van Rembrandt, dat hij het Oude Testament niet meer, zoals Luther, helemaal zag vanuit het Nieuwe, dus christologisch, maar geheel in de eigen eerste betekenis van het Oude Verbond.
Op tal van wijzen illustreert Nigg aan Rembrandts werk hoe gelovig hij was, maar ook hoe anders-gelovig dan zijn dogmatische tijdgenoten, en hoezeer hij de diepten der ziel wist weer te geven. Het is duidelijk: men kan Nigg - ook gezien zijn literatuuropgave - geen onkunde verwijten. Hij is niet zo maar een theoloog die vroom de kunstenaar in bescherming meent te moeten nemen tegen ongodistische interpreten als Burckhardt of andere kunstcritici. Maar de christen die Nigg ons voorhoudt is meer een ketter (en tevens een heilige), zoals we die in Niggs andere boeken over de terugkerende pelgrims en de miskende ketters met zoveel sympathie vinden neergepend.

Ook Niggs visie deugt
Nigg in Zürich: was hij een zwingliaan? Mogelijk. In elk geval geen steile calvinist en zijn visie op Rembrandt is navenant. Heeft hij nu ook méér gelijk dan pakweg Schama of ook de wél gereformeerde Willem Meijer, die elk geheel andere Rembrandt-beelden aanschouwen? Dat kun je zo niet zeggen. Wél vind ik Niggs visie ook een halve eeuw na dato zeer de moeite waard. Ik ben geneigd om hem ten dele bij te vallen, met name voor dat ondogmatisch christendom. Maar ook dan nog blijven er genoeg argumenten over van hen die vraagtekens stellen bij (de aard van) Rembrandts christen-zijn.

Apeldoorn               H. H. J. van As

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Hoe gereformeerd was Rembrandt?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's