Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het genadekarakter van genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het genadekarakter van genade

GEDACHTEN ROND HET AANKNOPINGSPUNT [I]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

In een reeks artikelen willen we aandacht geven aan de theologische kwestie van het zogenaamde aanknopingspunt: de vraag of er na de zondeval in de mens iets goeds is overgebleven, waar de genade van God probleemloos bij kan aanknopen. De theologische kwestie zeifis al zo oud als het Evangelie in deze wereld verkondigd wordt. Want het gaat om het genadekarakter van de genade. En het komt voor onder verschillende benamingen, afhankelijk van de invalshoek. Echter, dat de kwestie van het aanknopingspunt als een theologisch probleem in het volle licht van de schijnwerpers werd geplaatst, is, althans onder de benaming 'aanknopingspunt', van vrij recente datum. Het voert ons namelijk terug tot het jaar 1932, toen Karl Barth en Emil Brunner erover in een heftige discussie geraakten en Barth zijn beruchte 'Nein' deed horen.

We willen in deze artikelen echter niet enkel de kwestie tussen Barth en Brunner behandelen, maar het ook uitwerken in een breder kader. Hierbij willen we tevens speciale aandacht geven aan de momenteel actuele kwestie van de boodschap en de kloof: de vraag hoe over de verstaanskloof heen de brug kan worden geslagen van de evangelieboodschap naar de hoorder.

Barth en Brunner

Wat Barth en Brunner betreft het volgende. Brunner had beweerd dat er in de mens een positieve ontvankelijkheid voor het Evangelie zou zijn. Volgens Brunner staat de mens van huis uit niet geheel vreemd tegenover het Evangelie. Er is in de mens iets positiefs, waarbij het Evangelie kan aanknopen. Er is een ongebroken continuïteit.

Barth was het hier vierkant mee oneens. Volgens Barth kan het Evangelie niet afhankelijk zijn van een reeds aanwezig orgaan in de mens. Het is anders. Het Evangelie zorgt er zelf voor dat er in de mens een aanknopingspunt geschapen wordt. Barth zag in Brunners leer van het aanknopingspunt iets van menselijke voorbereiding op de genade - en dus een aantasting van het sola gratia. Naar de opvatting van Barth was genade iets totaal nieuws voor de mens. Het veronderstelde in de mens niets anders dan schuld en verlorenheid.

In de weging van beide standpunten is het duidelijk dat Barth op de bijbelse lijn zit. Dat is de lijn die in de reformatietijd weer glashelder getrokken is in de belijdenis van het sola gratia. In andere zaken hebben we terecht veel bezwaren tegen veel facetten van de theologie van Barth. Zoals de scheppingsleer waarin in elk geval de 'staat der rechtheid' om zeep wordt geholpen. Zoals het afwijzen van de algemene openbaring. Zoals de leer van de uitverkiezing die hij geheel laat opgaan in Christus. Zoals zijn universalistische tendensen. Doch inzake de kwestie van het aanknopingspunt heeft hij bewust gereformeerd willen zijn. De vraag in hoeverre hij hierin inconsequent is geweest en op andere momenten het sola gratia toch weer afbreuk heeft gedaan, laten we hier rusten. Feit blijft dat hij in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen velen sliepen inzake de gevaren van het nationaal-socialisme van Hitier en de zijnen, als een geestelijke reus aan de bel heeft getrokken. De kwestie van het aanknopingspunt had hierin een scharnierfunctie.

Barmer Thesen

Een van de achtergrondmotieven waarom Barth het aanknopingspunt afwees, werd namelijk gevormd door zijn vrees dat Brunner door positief te spreken over het aanknopingspunt, de 'bloed en bodem-theologie' van het nationaal-socialisme de wind in de zeilen zou geven. Immers, dat zou terugval in het Germaanse heidendom bevorderen met alle rampzalige gevolgen van dien, niet het minst voor het joodse volk.

Deze achtergrond verklaart ook de ongewone felheid waarmee Barth zijn beruchte 'Nein' heeft uitgesproken. Het geeft bovendien een verklaring voor zijn eenzijdigheid in de Barmer Thesen uit 1934, waarin hij het Woord van God laat opgaan in Christus als het vleesgeworden Woord. Hij ziet Jezus Christus als het ene Woord van God, waarnaar we te horen hebben. Zo verwaarloost hij dus andere bijbelgegevens. Ten slotte laat deze achtergrond ook licht vallen op zijn afwijzen van de algemene openbaring. Want dat hangt weer samen met het feit dat hij die algemene openbaring niet goed onderscheidde van natuurlijke theologie als vorm van heidense 'bloed en bodem'-religie.

In dit alles wordt in elk geval duidelijk dat het zelfs ook voor de groten onder de theologische denkers uitermate moeilijk is om in tijden van strijdsituaties met grote spanningen, het theologische evenwicht te bewaren. Barth heeft ongetwijfeld een goede strijd willen strijden tegen de onbijbelse tijdgeest van zijn tijd. Doch het is hem toch niet gelukt zich aan die tijdgeest te ontworstelen. Daarom wordt zijn theologie helaas te zeer gekluisterd in boeien van wijsgerig denken, die afbreuk doen aan de boodschap van de Schrift.

