De Geest en het avondmaal
VOORSPRAAK VAN DE VADER EN DE ZOON
De term
Van de eerste christenen meldt Lukas ons dat ze vasthielden aan 'het breken van het brood' (Hand. 2:42). Het is een van de punten waarin zij zich na hun doop van de anderen gingen onderscheiden. Bij deze uitdrukking zal zeker mee aan de viering van het avondmaal gedacht mogen worden.
Het is ook alleen Lukas die bij het breken en uitdelen van het brood de woorden van Jezus overlevert: 'doet dat tot Mijn gedachtenis' (Luk. 22:19).
De pinkstergemeente leeft dus in gehoorzaamheid aan haar Heere en Heiland. Ze volharden in 'het breken van het brood'. Weliswaar weten we dat de viering van het avondmaal nog plaatsvond in het kader van een gemeenschappelijk gebruikte maaltijd. Tijdens het verblijf van de apostel Paulus in Troas is er ook in die zin sprake van 'het breken van het brood' (Hand. 20: , 11). Uit de brief van Paulus aan de gemeente van Korinthe wordt ons te meer duidelijk dat tijdens een gemeenschappelijke maaltijd de avondmaalsviering plaatsvond (1 Kor. 11:17vv.).
Goede Vrijdag en Pinksteren
In het Nieuwe Testament vinden we geen direct verband tussen de Heilige Geest en het avondmaal. In de gereformeerde belijdenisgeschriften en de klassieke liturgische formulieren wordt in verband met het avondmaal wel op de Heilige Geest gewezen. We willen in dit artikel enkele aspecten van het werk van de Heilige Geest in het avondmaal onder de aandacht brengen. De activiteit van de Geest is hier bijzonder belangrijk en kenmerkend voor de gereformeerde opvatting over het heilig avondmaal. Het werk van de Heilige Geest is er in het toebereiden van onze harten voor de rechte verkondiging van de dood des Heeren. Zij maakt ons ontvankelijk voor blijvende troost Werkelijke troost is er, wanneer we ook bij brood en beker de heerlijkheid van God in Christus meer en meer ontdekken. Heerlijkheid zien in Hem, die Zijn lichaam verbroken en Zijn bloed vergoten heeft tot een volkomen verzoening van al onze zonden. In die weg is er plaats gekomen voor de Heilige Geest. De onlosmakelijke band tussen Golgotha en Pinksteren moet onderstreept worden. Christus heeft de levendmakende Geest verworven aan het kruis. Dat was het doel van het werk van de herschepping. Vanuit Hem vloeit de Geest de gelovigen toe. Zo worden we niet alleen verlost van de schuld en de smet van de zonde. We worden ook opnieuw geboren; weer gesteld in het beeld van God.
De gemeenschap met Christus
Door de Heilige Geest is er de geloofsband met Christus en zo is er ook door Hem waarachtige gemeenschap met Christus. Hier zijn we gekomen bij het diepste geheim van 'het breken van het brood'. Vanuit Christus vloeit de Geest de gelovigen toe. Hij is het Hoofd. Wij zijn de leden. En door één Geest wordt het hele lichaam beheerst. Zo is er echte, reële gemeenschap niet Christus, ook aan het avondmaal.
Het werk van de Geest is daarom geen aanhangsel, geen pro memorie post. Het is in het heilig avondmaal het geheim van het heil. Door de band van het geloof met Christus ontvangen we deel aan al Zijn goederen. Los van Christus verkrijgen we niets. Met Christus zal God ons alle dingen schenken.
Op de wijze van de Heilige Geest
Hoe kan deze gemeenschap met Christus beleefd worden, als Hij in de hemel is en wij op aarde zijn? De leer van Rome (transsubstantiatie) en die van Luther (consubstantiatie) aanvaarden we niet. Christus blijft in de hemel. Maar hoe wordt dan nu die geweldige afstand tussen Hem en ons overbrugd? Dat doet nu de Heilige Geest. Door het uiterlijke teken van brood en wijn als door Zijn Geest daalt Christus tot ons neer. Dit is de neerwaartse beweging bij het avondmaal. Er is ook een opwaartse beweging van het geloof door de Heilige Geest tot Christus in de hemel. We worden immers opgeroepen onze harten naar de hemel op te heffen en ons te concentreren op Christus. De plaatselijke gescheidenheid is geen enkel beletsel tot de geestelijke gemeenschap. De Heilige Geest bewerkt enerzijds dat we ons met waarachtig vertrouwen aan de Heiland hoe langer hoe meer overgeven. Anderzijds geeft Hij Christus ook aan ons over. Hij bewerkt dat we met de Heere Jezus Christus, waarachtig God en waarachtig mens, gevoed en gelaafd worden. 'Ik moet belijden, dat het de mate van mijn verstand verre te boven gaat'
(J. Calvijn). Het geheim is beter te ervaren dan te begrijpen.
Het gebed
Bij 'het breken van het brood' past ons de bede of God door Zijn Geest in onze harten wil werken dat we ons in het avondmaal aan Christus meer en meer overgeven. Het sacrament werkt niet uit en van zichzelf; het is een instrument in de hand van de Geest. Juist ook aan de Tafel van de Heere weten we ons afhankelijk van de Heilige Geest, Zijn werk daarin aan ons is pure genade en wij kunnen niet ootmoedig genoeg om Zijn leiding bidden. Niet alleen het geven is van God, maar ook voor het ontvangen hebben wij Hem zo nodig. Wanneer we met een gelovig hart helemaal op Christus - onze Voorspraak bij de Vader - gericht zijn, wijkt ook de twijfel. Door de Heilige Geest worden we met Christus' lichaam en bloed gevoed en verkwikt, als wij brood en wijn tot Zijn gedachtenis ontvangen. Het bidden gaat dan over in aanbidden: 'Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt! Brood uit de hemel, voed en laaf ons met uzelf tot het eeuwige leven.'
