Van Elim naar de Grote Kerk
A. VAN OMMEN(79) EN DE HERVORMDE GEMEENTE VAN ZWOLLE
Hij was ambtsdrager in de kerkenraad uan de vrijzinnige ds. B. Gast, de conjèssionele dr. K. Roubos, de vrijzinnige ds. F. Bobeldijk en de heruormd-gereformeerde ds. J. j. W. Mouthaan. Onder wisselende omstandigheden diende de heer A. uan Ommen als ouderling de gemeente uan Zwolle, maar steeds op grond uan Schrift en belijdenis. Voordat de integratie uan de euangelisatie Elim in 1954 in de gemeente een Jeit werd, kende hervormd Zwolle al bijna twintig hervormd-gereformeerde ambtsdragers.
'Mijn ouders komen beiden uit Wezep, waar ik in 1922 geboren ben. Enkele jaren later verhuisde ons gezin naar Zwolle, waar vader terreinbaas bij een kunstmestfabriek werd. Kerkelijk was de overgang laar Zwolle voor mijn ouders moeilijk. Ze kwamen in de Grote Kerk terecht. Nu had rader ook als taak de ijk op te nemen als : r een schip geladen werd. Dat betekent lat op grond van de hoogte van het water net behulp van strepen aan de zijkant van iet schip, je de tonnage die geladen is cunt berekenen. Toen hij daar eens mee jezig was kwam de bakenmeester van Rijkswaterstaat langs, die zei: 'Van Dmmen, je hoort eigenlijk bij ons.' Hij loeide op de evangelisatie Elim. Daar zijn ve rond de jaren dertig terechtgekomen, [n de evangelisatie is mijn vader geestelijk jekweekt door ds. P. Zandt, het SGPcamerlid, die toen al geen eigen gemeente neer had. In Zwolle kwam hij zo'n 20 keer 3er jaar preken en was hij vanaf 1934 tot : ijn overlijden mentor. Vader heeft voor lichzelf een moeilijke weg gehad, een weg ran werkheiligheid, totdat hij er achter cwam dat Christus alles gedaan had. 'Het s zo kinderlijk eenvoudig', zei vader later. Ja', antwoordde een kennis, 'Van Ommen, 1 staat erachter en wij staan ervoor. Dat is : en verschil.'
ir werd thuis gelezen, voor zover er tijd vas. We hadden zes kinderen van wie nijn zus zwaar mongoloïde was, terwijl mijn jongste broer spastisch geworden is. Dat gaf veel zorg. Vader had bij de kunstmestfabriek een stuk land, waarop hij groente en aardappelen verbouwde. Doordeweeks was er daarom weinig tijd om te lezen. Zondags las hij periodieken, zoals de Banier, het blad van de SGP. Soms kreeg hij van iemand een preek aangereikt. Door het vele lichamelijke werk gingen de ogen tijdens het lezen daarvan ook nog wel eens dicht.'
Mannenvereniging
'In 1934 kwam vader in het bestuur van de evangelisatie. Ik ben daarvóór nog een blauwe maandag op zondagsschool geweest bij ds. De Jonge in de Broerenkerk, maar in 1930 werd ik overgepoot naar Elim, waar het bestuur de zondagsschool verzorgde. Er zaten in de morgendienst in Elim toch wel zo'n 400 mensen.
Thuis was er een betrokken leven op de Bijbel. Vader was echt priester in zijn gezin. Op mij persoonlijk heeft ds. Zandt niet zo'n stempel gezet. Ik kan sowieso niet zeggen dat iemand mij sterk beïnvloedde. Thuis kreeg ik veel mee. Je groeide zo in het kerkelijk leven.
In de kerk ben ik gevormd door de mannenvereniging, die in 1947 was opgericht. Daar kreeg je echt onderwijs, ook inzake dingen die in de preek niet aan de orde komen. Voorzitter was de heer W. F. van Dijk, ambtenaar bij de burgerlijke stand in Zwollerkerspel en later burgemeester van Wijk en Aalburg. Hij wilde altijd naar de kerk toe. Van Dijk was een onderlegde baas. Toen hij in 1958 naar Aalburg ging, werd ik voorzitter van de mannenvereniging. Ik werd in zijn plaats ook voorzitter van de afdeling van de Gereformeerde Bond, die in 1951 was opgericht.
Na 1951 had de verkiezing van ambtsdragers op een andere wijze plaats. Ieder belijdend lid kon ambtsdrager worden in de wijk waarin hij woonde. De voorzitter van onze afdeling zei toen: 'Wij moeten een groslijst opstellen van mensen die een ambt zouden willen aanvaarden.' Op die wijze werd Van Dijk zelf de eerste hervormd-gereformeerde ambtsdrager van Zwolle. Een jaar later werden S. Langeveld en ik ambtsdrager, ik in de binnenstad. Ik stond op een tweetal met iemand van een andere modaliteit. De hervormd-gereformeerden in de binnenstad stemden allen op mij, waardoor ik gekozen werd. De kerkenraad waarin ik kwam, had twee dominees, de min of meer confessionele dr. K. Roubos en de puur vrijzinnige ds. B. Gast.'
