Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale poëzie als bemoediging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale poëzie als bemoediging

8 minuten leestijd

BIJ HET OVERLIJDEN VAN NEL BENSCHOP

De Boodschap centraal
Co 't Hart, Annie Pansier, Enny IJskes-Kooger, Joke van Sliedregt,
M. Koffeman-Zijl: het zijn bekende namen bij lezers van christelijke poëzie. In eenvoudige taal en traditionele vorm geven deze dichters - vrouwen zijn verre in de meerderheid! - wezenlijke elementen van de bijbelse boodschap door. Duidelijkheid en helderheid staan voorop en er is een nauwe band met de Schrift.
Die duidelijkheid is vaak al uit de titels van de dichtbundels af te leiden. Ik noem er een paar, die voor zichzelf spreken:

Een schuilplaats in de tijd van Co 't Hart, Er is hoop van M. Koffeman-Zijl en Dit is mijn troost van Enny IJskes-Kooger.
Geen originele titels, maar wel helder: de titel geeft direct aan in welke richting de boodschap van de gedichten gaat.
Even helder als de titels van de bundels zijn de gedichten. Op bevattelijke wijze en in goed verstaanbare taal geven ze vorm aan een bepaalde geloofsinhoud, een bijbelse gedachte, een aspect van de geloofsstrijd, een hoopvol perspectief voor de mens in nood. Zo bijvoorbeeld het gedicht Het kruis van Co 't Hart, dat over de kruisiging van Jezus gaat en de bijbelse gedachte vertolkt dat Hij als onschuldige, geheel alleen, voor schuldigen de dood inging:
 

HET KRUIS

Het Kruis was pijn,
vernedering en ook de geselslagen.
Maar hoe hebt U Uw leven lang,
ons om u heen verdragen?

U keek door onze maskers heen,
Uw schuldeloze ogen,
doorzagen elke dag opnieuw,
dat wij u steeds belogen.

U was bij ons zo eenzaam Heer,
wij waren als verdoemden.
Hoe groot moet wel uw Liefde zijn,
dat u ons broeders noemde?

Zelfs in de Godverlatenheid,
het leed, dat niet te peilen is,
dat wij niet konden dragen.
Vergeef ons Heer, de zware schuld
dat wij Uw smart niet zagen
.

We rekenen dit type gedicht tot de zogenaamde pastorale poëzie. Zoals een predikant - de pastor of herder - zijn pastorale gesprekken voert, vertrouwelijk van mens tot mens, zo spreekt de dichter(es) op pastorale toon via het gedicht tot de lezer die bemoediging en troost nodig heeft.

Koningin van het pastorale gedicht
In het bovengenoemde rijtje van pastorale dichters ontbreekt één naam, die ik als eerste had moeten noemen: Nel Benschop. Ze werd geboren in 1918. Vorige week - op 31 januari - overleed ze op 87-jarige leeftijd en daarom schrijf ik dit artikel. Ongetwijfeld is haar overlijden een schok voor een brede christelijke lezerskring. Die kring van honderdduizenden lezers heeft ze opgebouwd vanaf de jaren zestig, toen haar eerste bundeltje verscheen: Gouddraad uit vlas (1967). Een laat debuut, want ze was toen al bijna vijftig en schreef al ruim twintig jaar gedichten.
Tijdens haar kweekschooltijd - ze werd onderwijzeres bij het lager onderwijs en later lerares bij het voortgezet onderwijs - bleek al dat ze grote belangstelling had voor poëzie en dat ze een talent had voor declamatie. Aanvankelijk droeg ze dan in allerlei kringen gedichten van andere christelijke dichters voor. Deze poëzie inspireerde haar om zelf gedichten te gaan schrijven. Ook die ging ze voordragen, en dat leidde uiteindelijk tot haar eerste bundel.
Na deze bundel, die uitgever Kok bijna niet durfde uit te geven, omdat hij er geen 'brood' in zag, volgde om de paar jaar een nieuwe dichtbundel, zoals Een vlinder van God (1973), Wit als sneeuw (1974) en Geloof je dat nog? (1979).
Naast ander werk publiceerde ze in totaal vijftien bundels. In 1997 verschenen haar verzamelde gedichten onder de titel De stem uit de wolk.

Het succes van haar aansprekende en hartverwarmende poëzie was zo groot dat reeds in 1982 het miljoenste exemplaar van haar bundels over de toonbank ging. In totaal zijn er meer dan drie miljoen bundels van haar verkocht. Alleen al van haar eersteling Gouddraad uit vlas waren er in 1990 reeds 63 drukken verschenen! We kunnen Nel Benschop met recht de 'koningin van het pastorale gedicht' noemen. Haar lezerskring is groot - hoewel de laatste tien jaar wel kleiner geworden -, wat niet alleen de verkoopcijfers bewijzen, maar ook de vele rouwadvertenties waarin dichtregels van haar worden geciteerd.
Het moge duidelijk zijn: pastorale poëzie, niet alleen die van Nel Benschop maar ook van vele andere dichters, voorziet in eeh behoefte.

