De weg van het kruis is de weg naar het licht
'En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus en Jakobus en Johannes en bracht hen op een hoge berg bezijden alleen; en Hij werd voor hen van gedaante veranderd...' [Markus 9 : 2-4]
Wij hebben meer moeite met het kruis van de Heere Jezus en met het kruisdragen achter Hem aan dan wij zelf weten. Wat moeten wij leren? Dat de weg van het kruis, de weg naar het licht is.
Wij zien dat bij Petrus en de andere discipelen. Zij zijn één en al protest, wanneer Christus de weg naar het kruis vastberaden inslaat. Deze ervaring maakt Christus diep eenzaam. Hij moet en wil naar het kruis. Maar Hij wordt door Zijn beste vrienden daarin totaal niet begrepen; ja zelfs tegengewerkt. En Hij doet die ervaring ook met ons op.
Hoe reageert de Heere Jezus daarop? Hij zal ons onderwijzen en brengen 'in het rechte spoor'.
Hij neemt de kern van Zijn discipelkring, Petrus, Jakobus en Johannes, met Zich mee. Wanneer? Zes dagen na de geloofsbelijdenis van Petrus: 'Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God', 't Is ook zes dagen na de eerste aankondiging van het lijden: 'Dat de Zoon des mensen veel moest lijden en verworpen worden en gedood worden en na drie dagen opstaan'. De discipelen willen er niet aan. Maar zie, Jezus neemt hen mee. 'Hij bracht hen op een hoge berg bezijden alleen'. Dat is: apart, afgezonderd. Hij leidt hen aan Zijn grote God en Vader voor. Het is al avond. De nacht valt plotseling in. Petrus, Jacobus en Johannes wikkelen zich in hun mantels. Zij vallen weldra in slaap.
En wat lezen wij van Jezus? (Lukas 9). Hij bidt. Hij legt alles aan Zijn Vader voor. Wat bidt Hij? Ik denk: 'Vader, verheerlijk Uw Zoon'. Laat Mijn discipelen toch weten dat Ik zwaar moet lijden en sterven voor hen, maar dat Ik juist zó Uw geliefde Zoon, de Christus ben. En zó met hen tot Mijn heerlijkheid moet komen. En zie, onder dat gebed gebeurt er iets: er stroomt nieuwe, innerlijke kracht door de Heere Jezus heen. Zijn gezicht blinkt gelijk de zon en Zijn kleren worden blinkend wit. Zo wit, als geen voller, dat is iemand die lakens maakt, ze wit maken kan.
U hoort hoe Petrus dit aan Markus verteld heeft, 't Is eigenlijk met geen woorden uit te drukken. Het is hemels licht, dat bij Christus van binnenuit, als uit een hemelse lichtbron, Zijn gezicht en zijn kleren doen stralen. Let erop: de eeuwige kracht en de goddelijkheid van de Heere Jezus, die nooit te zien waren, worden nu zichtbaar. M.a.w. Jezus zag er altijd uit als een gewoon mens, maar nu wordt Hij veranderd van gedaante. Nu kunnen en mogen de drie discipelen vlak voor het lijden en de kruisdood van Jezus zien, Wie Hij is. De Zoon van God, de Heere uit de hemel. Laat dit eens heel diep op u inwerken. Zijn gezicht, dat straks bespuwd, geslagen en bebloed wordt door de doornenkroon, het straalt hier hemels licht uit en het wordt erdoor omgeven. Zijn kleren, ze worden Hem straks van het lichaam gerukt en aan de voet van het kruis verdobbeld. Die kleren stralen nu hemels licht uit. De Heere Jezus wordt even gehuld in de glans van de hemel, die Hij verlaten heeft. Waarom? Om onder ons, zondige mensen, te wonen. Jezus mag hier iets ervaren van de hemelse heerlijkheid en grote blijdschap, die Hem én de zijnen straks wacht bij Zijn Vader. Na het kruis! Zien wij dat? Dit is namelijk ook een bemoediging van zijn Vader om het lijden en het kruis op Zich te nemen. Immers de heerlijkheid bij Zijn Vader is voor deze Kruisdrager weggelegd.
En de discipelen zien dit alles als getuigen van Zijn heerlijkheid: hun Heere verandert van gedaante. Hemelse heerlijkheid straalt van hun Kruiskoning af.
