Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen Pascha en Pasen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen Pascha en Pasen

HET LAATSTE AVONDMAAL

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pascha
'Wat onderscheidt deze nacht van alle andere nachten?'
Dat is in elke paasnacht de vraag van het jongste kind. De paasmaaltijd wordt gegeten. De grote daden van God worden herdacht: Hij heeft Zijn volk uitgeleid. En dan is het tijdstip aangebroken dat het jongste kind zijn vraag stelt. En vader begint uit te leggen. Hij vertelt over de verlossing uit Egypte: de harde slavendienst, de wrede Farao, de bittere kruiden, de ongezuurde koeken, het bloed van het lam aan de deurpost, de engel van de dood en dan ten slotte het hoogtepunt: de bevrijding door God Zelf.
Maar, de joodse vader vertelt het op zo'n manier dat het niet alleen geschiedenis is. Het is alsof iedereen die 'het brood der ellende' aan de paasmaaltijd eet, er direct bij betrokken is: een slaaf, vol spanning als de engel van de dood voorbij komt en een grote blijdschap zodra de verlossing aanbreekt. 'In elk geslacht is de mens verplicht zichzelf te zien, alsof men zelf uit Egypte was getrokken'. De spanning van deze 'nacht der nachten' wordt intens meebeleefd. Aan het eind van de paasmaaltijd wordt ervan gezongen, als de lofzang, het hallel wordt gezongen:

'Ik werd benauwd van alle zijden
En riep de Heer' ootmoedig aan.
De Heer' verhoorde mij in het lijden
En deed mij in de ruimte gaan'.

Vader vertelt dus zo dat iedere Israëliet zichzelf beschouwt als verlost uit het diensthuis. Zo worden Gods grote daden herdacht. Maar vader vertelde ook op zo'n manier dat iedere Israëliet leerde uitzien naar de grote daden van God van verlossing en bevrijding die nog komen: de Messias, de Verlosser, de Beloofde der vaderen.
De paasmaaltijd begon met het zingen van de Psalmen 113 en 114. De eerste twee psalmen van de lofzang: het hallel. Zo begint Psalm 113, zo begint de paasmaaltijd: 'Halleluja! Looft, gij knechten des HEEREN! looft de Naam des HEEREN.' En Psalm 114: 'Toen Israël uit Egypte toog, ... zo werd Juda tot Zijn heiligdom, Israël Zijn volkomen heerschappij'. Na deze eerste twee psalmen volgde het vullen van een beker met wijn. Daarover sprak de vader van het gezin de zegen uit. De beker ging rond, ieder dronk er uit. Daarna werden de bittere kruiden rondgedeeld. Ze waren een herinnering aan de bitterheid van de verdrukking van het volk in Egypte. Dan volgde de vraag van het kind en de vader vertelde de geschiedenis van de uittocht uit Egypte. De beker met wijn werd weer gevuld, opnieuw werd de zegen er over uitgesproken en de beker ging voor de tweede keer rond. Daarna werden de matses, de ongezuurde broden, door de vader gebroken en rondgedeeld. Dit 'brood der ellende' herinnerde aan de laatste maaltijd in Egypte waar geen tijd meer was om het deeg te laten rijzen. Na dit brood volgde het eten van het geslachte en gebraden Paaslam. Het was teken van het lam dat in Gosen was geslacht en waarvan het bloed aan de deurposten was gesmeerd. Daar, waar de engel van de dood het bloed aan de deur zag, ging hij voorbij. Pascha: feest van de uittocht, feest van de voorbijgang. Voor de derde keer werd de beker gevuld en rondgegeven. Deze beker droeg een naam: 'de beker der dankzegging' of, 'de beker der lofprijzing'. Met het zingen van de Psalmen 115-118 werd de paasmaaltijd afgesloten: 'Looft de HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid'. Ten slotte ging voor de vierde keer de beker rond. Dat maakte deze nacht zo bijzonder, zo anders dan andere nachten.