Pastoraal of literair
Pastorale poëzie is een andere categorie dan literaire poëzie. Een pastoraal gedicht van Nel Benschop is het volgende.

TOCH WORDT HET LENTE

En tóch geloven dat het lente wordt,
al valt de koude regen neer in stromen
op kale, zwarte takken van de bomen
al zijn de dagen lichteloos en kort.

En tóch geloven dat de zon het wint,
al houdt ze zich soms dagenlang verborgen
zoals een mens, in 't donker van de zorgen,  
soms plotseling een zonnig plekje vindt.

En tóch geloven dat 't gezaaide graan ontkiemen zal
in koude, zwarte aarde,
zoals God in Zijn Zoon Zich openbaarde
Die leeft, maar uit de dood is opgestaan.

Waarom is dit pastorale poëzie? Omdat het gedicht eenvoudig is en begrijpelijk. De vorm is niet ingewikkeld. Er wordt niet met taal 'gespeeld'. Je hoeft niet te zoeken naar een dubbele betekenis. Er zit geen verborgen laag in het gedicht. De bijbelse boodschap is helder: er is leven uit de dood. Nadrukkelijk verwijst het gedicht lezers die zitten in het 'donker van de zorgen' naar Christus. Geloven tegen de klippen op: wie herkent dat niet? Literaire christelijke gedichten zijn minder eenvoudig. Om de boodschap eruit te halen, moet je het gedicht verschillende keren lezen, moet je combineren en denkwerk verrichten. Dichters van deze poëzie zijn onder anderen Guillaume van der Graft en Jaap Zijlstra. Deze dichters streven naar kunst met het woord. In hun gedichten wordt meer met taal gedaan dan in pastorale poëzie: verrassende beeldspraak, woorden met meer dan één betekenis, raffinement in klank en zinsbouw, vrijere versvormen. Zo gebruikt Jaap Zijlstra, om slechts één voorbeeld te geven, in een van zijn gedichten het woord 'lichtgeraakt' dat ten minste twee betekenissen heeft: 'eniger mate een geraakte zijn' - een getekende, verlamde of kreupele zoals Jakob na zijn gevecht bij de Jabbok - ,maar ook 'door het Licht geraakt' zijn. Dit is een literair spel waarvan geschoolde lezers kunnen genieten.

Geloofs- en troostpoëzie
Literair geschoolde lezers en vooral literatuurcritici doen nogal eens - of vaak - meewarig over pastorale poëzie. Ik doe daar niet aan mee, al heb ik persoonlijk een voorkeur voor literaire poëzie. Ook Nel Benschop is herhaaldelijk weggehoond en meermalen zwaar beledigd. Zo schreef iemand eens over haar bundel Gouddraad uit vlas dat ze 'glansloze vlas' had gesponnen, vol 'schijnvrome rijmelarij'. Vooral dat laatste is een grof en oneerlijk verwijt: je kunt haar gedichten te eenvoudig vinden, maar je mag haar nooit verwijten dat ze 'schijnvroom' was. Velen hebben in tijden van verdriet troost geput uit haar gedichten. Ze stralen geen schijnvroomheid uit maar doorleefde vroomheid. De zwarte kanten van het leven heeft ze niet verzwegen. Ook zelf heeft ze het verdriet gekend rond liefde en dood. Ook in haar leven was het:' ik worstel en kom boven'. Steeds weer wees ze op de mogelijkheid van redding en behoud, op Gods wonderlijke leiding: een van haar vroegste gedichten heet niet voor niets A Dieu.
Goede pastorale poëzie wijst een weg in een wereld die voor velen zinloos lijkt. Een weg omhoog. Pastorale dichters moeten overigens wel oppassen voor een niet denkbeeldig gevaar: de neiging de geloofs- en levensproblematiek te versimpelen, te weinig de worsteling van het geloof en de diepte van onze schuld voor God voelbaar te maken. In sommige pastorale poëzie valt een te groot optimisme op, waarbij de weerbarstigheid van het kwaad in de mens en buiten de mens niet diep genoeg is gepeild.

Hulpmiddel in het pastoraat
Ik las laatst van een predikant dat hij op huisbezoek niet alleen een Bijbeltje meeneemt maar ook een gedichtenbundeltje en afhankelijk van de situatie, met name bij randkerkelijken, soms ook een gedicht voorleest. Een pastoraal gedicht uiteraard, want hier past geen literair gedicht. Een simpel gedicht kan toch veelzeggend zijn: dat is de betekenis van pastorale poëzie. Zo kunnen deze gedichten lezers in hun zorgen en verdriet, ook in hun zwakheden en zondebesef, tot steun zijn.

In een rouwadvertentie las ik over Nel Benschop: 'In haar oprechte poëzie heeft zij velen bemoediging, zekerheid en troost geschonken.' Hans Werkman, die een aantal jaren geleden een boekje over haar leven en werk schreef, zei eens: 'Daar is niks mis mee.' Zo is het maar net.

J. DE GIER, EDE

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Pastorale poëzie als bemoediging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's