Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zegen, handoplegging en ziekenzalving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zegen, handoplegging en ziekenzalving

DE ZEGEN N HET DIENSTBOEK (slot)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten


Nadat in de eerste twee artikelen de zegen meer in algemene zin is behandeld, volgt nu een weergave en beoordeling van het Dienstboek ten aanzien van de zegen in de vorm van handoplegging en ziekenzalving.

Handoplegging
Laten wij eerst het Dienstboek aan het woord laten: In de zegentraditie van Oude en Nieuwe Testament kent de handeling van de zegen twee vormen. In het geval er meerdere mensen gezegend worden, is sprake van het opheffen van de handen (Lev. 9:22; Luk. 24:50). Bij het zegenen van enkelingen vindt een handoplegging plaats (Mark. 10:16). Hebr. 6:1-3 'het fundament ... van de oplegging van de handen') laat duidelijk uitkomen dat het opleggen van de handen niet als een bijkomstigheid mag worden beschouwd. Blijkbaar behoort de leer van de oplegging van de handen tot een onmisbaar onderdeel van het onderricht aangaande Christus.
De handoplegging in het Nieuwe Testament komt in vier verschillende situaties voor:
1) bij de zegening van kinderen;
2) bij genezingen;
3) bij het verlenen van de gave van de Geest en
4) bij de bevestiging van ambtsdragers. (Als tekst wordt bij dit laatste aspect ook 1 Tim. 4:12 genoemd, maar dit moet zijn: vers 14.)

De conclusie luidt: 'Het opleggen van de handen draagt effectief bij aan de werking van de zegening' (p. 417).
Als opmerking kan ik hierbij maken dat in onze reformatorische traditie de eerste drie nieuwtestamentische zaken onderbelicht zijn geraakt en het vierde punt slechts bij de bevestiging van predikanten toegepast wordt. De laatste tijd wordt de handoplegging in toenemende mate gedaan bij de bevestiging van ouderlingen en diakenen en bij het afleggen van geloofsbelijdenis, als een bevestiging en toerusting in het ambt aller gelovigen. Ds. M. van Campen heeft reeds in 1995 in de Waarheidsvriend hiervoor aandacht gevraagd (pp.282 e.v.). Opvallend genoeg brengen wij de zegening onder handoplegging wel bij een huwelijk in praktijk, terwijl die gewoonte zo niet genoemd wordt in de Bijbel. Op dit gebied is het zeker de moeite waard onze historisch gegroeide tradities eens nader te bezien.

Ziekenzalving, maar geen exorcisme
Ik acht het een winst dat het Dienstboek een uitgebreide behandeling geeft van het onderwerp 'zegen'. Ook is het voor het eerst in onze liturgische traditie dat een behandeling van de ziekenzalving plaatsvindt en er voorbeelden gegeven worden van liturgieƫn bij deze plechtigheid. Maar nadenkend over de opzet van dit deel, valt het op dat de ziekenzalving ondergebracht wordt bij de afdeling 'zegeningen'. Dit kan zeker vanwege het begeleidende gebed onder handoplegging (zie onder), maar het was ook mogelijk geweest een aparte afdeling te maken met als opschrift Dienst van genezing.
In het verleden heeft de Hervormde Raad voor Kerk en Ziekenzorg hierover een waardevol rapport laten verschijnen (1959). In dat geval zou ook ingegaan kunnen worden op genezingsdiensten en op het verschijnsel van occulte belasting. Is het mogelijk en wenselijk mensen te bevrijden van occulte, duivelse invloeden? Hoe kunnen gemeenten het best hiermee omgaan? Naar mijn overtuiging valt hier veel te leren van de vroeg-christelijke kerk. Helaas blijven deze onderwerpen nog buiten beschouwing.

Symboliek van de ziekenzalving
In de toelichting in het Dienstboek (pp. 454 e.v.) staan de volgende overwegingen: De oliezalving die huid en lichaam doortrekt, symboliseert in het bijzonder de helende werking van de Geest, die zijn intrek neemt in de zieke mens. De ziekenzalving is een bijbelse rite die op het gebed van het geloof heil en heling bemiddelt aan de zieke mens. Zij is niet pas bedoeld voor stervenden, maar voor zieken, mensen die heil en heling nodig hebben voor heel hun bestaan.
Omdat in de tekst van Jakobus ook sprake is van het belijden van zonden tegenover elkaar (5:16), kan een biechtgesprek wenselijk zijn. De zalving is geen losse, mechanische handeling, maar wordt verricht in nauw verband met het gebed van het geloof. En zij is gericht op de hele mens. De ziekenzalving is dus geen veredelde vorm van medicinaal gebruik. Zoals de olie een zegen is voor huid en lichaam, zo is de ziekenzalving een teken van Christus' heilsgave: de gave van de Geest tot heling van de hele zieke mens naar geest, ziel en lichaam.

