Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen karikatuur van Mozes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen karikatuur van Mozes

Trouwen na echtscheiding...? [2]

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

TROUWEN NA ECHTSCHEIDING...? [2]

De weerbarstige praktijk

Met datgene wat tot nu toe werd betoogd, lijkt echter niet het laatste woord te zijn gesproken inzake 'Trouwen na echtscheiding? ' Een heel opmerkelijke Schriftplaats is Deuteronomium 24, en daarvan met name de eerste vier verzen. Speelt dit hoofdstuk in op een reeds bestaande praktijk op het gebied van echtscheiding? In ieder geval doelt de Heere Jezus op dit bijbelgedeelte als Hij het verschijnsel 'scheidbrief' hekelt (Matth. 19). Ze is niet door Mozes geïnstitueerd, maar wel getolereerd. Hij is uitgegaan van een bestaande situatie.

De verstoten vrouw was onder Israël helaas geen unicum (zie Lev. 21: 7, 14; 22 : 13; Num. 30 : 9); haar sociale positie was ronduit slecht. Er moest daarom gewoon wat gebeuren. Ridderbos legt er in 'de Korte Verklaring' nadruk op dat vers 4 de kern van Mozes' betoog vormt. Daarin spreekt God Zijn gruwel uit over het hertrouwen met de eerste partner na schei- . ding. Hoewel de reden van dit verbod niet duidelijk wordt aangegeven, zal het ongetwijfeld te maken hebben met de heiligheid van het huwelijk. Had dit stringente verbod ontbroken, dan was er vast wel eens iemand opgestaan die hier een officiële regeling met het oog op 'partnerruil' in had gelezen. Toch kunnen wij uit de verzen 1 t/m 3 een en ander leren omtrent de scheidbrief. Had volgens Deuteronomium alleen de man het recht om een scheidbrief te schrijven, bij het voortgaan van de tijd werd in bijzondere omstandigheden dit recht ook verleend aan vrouwen. De Bijbelse Encyclopedie (Kok, Kampen) noemt onder meer melaatsheid van de man.

Onkuisheid

Van belang voor ons onderwerp is vooral de passage in vs 1: '...omdat hij (de man dus) iets schandelijks aan haar gevonden heeft.' De rabbijnse school van Sjammai liet zich bij de verklaring van deze woorden leiden door wat er letterlijk staat, nl. 'de naaktheid van een ding.' De gedachte aan onkuisheid en losbandigheid lag daarbij 104 voor de hand. De grenzen werden echter behoorlijk opgerekt. Prof. dr. J. Douma (Christelijke Ethiek, Capita Selecta II, p. 55) noemt loshangend haar bij de vrouw, ingescheurde kleren (de lange split van veel hedendaagse damesrokken en japonnen, die het been laat zien tot ver boven de knie, red.), ontblote armen, gemengd baden (en zwemmen), enz. Voor de ruimer denkende school van Hillel waren heel andere dingen aan de orde. Aangebrand eten kon daar al als argument dienen tot het uitschrijven van een scheidbrief. Ook kon ze gelden in gevallen waarbij een man een andere vrouw aantrekkelijker vond dan zijn eigen echtgenote.

Wanneer we de uitdrukking 'iets schandelijks' of'iets onbehoorlijks' helder proberen te krijgen aan de hand van zgn. concordante woorden, lijkt deze uit te vallen in het voordeel van de school van Sjammai. Het gaat wel degelijk over schaamteloos gedrag, zonder direct aan overspel te willen denken. Daarop immers was de doodstraf door steniging gezet en geen wegzending al dan niet met een scheidbrief.

Overspel kan in Mozes' tijd dan ook zeker niet als echtscheidingsgrond worden aangevoerd. Later wellicht wel, als onder invloed van het Romeins bewind, het recht meer gehumaniseerd wordt en steniging niet langer het antwoord op overspel is. Overspel en scheidbrief sluiten elkaar in principe uit. Het huwelijk was ten einde gekomen door terdoodveroordeling van de overspelige partij. Zo was het nog in Leviticus 20 : 10.

Ernstig vergrijp

Waarom is overspel zo'n ernstig vergrijp? Dat maken Genesis 2 : 24/25 en I Korinthe 6 : 12 ons wel duidelijk. 'Die twee zullen tot een vlees zijn', zo lezen we daar. Man en vrouw geven zich helemaal aan elkaar. Ze zijn niet langer beschikbaar voor anderen. Er is als het ware een cirkel om hen heen getrokken, ofwel een hek geplaatst rondom hun seksuele leven. Niemand mag hier inbreken noch uitbreken.

