Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met vreze en beven...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met vreze en beven...

BEZINNINGSDAG COMITÉ

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

In reactie op de bezinningsdag van het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk wil het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond allereerst zijn eigen stellingname kort voor het voetlicht halen. Niet om zaken extra scherp toe te s pitsen, want vormen van geesteloze polarisatie breken alleen maar af en doen schade aan de liefde in Christus. Bovendien weten we ons in zeer veel dingen verbonden met de broeders van het Comité'. Het gaat ons er enkel om de stellingname zo helder mogelijk te krijgen. Dat kan de zaak waarom het gaat, namelijk de zaak van de Kerk, alleen maar dienen.

We willen daarbij starten met het noemen van onze hoge en heilige God, die Zich in Psalm 103 vers 2 t/m 4 bekendmaakt als een God van weldaden, die wij loven, omdat Hij al onze ongerechtigheid vergeeft, al onze krankheden geneest, ons leven verlost van het verderf en ons kroont met goedertierenheid en barmhartigheden. Want het is in de kracht en door de genade van deze God dat het hoofdbestuur in Amersfoort 1996 gemeend heeft op post te kunnen en moeten blijven, ook als de fusie onverhoopt zou doorgaan.

Wat niet betekent dat daarmee de Gereformeerde Bond door de bocht was wat SoW betreft. En niet dat daarmee de bezwaren tegen SoW verleden tijd waren. Ook niet dat daarmee de hartenwens van het hoofdbestuur in vervulling zou zijn gegaan; De hartenwens van het hoofdbestuur was, is en blijft een gereformeerde kerk op voluit gereformeerde grondslag. Daarin zijn we de jaren door niet onduidelijk geweest. Daar staan we nog steeds voor. Vandaar ook dat in Amersfoort is gezegd dat we in de eventueel gefuseerde kerk enkel zullen staan op de gereformeerde belijdenis.

Uit het boekje Voor de goede orde, dat als uitwerking van Amersfoort is verschenen, citeren we vanuit bladzij 18 en 19 het volgende: 'Daarom is ons er alles aan gelegen om te blijven staan voor een kerk op de grondslag van de gereformeerde belijdenis. Dat is in Amersfoort onomwonden uitgesproken. We kunnen en willen niet anders, want we vrezen Gods verbondstrouw te schenden en de Heilige Geest te bedroeven. Vandaar dat we ervoor pleiten artikel 1.5 van de ontwerp kerkorde, of geheel weg te halen, of in ieder geval een zodanige plaats te geven, dat volstrekt duidelijk is dat het niet in enig opzicht opgevat kan worden als leesregel voor het verstaan van de gereformeerde confessie. Vandaar dat we er tevens voor pleiten om de Onveranderde Augsburgse Confessie en de catechismus van Luther te herplaatsen, zodat het de identiteit van de lutherse gemeenten versterkt. De geheel eigen plaats van het lutherse belijden zal dan bevruchtend werken op het verstaan en functioneren van de gereformeerde confessie als grondslag der kerk.

Slechts op deze wijze wordt er recht gedaan aan de Kerk der Reformatie als planting van God in deze lage landen aan de zee.

Slechts op de gereformeerde belijdenis weet de hervormd gereformeerde beweging, weten hervormd gereformeerde gemeenten zich aangesproken. Slechts op deze belijdenis kunnen en zullen we de kerk als geheel aanspreken.

Slechts op deze grondslag kan er zegen verwacht worden van God, Die weliswaar de trouw aan Zijn verbond betoont door de geslachten heen, maar Die tevens verwacht dat wij Hem trouw blijven.

Slechts op deze wijze ook zal de liefde voor de Kerk der Reformatie in Nederland worden bevestigd en zelfs worden versterkt, bij hen die verklaard hebben met SoW niet mee te kunnen (Putten), maar die ook uitgesproken hebben niet weg te durven (Amersfoort).' Tot zover dit citaat.