Stadsevangelisatie
'De evangelisatie had afscheiding niet in haar vaandel, maar wilde terug naar de kerk. Als het nodig was, was het bestuur op zijn post. Al in 1916, toen ds. A. W. van Wijk Zwolle verliet, vroeg men de kerkenraad een dominee van hervormd-gereformeerde richting te beroepen. In 1921 werd het verzoek om een zevende predikantsplaats ingediend en dan van gereformeerde richting. Ook is eens samen met de Confessionele Vereniging gevraagd om een gereformeerde predikantsplaats. Zwolle had oorspronkelijk zes predikanten: vier vrijzinnig, één evangelisch en één rechtzinnig. In 1885 is het drie vrijzinnig, één evangelisch en twee rechtzinnig geworden. Men liet elkaar vrij, tenzij er grensgeschillen waren. De kerk was in handen van de gegoede hervormden.
Veel kerkenwerk werd door de Hervormde Stadsevangelisatie gedaan, een uitvloeisel van het Réveil. Zij had in de stad zes gebouwen vanwaaruit allerlei werk gedaan werd: zondagsschool, verenigingswerk,
ziekenverpleging, commissie voor huisbezoek, commissie voor lectuur, kledingcomité, tentcampagnes enzovoorts. Die stadsevangelisatie had een rechtzinnige predikant in dienst, ds. C.D. van Noppen. In 1940 zagen de vrijzinnigen dat hun aanhang terugliep, waardoor de verhouding weer anders werd: twee vrijzinnige, één evangelische en drie rechtzinnige predikanten. Elim vroeg toen voor die derde post opnieuw een hervormd-gereformeerde dominee, maar ds. Van Noppen werd regulier predikant in Zwolle. De stadsevangelisatie is later geheel overgegaan naar de kerk, ook door de kerkorde van 1951.
In de oorlog werden de contacten van het evangelisatiebestuur met de kerk frequenter. De synode vroeg in het kader van kerkopbouw aan de kerkenraad hoe het met Elim zat. In 1944 kwam het tot een evangelisatiecommissie, bestaande uit de bestuursleden en enkele ambtsdragers. Hierdoor kwam de evangelisatie onder het synodale noodverband. In dat kader hield vader ook wel eens een inleiding. De gesprekken brachten in die tijd verder geen verandering.
In 1951 kwam de afdeling van de Gereformeerde Bond er als gesprekspartner bij. Ook die afdeling wilde naar de kerk toewerken. Ze werd opgericht omdat de evangelisatie geen lid van de Gereformeerde Bond was. Er waren wel contacten. De hoofdbestuursleden ds. J. Goslinga en ds. IJ. Timmer zijn wel eens op bezoek geweest. Elim had een gemêleerd publiek: er kwamen behalve de mensen uit de stad en omgeving ook veel schippers en mensen uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten. De predikanten die voorgingen waren nogal rechts van signatuur en moesten lid van de SGP zijn. Dat leidde eens tot een incident met ds. J. van Rootselaar die toen in Oosterwolde stond. Hij wilde zijn naam niet op een lijst van aanbeveling voor de verkiezingen zetten, waarna hij niet meer gevraagd werd voor te gaan. Later, toen de geest in het bestuur wat anders geworden was, is dit uitgepraat en gaf ds. Van Rootselaar aan dat het hem veel pijn gedaan had. Een dominee uit Genemuiden die lid was van de AR, kon hier niet voorgaan, ' al was hij nog zo rechtzinnig. Sommige leden van de evangelisatie belegden daarom enige tijd om zes uur hervormd-gereformeerde kerkdiensten, maar dat initiatief was gauw voorbij. In die tijd kwamen de beide hoofdbestuursleden een keer praten.'
Avondmaalsdiensten
'Omdat in de evangelisatie Elim geen sacramentsbediening was, vroeg het bestuur in 1924 doopbeurten aan. Die kwamen er, twee per jaar. In de oorlog en daarna is het aantal beurten wat uitgebreid. Avondmaalsdiensten waren er echter niet bij. Dat veranderde toen ons bestuurslid C. J. Dekker, die ambtsdrager voor de schippers was en daarom vaak in de wijk Assendorp kerkte, op een zondagmorgen naar Elim kwam. Hij zag daar dat het avondmaal bediend werd door ds. H. Harkema uit Zeist, terwijl er geen ambtsdragers waren. Dat laatste stuitte Dekker tegen de borst, zodat hij het in de centrale kerkenraad aan de orde stelde. Toen bleek dat Elim het verzoek om avondmaalsdiensten te mogen beleggen wel gedaan had, was de commissie voor de minderheden en de centrale kerkenraad er wat verlegen mee. Een vrijzinnige predikant was juist voorzitter van de CK, en hij wilde de hervormd-gereformeerden ruimte geven. De beurten in de kerk werden toen uitgebreid en zo kwamen er ook avondmaalsdiensten.
