Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De aanbidding van de herders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De aanbidding van de herders

Verbeelding van het kerstevangelie

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Exegese met de penseel. Naast de bijbelkring houden we in de Hillegondakerk in Rotterdam-Hillegersberg ook een kring waar we gedichten lezen, alsmede een kring waar we schilderijen en etsen van bijbelse geschiedenissen nader bekijken. Staande in de calvinistische traditie voel je bij het laatste enige aarzeling. In Zondag 35 van de Heidelbergse Catechismus, de zondag over het tweede gebod, worden afbeeldingen, anders dan in de lutherse traditie, immers ook als 'boeken der leken' afgewezen. De Heidelberger kiest duidelijk voor de levende verkondiging van het Woord. Ik wil daar niets op afdingen. Het geloof is uit het gehoor. Het doel van deze kring is voor mij om, door de ogen van een kunstenaar, de bijbelse boodschap door te geven. Daarbij hoop ik ook hen, die wel interesse hebben in kunst, maar niet zo vertrouwd zijn met de bijbel, met het evangelie in aanraking te brengen. Blijkens de grote belangstelling voor de tentoonstelling over 'Jezus in de Gouden Eeuw', die momenteel in de Kunsthal in Rotterdam te zien is, leek mij dit een goed middel. Wanneer we een schilderij of ets nader bezien blijkt nogal eens dat een kunstenaar het bijbelverhaal goed heeft gelezen. Het is dan een verrassende exegese met een penseel. Op die manier gaan ook voor hen, die vertrouwd zijn met de Schriften soms bepaalde passages meer leven. Bij velen onder ons is de Rembrandtbijbel bekend en recentelijk wellicht ook de Chagallbijbel, alsmede het boek 'Eindelijk Thuis' waarin Henri Nouwen het schilderij 'De terugkeer van de verloren zoon' van Rembrandt op indrukwekkende wijze beschreef. Via symbolen wordt de betekenis van een geschiedenis vaak treffend onderstreept. Evenals bij het lezen van gedichten kom je bij het bekijken van etsen of schilderijen soms op gedachten, die de dichter of schilder bedoeld of niet bedoeld heeft, maar die in het licht van de bijbelse boodschap wel opmerkelijk en verdiepend zijn.
De aanbidding van de herders. Rembrandt schilderde het werk 'de aanbidding van de herders' in 1646. Dat wil zeggen na de dood van zoon Rumbertus, dochter Cornelia en echtgenote Saskia. De werken na deze donkere periode in zijn leven zijn minder weelderig dan die ervoor. Opvallend is in dit schilderij dan ook de eenvoud. Geen engelen, geen hemelse muziek, maar de aardse werkelijkheid van gewone mensen in een donkere stal. Het doet je aan de zin denken, dat we Christus niet genoeg in het vlees kunnen trekken. Het Woord is immers vlees geworden. De donkere, niet al te fraaie stal valt dus op. Het is een werkplaats, waar touwen hangen en ladders staan. De stal ademt de duisternis van de nacht en de sfeer van de wereld in de greep van de schuld, het leed en het kwaad. In deze duisternis wordt onze aandacht gericht op een groep mensen. Ze staan dicht bij elkaar. Ze staan vooral in het licht dat van het Kind in de kribbe uitgaat. Al omscheen de heerlijkheid des Heeren de herders eerder, namelijk in de velden van Efrata. Hier lijkt dat weer het geval. 'Het volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien.' Het licht dat van het kind uitgaat, zet hun gelaat in een gloed. Dat doet aan Mozes denken, wiens aangezicht glansde na de ontmoeting met God. Rechts wenden twee herders zich tot elkaar om te praten. Onder knielt een jongen om zijn hond vast te houden. Naarmate herders dichterbij het stralende kind komen wordt de eerbied groter. Maria houdt de hand op haar borst. Je kunt hierbij denken aan het bewaren van de woorden in haar hart.