Heilige Schrift

Gelet op onze eigen zwakke krachten, gelet op de zeer zorgelijke ontwikkelingen rond SoW en gelet op het verzwakken van het gereformeerde belijden in de beoogde gefuseerde kerk, is het hoofdbestuur vol vrees en beven. Doch gelet op onze machtige God en Heere zijn we vol vast vertrouwen. Hierbij speelt mee dat de 'stukken' van de gereformeerde confessie, namelijk 'de Drie Formulieren van Enigheid' geheel wettig meegaan en dat die niet monddood worden gemaakt, noch door het lutherse belijden, noch door Leuenberg en Barmen. Doch deze overwegingen vormen niet de grond voor ons 'op post blijven'. Die grond ligt in onze goede God, zo heerlijk getypeerd in de bovengenoemde woorden uit Psalm 103.

Als iemand vraagt of het hoofdbestuur dan geen zorgen heeft, dan antwoorden we volop 'ja'. We hebben veel zorgen die zwaar zijn om te dragen. Doch we hebben een goede God in Wiens hand we onze zorgen kwijt kunnen. Deze zorgen zijn velerlei. Ze betreffen onder andere de vraag of het gereformeerde belijden het zal uithouden en zich zal doorzetten in de nieuw beoogde kerk. Echter worden we hierbij geholpen door het zeer gereformeerde principe dat het Woord van God boven de belijdenis staat. En van dat Woord van God zegt ook de beoogde te fuseren kerk: 'Betrokken in Gods toewending tot de wereld, belijdt de kerk in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als enige bron en norm van de kerkelijke verkondiging en dienst, de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest'.

In vertrouwen op die God en die Heilige Schrift weet het hoofdbestuur zich gesterkt en gedragen, ook ten opzichte van het gereformeerd belijden als geheel op de Schrift gegrond en vinden wij vrijmoedigheid om op post te blijven.

Verschil met Comité

Het mag bekend worden verondersteld dat het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk deze visie van het hoofdbestuur meent niet te kunnen delen. In de vele gesprekken die een delegatie van het hoofdbestuur met het Comité heeft gevoerd, werd duidelijk dat het hoofdbestuur en het Comité in veel dingen dicht bij elkaar Staan. Bijvoorbeeld: De bezwaren tegen SoW delen we zo goed als geheel. Beide willen we adviseren tegen de beoogde fusie te stemmen. Beide beogen we een kerk op enkel

gereformeerde grondslag. Inzake het verstaan van het lutherse belijden in SoW-verband zijn we heel dicht bij elkaar gekomen. Ook het hoofdbestuur zou graag willen dat de Hervormde Kerk bleef voortbestaan, mits die kerk daarbij niet opgedeeld wordt en er geen gettovorming plaats vindt. (Het vorig jaar gelanceerde Unievoorstel onderstreept dat.)

Verschil is er in wezen in het gaan van de weg, wanneer de kerk tegen onze wil en wens in, toch gaat fuseren. Het Comité beoogt dan de Hervormde Kerk voort te zetten op een wijze die, zoals op de bezinningsdag van zaterdag II januari duidelijk is gebleken, in ieder geval qua organisatiedrang aan het ontstaan van de Doleantie doet denken.

Het hoofdbestuur is van mening dat deze weg niet gegaan kan en mag worden. Tevens is het hoofdbestuur van mening dat het, zij het 'onder vrees en beven'... in vertrouwen op onze machtige Heere en Heiland, dan toch mogelijk en zelfs nodig is de kerk die de gereformeerde stukken van de Drie Formulieren van Enigheid geheel wettig meeneemt in haar grondslag, niet los te laten. Omdat die kerk ons niet loslaat, daar ze de stukken meeneemt. Hierbij speelt voor het hoofdbestuur ook mee de overweging dat wettige ambtelijke vergaderingen pas in het alleruiterste geval de gehoorzaamheid mag worden opgezegd, zelfs ook als op het functioneren van die vergaderingen kritiek uitgeoefend kan worden. Bovendien is en blijft het denkbaar dat ook binnen het kader van besluiten van ambtelijke vergaderingen op grond van de Schrift neen wordt gezegd. Sprak ds. W. L. Tukker inzake de kwestie van de vrouw in het ambt in de Dom te Utrecht niet de befaamde woorden: 'Synode, we zullen U hierin niet volgen'? !

Kritiek op de visie van het Comité

Het is met een bloedend hart dat we deze woorden neerschrijven. Want we weten ons als broeders zo heel dicht bij elkaar staan. Dat is in de gesprekken tussen de delegatie van de hoofdbestuur en het Comité steeds weer gebleken.

Dat we de woorden 'Kritiek op de visie van het comité' met een bloedend hart neerschrijven, heeft ook nog een ande-re reden. Het is ons namelijk bekend hoeveel pijn het de broeders van het Comité doet. En dan toch kritiek? Ja... Doch niet allereerst vanwege de kritiek. Allereerst vanwege het feit dat het hoofdbestuur zich geroepen weet eigen opvatting helder neer te zetten en te onderbouwen. Want we hebben in Amersfoort niet zomaar wat geroepen. De gedachte is immers dat, mocht SoW onverhoopt toch doorgaan, op post blijven in de gebrokenheid van de huidige kerkelijke situatie, de meest verantwoorde weg is.

Bovendien, wat de kritiek van het hoofdbestuur op de visie van het Comité betreft, de broeders zullen toch ook best een zekere nuchterheid betrachten. Immers, geen enkel mens, ook niet de meest bekeerde, zal kritiekloos door het leven kunnen gaan. Zelfs Paulus had nog iets aan te merken op Petrus.

Ondertussen blijft het geschieden met een bloedend hart, wanneer we menen dat het neerzetten van onze eigen visie niet om kritiek op die van het Comité heen kan, al zijn we daar tot hiertoe uiterst zuinig en voorzichtig in geweest. Althans dat hebben we uit alle kracht getracht. En we hopen ook, nu de zaken zich toespitsen, de voorzichtigheid en reinheid van de vreze des Heeren tot het uiterste te betrachten. En we blijven zeker ook aanspreekbaar op fouten die we hierin zouden maken. Want we zijn ervan overtuigd dat elke vorm van onheilig vuur een heilloze brand zal veroorzaken die moeilijk is te blussen. Daarom past het ons veel bezig te zijn met wat de Heere Jezus voorschrijft, namelijk: 'Dit geslacht (van de boze) vaart niet uit dan door vasten en bidden'.

Wat betreft de bezinningsdag van zaterdag 11 januari, we kunnen op dit moment enkel afgaan op wat de pers heeft doorgegeven en wat aanwezigen hebben gehoord. Het was voor het Comité niet mogelijk om nu reeds de lezingen beschikbaar te stellen. Reden temeer voor ons om tot het uiterste voorzichtigheid te betrachten. Uit de verslagweergave zouden meerdere zaken te noemen zijn die om reactie vragen. We willen nu echter slechts twee punten naar voren halen die ons moeilijk vallen. Waarbij we er rekening mee houden dat bedoelde punten op misverstanden berusten, omdat het Comité bepaalde kerkelijke besluiten mogelijk anders interpreteert dan ze verstaan willen worden. Doch dat is een zaak die meer op het bord van de kerk ligt om rechtgetrokken te worden dan dat wij ons daar direct verantwoordelijk voor gevoelen.

De twee punten waar het ons om gaat, zijn ten eerste dat de beoogde SoWkerk een 'onkerk' zou zijn en ten tweede dat zij die geheel op grond van Schrift en belijdenis desnoods op post willen blijven, vooraf genoodzaakt zouden zijn 'om de leugen te wettigen.' We willen kort op beide ingaan.