Dr. K. Roubos verklaarde zich later bereid de diensten aan zijn wijkgemeente te koppelen. Later kregen de hervormd-gereformeerden een geografische wijk en een mentale wijk, waarin ds. W. L. Tukker in 1964 de eerste predikant werd. Elim werd vervolgens opgeheven, in die zin dat er zondags geen diensten meer zouden zijn. De gemeente kreeg de Broerenkerk toegewezen, die slechts een consistorie- en de doopkamer had. Daarom heeft een aannemer uit de gemeente in het koor drie lokalen gebouwd. Tot 1982 zijn we er gebleven, toen de kerk gerestaureerd moest worden en we naar de Bethlehemkerk gingen. Sinds een paar jaar zijn we ook daar weg. Aangezien het aantal predikanten moest inkrimpen werd de wijk van ds. W. A. B. Hagen na zijn vertrek bij de onze gevoegd en konden wij in de Grote Kerk komen. Dat leverde in de gemeente bij deze of gene wel een scheve blik op, de bonders in de hoofdkerk van Zwolle.'
Geloofsgesprek
'Ik ben vier jaar ouderling bij ds. Roubos en ds. Gast geweest. Het werd toen te veel. Ik was hoofd van de administratie bij de Raad voor de Kinderbescherming en was daarnaast actiefin het zondagsschoolwerk, de mannenvereniging en de afdeling van de Gereformeerde Bond. Later werd ik nog een poos ouderling in de wijk van de vrijzinnige ds. Bobeldijk. Als gevolg van de kerkorde van 1951 kon je ambtsdrager in je eigen wijk worden. Op een gegeven moment waren er in Zwolle bijna twintig hervormd-gereformeerde ambtsdragers. Mijn visie stak ik tijdens de kerkenraadsvergadering niet onder stoelen of banken. Ons gezin kerkte wel in Elim als ik dienst had. Ik deed één keer dienst bij de liturgische dominee H. Miskotte, die het consistoriegebed overbodig vond. Toen ik in de vut ging werd ik prompt gevraagd ambtsdrager bij ds. J. J. W. Mouthaan te worden. Dat ben ik bijna negen jaar geweest.
Aan de gemeente is nauwelijks nog te merken dat ze vroeger evangelisatie was. Een deel was niet voor de kerkelijke integratie, maar ging tegen wil en dank mee. Die generatie is bijna uitgestorven. De geloofsbeleving is wel veranderd. In mijn jeugd gingen enkele mensen aan het avondmaal, die konden vertellen welke weg God in hun leven gegaan was. Er waren ook vriendengroepen, een soort conventikels die bijeen kwamen. Dit kom je zo niet meer tegen, maar het geloofsleven acht ik niet minder. De gemeente wordt nu meer aangesproken op wat ze dient te zijn, als geroepen heiligen. Daardoor wordt ze gemaand haar wandel in de hemel te hebben.
We leven in een grote stad. Ds. Van Meijeren, onze predikant, noemt bij herhaling dat de gemeente een grotere tik van de wereld heeft dan ze voor waar wil hebben. longeren staan aan veel dingen bloot. Dat vraagt toerusting. Ondertussen probeert de gemeente ook op de stad gericht te zijn. Eens per maand gaat een groep ambtsdragers de binnenstad in, waarbij hervormde adressen bezocht worden. Veel hervormd volk komt nooit in de kerk. Daarnaast is er een evangelisatiecommissie. In de Grote Kerk zie je telkens ook weer nieuwe gezichten. Het onderlinge geloofsgesprek tussen de kerken, maar in ieder geval tussen de modaliteiten is nodig, maar bij mijn weten vindt dat nauwelijks plaats. Als dat niet gebeurt, schiet je samen niet zoveel op. De Zwollenaar is verdraagzaam, ook in kerkelijk opzicht. Dankbaar ben ik ervoor dat van de acht predikantsplaatsen er drie confessioneel zijn.
Als we onze gemeente bezien is de kerkelijke plek een groot wonder geweest. Als je ziet en blijft zien op wat God doet, kan er voor het oog wel veel gebeuren, maar komt het toch goed. Daarbij besefik dat de kerk als tot niets kan geraken, maar tot op de huidige tijd zijn we dankbaar voor wat er in Zwolle aan kerkelijk en geestelijk leven is.'
P. J. VERGUNST
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 2002
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 2002
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's