De nacht van Jezus' verraad
'Wat onderscheidt deze nacht van alle andere nachten?'
In deze nacht vierde ook Hij met Zijn discipelen het Pascha. Als 'Zoon van Abraham, Izak en Jakob' herdacht Hij met zijn volk de daden van verlossing door Zijn God en Vader. Gods inzettingen waren Zijn gezangen, Zijn vreugde. De Heere gaat Zijn sterven tegemoet. Daar is Hij Zichzelf ten volle van bewust: 'De Zoon des mensen gaat wel heen gelijk van Hem geschreven is...'. Maar eerst herdenkt Hij met Zijn discipelen Gods grote daden van bevrijding. Straks overvalt grote droefheid en intense angst Hem. Maar, er is meer bij Hem. Er is ook Zijn diepe geestelijke kracht om in deze momenten het Pascha te vieren, het feest van de verlossing van Gods heilig volk, Zijn eigen volk. En Hij zong de psalmen van Israël, Zijn eigen psalmen. Hij zong met het oog op de historie. Maar wat klonken ze in deze momenten in Zijn mond anders. De Heiland zingt over: banden van de dood, angsten der hel, benauwdheid en droefenis. Aan de paasmaaltijd klonk deze psalm anders dan anders. Er waren gedachten aan de tijd in Egypte, de slavendienst. Maar in deze nacht, uit Jezus' mond klonken ze ook als een profetie. Nog even en banden van de dood, angsten van de hel, benauwdheid en droefenis overvallen deze Knecht des Heeren. En even later zal Hij zingen over: 'De dood van Zijn gunstgenoten'. Nooit klonk het hallel als in deze nacht der nachten uit Christus' mond. Zong Hij de weg van Israël, Zijn volk uit, Hij zong evenzeer Zijn eigen weg uit. Niet minder waren de bittere kruiden en het brood der ellende voor Hem de tekenen van de bitterheid van Zijn lijden en sterven dat aanstaande is. En dan het Paaslam. Is Hij niet het Lam van God dat de zonde van de wereld draagt? Wordt Hij niet als het Paaslam deze nacht geslacht, geofferd om de zonde? Alleen daar gaat de engel van de dood voorbij waar het bloed van dit Paaslam aan de deurpost is aangebracht. Hij is het Lam dat bij uitstek Zijn leven geeft op het altaar van het kruis.
Het Pascha was voor Hem historie en profetie. Dat maakt deze nacht zo bijzonder, zo anders dan andere nachten.

Het laatste Avondmaal
Wat onderscheidt deze nacht van alle andere nachten?
Tijdens  de viering van het Pascha waar Jezus de plaats van de vader in het gezin ineenmt is er ineens dat bijzondere, dat schokkende moment. het is ongehoord, volkomen nieuw. Wanneer Christus uitlegt wat er in het Pascha gebeurt dan verwijst Hij niet naar het verleden en ook niet naar de toekomst: de Messias Die nog komen moet. Hij verwijst naar... Zichzelf. In Hem is en wordt vervuld wat in Israël van het ene geslacht op het andere wordt doorverteld. Hij zegt: dit brood is Mijn lichaam. Ik ben het brood dat voedt én leven geeft. En van de wijn, de beker van de dankzegging, zegt Christus: dit is het nieuwe verbond in Mijn bloed. In koninklijke en profetische volmacht neemt Jezus brood en wijn uit de joodse paasmaaltijd en stelt ze tot teken en zegel van het vernieuwde verbond in Zijn bloed. Bij twee aspecten uit de joodse paasmaaltijd sluit Jezus Zich dus aan: het breken én rondgeven van het brood en het rondgeven van de derde beker: de beker van de dankzegging. En van deze twee aspecten zegt Hij Zijn gemeente: 'Doet dit tot Mijn gedachtenis'. Het gebroken brood en de vergoten wijn zijn de tekenen en zegelen van Hem Die Zijn lichaam laat breken op het kruis, Die zijn bloed stort op het kruis tot een volkomen verzoening van al onze zonden. En iedere keer als we het Heilig Avondmaal vieren, klinken deze woorden over Zijn gebroken lichaam en vergoten bloed.
Het troost ons intens en diep. Deze tekenen en zegelen brengen ons Jezus' offer in herinnering: Hij voor mij, daar ik anders de eeuwige dood sterven moest. Daarna is iedere bloedstorting onnodig, ten principale voorbij. Het enige offer is gebracht. En aan dat offer worden we herinnerd, naar dat offer terugverwezen. Daarom slachten wij geen paaslammeren meer. Het Lam is geslacht, de prijs is betaald. De apostel schrijft ons: 'Ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus'. Dat maakt deze nacht zo bijzonder, zo anders dan andere nachten.

Verbond
'Wat onderscheidt deze nacht van alle andere nachten?'
Pascha, feest van bevrijding en verlossing. 'Ik ben de HEERE UW God, Die u uit Egypte, uit het diensthuis uitgeleid heb'. Ja, dat is het grote geheim van deze nacht. God leidt het volk uit. Beter: God leidt Zijn eigen volk uit. En daar herinnert de wet van het verbond aan. 'Ik ben de HEERE, uw God...'. Het Pascha herinnert het volk aan Gods heilig verbond, aan de trouw van God, de trouw van Zijn verbond. Met Abraham, Izak en Jakob was het begonnen en de Heere gedenkt aan Zijn verbond. Het Pascha is er teken en zegel van. En het geslachte lam was een herinnering: ieder verbond rust in bloed.
Daarom horen we in grote verwondering de woorden van Jezus als Hij de beker neemt: 'Dat is Mijn bloed, het bloed van het Nieuwe Testament, hetwelk voor velen vergoten wordt'. Anders gezegd: 'Dit is het bloed van Mijn verbond, dat door velen vergoten wordt'. Als we nog nauwkeuriger vertalen, staat er: 'Dit is Mijn bloed van het verbond'. Heilig Avondmaal als teken en zegel van Gods verbond dat rust in het bloed van het Lam van God.
Het verbond dat God sloot met Abraham, Izak en Jakob wordt opnieuw gefundeerd in het offer dat Jezus brengt op het kruis. In Hem is Gods verbond, Gods liefde en trouw geconcentreerd. En in de tekenen van brood en wijn, tekenen en zegelen van Gods verbondstrouw, bevestigt God Zijn liefde en trouw aan ons: 'Ik ben, om Christus' bloed, uw God. Ik heb mijn verbond met u opgericht. Ik ben uw God en u bent Mijn volk, u bent van Mij'.
Dat maakt deze nacht zo bijzonder, zo anders dan andere nachten.