Gebed over de zieke
In Jakobus 5:14 bidden de oudsten niet voor de zieke, maar spreken een gebed uit over (!) de zieke. Reeds in vroeg-christelijke tijd is dit opgevat als een gebed onder handoplegging. Een parallel kan gevonden worden in de ziekenzalving uit Markus 6:13 respectievelijk 16:18, waar wel expliciet gesproken wordt van een handoplegging. Het gebed treedt niet in concurrentie met de olie, maar voert de helende werking op God terug. Daarmee wordt het risico van een magisch misbruik van de zalving geminimaliseerd. De verbinding van olie, handoplegging en gebed wijzen in de richting van een holistisch verstaan van de zegening, waarbij medische en godsdienstige aspecten niet volledig te scheiden zijn, maar elkaar aanvullen en versterken.
Het Dienstboek geeft aan dat de handoplegging niet alleen een helende betekenis heeft met het oog op de gezondheid, maar ook een heilzame werking in de verhouding tot God, in zoverre daarmee het vertrouwen gesterkt wordt dat God heil teweeg kan brengen ook wanneer Hij geen genezing schenkt. Hij kan tijdens het leven van een zieke genezing brengen, maar ook de kracht geven om de ziekte te dragen. Hij kan een einde maken aan het lijden, de dood overwinnen en het leven tot voleindiging brengen. Daarom blijft de handoplegging naast zijn helende werking ook het karakter dragen van een zegening. Voor degene die gezegend wordt, houdt het een bevestiging in te behoren tot het Rijk van God, onafhankelijk van de vraag of in de gezondheidstoestand een verbetering intreedt of niet.
Van de zalving met olie in de letterlijke betekenis dient de zalving in overdrachtelijke zin onderscheiden te worden. Het verband wordt aan het eind van de tweede eeuw gelegd door Tertullianus: 'Daarom heten wij dus christenen, omdat wij met Gods olie gezalfd zijn.' Het verband tussen zalving en het ontvangen van de Geest wordt al in het Oude Testament gelegd en komt ook in het Nieuwe Testament voor (p. 420).
Zieken en stervenden vinden vrede, worden bemoedigd en getroost om ook dit stuk van hun levensweg te gaan in het geloof dat God met hen meegaat. Ook hier geldt dat zieken vaak niet meer bereikbaar zijn voor woorden. Het moet kort en krachtig. Lichamelijke aanraking reageert op andere, diepere lagen in de mens. De zegen reikt verder, wijst verder, komt tot vervulling in het eeuwige leven en in de zegening van God: Soli Deo Gloria (p. 425).

Waardering
Het is een waardevolle en evenwichtige toelichting die zo gegeven wordt, waarbij allerlei eenzijdigheden vermeden worden. Met name dat God bepaalt hoe iemand gezegend wordt, en dat niet iedereen lichamelijk geneest. Ook staan er historische ontwikkelingen vermeld. Vanuit de zaken die in het eerste artikel van deze serie staan, wil ik aangeven wel enige moeite te hebben met de zegening van olie. Het is waar dat in de vroeg-christelijke traditie op den duur de olie gezegend werd, maar het lijkt mij dat hier Griekse invloed aanwezig is. Gezegende olie werd meegegeven aan mensen voor gebruik buiten de kerk. Maar in de Brief van Jakobus is het aannemelijk dat gewone olie uit het huishouden gebruikt werd. De olie is een symbool van het helende werk van Gods Geest: het heil naar lichaam en ziel. Die olie behoeft evenmin als doopwater gezegend te worden. In de vierde druk van mijn boek Vergeving en genezing: ziekenzalving in de christelijke gemeente (2004) heb ik een extra hoofdstuk toegevoegd, waar ingegaan wordt op recente ontwikkelingen en ook dit aspect aandacht krijgt.

Onze gemeenten
Het is voor ambtsdragers mogelijk de genoemde zaken te laten voor wat ze zijn en zich te houden aan eigen tradities. Maar in toenemende mate worden wij geconfronteerd met vragen uit de gemeente, ook op het gebied van zegenen en ziekenzalving. Wat is het dan goed om met elkaar een bijbelse bezinning over deze zaken te hebben. Het is mijn eigen ervaring, maar ook die van tal van ambtsdragers in onze gemeenten, dat het heel opbouwend is om als kerkenraden aparte vergaderingen te hebben ter bezinning op belangrijke, bijbelse onderwerpen.
Het is niet nodig dat iedereen hierover precies hetzelfde denkt. Maar er zijn legitieme vragen die vanuit de Bijbel en vanuit twintig eeuwen kerkgeschiedenis gesteld kunnen worden. Wat antwoorden wij als gemeenteleden zich beroepen op het Sola Scriptura? Door middel van het Dienstboek hebben gemeenteleden nu een extra legitimatie om te vragen hoe kerkenraden tegenover de zegeningen en de ziekenzalving staan. Tevens is het zo dat de kerkenraden en gemeenten nu meer dan ooit kerkordelijk de gelegenheid hebben hun eigen beleid vast te stellen in een beleidsplan. Het is mijn advies om daarin ook het Dienstboek te betrekken (in dit deel staat trouwens ook de hertaling van de onder ons gebruikelijke formulieren).

Evaluatie
Uit het opgenomen schrijven van de generale synode blijkt dat afzonderlijke onderdelen die eerder gepubliceerd zijn, zijn herzien. Tevens staat er dat kanttekeningen, opmerkingen en voorstellen voor herziening kunnen worden toegezonden aan het secretariaat van de generale synode, ter attentie van de Redactie Dienstboek (adres: Postbus 8504, 3503 RM Utrecht). Laten wij volop gebruik maken van deze mogelijkheid, voordat een meer definitieve versie vastgesteld wordt. Dat betekent bij voorkeur niet slechts kritiek, maar ook suggesties ter verbetering en aanvulling.

Het Dienstboek - een proeve, deel 2, bevat 1024 pagina's en is uitgegeven bij Boekencentrum te Zoetermeer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zegen, handoplegging en ziekenzalving

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's