Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zeeland, onstuimig en vol wonderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zeeland, onstuimig en vol wonderen

GEBED VOOR DE PROVINCIE [4]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rond het jaar 700 na Christus kwam de zendeling Willibrord aan land bij Domburg. Hij hakte daar het altaar van de zeegodin Nehalennia omver en bouwde er een christelijke kapel. Zo begon de kerstening van het eilandenrijk dat hij aantrof. Willibrord ontmoette hier volgens een latere biograaf (de abt Theodosius) een volk dat even onstuimig was als de golven van de zee te midden waarvan het woonde. Het liet zich alleen in bedwang houden door het geschieden van wonderen die - zo voegde hij er veelbetekenend aan toe- in deze streken dan ook veelvuldig voorkwamen. Inmiddels zijn wij 1300 jaar verder en daarmee even zoveel jaren vol onstuimigheden én vol wonderen. De Zeeuwse geschiedenis is er rijk aan: zowel burgerlijk als kerkelijk.

Nadere Reformatie

In dit verband beperk ik mij ertoe om te wijzen op de kerkelijke beweging van de Nadere Reformatie die in de zeventiende eeuw in Zeeland breed en diep vertegenwoordigd was. Zeeland kan zelfs gezien worden als de bakermat van deze beweging, die zo vruchtbaar geweest is voor de Nederlandse kerk. De nadere-reformatoren streden voor de toewijding aan de dienst van God op alle terreinen van het leven met specifieke accenten op het belang van de persoonlijke omgang met God, de huisgodsdienst en de zondagsviering. De namen van de Zeeuwse steden die in die tijd centra van kerkelijke vroomheid waren, spreken hun eigen taal: Middelburg, Vlissingen, Goes, Zierikzee, Sluis. Niet minder doen de namen van beroemd geworden voorgangers in de lijn van de Nadere Reformatie dat: Teellinck, Udemans, Smytegelt, Van Laren, Koelman, enz. Er was echter niet alleen sprake van positieve ontwikkelingen. Kerkelijke twisten bleven Zeeland evenmin bespaard. Een diepe controverse speelde zich bijvoorbeeld af rond het optreden van De Labadie te Middelburg in de jaren na 1666. In deze controverse bleek echter meteen ook hoezeer de Nadere Reformatie een beweging binnen de kerk was.

Actualiteit

Genoeg over dit alles, want het gaat nu vooral om de actuele, kerkelijke situatie in Zeeland. Allereerst enkele statistische gegevens. Zeeland telt ongeveer 76.650 hervormden, 20.750 gereformeerden en 300 luthersen (cijfers van december 2001). In totaal dus ongeveer 97.000 leden van de Samen op Weg-kerken. Dat is globaal genomen een derde van de Zeeuwse bevolking. Hoezeer Zeeland naar buiten een degelijk kerkelijk imago heeft, statistisch moet toch gesteld worden dat voor de Samen op Weg-kerken de ontkerkelijking hier nauwelijks minder om zich heen grijpt dan in de Randstad. Wat de organisatie van het bovenplaatselijke kerkenwerk betreft: op provinciaal niveau kent Zeeland een provinciale synode: de gefedereerde vorm dus van de hervormde provinciale kerkvergadering en van de gereformeerde particuliere synode. Ook de Evangelisch-Lutherse Kerk is in deze provinciale synode vertegenwoordigd. Wat de classicale vergaderingen betreft: drie van de vier Zeeuwse classes zijn gefedereerd (de classes Walcheren, Zeeuws-Vlaanderen en Goes). In de vierde, de classis Zierikzee, is nog geen sprake van een federatie tussen de gereformeerde en de hervormde classis.

Voor de plaatselijke gemeenten is het beeld als volgt. Van de Zeeuwse plaatselijke gemeenten zijn er 36 gefedereerd. Verder zijn er 20 gereformeerde kerken en 60 hervormde gemeenten die niet gefedereerd zijn. Tussen deze gemeenten zijn er op het plaatselijke vlak de meest uiteenlopende vormen en gradaties van samenwerking, zoals er ook plaatsen zijn waar men in goede harmonie naast elkaar leeft. Tot slot van deze opsomming: Zeeland kent ook twee evangelisch-lutherse gemeenten.

