Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In een gespannen liefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In een gespannen liefde

STAAN IN DE BREEDTE VAN DE KERK [SLOT]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De stolp waaronder we vroeger zo beschermd geloofden, is gebroken, wellicht voorgoed. We staan in de vrije luchtstroom van allerlei wind van leer. Dat alles noopt ons des temeer de relatie tussen Schrift en belijdenis te doordenken. De spreekregel van de kerk mogen wij niet vergeten. Kuyper zei dat de greep naar de waarheid niet een zaak is van een afzonderlijk mens, maar van de kerk. Al heeft hij door zijn dogmatische, en soms speculatieve theologische visies, zijn eigen stelling niet altijd gerespecteerd. Maar ook in de tijd van Kuyper maakten velen niet alleen onderscheid, maar ook een tegenstelling tussen Schrift en belijdenis. Kuyper zei ervan dat wie de belijdenis loslaat, ook de Schrift loslaat. De belijdenis wil immers tot de Schrift leiden. Al moet ik toegeven dat we vaak sterker geweest zijn in het citeren van geloofsbelijdenissen dan het rechtstreeks aanhalen van de Heilige Schrift.

Silhouetkunst
Zo is er dus de geloofsproblematiek. Maar we kunnen van twee kanten van de dijk aflopen. Ingaan op de geloofsvragen is de ene mogelijkheid. Anderzijds kunnen we ons meer bezighouden met ethische vragen. We kunnen zelfs het ethisch element in de Bijbel eenzijdig benadrukken. Heel vaak gebeurt dat in die zin dat we anderen vrijwel uitsluitend voorhouden wat onzes inziens ethisch niet kan. Dit kan heel gemakkelijk leiden tot negativisme.
Godfried Bomans heeft, om dit negativisme aan te duiden, ergens het beeld gebruikt van het tekenen. Hij schrijft dat je op twee manieren iets kunt tekenen, rechtstreeks door lijnen, maar ook door de omgeving zo weg te knippen dat je vanzelf een silhouet overhoudt. Volgens Bomans zijn er velen die menen dat als je van alles en nog wat nalaat, je vanzelf een christen overhoudt. Dit soort silhouetkunst lijkt me een tragedie voor de kerk, want dood wetticisme en farizeïsme ligt direct op de loer. Wat is een mens, ook een christenmens! Met Kohlbrugge vraag ik: 'Wat blijft er van een vroom man over, als men de farizeeër van hem heeft afgestroopt? ' Gods genadige houding naar ons toe gaat aan alles vooraf!

Zondebesef
Maar verwondering over Gods genade vooronderstelt wel dat ik mij een zondaar weet voor God. En met deze opmerking zitten we ook midden in de misère van de kerk. Ik kom zo weinig zondebesef besef tegen. De diepte van het kwaad, de zonde dus, wordt weinig ingezien. Daarom speelt de genade zo goed als geen rol. De onderlinge verhoudingen, van mens tot mens, de naastenliefde, is meer aan de orde dan de verhouding van de mens ten opzichte van God. Terwijl, denk ik, de taak van een predikant is de mens bij God te brengen, en het hele leven te bezien in relatie tot God.
Heel vaak denk ik: Waar is het zicht op de dramatiek van ons bestaan, zoals bijvoorbeeld Pascal die verwoordde? Deze schreef: 'Ik voel me als op een eiland gezet, ik weet niet vanwaar ik kom, noch waar ik heenga.' Van het menselijk bestaan zonder God, zei Pascal: 'Wij zijn ingescheept!' Kijk, dat zijn dingen die mij persoonlijk de ernst van het leven doen zien en ook doen huiveren.
In ontmoetingen in de kerk zie ik het geestelijk element afnemen. Veel wordt nagedacht over de sociale kant van het leven, over de liturgie. Ook ontdek ik een steeds meer psychologische benadering van de Bijbel en in het pastoraat. Daarnaast wordt er in de kerk meer gesproken over kerkelijke dan over geestelijke dingen. Pastorale vragen, zoals ook de vraag hoe je het eigen geestelijk leven onderhoudt, komen nauwelijks of niet aan de orde. Vieren, liturgie, bijzaken, zou ik zeggen, zijn maar al te vaak hoofdzaken.