De schemer van Pasen
'Wat onderscheidt deze nacht van alle andere nachten?'
Door deze nacht breekt de schemer van Pasen: nieuw leven, levenslicht. Christus zong ervan met de psalmen aan de paasmaaltijd:
'Ik zal wandelen voor het aangezicht van de HEERE, in de landen der levenden' (Ps. 116).
'Ik zal niet sterven, maar leven; en Ik zal de werken des HEEREN vertellen' (Ps. 118).
Pascha: het feest van de grote daden Gods.
Pasen: het feest van de bekroning van al Gods grote daden.
Pascha: de engel van de dood gaat voorbij.
Pasen: de dood is verslonden tot overwinning.
Pascha: de nacht van bevrijding uit Egypte.
Pasen: de nieuwe morgen van bevrijding en verlossing uit al de machten van de dood.
Pasen rust in het Pascha. Daar maakte de Heere een nieuw begin. De nieuwe geboorte van Israël als volk.
Het volk trok uit onder het teken van het geslachte Lam. Zo ging het de vrijheid tegemoet. En met Pasen horen we de stem van het Lam dat is geslacht: 'Ik leef en gij zult leven'. Opnieuw geboren zijn de Zijnen tot een levende hoop door Zijn opstanding uit de doden.
Reden om met het hallel mee te zingen:
'De Steen, die de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden' (Ps. 118).

Christus gaat door de dood heen. Hij legt Zijn leven af en heeft macht het weer op te nemen.
Hij weet ook van Zijn opstanding. Jesaja schrijft over de lijdende Knecht van de Heere: 'Hij is uit de angst en uit het gericht weggenomen'. Luther merkt op: 'Jesaja schrijft hier over het lijden en over de opstanding van Christus'. Het lijden: de angst en het gericht. Maar Hij is er ook uit weggenomen. Door Zijn Vader is Hij er uitgetild. De eerste stralen van de paasmorgen. Door de angst en het gericht is Hij heengegaan: ten volle. Angst en gericht hadden en hebben niet het laatste woord voor Hem noch voor de Zijnen. gericht hadden en hebben niet het laatste woord voor Hem noch voor de Zijnen.
Hier komen we bij een ander perspectief van het Heilig Avondmaal. Wij gedenken de dood van Christus omdat Hij de Levende is. We gedenken Hem omdat Hij dood en graf heeft verslagen. De gerechtigheid Die Hij door Zijn dood voor ons verworven heeft deelt Hij ons uit als de Opgestane. De Heilige Geest versterkt ons in het geloven als het brood voor mijn ogen gebroken wordt, als de wijn uit de kan in de beker wordt gegoten. En voor mijn ogen wordt het uitgeschilderd: 'Ik voor u, daar u anders de eeuwige dood moest sterven'. Maar, die troost heb ik slechts in het geloof omdat Hij de Opgestane is. Stel, dat Hij in de dood was gebleven... Ik moet er niet aan denken, ik huiver. Maar het is Pasen geweest, Hij leeft. We gedenken de dood en het offer van de Levende! Het Lam dat is geslacht staat!
'Doet dat tot Mijn gedachtenis'. We gedenken Hem als het heilig Godslam. Achter Zijn kruis ligt Zijn open graf.
We blijven op Goede Vrijdag of tijdens de viering van het Heilig Avondmaal niet steken in het sterven van de Zaligmaker. We gedenken Zijn dood in het heilig besef en in de diepe vreugde dat Hij de Opgestane is. Op de paasmorgen kuste Zijn Vader Hem wakker uit de dood. En in dat perspectief zong de Heiland aan de paasmaaltijd over lijden én overwinning. En in dat perspectief stelde Hij het Heilig Avondmaal in.
Dat maakte deze nacht zo bijzonder, zo anders dan alle andere nachten.

G. D. KAMPHUIS, AMSTELVEEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 2001

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Tussen Pascha en Pasen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 2001

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's