De Voorspraak
Johannes spreekt van Jezus Christus als onze Voorspraak bij de Vader. Van de Heilige Geest mogen we zeggen dat Hij de Voorspraak is van de Vader en de Zoon bij ons. Hij brengt het goede bericht van God tot ons. Hij maakt ons Gods grote liefde in Zijn Zoon bekend. En ... Hij doet dat dwars tegen de inspraak van de satan in. Wij liggen altijd open voor de influisteringen van de satan. Maar de Heilige Geest weerstaat hem met kracht. In 'het breken van het brood' toont de Geest ons de verzoening die wortelt in Christus' lijden en sterven. Hij eigent ons die toe. Zo bevestigt en verzegelt Hij het getuigenis van het evangelie en wordt ons ongeloof tenietgedaan en groeien we in het geloof.
Kom!
'Het breken van het brood' vindt plaats in de woestijn van het leven. Het avondmaal is gegeven om wat op adem te komen en nieuwe krachten op te doen voor de verdere reis en de strijd. Onze blik is aan de avondmaalstafel niet alleen achterwaarts gericht (gedenken). We zien ook om ons heen (de gemeenschap onderling) en we zijn ook toekomstgericht. De Heilige Geest is daar die 'Kom' roept. De bruidsgemeente neemt deze roep over: 'Maranatha, kom Heere Jezus, ja kom haastig!' De Heilige Geest geeft ons inzicht in wat ons wacht. We leren uitzien naar de vervulling van al Gods beloften.
We zijn op goede gronden hoopvol gestemd. De schepping zucht. Allen die door de Geest van God geleid worden, zuchten ook. Maar het is een zuchten vol verlangen en hoop naar de volle openbaring van het Koninkrijk van God.
Wanneer er van de eerste christenen in Handelingen 2 geschreven staat dat ze volharden in 'het breken van het brood' met verheuging, moeten we in het bijzonder denken aan het vol verlangen uitzien naar de komst van de Bruidegom, die gezegd heeft spoedig weer te komen.
Is het niet veler ervaring aan de avondmaalstafel dat de 'hemel' zo dichtbij is?! Soms nog maar een enkele stap...
Indachtig maken
Jezus zegt dat ook dit het werk van de Heilige Geest is dat Hij ons te binnen brengt alles wat Hij Zijn discipelen gezegd heeft. We spreken van de indachtigmakende werking van de Heilige Geest. Ook wij hebben die genade nodig. In vele situaties ben ik verlegen om 'Uw licht en om Uw waarheid'.
Gods Woord als 'lamp voor mijn voet' heb ik dagelijks nodig. De Heilige Geest maakt ons op allerlei wijze Gods Woord indachtig. Hij doet het op een wijze dat we er werkelijk door geholpen worden. De kracht van Gods Woord tilt ons uit boven onze nood en we herkrijgen evenwicht. We vinden onze sterkte weer in de HEERE.
'De HEERE spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft.' Bij Brood en Beker is de Heilige Geest bezig om ons vaster te doen wortelen in Gods gewisse beloften. Daar bepaalt Hij ons bij het enige en eeuwige fundament van onze verlossing. Aan de tafel belijden we het: 'Heere, tot wie zullen we anders heengaan dan toe U, U hebt de woorden van het eeuwige leven!'
Tijdelijke inwoning
Paulus spreekt in 1 Korinthe 3 en 6 over inwoning van de Heilige Geest. De hele mens wordt immers in beslag genomen door de Heilige Geest. We worden Gods tempel genoemd. Van logeren is geen sprake. De Heilige Geest woont bij ons in. Wel moeten we goed verstaan dat deze inwoning tijdelijk is. De bedeling van de Heilige Geest, die op de grote Pinksterdag is aangebroken, moeten we in haar voorlopig karakter erkennen. De inwoning van de Geest geldt alleen voor deze bedeling. Na deze bedeling zullen we Christus zien van aangezicht tot aangezicht en God zal wezen alles in allen. In dit opzicht staan avondmaal en de bedeling van de Heilige Geest op één lijn. 'Het breken van het brood' is een moment uit deze bedeling van de Geest. Het is een van de wegen waarlangs de Geest gaat. Na deze bedeling wordt ook het avondmaal opgeheven. Dan is ook 'Het breken van het brood' overbodig geworden, omdat Christus zelf weer in het midden van Zijn Gemeente zal wonen. We vieren avondmaal 'totdat Hij komt'.
Dat de gemeente van Christus in dat licht een wakkere en waakzame gemeente zal zijn. Een gemeente waarin mensen doorbreken naar de volheid van de genade die er is in onze Heere Jezus Christus; en het sacrament van het heilig avondmaal weer doorleefd wordt als teken en zegel van de Heilige Geest, waardoor het geloof ook onder ons weer een heerlijke stuwkracht krijgt. Het zal tot zegen voor de wereld zijn. Bovenal: God wordt er eeuwig in verheerlijkt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 2005
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 2005
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's