De Heilige Geest: getuigen

Pinksteren ligt weer achter ons. Wat hebben wij voor ons persoonlijk geestelijk leven ervan overgehouden? Die vraag mag best gesteld worden, want Pinksteren is het feest van de oogst. Profeten en psalmisten knopen daar steeds weer bij aan: d'algoede God zij ons genadig en zegene ons met overvloed. Het is de vraag of er nog wat te oogsten valt. Daarvoor moeten we maar niet teveel om ons heen kijken. Misschien is er in onze gemeente sprake van een geestelijke opleving, misschien zien we met verdriet in ons hart dat onze gemeente polariseert en seculariseert. Hangen die twee ergens met elkaar samen? Maar daar gaat het nu niet om. Is er voor God bij ons nog iets te oogsten? Daar kunnen we kort over zijn. Hij zal bij ons niets vinden wat Hem behaagt als Hij dat niet eerst Zelfheeft geplant en opgekweekt. Maar dat is onnoemelijk veel. Ook daarvan zingen de Psalmen: is er op het land een handvol koren, het zal ruisen als de Libanon. In het Nieuwe Testament wordt het werk van God de Heilige Geest geconcretiseerd in een reeks kernbegrippen. We kiezen er voor de komende weken vier uit. Het zijn 'getuigen', 'vuur', 'kerk' en 'onderpand'.

Na de eerste viering van het avondmaal heeft de Heere Jezus met Zijn discipelen een lang gesprek over de dingen die gaan gebeuren. Daarin staat de komst van de Heilige Geest centraal. De Heiland noemt Hem de 'Trooster'. Is de Heilige Geest er alleen voor mensen met verdriet? Dat zeker óók. Dat kan verdriet zijn omdat één die je lief en dierbaar was, is overleden. Dat kan ook geestelijke droefheid zijn omdat je God mist en Hem niet missen kunt. Dan mogen we elkaar bemoedigen. Want het is nog altijd waar: Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht. Maar in Johannes 14 tot 16 heeft de Heere Jezus het helemaal niet over verdriet. Dat zal er alleen maar heel zijn in de korte tijd dat de discipelen Hem niet zullen zien tussen Zijn kruisdood en opstanding. Maar met Pasen is dat al weer over. Dan is die droefheid omgeslagen in blijdschap. Die blijdschap blijft, ook na Jezus' Hemelvaart. Daarmee sluit Lucas zijn Evangelie zelfs af. Het moet dan nog wel Pinksteren wórden. Pas daarna begint het grote werk van de Trooster. Hoe zit dat?

'Trooster' is de vertaling van het Griekse woord 'Paracleet'. Letterlijk betekent dat iemand die erbij geroepen wordt. Dat is bij een proces voor de rechtbank de advocaat. Het is dus iemand die voor je opkomt, jouw voorspraak wil zijn. De vraag is nu voor wie de Heilige Geest opkomt. Voor Jezus' discipelen? Voor het volk van God? Voor ons? Uit het tekstverband blijkt dat de Heiriend lige Geest in de eerste plaats opkomt voor Christus! Hij is de Geest der waarheid. Hij zal de waarheid getuigenis geven. Deze waarheid: de Heere Jezus is het Brood des levens, is de Goer de Herder, is de Opstanding en het Leven. Al de 'Ik ben'-woorden uit het Evangelie van Johannes kunnen hier worden opgesomd. Zij herinneren aan Gods openbaring bij de Horeb: Ik zal zijn Die Ik zijn zal, of Ik ben Die Ik ben. Ik ben er - dat is Gods NAAM, Zijn EER, Zijn HEERLIJKHEID die altijd en overal de doorslag geeft, in het diensthuis Egypte, in de Babylonische ballingschap, in nood en dood. De Heilige Geest komt op voor de Heere Jezus in een wereld die niets van Hem wil weten, die Hem haat (vs. 18), die roept: kruist Hem, kruist Hem. Dat is de missie van de Geest: getuigen! Dat wordt door de kracht en in de kracht van die Geest de missie van de discipelen. Zij worden apostelen: En gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest (vs. 27). Getuigen is dus geen verhaal vertellen, maar een verklaring afleggen: dit heeft Jezus vanaf het begin van Zijn optreden gezegd en gedaan. Dit is de waarheid en niets anders dan de waarheid: wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid. De Heere Jezus is de Waarheid in persoon. Hij is Gods genade in persoon.

De Heilige Geest is de Trooster. Hij komt in de wereld op voor Christus. Hij verdedigt met kracht het Evangelie datjezus is de Christus. Deze 'Advocaat' verdedigt Zijn 'Cliënt' met succes. Want tegen alle haat van de wereld in is daar het geloof dat de wereld overwint. Maar de Trooster wil ook onze Helper zijn. Zo heet in het Oude Testament de man die het voor je opneemt bij een rechtszaak. De Heiland zegt: Ik zal u geen wezen laten (14 : 18). Het verdrietigste voor weeskinderen in die tijd is dat zij geen rechtsbescherming genieten. Ze vervallen in slaverij.

Wat hebben wij de Heilige Geest nodig als Trooster. Want God heeft een zaak tegen ons. Hij dagvaardt ons: Adam, waar zijt gij? Het is onvoorstelbaar wat wij willens en wetens hebben gedaan en nog steeds doen. Wij hebben met God gebroken en zijn bezig heel de wereld mee te slepen in onze val. Het bewijsmateriaal tegen ons stapelt zich nog dagelijks op. Maar Christus als de Goede Herder heeft Zijn leven voor ons gegeven. Daar loopt dit gesprek na het avondmaal

ook op uit. Jezus bidt nog het hogepriesterlijk gebed en dan gaat Hij het kruis tegemoet. Toen heeft Christus het voor mij opgenomen op Golgotha. Hij heeft voor al mijn zonden volkomen betaald en mij uit alle heerschappij van de duivel verlost. Hij is mijn Borg. Nog steeds neemt Hij het voor mij op, want Hij is nu in de hemel onze Voorspraak bij de Vader.

De Heilige Geest is de andere Helper. Want die Geest komt met onze geest getuigen dat wij kinderen van God zijn. Laten we dat getuigenis van de Heilige Geest nu niet weerspreken! Laten we ons nu niet verleiden tot het afleggen van een tegenstrijdige verklaring maar ons houden aan de waarheid die in Christus Jezus is. In verbondenheid met Hem door een waar geloof. Door Hem en in Hem zijn we geen slaven meer, maar worden wij aangenomen als Gods lieve kinderen. Dan zijn we erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus. Die waarheid maakt ons vrij. Wij worden uitgeleid uit het diensthuis van zonde en dood. Het land van belofte komt al in zicht. Dankzij dat getuigen van de Trooster. Dat getuigenis blijft recht overeind staan ondanks alle aanvechtingen.

Op dat getuigenis van de Heilige Geest is nu mijn enige troost in leven en sterven gebaseerd. Dat woordje 'troost' uit zondag 1 van de catechismus heeft iets van het Engelse 'truth' dat 'waarheid' betekent. De Trooster leert mij de waarheid te zeggen. Nu mag het hoge woord eruit: ik ben niet meer van mijzelf maar van mijn trouwe Zaligmaker Jezus Christus.

H. J. DE BIE, HUIZEN

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen