Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om de rechte theologie van het Kruis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om de rechte theologie van het Kruis

BEZINNING OP VERHOUDING KERK EN ISRAËL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 8 september II. werd in De Rode Hoed in Amsterdam een congres gehouden waar twee boeken ouer de uerhouding uan het christelijk geloof en de joodse religie centraal stonden. Het ging om het boek uan prof. dr. A. uan de Beek 'De kring om de Messias' en het boek uan dr. G. H. Cohen Stuart 'Joodse/eesten en uasten'. De beide auteurs hielden . een inleiding en waren in gesprek met elkaar en met de aanwezigen. Het is niet mogelijk in een enkele bijdrage alle aspecten uan die dag voor het uoetlicht te halen. Ik beperk me tot enkele zaken die mij bij en na het lezen uan de boeken bezig hielden en op het congres ook uitvoerig aandacht kregen. Ze cirkelen om het kruis en de verzoening. De grote belangstelling uoor deze dag maakte duidelijk dat het Appèl Kerk en Israël, recent opgericht omdat de bezinning binnen de SoW-kerken gaat mankeren, met deze dag in de roos heeft geschoten. Er gebeurde op het ulak uan de theologische bezinning aangaande Israël weer eens iets. De dag uraagt om een vervolg en krijgt dat ook.

Kernverschil

Kort, te kort aangeduid ligt het kernverschil in beide boeken in een fundamenteel verschil van zicht op de verhouding van het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Van de Beek - zijn boek heb ik in enkele artikelen hier besproken - leest het Oude Testament door de bril van het Nieuwe Testament, vanuit de gedachte dat het oude in het nieuwe tot vervulling is gekomen. De conclusies die hij trekt met betrekking tot het lijden van het joodse volk de eeuwen door (het moeten lijden, vanwege de verkiezing), heeft veel stof doen opwaaien. Cohen Stuart leest (omgekeerd) het Nieuwe Testament door de bril van het Oude Testament. Daarbij heeft hij de joodse Talmoed nodig en de uitleg van het Oude Testament (Tenach) door de joodse rabbijnen. In een artikel over dit boek in het Reformatorisch Dagblad heb ik aangegeven dat dit laatste soms tot verrassende momenten leidt en dat hij ons als christenen de ogen opent voor bepaalde blinde vlekken bij het lezen van ook het Nieuwe Testament. Maar hier valt tegen te werpen dat grosso modo zijn uitleg te joods is.

Christologie

Het gaat bij dit alles naar mijn oordeel vooral om de christologie, de leer aangaande Christus. In de visie van Cohen Stuart staat dan ook het jood-zijn van Jezus centraal. Diens joodse wortels hebben betekenis voor het verstaan van Jezus, zei hij op het congres. Expliciet kwam dat ook aan de orde in een lezing van prof. dr. P. Tomson, getiteld 'Het belang van Jezus' Jood-zijn voor de kerk'.

Nu is het onmiskenbaar dat Jezus uit een joodse moeder is geboren en dus naar de mens gesproken jood was. Maar er is meer. We belijden de incarnatie, de komst van Jezus in ons menselijke vlees. Hij was Zoon van God en Zoon des Mensen. Hier valt in te bren-gen - ik deed dat tijdens het congres - wat we lezen in Ef. 2, waar Paulus spreekt over 'de middelmuur des afscheidsels' die gebroken is. Heidenen en joden zijn één in Christus. En dan zegt Paulus dat Christus in Zijn vlees de wet der geboden in inzettingen bestaande (kenmerkend voor de joodse religie) te niet heeft gemaakt om in Zichzelf jood en heiden 'tot een nieuwe mens' te scheppen. Dat mondt dan bij Paulus uit in de belijdenis aangaande de verzoening: beiden in één lichaam met God verzoend door het kruis (Ef. 2 : 15, 16). 'Christus is de nieuwe mens, in wie de scheidingen zijn opgeheven', zegtM. J. G. van der Velden (Tekst uoor tekst). Dat betekent dat Jezus aan het (louter) jood-zijn is ontstegen. Hij heeft universele betekenis gekregen. Dat zal bij de wederkomst in volle heerlijkheid blijken. 'Grond voor de uiteindelijke kosmische eenheid en de eenheid van de kerk is het kruis van Christus, waardoor alle scheidingen opgeheven zijn' (Van der Velden). Dat alles neemt niet weg, dat het tot het geheimenis van Gods verkiezing behoort, dat Jezus in het joodse volk werd geboren en niet in welk ander volk dan ook. Komt ook hierin niet tot uitdrukking de diepe betekenis van de belijdenis van Paulus dat de joden 'beminden om der vaderen wil' zijn (Rom. 11)?

Verzoening

Hier is echter vooral ook de leer aangaande de verzoening in het geding. Dat woord valt ook letterlijk in Ef. 2 : 16: verzoend door het kruis. Calvijn wijst erop dat het centrale moment bij het kruis juist is dat daar 'de vijandschap' is gedood. Dat mag het hart van de verzoening heten. In het uitgebreide tekstregister bij het boek van Cohen Stuart ontbreekt Jesaja 53, het hoofdstuk over de lijdende Knecht des Heeren, van Wie wordt gezegd dat Hij als de Man van smarten als een lam ter slachting werd geleid. Cohen Stuart is in zijn boek ook van oordeel dat het Paaslam geen offerlam is. Binnen het religieuze jodendom, zo wordt algemeen gesteld, is Jesaja 53, een 'gesloten hoofdstuk', dit vanwege de interpretatie die er door christenen aan is gegeven met het oog op het kruislijden van Christus. Ik gaf daaraan aandacht in de bespreking in het RD. Op de conferentie bleek, dat Cohen Stuart zich nog eens extra in deze kwestie had verdiept. Hij kwam tot de conclusie dat nergens in de rabbijnse literatuur Jesaja 53 in verband wordt gebracht met de verzoening. Hij sprak hier van 'een christelijke innovatie' (invoering van iets nieuws). Opvallend was trouwens dat ook Van de Beek niet direct verband legde tussen Jesaja 53 en de verzoening in en door Christus.

Kruis

Rest dan de vraag hoe beide theologen, die hartstochtelijk bezig zijn met het lezen van de Schriften van het Oude en het Nieuwe Testament, het kruislijden van Christus verstaan. Aangezien het hier gaat om het hart, in ieder geval een wezenlijke kern van de christelijke theologie en het christelijk geloof, luistert het hier nauw in de weergave van hun beider visie. Derhalve vroeg ik hun beiden om een korte formulering van wat het kruis van Christus in hun visie betekent. Cohen Stuart schreef dat hij ooit be-

gon vanuit 'de klassiek reformatorische visie'. Daarvan nam hij geen afstand (!) maar in de doorleefde ontmoeting met Israël denkt hij nu 'over een aantal aspecten' anders. Hij zegt dan verder letterlijk:

'Kruisiging van een onschuldige betekende moord. De kruisiging van Christus kwam voort uit afwijzing van trouwe dienst aan de God van Israël en Zijn vervulling van de Torah naar letter en geest. De kruisdood van Christus heeft bijzondere betekenis wegens de opstanding. Als 'ons paaslam dat is geslacht' (i Cor. 5) is Christus het teken dat God aan de gemerkte huizen voorbij wil gaan om de daar wonende mens te bevrijden en verlossen van zonde en dood. Zo worden we geroepen te delen in de uittocht uit Egypte en toe te treden tot het eerder al in Abraham vernieuwde verbond van God met Noach. Wat begint met de uittocht uit Egypte, zonde en dood, wordt bevestigd bij de verbondssluiting op Sinaï en de vernieuwing daarvan (Pinksteren). De zonden, overtredingen die voor toetreding tot het verbond waren begaan, worden daarbij afgewassen (Joh. 1, Rom. 6). Dit is de verzoening waarvan Rom. 5 en 2 Cor. 5 spreken.

Leven binnen het verbond legt aan ons verplichtingen op. Daarbij is Jezus een veeleisende leraar (bergrede), al vraagt Hij lang niet van ons wat Hij van Zichzelf gevraagd heeft. Geen mens is bij machte 'de regel der dankbaarheid' te volbrengen zonder te eniger tijd te falen. Ik heb geleerd datje daarbij goed moet onderscheiden tussen 'zonde' (doorgaans het per ongeluk of vergissing overtreden van een ceremoniële regel) en 'overtreding' (als schending van een der geboden) en in de zwaarste vorm: bewust tegen Gods wil ingaan.

Als 'zoendeksel' (Rom. 3 : 25; de brief aan de Hebreeën is 'slechts' uitwerking van dat beeld) staat Christus er Borg voor dat wie na toetreding tot het verbond toch - ongewild - Gods heilige geboden overtreedt maar zich in bekering (tesjoeva) tot God zijn toevlucht neemt, erop mag vertrouwen (erin mag geloven) dat God Zich in genade over hem zal ontfermen.

Volgens de rabbijnen geldt de verzoening van Grote Verzoendag alleen voor beide eerste typen inbreuk op het verbond. De zwaarste vorm kan alleen geboet worden door eigen dood. Naar die laatste categorie verwijst Hebreeën 10 : 26 ev.

Zo begrijp ik het nieuwtestamentisch getuigenis aangaande de verzoening. Zo klopt volgens mij het hart van het Evangelie.'

Van de Beek brengt het kruislijden van Christus vooral in verband met deel hebben aan het lijden van het volk. Zowel Mozes als Christus participeerden aan dat lijden. Hij zegt letterlijk:

'Verzoening is dat God zelf de wereld met zichzelf verzoent (2 Kor. 5). Hij doet dat doordat Christus voor ons zonde gemaakt is. Dat is iets anders dan zonde doen. Het betekent dat de diepste identiteit van ons gevallen bestaan door Hem opgenomen is. Hij neemt dat op als God zelf. God zelf draagt ons menselijke bestaan en Hij draagt dat aan het kruis: als een vervloekte (Gal. 3 : 13). Hij neemt alles van ons op zich. Deze participatie-christologie is basaal in het Nieuwe Testament en de Vroege kerk. Hij deelt ons bestaan en daardoor delen wij zijn bestaan, als we in Hem ingedoopt zijn. Waar we deel hebben aan de gemeenschap van God in zijn deelhebben aan ons gevallen bestaan, hebben we ook deel aan zijn heerlijkheid. Dat betekent dat heiliging en rechtvaardiging onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Wie niet geheiligd is in Christus kan niet met Hem verbonden zijn. En heiliging heeft in deze wereld altijd de gestalte van het kruis: het sterven aan onszelf. Dat is niet een gemakkelijke weg. Het is een weg door de tijd, zoals alles in deze wereld in de tijd plaatsvindt en nooit voltooid wordt. Het is de weg van Johannes: Hij moet wassen en ik minder worden. Voor mij is deze participatiegedachte centraler dan de taal van de balans: Hij heeft voor mij betaald. Dat kan wel een van de wijzen zijn van expressie van het geheimenis van de verzoening, maar is niet het meest centrale. Anders is er het risico van de goedkope genade en vervolgens weer van de werkheiligheid. Uiteindelijk leidt het ook makkelijk tot het misverstand van dr. P. Smits of het uitspelen door dr. H. Wiersinga. Wel moet duidelijk zijn dat participatie niet op het psychologische vlak plaatsvindt (dat was de misvatting van de kerkvader Nestorius), maar betrekking heeft op ons diepste wezen'.

Noodzakelijke bezinning

Hier is sprake van strict theologische formuleringen. Beide auteurs brengen hier verduidelijkingen aan, al is niet alles duidelijk. Het is naar het mij voorkomt hier niet de plaats om deze benaderingen theologisch te analyseren. Daar zijn theologische periodieken voor. Daarom volsta ik met het' 1 plaatsen van beider visie naast elkaar. Gezien het karakter van de congresdag zijn kruis en verzoening echter kern 1 - " elementen, die theologisch verder ' moeten worden doordacht. Het gaat om de rechte kruistheologie. Daarbij is van wezenlijke betekenis hoe de klassieke leer aangaande de verzoe-. ning (de plaatsvervanging: Hij voor mij, daar ik anders de eeuwige dood zou moeten sterven) zich verhoudt tot het getuigenis van de Schrift in het Oude en Nieuwe Testament. De onderste steen moet dunkt mij boven als het gaat om de duiding van Jes. 53 ten overstaan van Israël. Is 'betaling' een aspect maar 'niet het meest centrale' • (Van de Beek)?

Op één aspect wijs ik nog wel. Cohen Stuart wijst op de betekenis van het kruis 'vanwege de opstanding'. Tijdens het congres (hoewel daar niet al* leen) klonk de kritiek op Van de Beek; ' vooral bij monde van de Amsterdamse emeritus-predikant dr. A. A. Spijkerboer, dat bij hem de Opstanding tekortkomt. Niet dat hij de Opstanding niet belijdt, maar ze functioneert niet. Wanneer het kruislijden van Christus in verband wordt gebracht met het lijden van het joodse volk, dan moet dat toch ook voor de Opstanding gelden? Kortom: stof tot verdere bezinning te over. Het congres was een aanzet. En wie zou uitgedacht raken over het geheimenis van Kruis en Opstanding, waar het onwrikbare fundament van ons christelijk geloof is gelegen? !

v.D.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Om de rechte theologie van het Kruis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's