Onderscheidingen

Om het verschil tussen Barth en Brunner wat meer inzichtelijk te maken, willen we nog dieper ingaan op allerlei nuanceringen die in de kwestie meespelen. Daartoe is nodig het aanknopingspunt nog wat nader onder de loep te nemen. We kunnen het namelijk opdelen in een formeel en een materieel aanknopingspunt. Het is een gangbare indeling, een indeling ook die bij Brunner een grote rol heeft gespeeld.

Onder formeel aanknopingspunt wordt verstaan het feit dat de mens, in onderscheid tot de dieren, aangesproken kan worden. Men kan hem verantwoordelijk stellen en de mens kan als redelijk schepsel hierop reageren. Kortom, de mens is een persoon die

aanspreekbaar is en zelf ook taal weet te hanteren. Dat betekent dat het belangrijk is de mens in zijn taalgebruik en begrippenmateriaal te leren kennen.

Het materieel aanknopingspunt sluit hier nauw op aan. Men verstaat er aan de ene kant onder het levensbesef van de mens, waarin hij weet dat er verschil is tussen goed en kwaad. Want de stem van zijn geweten spreekt. Aan de andere kant verstaat men er datgene onder wat God bij de schepping gegeven heeft. De genade zou er aanvullend en kritisch verhelderend bij kunnen aanknopen.

Wat het geweten betreft, de stem van het geweten zal nooit zuiver klinken. En soms zelfs kan die stem tot zwijgen gebracht zijn, wanneer het geweten als met een brandijzer toegeschroeid is. Maar toch is, algemeen gesproken, dit gewetensvolle besef van goed en kwaad een menselijk gegeven. Het behoort als levensbesef tot ons aller mens-zijn. Het heeft iets in zich van een waarschuwingssignaal bij naderend gevaar. We noemen dit, nader aangeduid, het negatief materieel aanknopingspunt. Het gaat dan om de vraag of het Evangelie van Gods genade in Christus hier probleemloos bij kan aanknopen of niet? Ligt dit negatieve levensbesef in het verlengde van het bijbelse schuldbesef als akker waarop de genade van God welig kan tieren? Of is dat niet zo?

Naast dit negatief materieel aanknopingspunt is er nog het positief materieel aanknopingspunt. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat er in de mens iets positiefs is, waarbij de genade als herscheppend werk van God zomaar kan aanknopen.

De vraag is hier dus of de in zonde gevallen mens iets heeft overgehouden wat niet hersteld hoeft te worden door Gods genade. Iets waar de genade bij kan aanknopen, zoals bijvoorbeeld het verlangen naar geluk. Ook kan gedacht worden aan natuurlijke godskennis. Godskennis geput uit Gods algemene openbaring in de natuur. Of gehaald uit de loop der geschiedenis. Of opgediept uit het besef dat in ons geweten aanwezig is.

Menselijk vermogen

Brunner nu heeft, aansluitend bij deze onderscheidingen van het aanknopingspunt, zich positief uitgelaten over het formele aanknopingspunt. . Hij verstond dit formele aanknopingspunt vooral als verantwoordelijkheid en als menselijk vermogen om aanspreekbaar te zijn. Hij beschouwde het ook als niet door de zonde aangetast. Het materieel aanknopingspunt evenwel vatte hij op als terdege wel door de zonde aangetast. Dat zag hij niet zitten als aanknopingspunt. Daarin stond hij wel dicht bij Barth.

Ondertussen bleef Barth toornen tegen de positieve instelling van Brunner inzake het formele aanknopingspunt. Naar ons gevoelen in terechte toorn. Brunner zag immers het formele aanknopingspunt als niet door de zonde aangetast. Bovendien zag Brunner niet, of wilde hij het niet zien, hoezeer het formele aanknopingspunt verbonden is met het materieel aanknopingspunt. Beide zijn nooit geheel van elkaar te scheiden. Brunner heeft die scheiding wel beoogd. Want hij zegt ergens dat het formele aanknopingspunt als mogelijkheid om Gods Woord te horen, nog niets zegt over het ja of neen zeggen tegen het Evangelie. Het gaat immers enkel om de formele mogelijkheid ertoe. Toch zijn er aan de andere kant ook uitspraken van hem waaruit blijkt dat hij het probleem wel heeft gezien. Helaas trok hij er niet de juiste consequenties uit. Hij bleef beweren dat zijn visie het genadekarakter van de genade niet aantastte. Ten diepste echter was hij hiermee in tegenspraak met zichzelf.

Hier hangt ook mee samen dat Brunner niet heeft verdisconteerd dat het formele aanknopingspunt vanuit zichzelf gericht is op het materieel aanknopingspunt, namelijk of op God of op de afgoden. Hiermee liggen het formeel en het materieel aanknopingpunt als mogelijkheid en werkelijkheid zo dicht bij elkaar dat ze met elkaar verweven zijn. Acceptatie van het formele aanknopingspunt kan dan niet meer samengaan met verwerping van het materieel aanknopingspunt.

R. H. KIESKAMP, LIENDEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het genadekarakter van genade

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's