Wie toch met een ander (een derde, of misschien zelfs wel met een vierde, vijfde enz., denk aan Johannes 4:18) één vlees wordt, verbreekt zijn of haar huwelijk op het allerdiepst. Hij of zij snijdt zich als een rottend lidmaat af, aldus Calvijn. Overspel tast het huwelijk dan ook op een andere manier aan dan andere zonden. (Rapport Deputaten Echtscheiding, GKv., p. 45) Van belang is om bij het lezen van Deuteronomium 24 Jezus' opmerking in gedachten te houden dat de scheidbrief destijds door Mozes werd toegestaan vanwege 'de hardheid des harten'. Ze was bedoeld als regelgeving in een uitgesproken chaotische situatie, waar vrouwen vaak zeer onheus en onrechtvaardig behandeld werden en ook kinderen op een erbarmelijke wijze gedupeerd raakten. De scheidbrief beoogde in een uit de hand gelopen situatie de vrouw te beschermen. Bij het afgeven ervan moesten ook twee getuigen betrokken worden. Zo werd echtscheiding tot een ernstige zaak gemaakt. Niet iets waar je op lichtvaardige wijze mee om kunt springen. Dat neemt niet weg dat echtscheiding strijdt met het wezen van het huwelijk.

Bergrede

Voor de verdere bezinning op het punt 'Trouwen na echtscheiding? ' letten wij nu op een aantal opmerkingen van de Heere Jezus in de bergrede. Hoofdbrekens geven Jezus' woorden in Mattheüs 5 : 32. 'Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzaak van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo wie de verlatene zal trouwen, die doet (ook) overspel.'

Allereerst hebben wij bij de exegese van deze tekst in het oog te houden dat Jezus in de bergrede zich scherp verzet tegen de rekkelijke uitleg en toepassing van de wet die God door Mozes Israël gegeven heeft. Men weet op een meesterlijke wijze het gebod van God naar eigen hand te zetten. De wetswoorden worden op een procrustesbed gelegd - en zo ontkomt men dan aan de klem ervan. Wij moeten Jezus' woorden in de bergrede dan ook niet zo opvatten als zou Hij zich distantiëren van datgene wat Mozes in deze kwestie naar voren gebracht heeft. Er staat niet: 'Mozes heeft helaas een scheidbrief ingesteld, maar Ik zeg u...'

Trouwens, maar liefst zes maal luidt de Heiland hier op eenzelfde wijze een verklaring in. Volgens Douma is er geen sprake van een tegenstelling tussen Jezus en Mozes, maar wel tussen Jezus en een karikatuur van Mozes. Dezelfde man die de scheidbrief (in een bijzondere context) tolereerde, laat ons in Genesis 2 nadrukkelijk weten dat het in het begin allemaal niet zo was.

Sociale achtergrond

Zowel in Mattheüs 5 als in hoofdstuk 19 is sprake van een handhaven van de tittel en de jota door Christus. Hij opereert hier nadrukkelijk tegen de vrije interpretatie van de Farizeeën en Schriftgeleerden. In de bergrede legt Jezus de werkelijke bedoeling van de wet voor ons uit. Dan blijken zelfs zondige hartstochten al gecatalogiseerd te moeten worden onder de rubriek 'overspel'. Er is weliswaar nog geen sprake van daadzonde, maar het kan er zeker toe leiden. Gedachten en fantasieën zijn niet tolvrij.

De waarschuwing dat degene die zijn vrouw wegzendt, maakt dat zij overspel doet, zal vooral gelezen moeten worden tegen de toenmalige sociale achtergrond. Om te overleven werd de verstoten vrouw haast verplicht tot het aangaan van een nieuw huwelijk, of om zich te prostitueren. Daarmee zou zij de overspelige factor worden in het huwelijk dat voor God nog altijd bestaat. Bovendien, degene die haar trouwt, doet ook overspel. Hij is medeverantwoordelijk voor de ontstane echtbreuk. Dus, de man die zijn vrouw buiten de deur zet, legt een grote verantwoordelijkheid en mogelijk straks ook een grote schuld op zich.

Een twistvraag

In Mattheüs 19 spreekt Jezus nogmaals over de echtscheiding. De aanleiding daartoe is de vraag van Farizeeën en Schriftgeleerden of het een mens geoorloofd is zijn vrouw te verlaten om allerlei oorzaak. Met deze vraag, bedoeld om Jezus in de val te lokken, maakten zij vooral zichzelf openbaar. In Zijn antwoord verwijst Hij niet alleen naar Deuteronomium 24, maar Hij geeft er ook een zekere samenvatting van. Hij benadrukt de heiligheid van het huwelijk door zich met klem te verzetten tegen het gemak waarmee Joodse mannen hun vrouwen

wegzonden. Men had zich het recht toegeëigend om zich van zijn vrouw te ontdoen om de kleinste pieduttigheden. Augustinus noemt in dit verband 'een vrouw die onvruchtbaar is, misvormd of invalide; doof of blind, mank, ziek of zwak of iets dergelijks.' Wilde men om die reden van haar af, dan had zij maar te gaan. Dat lust en hartstocht hier regeerden, laat zich raden. Het is dan ook niet toevallig dat in de bergrede echtbreuk onmiddellijk na de uitspraken over begeren aan de orde wordt gesteld.