Naar argumenten luisteren
Hoe sta ik in dit alles? Toch allereerst luisterend, want niet alles is boosaardigheid. Je moet jezelf tot die luisterhouding dwingen, want ik merk bij mijzelf wel eens wrevel, en denk dan: 'Ik heb het al wel weer gehoord!' Dit kan evenwel leiden tot vooroordelen. Als je naar argumenten luistert, kun je soms begrijpen waarom anderen denken zoals ze denken, terwijl je het natuurlijk daarom nog niet met hen eens hoeft te zijn. Maar omdat we allemaal wel schimmel op onze geest hebben, is er vooralsnog als een ander wat zegt, reden om daar goed naar te luisteren, en niet alleen maar aan te horen, en op de punt van de stoel zitten om er meteen tegen in te gaan, of het beruchte woordje 'maar' te laten klinken.
Ik heb ook ontdekt dat als er een vijandige sfeer is, er dan zeker geen enkel begrip is voor jouw visie. Het gaat in het leven doorgaans via het hart naar het hoofd, van het hoofd naar het hart lukt zo goed als nooit. Discussies leiden daarom vaak alleen tot de bekende hete 'hoofden en koude harten'. Ik denk dat het goed is, waar mogelijk, je waarderend uit te laten over waar je het mee eens bent. Ik wil niet altijd de wrijfpaal zijn en op elke slak zout leggen, want ze horen je dan wellicht niet meer, als het over wezenlijke zaken gaat. Zo gauw kunnen ze denken: 'Daar heb je hem ook weer!' Als men geloofskarakteristieken afwijst, dan moet dat niet zijn omdat ik een vervelende kerel ben.
Bovendien, iets kan bij de ander die in een totaal ander leefklimaat verkeert, ook gewoon uit beeld zijn. Het luisterend element voorop, ingaan op wat de ander zegt, soms ook ingaan waarom die ander het zegt, kan soms ruimte scheppen om te zeggen waar jezelf je opvattingen vandaan hebt.

Onopgeefbaar
Natuurlijk, er zijn onopgeefbare dingen, zeker als het gaat over de inhoud van het geloof. Maar er zijn ook wel dingen die een bepaalde context hebben. Al is er altijd de spanning om de contextualiteit niet te verabsoluteren. Want dan maken we de praktijk tot norm.
We behoren een weg te zoeken in het splinterig gewirwar van de vele vragen bij het licht van de Bijbel. We moeten ons wel realiseren dat de dingen die we tegen een ander willen zeggen tijd nodig hebben, een toon en een manier van zeggen.
Een schilderij kan mooi zijn, maar je moet het niet op zijn kop hangen. Niettemin, temidden van het zoeken van je houding in het concrete ambtswerk denk ik ook wel eens dat je het predikantswerk niet kunt doen, zonder vuile handen te maken. Hoe paradoxaal het ook klinkt, maar ook denk ik dat we soms evangelisatorisch niet alleen als kerk, maar ook in de kerk moeten staan. Paulus heeft het over het 'winnen' van de ander. Zo ben ik bang voor de klip van conservatisme, wat heel iets anders is dan orthodoxie.

