Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gelijkenissen des Heeren [2]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gelijkenissen des Heeren [2]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze keer ivil ik met u nadenken over de vraag hoe we de boodschap van de gelijkenissen in het onderwijs van de Heere Jezus Christus op het spoor kunnen komen.

Het Koninkrijk Gods

Gelijkenissen waren een onderdeel in de prediking van de Heere Jezus Christus. Nauwkeuriger gezegd: gelijkenissen waren een onderdeel in de prediking van het Koninkrijk Gods. Gelijkenissen handelen over dit centrale punt in de prediking van de Heiland. Het gaat in gelijkenissen over de wording van het Koninkrijk Gods, en over haar wezen. Ze spreken over de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen (Matth. 13 : 11); maar ook over het horen en verstaan van dat Woord des Koninkrijks (Matth. 13 : 19). En voortdurend begint de Heiland Zijn onderwijs met woorden als 'Alzo is het Koninkrijk Gods gelijk aan...'. Gelijkenissen maken duidelijk wie er bij dat Koninkrijk horen en hoe mensen zich ernaar hebben te gedragen. Gelijkenissen worden verteld om het volk te confronteren met het karakter van het Koninkrijk Gods en om hen aan te sporen dat Rijk van God te zoeken; om dat binnen te mogen gaan. De verschillende gelijkenissen belichten eenieder op haar eigen manier een bepaald aspect van het Koninkrijk Gods. Het grote doel van de gelijkenissen is het proclameren van de komst van het Koninkrijk Gods en daarbij prediken zij de noodzaak om dat Rijk van God binnen te gaan.

De Koning centraal

Hoewel we kunnen zeggen dat in de gelijkenissen het Koninkrijk Gods centraal staat, moeten we dit nog wat nader toespitsen. Wanneer de Heere Jezus immers preekt over de komst van het Koninkrijk Gods, dan bedoelt Hij daar Zichzelf mee. In Hem is de komst van het Koninkrijk nabij gekomen. Wanneer deze Koning door de Geest de duivelen uitwerpt, zo is toch het Koninkrijk Gods tot u gekomen (Matth. 12 : 28). Gelijkenissen handelen over het Koninkrijk Gods en willen ten diepste de Koning van dat Rijk centraal stellen. Wanneer Johannes de Doper predikt dat het Koninkrijk Gods nabij is gekomen, dan spreekt hij over deze gekomen Christus. Het Koninkrijk Gods is daarbij een Rijk dat niet te vergelijken is met welk aards koninkrijk dan ook. Het is een geestelijk rijk, en nooit kunnen aardse schatten de deur openen naar dit Rijk. Er is een Persoon, een Heiland, de Zoon van God die Zichzelf opwerpt als de Deur naar dat Rijk. Wanneer de Heere Jezus Christus spreekt over het Koninkrijk Gods, dan heeft Hij het ten diepste altijd weer over Zichzelf. Hij is de Weg naar dat Rijk. Alleen Hij opent en sluit de toegang tot dat Rijk van God. En niemand verschaft zich ooit toegang tot dat rijk dan door deze Christus. Hij is de Koning van dat heerlijke Rijk Gods. En daar waar in zichzelf verloren zondaren door het geloof aan Hem verbonden worden, daar zwaait de poort van het Rijk Gods open.

open. In de gelijkenissen die de Heere Jezus heeft uitgesproken staat Hijzelf centraal als de toegang tot het Koninkrijk der hemelen. In de gelijkenissen gaat het toch ook om bekering en wedergeboorte. Het gaat om een leven binnen dat Koninkrijk. Het gaat om een horen en verstaan van de boodschap dat in Jezus Christus het Koninkrijk Gods nabij is gekomen.

In de gelijkenissen gaat het echter niet alleen om het Koninkrijk dat nabij gekomen is, maar wordt ook gesproken over de toekomst van dat Rijk. Zo zien we dat de gelijkenissen in Mattheüs 13 vooral handelen over de wijze waarop mensen het Koninkrijk Gods binnengaan, maar in Mattheüs 24 en 25 spreken de gelijkenissen vooral over de toekomst van het Rijk Gods. Maar het is toch voor alles duidelijk dat in de gelijkenissen de Heiland

Zichzelf centraal stelt als de Koning van het Rijk Gods en dat mensen ook alleen door het geloof in Hem dat Rijk kunnen binnengaan.

Verzet!

