Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godsdienstonderwijs heeft de toekomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsdienstonderwijs heeft de toekomst

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog steeds ontvangen honderden leerlingen in Nederland godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijke vorming. Het zou te verwachten zijn dat dit vak in onze tijd van secularisatie een steeds kleinere plaats inneemt, maar niets is minder waar. Onlangs is er een voorstel geformuleerd om godsdienst c.q. levensbeschouwelijke vorming op alle scholen (inclusief openbare scholengemeenschappen) in te voeren als schoolexamenvak. Dit biedt enorme kansen.

Enerzijds is godsdienst een vak als alle andere vakken. Anderzijds praatje bij dit vak wel over de zaken van het Koninkrijk van God. Ieder uur kun je Christus ter sprake brengen. De vraag is wel: wat wordt er onder het vak verstaan? Is godsdienst een verkapte vorm van evangelisatie of algemene kennis?

Vorige week heeft u een dag uit het leven van een godsdienstleraar in de praktijk kunnen volgen. Dit verhaal zal voor een groot deel overeenstemmen met verhalen van andere godsdienstleraren in het land, maar er zijn natuurlijk ook verschillen. In dit artikel willen we meer ingaan op de praktijk van godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwing in Nederland. Verder willen we ingaan op de visie op het vak vanuit de opleiding die de Theologische Hogeschool vanwege de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk heeft.

What’s in a name?

De variatie binnen het Nederlandse onderwijslandschap komt ook terug in de manier waarop aangekeken wordt tegen het vak 'godsdiensf c.q. 'levensbeschouwing'. In de zuilscholen (evangelisch, gereformeerd, reformatorisch) heet het vak veelal 'godsdienst' of soms ook wel 'bijbelkennis'. Met deze naam wil men aangeven dat het gaat om de godsdienst die men zelf voorstaat. Daarnaast wordt er vanuit de eigen godsdienst gesproken over andere godsdiensten. Dit laatste gebeurt steeds meer 'met open vizier'. Er is respect voor de godsdienst van de ander en er wordt gesproken over verschillen en overeenkomsten met het christelijk geloof.

Aan de andere kant zijn er met name de protestantse of algemeen christelijke scholen die kiezen voor de term 'levensbeschouwelijke vorming'. Met deze naam wordt aangegeven dat men bezig is met de vorming van jongeren op het religieuze vlak. Men wil niet principieel uitgaan van het christelijke geloof, maar ook bijvoorbeeld een islamiet de kans geven om zijn eigen geloof te verdiepen. Het gaat er dan vooral om dat jongeren leren communiceren op het religieuze vlak.

De werkelijkheid is niet zo zwart-wit als hierboven beschreven. Er zijn natuurlijk allerlei tussenvormen te bedenken. De ene school of leraar zal onder de naam levensbeschouwing dan wel godsdienst een ander'product 1 verkopen dan de andere school of leraar. Toch kunnen we op deze manier het godsdienstig onderwijslandschap mijns inziens wel weergeven.

Ze leren niets meer...

Met de verschillen die er zijn in het achterhoofd is het moeilijk om de inhoud van het vak weer te geven. Toch is er een aantal constanten in het huidige onderwijs aan te wijzen:

1. Aandacht voor de leefwereld van de leerling

De vakinhoud werd in het verleden vaak gedomineerd door de weergave van de inhoud van de bijbel. Zo leerde je in de brugklas van alles over het Oude Testament. In de tweede klas werd het Nieuwe Testament besproken en in de derde klas was er aandacht voor de kerkgeschiedenis. Dit is nog steeds op verschillende scholen het geval, vooral bij scholen die werken met methodes als: 'Bijbel in de Basis' en 'Van Horen Zeggen'. Ook de reformatorische methode 'Het Blijvend Getuigenis' kent deze indeling, weliswaar in een mixvorm. Toch zie je dat men steeds bewuster de vraag stelt: 'Wie is die leerling die voor mij zit? ' Die inhoud van de bijbel etc. moet gecommuniceerd worden met de leerling. Als er staat: 'De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid', wat betekent dat dan voor een havo 3-leerling? Veel methodes maken de leefwereld van de leerling zelf tot uitgangspunt van hun leerstof. De methodes 'Perspectief en 'Standpunt* zijn daar voorbeelden van. Vanuit thema's als 'dood' of'liefde' wordt gezocht naar de plaats en functie van godsdienst bij zulke zaken.

2. Vaardigheden

Basisvorming, vmbo en tweede fase zijn allemaal termen die staan voor de onderwijsveranderingen van de afgelopen jaren. Niet alleen de naam van de schoolvormen is veranderd, maar ook de manier van lesgeven. Het schoolse leren, feitenkennis, is voor een deel vervangen door het leren van allerlei vaardigheden. Het is aardig om bij aardrijkskunde rijtjes plaatsnamen in het hoofd te stampen, maar nog handiger is het om de vaardigheid te bezitten om snel een plaats in een atlas op te zoeken. Het is goed om iets te weten van de Engelse grammatica, maar als je in Engeland op vakantie bent, is spreekvaardigheid ook geen overbodige luxe. Deze en andere vaardigheden worden bij de diverse vakken aangeleerd. Ook bij godsdienst worden allerlei vaardigheden aangeleerd. Denk maar aan het kunnen omgaan met de online-bible, het kunnen werken met een Concordantie of het kunnen toepassen van een bijbels verhaal op een situatie in het dagelijks leven.

