In memoriam ds. P. P. J. Monster
1914-2002
Op woensdag 27 november 2002 nam de Heere uit dit leven weg: Paulus Pieter Jan Monster, echtgenoot van Johanna Petronella van den Heuvel, emeritus predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk en Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De Heere schonk hem de hoge leeftijd van 88 jaar. Samen met zijn vrouw woonde hij de laatste jaren van zijn leven te Veenendaal, laatstelijk in ons Zorgeentrum De Engelenburgh. Kort geleden herdachten ze nog in stilte hun 65-jarig huwelijksjubileum en zijn 65-jarig ambtsjubileum.
Gedurende zo'n ruim 40 jaar mocht hij als dienaar des Woords verschillende gemeenten dienen in het ambt, waaraan hij met hart en ziel verbonden was. Opgegroeid te Rotterdam doorliep hij aldaar het Marnix-gymnasium en studeerde daarna aan de Theologische Faculteit te Utrecht. Op 6 juni 1937 mocht hij door prof. dr. J.Severijn bevestigd worden in zijn eerste gemeente Aalburg en Heesbeen. Vervolgens diende hij de gemeenten Amersfoort, Dinteloord, Bussum, Katwijk aan Zee, Gouda, Barneveld, Zwijndrecht en Hierden, waar hij op 1 oktober 1977 met emeritaat ging. Na zijn emeritaat was hij mentor van de GBgroep te 's-Hertogenbosch en bijstand in het pastoraat te Hierden. Tevens as hij nog presentator van het proramma 'Licht en Uitzicht' en medeerker aan de nazorg van de EO. Het as hem een grote vreugde om dieaar te mogen zijn van het Woord, en p allerlei wijzen de Blijde Boodschap e mogen doorgeven onder jong en ud, kerkelijken en onkerkelijken. ok zijn werk t.b.v. de EO lag hem eer na aan het hart. De Heere schonk aven van hoofd en hart om op een envoudige en aansprekende wijze het vangelie door te geven. Het was eienlijk zijn groot verlangen om vanuit e actieve dienst in Gods Koninkrijk een te mogen gaan, de eeuwigheid egemoet. Het kostte hem toch veel oeite om het te moeten ervaren dat anwege allerlei lichamelijke klachten ij niet meer in staat was om met j z l v n a v w l z Z e Woord en daad dienstbaar te zijn in Gods Koninkrijk. Van kindsaf aan was er het verlangen om predikant te worden, hetgeen versterkt werd door het sterven van een klein buurmeisje, dat stierfin zijn kinderjaren. Ook het zegenrijke werk van dr. J. D. de Lind van Wijngaarden te Rotterdam liet diepe indrukken na in zijn leven. Later begreep hij dat zijn werk tot een grote opleving had geleid. Zijn Godvrezende en biddend met hem meelevende moeder ontving de belofte van de Heere, dat deze haar zoon bestemd was voor de Heere en Zijn dienst. Dit vertelde zij hem niet eerder, dan na zijn intrede in zijn eerste gemeente 'opdat hij zich niet zou verheffen'. Toen onze broeder op het gymnasium, wat de studie aangaat, in grote moeite geraakte en vreesde de opleiding op weg naar het predikantworden te moeten beëindigen, bemoedigde de Heere hem met de woorden uit Psalm 145 : 4 'Al wat Gij wrocht, zal juichen tot Uw eer' het hele vers uit, één massale samenzang. De Heere verloste hem uit al zijn benauwdheden en hij mocht de studie voltooien. Deze Psalm 145 bleef onder zeer moeilijke omstandigheden een bron van troost voor hem. Ook in de laatste paar jaar van zijn leven, waarin ik hem persoonlijk leerde kennen en hij soms grote aanvechtingen van de satan leerde kennen, die hem wilde doen geloven dat al zijn werk tevergeefs was geweest, vertroostte de Heere hem o.a. met de woorden: 'Al Uw werken HEERE zullen U loven en Uw gunstgenoten zullen U zegenen'. Onvergetelijke ogenblikken. Zo is langzaam maar zeker zijn levenseinde gekomen en is, zoals de rouwkaart vermeldt, deze oude broeder 'in Christus ontslapen'.
Hij mag door Gods genade de strijd te boven zijn en delen in de eeuwige vreugde van Zijn Koning en Zaligmaker. Zijn sterven betekent een groot verlies voor zijn vrouw, die hem al die jaren met zorg en liefde omringde en bijstond. Maar ook voor zijn kinderen, klein- en achterkleinkinderen, die in hem een liefdevolle vader, groot- en overgrootvader moeten missen. We hebben zijn lichaam op maandag 2 december begraven op de Algemene Begraafplaats te Veenendaal en wij stonden in de rouwdienst stil bij het troostrijke Woord uit Psalm 145 : 10 dat: 'Al Gods werken Hem zullen loven en Zijn gunstgenoten Hem zegenen'. En bij het graf mochten we over de dood en het graf heenzien op Gods belofte, dat Gods Kerk een rijke toekomst heeft zoals verwoord in 1 Korinthe 15 : 51-58 en beleden in Zondag 17 van de HC. De Heere vertrooste deze familie en moge zijn nagedachtenis voor velen tot zegen zijn. Wij treuren wel om dit grote verlies, maar niet als degenen, die geen Hoop hebben. Wij gunnen de Heere de verheerlijking van Zijn Naam en wij gunnen het onze oude broeder dat dat nu zijn levenswerk mag zijn.
H. VERMEER, EDE
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2002
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2002
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's