Gods verbond
Ook denk ik dat in de houding naar anderen toe, zelfkennis heel belangrijk is. Da Costa schrijft ergens dat je eigen zonden als pijlen op je af kunnen komen. De gedachte dat ook ik van gegeef moet leven, stemt me mild tegenover een ander. Ik haat het plurale karakter van de kerk, waarin men maar van alles kan zeggen. Maar we moeten zeer voorzichtig zijn met ons van hen los te maken - we vervallen zomaar in hoogmoed.
Zo leef ik in een gespannen liefde tot de kerk. De menselijke kant eraan boeit mij het minst. Wat mij aan de kerk bindt, is Gods verbond, dat maakt het wezenlijke van de kerk uit. Daarom heb ik lief wat God doet, ook nog doet in de Protestantse kerk in Nederland!
Op deze wijze heb ik ook de Protestantse Kerk in Nederland lief. Nogmaals, omdat ik geloof dat God werkzaam is in die kerk. Ik heb nog geen redenen om vast te stellen dat God geen binding meer wil met de Protestantse Kerk in Nederland.
Het is, hoop ik, wel duidelijk geworden dat ik de kerk niet sanctioneer, zoals die zich voordoet in al haar vormen. Mogelijk is mijn houding in de kerk gemakkelijk te typeren als naïef en beperkt. Zelf zie ik het meer als een concentratie op het eigenlijke van het evangelie, en van wat naar mijn inzicht het meest wezenlijke van de kerk behoort te zijn.
Daarom wil ik niet alleen zien op de vele bezwaren die ik tegen de kerk heb, maar ook op de mogelijkheden, Gods mogelijkheden! Of is het geen geweldige mogelijkheid nog wekelijks het Woord te kunnen verkondigen, en in alle vrijheid pastoraat toe te passen?

Reformatie van de kerk
Soms heb ik het gevoel dat we niet voldoende beseffen hoe seculier de tijd en ook de kerk is geworden. Dat noopt mijns inziens in deze tijd tot een concentratie op de meest wezenlijke dingen van het geloof. Er zijn miljoenen mensen als schapen zonder Herder. Ze zijn er ook in de kerk, in de kerkvormen van nu. Ook zij met wie ik fundamenteel verschil aangaande de eeuwige dingen, ook zij zijn mensen die zich, even als ikzelf, op een lijn bevinden die naar de eeuwigheid voert.
Hen wil ik zo graag laten ontdekken dat de eenvoudige bijbelse prediking zalf voor hun ziel is. Ik meen dat het het beste is te spreken op de plaats waar we zijn. Een appèl zich te oriënteren aan de Schriften en uit de Bijbel te argumenteren, en zo te reformeren. Maar het moet een reformatie zijn van de kerk en niet naast de kerk! Dat is overigens ten diepste geen mensenwerk. Echte opwekking, echte reformatie, komt er alleen door Gods Geest. Niet in de laatste plaats is gebed om de krachtige werking van de Heilige Geest nodig.
In 1892 hield A. Kuyper zijn beroemde Stone-lezingen over het Calvinisme. Hij eindigt zijn magistrale lezingen in zijn bloemrijke taal als volgt: 'En nu, er is geen twijfel of ook de periode die wij thans doorleven, is religieus gezien, zeer laag gestemd en mist de heroïsche gloed. Zo God Zijn Geest niet uitzendt, komt er geen kentering, en gaat de afloop der wateren angstig snel door. Maar ook gij kent de Aeolusharp, die men in het vensterkozijn legt, opdat de wind er zijn hemelse akkoorden op spele. Zolang nu de wind uitblijft, geeft ook die harp geen toon; maar, ook al komt de wind, zo de harp niet gereed ligt, mag u een blazen en suizen van de wind beluisteren, maar komt er geen atmosferische muziek. Laat dan het Calvinisme niets dan zulk een Aeolusharp zijn, welnu, dan zegt dit alleen, dat ook het Calvinisme zonder de Geest des Heren volslagen machteloos is. Maar juist hieruit volge dan ook voor ons de dubbele roeping, enerzijds dat we om de wind van de Geest de God van onze vaderen zullen roepen, maar ook anderzijds om inmiddels toe te zien dat onze harp, zuiver in haar snaren gespannen, tegen dat de Geest weer ritselen gaat, in het venster van Gods heilig Sion gereed ligt.'

Wat ons vóór alles te doen staat, is de eerlijke prediking van Gods Woord en het gebed om de krachtige werking van de Heilige Geest!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

In een gespannen liefde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's