Het feit dat de Heiland Zichzelf aanwees als de Deur tot het Rijk van God heeft vanaf het begin veel verzet opgeroepen. De evangelieën schetsen vooral de tegenstand die openbaar komt in het leven van hen die zich op de meest indrukwekkende manier bezighouden met de wet van God. Het zijn met name de joodse leiders die vanaf het begin van Jezus' optreden voortdurend aanvallen plegen op de prediking en de daden van de Heiland.

Het spreken in gelijkenissen mag daarvan niet los worden gezien. Sterker nog: zij kon daar wel eens alles mee te maken hebben. Zijn de gelijkenissen van de Heere Jezus niet juist een wapen in Zijn hand wanneer de tegenstanders zich opmaken om het zaad van het Woord weg te nemen? Zo zien we in Mattheüs 13 dat de Heiland spreekt in vele gelijkenissen, terwijl daaraan voorafgaande in hoofdstuk 12 vooral de tegenstand openbaar komt bij de joden. De Farizeeërs hebben kritiek op het plukken van aren op de sabbath (Matth. 12 : 2); op het genezen van mensen op de sabbath (Matth. 12 : 10) en beschuldigen Hem ten slotte ook nog van samenwerking met de duivel.

Het is ook in dit verband dat de Heere Jezus spreekt over de lastering tegen de Heilige Geest. Het verzet tegen de Heiland komt hier wel zeer sterk naar voren. Moeten we de gelijkenissen ook niet vooral lezen in dit verband van het verzet en ongeloof dat zich vanaf het begin van Jezus' optreden bijzonder sterk manifesteert?

De boodschap verborgen?

We moeten dan toch zo langzamerhand de vraag gaan stellen waarom de Heiland in gelijkenissen sprak. In het begin hebben we al gezegd dat de boodschap in de gelijkenis lang niet altijd eenvoudig is op te sporen. Een gelijkenis is niet zo eenvoudig. En daarbij kunnen we zelfs de vraag stellen: is het wel mogelijk om de boodschap van de gelijkenis te verstaan? Want het is dan wel mooi en het spreekt misschien wel aan dat de Heere in de gelijkenissen vaak aansluit bij allerlei beelden uit het dagelijkse leven. Maar daarmee is blijkbaar het verhaal nog niet automatisch begrepen. De discipelen komen tot de Heere Jezus met die prangende vraag: waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? • Maar dan klinkt daar een antwoord dat er niet om liegt: 'Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven' (Matth. 13 •• ii)-

Het gaat hier blijkbaar om verborgenheden van het Koninkrijk Gods. In het Koninkrijk Gods gaat het om een mysterie. Moeten we hier niet zeggen dat de boodschap van het Koninkrijk Gods een gesloten boek is voor de natuurlijke mens (verg.i Kor.2)? De komst van Jezus Christus, en Zijn verlossend Middelaarschap wordt door de onwedergeboren mens immers niet verstaan! En daar waar niet geloofd wordt, daar komt maar al te vaak verzet openbaar.

Dat zien we immers juist bij de joodse leiders gebeuren. Gelijkenissen kunnen een mooi verhaal zijn, maar de boodschap wordt blijkbaar alleen verstaan door hen die deel hebben aan haar inhoud; die door het geloof haar verborgenheid verstaan. De Heere Jezus spreekt tot anderen door gelijkenissen 'omdat zij ziende niet zien, en horende niet horen, noch ook verstaan' (Matth. 13 : 13). In Markus wordt het nog met andere bewoordingen gezegd, waarin het nog scherper wordt: 'Opdat zij ziende zien, en niet bemerken, en horende horen, en niet verstaan' (Mark. 4 : 11-12).

Horen en verstaan

Het is dus blijkbaar niet zo eenvoudig om de boodschap van de gelijkenissen op te sporen. En je zou zelfs kunnen denken: het moetje ook maar gegeven worden om die boodschap te verstaan. Dit laatste zullen we zeker mogen onderstrepen. Maar wanneer de Heere Jezus spreekt over de vraag waarom Hij in gelijkenissen spreekt, dan zullen wij als hoorders van vandaag daar niet op een deterministische wijze mee moeten omgaan. Alsof de Heere hier op een willekeurige wijze de joden zou verharden en de discipelen op eenzelfde willekeurige wijze de boodschap zou laten verstaan. Nee, maar gelijkenissen maken wel duidelijk aan welke kant de hoorder staat. De prediking van het Koninkrijk Gods in haar rijke genade voor zondaren wordt verstaan door hen die buigen. Maar deze prediking houdt tegelijk een vreselijk oordeel in voor hen die zich verzetten.

