Vloeken en ontremd gedrag
Omgaan met dementie [4]
Bewaart de Heere Zijn kinderen voor vloeken, ook wanneer ze dement worden? Een lastige vraag. Misschien een verkeerde vraag. We gaan dan beoordelen wat de Heere wel of niet zou moeten doen. Toch kan het twijfel bij familieleden oproepen. 'Vroeger ging hij aan het avondmaal, en moetje hem nu eens horen praten'. Dat zijn soms pijnlijke constateringen.
Door dementie kunnen mensen van karakter en gedrag veranderen. Soms in positieve richting. 'Vroeger had moeder overal wat van te zeggen en nu accepteert ze vriendelijk alle hulp die wordt aangeboden'. 'Vroeger bezag hij alles van de sombere kant, maar nu heeft hij plezier om niets'. Voor de kinderen of de echtgenoot c.q echtgenote is dit soms vreemd. Ze hebben als het ware een andere man of vrouw, vader of moeder gekregen.
Zolang de verandering in positieve richting is, roept dit weinig vragen op. Dan kan het helpen om het ziekteproces te aanvaarden. Ondanks de aftakeling mag het dementieproces dan zelfs iets goeds hebben. Het samenzijn van echtparen kan dan zelfs iets vredigs hebben, ook al verkeert de ene partner steeds meer in het verleden. 'Zo vriendelijk als hij nu voor mij is, zo was hij vroeger nooif, vertelde een vrouw van een demente bewoner van het verpleeghuis. Het ligt veel moeilijker wanneer demente ouderen meer gaan mopperen, ontremd worden of agressief gedrag gaan vertonen. Dan speelt niet alleen de vraag hoe we dit gedrag moeten dempen, maar wordt het ziekteproces emotioneel zwaarder. Kinderen vinden het den moeilijk om met hun vader om te gaan. Om het minste of geringste wordt hij al boos. Het gedrag is voor de kleinkinderen niet uitnodigend om opa regelmatig te bezoeken.
Geen onvertogen woord
Heel vervelend wordt het wanneer een demente oudere gaat vloeken. Terwijl hij vroeger geen onvertogen woord sprak, is zijn taalgebruik nu volledig ontremd.
Recent vertelden familieleden iets over hun jeugd. Binnen het gezin werd het taakgebruik direct gecorrigeerd, zodra het maar enigszins plat was. Zodra bijvoorbeeld een van de kinderen zei dat iets 'doodgewoon' of'hartstikke mooi' was, werd dit door vader veranderd in 'heel gewoon' of'erg mooi'.
Daarmee typeerden deze kinderen het taalgebruik van hun ouders in vroeger dagen. Nu vader in het verpleeghuis zit, is dit veranderd. Woorden die ze hem nooit hoorden spreken, klinken nu bij de minste tegenslag. 'Wat moeten we daarmee? ', zo was hun vraag. Het antwoord op deze vraag is tweeledig: principieel en praktisch. Principieel, hoe we dit vloekei^ moeten beoordelen, en praktisch, hoe we er mee om kunnen gaan.
Innerlijke leven?
Eerst het principiële. Wat betekent het wanneer iemand in zijn dementie gaat vloeken? Komt er nu werkelijk uit wat er altijd al in zat? De vraag naar het innerlijke van de mens is bijbels bezien eenvoudig, maar ook onthutsend te beantwoorden. Want als de Heere Jezus spreekt over datgene wat de mens verontreinigt, dan is dat niet wat de mond ingaat, zoals eten en drinken. Het eten met ongewassen handen is misschien niet hygiënisch, maar het verontreinigt de mens niet. Juist datgene wat de mond uitgaat, is verontreinigend. De Heere noemt een aantal voorbeelden: overspel, hoererij, afgunst, en zo meer. Geen mooie voorbeelden. Maar blijkbaar leeft dat bij ieder mens op de bodem van zijn hart. Let wel: bij ieder mens! Dat geldt voor dus iedereen, ziek of gezond, helder of dement. Het is daarom ten dele waar, wanneer wordt opgemerkt 'als een demente oudere vloekt, komt eruit wat erin zit'. Ik schrijf bewust 'ten dele'. Want hier is meer aan de hand. Bij dementie ontstaan er beschadigingen in de hersenen. En onze hersenen, waar ons verstand zit, hebben een sturende en corrigerende werking. Onze driften en impulsen worden, als het goed is, door het verstand gecorrigeerd. Dat leerden we vroeger al, wanneer we in een opwelling iets verkeerds deden. 'Eerst tot tien tellen', was dan het advies van onze ouders. Die corrigerende functie wordt, naarmate we groter worden, door het verstand en het geweten overgenomen. Dat is de normale ontwikkeling.
In het dementieproces laten verstand en geweten het steeds meer afweten. Door de hersenbeschadigingen neemt de corrigerende functie ('eerst tot tien tellen') af. Dan kan een futiliteit, wanneer bijvoorbeeld een jas niet vlot aan wil of wanneer een zuster niet snel reageert, al voldoende zijn om het ongenoegen op een grove wijze kenbaar te maken.