Bewondering en verwondering

Het terrein overziende, moeten we opmerken dat er in onze provincie vele zegeningen te tellen zijn. Er zijn gemeenten die groeien en bloeien. De verkondiging van het Evangelie heeft her en der zichtbaar vrucht gedragen. Toch zijn er ook op verschillende punten zorgen over het kerkelijk leven in onze provincie. Punten die elders direct herkend zullen worden: de vergrijzing in de kerkelijke gemeenten, het steeds meer ontbreken van kader voor de ambtelijke vergaderingen en de kerkelijke organen, de teruglopende financiën, de voortgaande ontkerkelijking.

Op één zaak wil ik hier echter speciaal de aandacht vestigen: het voortbestaan van de 'kleine gemeenten' op het platteland van Zeeland. Niet minder dan driekwart van de Zeeuwse gemeenten moet onder deze categorie gerekend worden. Zij zijn er ook dwars door alle modaliteiten heen: gemeenten waar met een minimaal aantal betrokken gemeenteleden het kerkenwerk in stand gehouden moet worden. Het is gepast om met bewondering te kijken naar het geringe aantal schouders dat deze last moet dragen. In grote gemeenten met een breed kader is het over het algemeen minder moeilijk om voor diverse taken in de gemeente mensen te vinden. In de kleine gemeenten zijn het steeds dezelfde mensen die zich moeten inzetten voor het werk en die een groot aantal taken moeten vervullen. Niet alleen béwondering is gepast, maar vooral vérwondering over het feit dat God ook hier zorgt voor de voortgang van het gemeentewerk.

Woest en ledig

Onlangs raadpleegde ik voor een bepaalde gelegenheid de acta van de eerste provinciale synode die in Zeeland gehouden werd: in 1579 te Goes. Het was in feite nog tijdens de zeer onoverzichtelijke situatie van het kantelen der tijden. In een aantal plaatsen in Zuid-Beveland was de pastoor weggejaagd, maar er was nog geen predikant voor in de plaats gekomen. De geachte afgevaardigden typeerden daarom de kerkelijke toestand ter plaatse als 'woest ende ledigh'. Die woorden herinneren aan het scheppingsverhaal. 'Woest en ledig' was het, maar God hoefde slechts één woord te spreken! Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er. Ik weet niet of de afgevaardigden in 1579 daar toen aan gedacht hebben. Ik moest er wel aan denken, toen ik de situatie van de Zeeuwse kleine gemeenten voor me zag. Ook in de andere provincies is dit een duidelijk aanwezige problematiek. Er is niet alleen zorg over het voortbestaan van de kerk in de Randstad en de overige grootstedelijke gebieden. Er is ook reden tot grote zorg over de kleine plattelandsgemeenten. Hopelijk hoeven we de huidige situatie in de kleine kerkelijke gemeenten niet te karakteriseren als 'woest ende ledigh', maar zelfs als de werkelijkheid ook maar enigszins bij die typering in de buurt zou komen: laten wij veel verwachting hebben van het scheppende Woord van God. Hij is machtig om het licht te scheppen in de duisternis, het leven uit de doden.

Oproep

Ik wil graag afsluiten met een oproep in drievoud, vooral ingegeven door de nood van de kleine gemeenten; een nood die in andere provincies herkenbaar zal zijn.

- Laten wij ervoor bidden dat er in ieder dorp van Nederland - ook in het allerkleinste* een kerk open blijft waar de gemeente kan samenkomen rond het Evangelie en waar een toren naar de hemel wijst. - Laten wij bidden voor de kleine gemeenten dat gemeenteleden daar de moed niet verliezen, maar volharden in de dienst van God en bemoedigd worden door de belofte van de Heere Jezus: 'Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn...'

- Laten wij ook bidden om ootmoed en behulpzaamheid, zodat wij niet vanuit soms heel grote en bloeiende gemeenten neerkijken op de kleine gemeenten in onze omgeving, maar bereid zijn om eikaars lasten te dragen en ons voor elkaar in te zetten.

Het is mijn vurige verlangen dat wij ons in de kerkelijk zo verwarrende situatie van dit moment niet van de wijs laten brengen en dat niet de neerslachtigheid het zal winnen. Het is juist nu nodig dat wij ons concentreren op het ene nodige voor de kerk: de verkondiging van het Evangelie van de genade. •Laten wij God bidden om een opwekking, om nieuw leven in onze kerken en gemeenten, om een hart dat brandt van liefde voor God en zijn dienst!

L. WÜLLSCHLEGER, VLISSINGEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zeeland, onstuimig en vol wonderen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's