En zo spreken gelijkenissen dus van oordeel en genade. 'En Jezus zeide: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degene die niet zien, zien mogen, en die zien blind worden. En dit hoorden enigen uit de Farizeën, die bij Hem waren, en zeiden tot Hem: zijn wij dan ook blind? Jezus zei tot hen: 'Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij; Wij zien, zo blijft dan uw zonde'. De farizeeërs tonen door hun verzet dat zij nog steeds blind zijn. Ze zijn blind voor de werkelijke boodschap van het Koninkrijk Gods. Ze leven nog steeds hun natuurlijke bestaan. Zij waren zelf juist van mening dat zij alles wisten. Daarom konden ze immers ook niets beginnen met deze Koning van het Rijk Gods, en hebben ze Hem ten slotte ook afgevoerd naar het kruis.

Dat alles maakt de Heere Jezus Christus door de gelijkenissen ons duidelijk. Door middel van deze onderwijsvorm komt aan het licht waar de mens staat. En zij die buigen voor Hem, die mogen verstaan. De discipelen is het gegeven te mogen verstaan. Laten ook wij dit mysterie niet proberen te ontrafelen. In de gelijkenissen die de Heiland ons vertelt gaat het immers om Hemzelf. In gelijkenissen spreekt de Heiland over de heerlijkheid van Zijn Rijk en wijst Hij Zichzelf aan als de Zaligmaker der wereld. In gelijkenissen gaat het voortdurend om Christus.

Maar gelijkenissen zijn duidelijk meer dan alleen maar een mooi verhaal om iets dicht bij de mensen te brengen. Gelijkenissen plaatsen ons rechtstreeks voor het aangezicht van God. In gelijkenissen wordt duidelijk aan welke kant wij staan. Na de gelijkenis over de boze wijngaardeniers spreekt de Heere Jezus over de steen die door de bouwlieden is verworpen. Juist deze steen is geworden tot een hoofd des hoeks.

'Maar wie op deze steen valt, die zal verpletterd worden; en op wien hij valt, die zal hij vermorzelen' (Matth. 21:44). En dan lezen we: 'En als de overpriesters en Farizeeën deze Zijn gelijkenissen hoorden, verstonden zij, dat Hij van hen sprak'. Op dit moment verstaan ook zij blijkbaar iets van de boodschap die in de gelijkenis was verborgen. Zij verstaan dat Christus henzelf bedoelt. Zullen ze nu buigen? Het gaatje door merg en been, wanneer je dan leest: 'En zoekende Hem te vangen...'. Ze hebben de duisternis liever gehad dan het licht.

Deze gegevens maken duidelijk dat het verstaan van gelijkenissen niet eenvoudig is. Gelijkenissen zijn veel meer dan mooie verhalen uit het dagelijkse leven. Door middel van gelijkenissen plaatst de Heere ons in het gericht. Klemmend wordt de vraag gesteld: wat dunkt u van de Christus? Samenvattend zeggen we nu dat het in de boodschap van de gelijkenissen steeds om Christus gaat. De sleutel voor het verstaan van gelijkenissen is de Heiland Zelf. Hij wijst in eerste instantie in de gelijkenissen naar Zichzelf. Om een gelijkenis te kunnen verstaan moet deze sleutel voortdurend zo concreet mogelijk toegepast worden: waarmee vergelijkt de Heiland Zichzelf? Hij is immers de Koning van het Rijk Gods.

Tevens kunnen we de boodschap van de gelijkenissen ten diepste alleen maar verstaan in de weg van geloof en wedergeboorte. In de weg van het geloof in deze Zaligmaker. Veel belangrijker dan de vraag of er één of meerdere punten van vergelijking zijn is dus die andere vraag. Die allesbeslissende vraag: heb ik door het geloof deel aan deze Koning? Door Zijn prediking, door Zijn handelingen, en ook door Zijn gelijkenissen is deze Heiland bezig Zijn koninkrijk te stichten. En ook door het spreken van gelijkenissen wil deze Heiland verloren zondaren tot Zich roepen. Daarover willen we de volgende keer nadenken aan de hand van een gelijkenis uit het onderwijs van de Heere Jezus Christus.

A. BLOEMENDAL, MEEUWEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Gelijkenissen des Heeren [2]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's