De herders
Volgens kunsthistorici is het opmerkelijk, dat de aanbidding van de herders wordt afgebeeld. De eeuwen tevoren sprak vooral de aanbidding van de wijzen of koningen tot de verbeelding. Met name over hun komst met geschenken zijn veel werken geschilderd. De belangrijkste Antwerpse meester uit de zeventiende eeuw, Peter Paul Rubens, schilderde voor het stadhuis van Antwerpen een imposant stuk met dit onderwerp. De nederigheid van de koningen moest dienen als voorbeeld voor Europese machthebbers. Pas in de vijftiende en zestiende eeuw begon men de herders zelfstandig af te beelden. Daarvoor speelden zij geen rol of stonden meer op de achtergrond. Het weergeven van de aanbidding van de herders door Rembrandt getuigt ook van het volgen van de bijbelse beschrijving. Op veel taferelen worden het evangelie van Lucas en dat van Mattheüs ineengeschoven. Mattheüs, vooral geroepen om voor Israël te schrijven, spreekt van wijzen uit het Oosten, als representanten van de volken. Lucas, geroepen om voor de volken te schrijven, verhaalt van de joodse herders. Dat heeft iets heilzaam tegendraads. Israël moet weten dat Christus ook de Heiland der wereld is. De volken moeten weten dat het heil uit de joden is. Rembrandt volgt de bijbelse lijn door alleen de herders af te beelden.
Het ontbreken van de os en de ezel. Hoewel het Lucasevangelie er geen enkele aanleiding toe geeft, werden zeker al vanaf de vierde eeuw op vrijwel alle schilderijen van het kerstgebeuren, de os en de ezel afgebeeld. Men had daar een bepaalde bedoeling mee. Het was meer dan een opluistering van het geheel of een benadrukken van de armoedige omstandigheden waaronder Jezus geboren werd. Sommigen denken aan de vervulling van de profetie van Habakuk. In Habakuk 3 vers 2 las men volgens de Septuagint, de Griekse vertaling van het Oude Testament: 'In het midden van twee dieren zult u gekend worden'. Ook wordt een lijn getrokken naar de schepping. Heel de schepping is betrokken bij de geboorte van Christus. Niet alleen mensen maar ook dieren. Vooral zag men vanouds er een vervulling in van Jesaja 1 vers 3. Daar staat: 'Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib zijns heren, maar Israël heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet'. Wanneer je het vanuit deze tekst verstaat zijn er meerdere mogelijkheden. Men kan het zien als een omkeer van Israël. Nu Christus geboren is, staan os en ezel erbij als een teken dat Israël, de herders, tot geloof in Christus kwamen. Later werd het afbeelden van os en ezel vooral een stil verwijt richting Israël. Hoewel de os zijn bezitter kent en de ezel de krib van zijn meester, verstaat Israël niet wat hier gebeurt. Dit was ook in de lijn van sommige kerkvaders. Het kwam dan ook wel voor, dat de os, als het reine dier, symbool werd voor Israël, terwijl de ezel, het onreine dier symbool stond voor de volken. Ook de koppigheid van de ezel was veelzeggend. Later beeldde men beide dieren af, als geknield en met hun adem het Christuskind verwarmend. Dit als een teken van de zorg van God. Een moderne uitleg aangaande os en ezel las ik ergens vanuit een woordspeling op grond van het Hebreeuws. Voor os en ezel, staat er 'schor we chamor'. Kerst is dan het feest voor het schorriemorrie. Rembrandt beeldt anders dan velen voor en na hem, de os en ezel niet af.
De herder met de lantaarn. Mijn aandacht werd vooral getrokken door de herder met de lantaarn in de hand. Op veel werken uit de Middeleeuwen is Jozef afwezig. Rembrandt volgt de beschrijving van Lucas. Zij kwamen met haast en vonden Maria en Jozef en het Kindeke liggende in de kribbe. Er zijn ook taferelen waarop Jozef wordt afgebeeld met een lantaarn. Hier staat een herder met een lantaarn in de hand. Het licht diende, op meerdere werken, om de stal te verlichten. Hier is dat niet het geval. Volgens een oude traditie van symboliek en allegorie verbeeldt het licht van een kaars of lantaarn, het aardse licht. De donkere stal wordt echter niet verlicht door de lantaarn, maar door het licht van God in Christus. Daarbij vergeleken vormt het licht van de lantaarn een flauw schijnsel.
'Der tolle Mensch'. Wanneer het licht van een kaars of lantaarn op oude schilderijen symbool is voor het aardse licht komt mij bij het kijken naar dit werk van Rembrandt, als mens van de 21e eeuw het verhaal van Friedrich Nietzsche in gedachten. In zijn 'Der tolle Mensch' vertelt deze filosoof van een man, die op klaarlichte dag de markt opgaat met een brandende lantaarn. Dat is op zich al merkwaardig. Op klaarlichte dag hoef je immers geen lantaarn te ontsteken. Blijkbaar ervaart deze man de klaarlichte dag niet als zodanig. Hij roept bovendien uit: 'Ik zoek God, ik zoek God!' Omdat op de markt een massa mensen staan, die niet in God geloven verwekt hij grote hilariteit. De man met de lantaarn is ontsteld van de spottende woorden om zich heen. Hij vraagt zich af of de mens die God kwijt is niet dwaalt door een oneindig niets en de leegte ons niet aangrijnst. De mensen op de markt ervaren het blijkbaar anders. Over de vraag van de 'tolle Mensch' tobben zij in het geheel niet. Het is toch klaarlichte dag. Ik vind dat een actueel en herkenbaar verhaal.' Het is het beeld van de moderne mens, die leeft als is er geen God. Hij vertrouwt volkomen op het licht van het menselijk verstand. Met kerst steken velen kaarsen aan en komt een talrijk aantal vanwege gevoelens van nostalgie en om de sfeer in de kerk. Het kan zijn, dat er iemand komt, die tegen de stroom van de tijd, op zoek is naar de levende God. Iemand, die anders dan velen die aan de nood voorbijgaan, deze tijd niet ervaart als klaarlichte dag, maar als duisternis. Iemand, die tevens ontdekt heeft, dat met al ons aardse licht, de duisternis van leed en zonde niet verdreven kan worden. Hem of haar zie ik afgebeeld in die ene herder, op enige afstand nog, die een lantaarn draagt en in Christus het licht der wereld vindt. Hopelijk is het niet alleen die ene, maar zijn het er velen. Moge bovendien, de blijdschap over het evangelie van Jezus Christus, het licht in de duisternis, van het gelaat van hen, die het echt gehoord en verstaan te lezen zijn. Hij die het licht der wereld is, zei immers ook: 'Gij zijt het licht der wereld'. Dat als de weerglans van Wie Hij voor ons is.

Rotterdam-Hilligersberg         D. M. van de Linde

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2000

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De aanbidding van de herders

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2000

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's