God laat nog meer zien. De Heere Jezus is namelijk niet meer alleen. Wie zijn die anderen? De profeet Elia en Mozes. Zij voeren een gesprek met Christus. Namens de hemel moeten die twee overleg voeren met Hem. Waarover? Over 'Zijn uitgang (uittocht) te Jeruzalem'. Dus over Zijn kruisdood!
Mozes is de profeet die Gods volk de wet gaf en de geboden van de Heere er bij het volk inscherpte. Mozes houdt het Israël en ons voor: 'Vervloekt is eenieder, die de woorden van deze wet niet zal bevestigen door die te doen!' En Elia? Hij heeft de wet van God gehandhaafd. Israël, het volk van God, diende andere goden. De baals, de goden van de welvaart (van genot en seks). Elia gaf al zijn krachten en liefde om Israël weer bij de Heere terug te brengen. Denk aan zijn strijd op de Karmel met de baaipriesters. 'Kiest nu heden, wie gij dienen zult: de Heere of baal.' Het volk kwam tot de keuze: de
Heere is God. De Heere is onze God. Mozes en Elia, zij hebben in hun ambt ook veel geleden. Mozes zag het volk dansen rond het gouden kalf. Kort na de wetgeving! En hoor, hoe Elia klaagt na zijn overwinning op de Karmel: 'Ik alleen ben overgebleven en zij zoeken mijn ziel' ( mijn leven).
Konden Mozes en Elia van de zonde afhouden? Het volk van God van het verdiende oordeel verlossen? Nee!! Daarom is al hun hoop en vertrouwen nu gesteld op de Heere Jezus Christus. Zij kunnen Jezus enigszins begrijpen in de weg die Hij gaan moet. Zij sporen Hem aan om de zware weg via het kruis naar Zijn heerlijkheid wel te gaan. Want het grote gebod van Zijn
God en Vader moet toch gehoorzaam worden vervuld: 'Gij zult de Heere, uw God liefhebben met geheel uw hart... En uw naaste als uzelf'? En de vloek van de wet, de straf op al onze overtredingen moet toch gedragen worden? Wat betekent dat voor Jezus? De bittere kruisdood, die Hij in onze plaats moet ondergaan.
Elia en Mozes hebben de Heere Jezus echter ook bemoedigd en vertroost met de heerlijkheid en de overwinning die Zijn Vader Hem beloofd had. Misschien zit iemand die dit leest, met de wet van God in de knoop. Iemand die ontdekte dat de wet van God gedaan moet worden. Misschien een jongen of een meisje. Jij denkt: 'Ik moet mijn God liefhebben met heel mijn hart, Hem in alles gehoorzaam zijn. Daar heeft de Heere recht op. Maar wat maak ik ervan? En mijn naaste liefhebben als mijzelf? Onze God eist het. Maar ik kan het niet. Ik haal het niet. En wat nog erger is: ik wil het vaak ook niet.'
Hoe moet dat met mij? Stelt u die vraag zich ook wel eens? Die ontdekking is heilzaam voor u, jou en mij, maar kan ons ook een benauwend gevoel geven. Ik ben niet zoals God mij hebben wil. Leef daar niet overheen. Dat kost ons het leven. U of jij vraagt: maar hoe kom ik er nu uit? 'Het goede, dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik'. Let op dit gesprek, zegt de Heilige Geest. Dit overleg van Mozes en Elia met de Heere Jezus gaat namelijk juist ook over u en jou. Elia en Mozes sporen Jezus namens de Vader aan om het kruis ook voor u te dragen. Om door Zijn kruisdood vergeving, gerechtigheid en Zijn Geest (De Geest der heerlijkheid) ook voor u te verdienen. Zijn u en jij daar blij mee en diep verwonderd over? Weten wij ons bij dit hoge overleg persoonlijk betrokken of laat het ons koud? Dat laatste zou een teken zijn van ons verzet tegen Jezus' genade. De Heilige Geest wil ons
evenwel bij dit bijzondere gesprek persoonlijk betrekken, opdat wij met Paulus leren belijden: 'Want hetgeen voor de wet onmogelijk was, omdat zij döor het vlees krachteloos was, heeft God, zijn Zoon zendende in gelijkheid vah het zondige vlees en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees (van Christus). Opdat het recht van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest' (Romeinen 8 : 3 en 4). Is het niet heerlijk dat dit, ons heil, hét onderwerp van het gesprek op deze hoge berg was? (Wordt vervolgd.)
P. H. van Trigt, Ede
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 februari 2004
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 februari 2004
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's