Soms gaat dit gepaard met vloeken. Het is dus ten dele waar dat 'eruit komt wat erin zit'. Ten dele, want hiermee wordt gesuggereerd dat, wanneer iemand in zijn dementieproces niet vloekt, hij of zij een ander innerlijk heeft. Of andersom: hij of zij die wel vloekt, heeft dus nog een onveranderd innerlijk leven, en... is dus geen kind van God. Dit laatste wordt meestal niet expliciet gezegd, maar klinkt wel in de suggestie door. Daarmee doen we echter geen recht aan het ziektebeeld. Dementie is een ziekte!
Symptoom van een ziekte
Ik zal niet ingaan op de complexe wijze waarop onze hersenen functioneren. Maar het feit dat we kunnen denken, kunnen onthouden, plannen kunnen maken, en dergelijke, is onbegrijpelijk. Ons verstand werkt uiterst ingenieus. Dat doen we met eiwitten en andere hersenstoffen! Zodra we dus iets aan die hersenstoffen veranderen, bijvoorbeeld door medicijnen, dan
heeft dat invloed op onze manier van denken. Dat doen bijvoorbeeld medicijnen tegen depressies, of middelen waardoor mensen gaan hallucineren. Dat zijn ten dele chemische processen. Onze manier van denken is dus te beïnvloeden. Dat gebeurt ook bij dementie. De ziekte brengt veranderingen aan in de hersenen, waardoor ons gedachtepatroon en onze manier van reageren kunnen veranderen. Bijvoorbeeld: een demente oudere gaat ontremd gedrag vertonen.
Ontremd gedrag is dus een symptoom van dementie. Vloeken kan daar ook bij horen. Ik zeg dus niet dat het bij iedere demente oudere voorkomt, gelukkig niet, maar bij enkelingen wel. Dus wanneer een demente oudere vloekt, is dit een symptoom van de ziekte en niet van de genadestaat van deze man of vrouw.
De vraag of de Heere Zijn kinderen bewaart voor vloeken, vind ik daarom geen goede vraag. Want dan mag ik ook vragen of de Heere Zijn kinderen bewaart voor vervelende bijwerkingen van medicijnen. Daarmee schrijven wij de Heere voor hoe Hij met mensen moet omgaan. Dat mogen we niet en kunnen we niet.
Dat de Heere dingen toelaat, blijft het geheim van de Godsregering. Dat geldt trouwens voor heel veel zaken in deze wereld. God bestuurt alle dingen naar Zijn wijze raad. Laten we het daar maar bij houden.
Soms wordt van iemand gezegd: 'Hij of zij wordt kinds'. Dat blijkt ook uit het ontremde gedrag. Kinderen kunnen soms heel impulsief reageren. Het ene moment zingen ze een psalmversje, het andere moment vliegen ze elkaar in de haren. Het ene moment zingen ze, achterop de fiets naar het zwembad 'De Heer is mijn herder', en een tel later maken ze ruzie in de kleedkamer en is het taalgebruik minder verheffend.
Datzelfde patroon zien we bij demente ouderen. Tijdens een rustig moment kunnen ze uitgebreid vertellen over vroeger, over zondagsschool, over de goedheid van de Heere. En wanneer de zuster hen een tel later naar het toilet wil brengen, klinken er totaal andere woorden.
Praktische benadering
Hoe gaan we er mee om? Dat is wisselend en afhankelijk van eerdere ervaringen. Soms is een rustige correctie voldoende. Vragenderwijs: 'Vader, wat zegt u nu? ' Of vermanend: 'Dat moet je niet zeggen'. Bedenk wel dat het geheugen de zwakste schakel in het proces is, dus na een paar tellen is betrokkene vergeten dat hij heeft gevloekt en dat u hem heeft gecorrigeerd. Het is dus geen effectieve methoden. Een andere optie is het wegnemen van belemmeringen, waardoor hij of zij gaat vloeken. Als de boosheid optreedt op het moment dat hij aan een verkeerde tafel wordt neergezet, dan is dat eenvoudig te voorkomen. Ontstaat de boosheid wanneer het overhemd niet in de broek wordt gedaan na het toilet, is dit ook gemakkelijk te verhelpen.
Het wordt lastiger wanneer het wassen en verzorgen irritatie oproepen. Deze handelingen zijn onvermijdelijk en komen dagelijks terug. Het is ook moeilijk wanneer er geen duidelijke aanleiding voor het vloeken is aan te wijzen. Soms is medicatie de enige mogelijkheid om het ontremde gedrag enigszins in te perken. Blijf bij dit alles wel bedenken dat ontremd gedrag een symptoom is van de ziekte.
A. A.TEEUW, RIDDERWERK
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 2004
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 2004
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's