Een onkerk

Wat zou dat kunnen zijn? Waar komt dit woord vandaan? Het hoofdbestuur weet geen theologische literatuur waar de uitdrukking uit zou kunnen voortkomen, niet uit onze confessies, terwijl het ook geen bijbelse uitdrukking is. We kennen enkel de uitdrukking ware of valse kerk en wat daartussenin kan zitten, zoals een kerk die ziek is, of ernstig ziek, of heel ernstig ziek, of doodziek, of desnoods dood. Maar de uitdrukking onkerk kennen we niet. En we vragen ons ernstig af of dat wel mag voor het aangezicht van God, om de eventuele SoW-kerk met deze benaming te typeren. Neen, we gaan geen water bij de wijn doen inzake onze bezwaren tegenover SoW, doch we willen wel zuiver blijven. Mag de term onkerk gebruikt worden als de Heilige Schrift als enige norm en bron genoemd wordt en als gemeenschap met de belijdenis van het voorgeslacht uitgesproken wordt, zelfs ook gemeenschap met de Drie Formulieren van Enigheid? Zeker, we weten dat met onkerk vooral het plurale van de SoWkerk aangeduid wordt. En we willen die pluraliteit ook in geen enkel opzicht in bescherming nemen. Doch is die pluraliteit van dien aard dat daar het woord onkerk op van toepassing zou zijn?

Van de Hervormde Kerk hebben we tot hiertoe altijd gezegd dat die ziek is. Dan ligt het toch meer in de rede om de eventuele nieuwe kerk een ernstig Èieke kerk te noemen en geen onkerk? Dat hier dingen wringen, mag duidelijk zijn. Er zit zeker tweeslachtigheid in de grondslag, het voluit gereformeerde is van minder gehalte en zwakker dan in de huidige Hervormde Kerk. Doch mag daar zo radicaliserend mee omgegaan worden dat van een onkerk gesproken wordt? Het mag toch bekend zijn uit de kerkgeschiedenis hoe gevaarlijk ongenuanceerde radicaliseringen zijn.

Is bijvoorbeeld Calvijn ons, toen hij uit Genève verbannen werd en zijn medestanders die in Genève gebleven waren een andere kerk wilden stichten, is Calvijn ons toen niet voorgegaan in het betonen van grote lankmoedigheid, daarbij aangespoord door de lankmoedigheid van God Zelf? ! Want Calvijn spoorde toen zijn medestanders aan om de lange adem van het verdragen van gebreken te betrachten en biddend op God te hopen, totdat betere tijden zouden aanbreken. Misschien dat iemand zegt dat het hoofdbestuur tot het uiterste ailes op scherp moet blijven zetten om er toch maar voor te zorgen dat de 2/3 meerderheid niet wordt-gehaald. Best, prima op zich, maar dan wel op een volstrekt integere manier met volkomen geestelijke wapens van het vlijmscherpe Woord van God en de lieve Heilige Geest. Anders wordt de Heilige Geest bedroefd en dan zijn we helemaal ver van huis.

In ieder geval, onkerk kan niet naar ons gevoelen, tenzij het Comité op goede gronden ons van het tegendeel weet te overtuigen. Wat dat betreft gaan we liever met lege handen, desnoods als kleine David met enkel slinger en steen, doch in de naam des Heeren, strijden tegen de reus van fusiebesluit SoW, dan met een ijzersterk harnas dat onverwoestbaar lijkt, doch waarmee niet gegaan kan worden.

De leugen moeten wettigen

Ten slotte nog iets over het tweede, namelijk dat ieder, ook zij die met de allerbeste bedoelingen desnoods op post willen blijven binnen een onverhoopt fiisieverband, genoodzaakt wordt om eerst de leugen te wettigen. En dat daarmee elk beroep op allen in de Schrift die ondanks alles bleven, dat wil zeggen beroep op profeten, op apostelen, ja op Jezus Zelf, volstrekt krachteloos is.

Nu is het op zichzelf geheel waar dat, wanneer eerst de leugen gewettigd zou moeten worden, elk beroep daarna op Gods waarheid volstrekt krachteloos is gemaakt. Doch is er enige reden om te mogen beweren dat dat in SoW-

verband zou kunnen gelden? Mogen de woorden 'erkennen en respecteren' zo uitgelegd worden? En als dat al mogelijk zou zijn, is er dan enige aanleiding te vinden dat mensen van het hoofdbestuur en zovelen eromheen, dit niet zouden doorzien of dat niet willen zien? Of is er enige aanleiding te veronderstellen dat het wel doorzien en gezien wordt, doch dat we willens en wetens zovele gemeenten en gemeenteleden de weg op willen laten gaan van het wettigen van de leugen? En wat betekent in dit verband de mogelijkheid die de beoogde kerkorde ons biedt, namelijk om bijzondere verbondenheid met het gereformeerde belijden uit te spreken?