3. Bijbel en apologetiek

Naast de bovenstaande veranderingen valt mij op dat er binnen het vak godsdienst op alle soorten scholen meer aandacht is voor twee zaken: de bijbel en apologetiek. In het verlengde van de al genoemde vaardigheden wordt bij leerlingen ook gewerkt aan bijbelstudievaardigheden. In het artikel van vorige week kon u lezen hoe systematisch bij een havo 5-klas gewerkt werd aan het zelfstandig kunnen verwerken van een stukje uit de bijbel. Met name in de bovenbouw van het onderwijs is er een toenemende aandacht voor de Bron zelf. De bijbel behoort immers tot de basis van onze cultuur. Iemand die verder wil studeren in het hbo of het wetenschappelijk onderwijs, moet daar dan wel wat van weten.

Daarnaast is de verdediging van je eigen (on)geloof ook een thema dat terugkomt. Vaak gaat het daarbij om het christendom in verhouding tot andere wereldgodsdiensten. Tijdens studiedagen van de VGL (vereniging van godsdienstleraren) en de Vrije Universiteit staat geregeld de ontmoeting tussen de diverse godsdiensten centraal. Ook de vraag naar de eigenheid van iedere godsdienst wordt daarbij niet uit de weg gegaan. Binnen het reformatorisch en vrijgemaakte onderwijs zijn methodes rondom de geloofsverdediging verschenen. Met name in deze scholen wil men jongeren bij de godsdienstles 'wapenen om de wereld in te gaan'.

Een opdracht aan een reformatorische derde klas vmbo (zeg maar: lts) bij het vierde gebod was: 'Stel, je zit op maandag in de bouwkeet te schaften. Het gaat over de zondag. Ze praten over voetbal en uitgaan. Plotseling wordt er aan jou gevraagd wat je zondag gedaan hebt Wat zeg je dan en hoe zegje dat? ' Een mooie vorm van het oefenen van apologetische vaardigheden.

Al met al wordt er dus heel wat geleerd ook binnen het godsdienstonderwijs. Natuurlijk zijn feiten belangrijk, maar kennis die wat dieper en breder gaat dan feiten zijn in onze tijd ook niet overbodig.

De Edese variant

We moeten ook stilstaan bij het doel van godsdienst. Dit wil ik doen door de opleiding voor godsdienstleraar te Ede voor het voetlicht te plaatsen. Al verscheidene jaren worden godsdienstdocenten in Ede opgeleid. Het gaat om de studierichting voor tweede- en eerstegraads godsdienstdocenten. (De tweedegraads opleiding geeft de bevoegdheid om les te geven in de onderbouw van havo en vwo, op het vmbo en mbo.) 'Ede' kent daarnaast overigens ook nog de opleiding voor godsdienst-pastoraal werker en geestelijk verzorger.

In nauw overleg met de Christelijke Hogeschool Ede en Hogeschool 'De •Wittenberg' is er de afgelopen jaren gewerkt aan de formulering van een visie op het beroep van godsdienstleraar. Vanuit die visie is ook de visie op het vak te herleiden. Kernwoorden daarbij zijn: 'vorming' en 'totaalvisie op de werkelijkheid'. Bij vorming willen we aansluiten bij de genoemde

vaardigheden, maar meer dan dat. Het gaat er bij godsdienst om dat leerlingen als totale persoon gevormd worden. Zij zijn voor de Heere uniek en als persoon kostbaar. Godsdienst kan als vormend vak naast kennis ook een houding en kijkwijze naar de zaken van het leven nu en het eeuwige leven leren. Daarnaast gaat het bij godsdienst om het gehele leven. Alle vakken behandelen een deel van de wer-kelijkheid. Frans bespreekt de Franse taal en cultuur, biologie spreekt over de natuur. Bij godsdienst gaat het om de totale werkelijkheid. Je kunt niet een apart godsdienstig vakje van de werkelijkheid reserveren. God is Ko-' ning over alle terreinen van het leven! De docent godsdienst mag dan ook identificatiefiguur zijn voor zijn leerlingen. Ze mogen van hem leren wat geloven inhoudt. Sterker nog: ze moe-ten het aan hem kunnen zien!! Dat houdt voor de docent naast een professionele didactisch-pedagogische instelling ook een pastorale antenne in. (Er zijn niet voor niets ook godsdienstleraren actiefin de leerlingenbegeleiding of in het schoolpastoraat.) Hij/zij moet de leerlingen kennen en hun wat te zeggen hebben. Zo kunnen in een willekeurig klaslokaal momenten ontstaan waar God aanwezig is.

Om het met een variant op dr. W. ter Horst en een prikkel naar dr. H. M. Kuitert te zeggen: Zo zijn er in het klaslokaal 'momenten van Boven'.

R. VAN SWETSELAAR

docent godsdienst Johannes

Fontanus College Barneveld;

docent didactiek GPW/GL CHE en THGB

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Godsdienstonderwijs heeft de toekomst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's