Zou Jezus het recht van de scheidbrief verdedigd hebben, dan hadden Zijn tegenstanders Hem ervan kunnen beschuldigen de wet van God niet serieus te nemen. Had Hij de instelling van Mozes nietig verklaard, dan hadden zij Hem diens vijand genoemd. Daarom neemt Hij hen mee terug naar het begin, naar Gods bedoeling met het huwelijk. Op de vraag waarom Hij niettemin echtscheidingen toelaat, luidt het antwoord: 'vanwege de hardheid van uw harten.'

Scheidingsrecht

Christus brengt de vele gangbare redenen voor echtscheiding in zijn dagen, terug tot één. Als enig geldig argument om te gaan scheiden, noemt Hij overspel. In feite ligt de breuk in het huwelijk er al, de officiële scheiding is nu niet meer dan een formaliteit. Dat toont opnieuw aan hoe diep overspel het huwelijk schendt. We begrepen dat eerder al vanuit Genesis 2 en I Korinthe 7. Dat in Markus 10, Lukas 7 en I Korinthe 7 de uitzonderingsregel 'overspel' ontbreekt, zegt op zich niets. Voor de heidenchristenen aan wie Markus en Paulus (in de Korinthebrief) schrijven, is alle joodse geharrewar omtrent de scheidbrief abracadabra. Bij Markus (10 : 12) valt ons op dat er staat: 'En indien een vróuw haar man zal verlaten...' Dat kwam dus niet alleen voor in de hellenistische wereld, maar ook onder het jodendom kon het gebeuren dat een vrouw haar man in de steek liet. Om te scheiden had zij evenwel de medewerking van haar partner nodig. Calvijn kent op grond van dit gegeven in geval van overspel beide partijen een scheidingsrecht toe. Het wil evenwel niet zeggen dat zij moeten scheiden. Mogelijk dat de liefde heelt, of ten minste dat de trouw bijeen houdt, wat voor de wet verbroken ligt. Christus zegt tot de overspelige vrouw (Johannes 8): 'Gaat heen en zondigt niet meer'. De liefde is tot veel in staat. Vooral de liefde die uit Christus put.

Radicaal antwoord

Legde de Heere in Mattheüs 5 : 32 en volgende verzen de volle verantwoordelijkheid voor wat met de vrouw daarna gebeurt bij de man die haar wegstuurt, hier wordt zijn eigen gedrag centraal gesteld. In geval hij een andere vrouw trouwt, pleegt hij echtbreuk.

Alles wijst erop dat echtscheidingen geen uitzondering waren en ook dat men gemakkelijk uiteenging. Dat blijkt wel uit de reactie van de discipelen op dat wat Jezus zegt (Mattheüs 19 : 10): 'Indien de zaak voor een man met de vrouw zo staat, is het niet raadzaam te trouwen.'

Uit hun woorden kunnen wij opmaken dat zij Jezus' antwoord nogal radicaal vinden, zo niet te rigoureus. Zij redeneren kennelijk vanuit een gegroeide en door velen aanvaarde situatie. We zullen later op dit intermezzo terugkomen.

Een nog strenger standpunt

In de visie van de Rooms-Katholieke Kerk is het huwelijk volstrekt onontbindbaar, ook na overspel en ontrouw van een van de partners dus. Dat is het officiële standpunt-van de kerk sedert het Concilie van Trente (1563, 24ste zitting). Natuurlijk zijn ook op deze regel uitzonderingen, maar daar is dan wel speciale dispensatie voor nodig. Men sluit met dit standpunt aan bij kerkvaders als Hiëronymus, Irenaeus, Tertullianus, Augustinus en anderen. Het rooms canoniek recht loopt hiermee ook in de pas met het verbod van keizer Karei de Grote, die als eerste christelijke vorst verklaarde dat gesloten huwelijken niet verbroken mogen worden. Enkele jaren geleden namen W. J. Ouweneel en H. P. Medema het in een publicatie van hun hand, nadrukkelijk op voor deze visie (Echtscheiding en hertrouwen).

Ter afronding van dit tweede artikel leggen we alvast de vraag neer of wij ons de onverbreekbaarheid van het huwelijk nog wel werkelijk bewust zijn. De burgerlijke overheid verbindt twee mensen, net zolang 'totdat de dood u scheidt'. In de kerk vragen wij of men belooft zijn partner nimmer te verlaten. Misschien is het tijd geworden om het gewicht van de levenslange geldigheid van de trouwbelofte wat meer te accentueren.

J. BELDER, DORDRECHT

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geen karikatuur van Mozes

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's