Bovendien, wat wordt met die leugen bedoeld? Het enige wat we ons zouden kunnen voorstellen, is dat het zou moeten liggen bij wat verstaan wordt onder 'in gemeenschap met de belijdenis van het voorgeslacht'. En het enige wat we ons zouden kunnen indenken, zou dan zijn het verschil tussen lutheranen en gereformeerden in hun visie rond het Heilig Avondmaal. In de Reformatietijd althans hebben de grote theologen uit die tijd hierin geen overeenstemming kunnen bereiken. Het hoofdbestuur acht dit verschil zeker geen kleinigheid die zomaar gladgestreken kan worden. Doch is het geoorloofd om dat leugen te noemen? Is deze term in de godsdienstgesprekken van de Reformatietijd in dit opzicht gebruikt? En als die gebruikt zou zijn toen, willen wij het betreffende verschil dan vandaag nog op deze manier verwoorden?

Afronding

Welke weg nu? Dat was de titel van een artikel in 'de Waarheidsvriend' van 15 augustus jl. En de tendens van dat artikel was dat we allereerst in gebed en verootmoediging ons tot de Heere zouden wenden. In ieder geval is duidelijk dat, hoeveel kritiek we ook op de kerk en op elkaar mogen hebben, wij ook zelf de handen vol hebben aan kritiek op onszelf. En er is alle reden tot voortdurend vragen met Psalm 139 of God ons wil doorgronden, opdat we afgebracht worden van elke schadelijke weg en geleid op de eeuwige, ook in concrete zaken van het kerkelijk gebeuren. En juist als broeders (en zusters) mogen we elkaar daarop geducht en integer aanspreken. Doch meer dan ooit hebben we daarbij nodig een zuiver hart dat gereinigd en gelouterd is door het werk van de Heilige Geest. Voor we het beseffen, zijn we in de maalstroom van kerkelijke strijd meegezogen in draaikolken waar we moeilijk uit kunnen komen. Enkel de liefde van de Heere Jezus Christus en de zachte milde blijdschap van de Heilige Geest, onze Trooster, kunnen ons helpen. Ondertussen vraagt dat veel gebed, heel veel gebed. En het vraagt ook veel overgave en loslaten. Al maar loslaten en het toevertrouwen aan Gods milde Vaderhanden. Zoveel loslaten als we niet voor mogelijk hadden gehouden. En daarin ook de kerk loslaten en in de kracht van de Geest toevertrouwen aan onze machtige God. Dat maakt niet werkeloos en zeker niet argeloos. Nog minder strijdloos. Doch het geeft wel de ontspannen zekerheid dat de Heere het zal voleindigen. Ons wordt het uit handen genomen, opdat wij nooit zullen kunnen roemen in onszelf. De Heere neemt het in Zijn handen. Welke weg nu? In ieder geval mag het niet gebeuren dat door SoW ook maar iets van scheur en breuk ontstaat. In de Hervormde Kerk niet en in de Gereformeerde Kerken ook niet. Dat kunnen wij ons niet veroorloven. Dat kan de kerk zich niet veroorloven. Er is maar één weg, voor ons, voor de kerk. En dat is de weg die iemand rond Amersfoort 1996 op het hart gebonden kreeg namelijk: 'Geeft de Heere de hand'. (2 Kron. 30 : 8). Ook denken we aan Hosea 6 : 1, waar staat: 'Komt en laat ons wederkeren tot de Heere, want Hij heeft verscheurd en Hij zal ons genezen, Hij heeft geslagen en Hij zal ons verbinden'. Het zou kunnen zijn dat een samenkomst in welke vorm dan ook, waarin we onze visies in Gods handen leggen en ons voor God verootmoedigen en om genade en gunst smeken, zou bewerken dat het binnen vijf minuten voor elkaar is, hoe dan ook. Het hoofdbestuur nodigt van harte zowel de kerk als Comité en Gekrookte Riet daartoe uit.

R. H. KIESKAMP, LIENDEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Met vreze en beven...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's