Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet het spoor van de kerk der eeuwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet het spoor van de kerk der eeuwen

DE ROMEINENBRIEF IN DE NBV [2]

10 minuten leestijd

In het eerste artikel over de NBV-vertalingvan de Romeinenbrief bespraken we onder andere enkele plaatsen waar
(1) een erg toegespitste invulling is gegeven aan Paulus' woorden, of
(2) bepaalde beelden/structuren zijn weggevallen.
Nu willen we nog een aantal andere situaties bekijken waarin men tot minder adequate weergaven is gekomen. Ik nummer daarbij door vanaf het punt waar we gebleven waren.

3. Kohlbrugge's komma: de vertaling van kernwoorden
Het wegvallen van kernwoorden komen we onder meer tegen in 5:3, waar 'verdrukking'/ 'benardheid' is veralgemeniseerd tot 'ellende'. Het kernwoord bij uitstek in de Romeinenbrief, het Griekse woord dikaiosunè (SV meestal: gerechtigheid), kan soms inderdaad goed met 'vrijspraak' weergegeven worden; maar in 6:16 is dat toch niet aan de orde. Daar gaat het namelijk om gerechtigheid in de betekenis van 'recht voor God staan'. Ook het kernbegrip doxa (SV: heerlijkheid, eer) is begrijpelijkerwijs op verschillende manieren vertaald, afhankelijk van het tekstverband. Maar in 9:23 zou je toch echt eerder 'luister' of 'glorie' verwachten dan 'majesteit', terwijl het omgekeerd in 3:23 met 'nabijheid' weer te bleek is geworden ('heerlijke nabijheid' was daar beter geweest). In 11:12 heeft men (anders dan de Groot Nieuws Bijbel!) zelfs geen poging meer gedaan om het begrip 'volheid' in de vertaling te laten terugkomen, terwijl in 11:16 de term 'eerstelingen', bij Paulus een theologisch kernbegrip, uit het vizier verdwenen is. Ook al is dat vanuit de gebruikte vertaalmethode mogelijk, het is toch een verlies.
In 7:14 en op andere plaatsen is het Griekse woord sarx (SV meestal: 'vlees') vertaald met 'natuur': 'door mijn natuur ben ik uitgeleverd aan de zonde'. Dat is mijns inziens ongelukkig, omdat dit een 'naturalisering van de zonde' (Van Ruler) suggereert, alsof de zonde in onze menselijke natuur zou huizen. God heeft ons echter goed geschapen, er is dus op zichzelf niets zondigs aan onze natuur, en dat bedoelt Paulus ook niet. Doordat de tegenstelling 'geestelijk' - 'vleselijk' in dit vers niet meer voorkomt, is ook de zogeheten 'komma van Kohlbrugge' verdwenen. De strekking van het vers is echter (terecht) wel in lijn gebleven met wat Kohlbrugge erin las.

4. Is God natuurlijk trouw? Afnemende concordantie
In het verlengde van het vorige punt bevindt zich het loslaten van de concordantie, dat wil zeggen het principe dat één en hetzelfde Griekse woord zoveel mogelijk met één en hetzelfde Nederlandse woord vertaald wordt. Dat principe kan nooit voor 100% volgehouden worden, want daardoor zouden de grootst mogelijke misverstanden ontstaan. Maar in het loslaten ervan kan men ook te ver gaan.
Zo is als gevolg van weggevallen concordantie in Romeinen 3 30 niet meer duidelijk, dat hier gezinspeeld wordt naar het zogeheten sjema, het joodse oer-credo uit Deuteronomium 6:4. Ook rondom de bekende paulinische uitroep 'Dat zij verre!' wordt de concordantie opgeheven. Vaak gebeurt dat trouwens heel zorgvuldig, maar in 3:4 schiet men er met 'Natuurlijk niet!' naast. Hier had men voor het ook elders gebruikte 'Absoluut niet!' moeten kiezen, om zo de suggestie te vermijden dat Paulus het vanzelfsprekend zou vinden dat er geen einde komt aan Gods trouw. Dat God natuurlijk trouw is, is een modern-christelijke gedachte; voor Paulus is de trouw van God juist een groot wonder.
In 8:7 ten slotte is het eerder genoemde sarx (SV: vlees) vertaald met 'wil', zodat we nu lezen: 'Onze eigen wil staat vijandig tegenover God'. Voor de lezer die net uit hoofdstuk 7 komt, is dat nogal verwarrend, omdat Paulus daar juist in positieve zin over onze wil had geschreven: 'Ik wil het goede wel, maar het goede doen kan ik niet' et cetera. Dat lijkt dus tegenstrijdig - maar die tegenstrijdigheid komt op rekening van de NBV, en niet van Paulus. Hoe men sarx hier wél had kunnen weergeven, is niet eenvoudig, maar het woord 'wil' had men in elk geval beter kunnen vermijden.

5. Allen en iedereen: de reikwijdte van de verzoening
Het is altijd al opgevallen dat Paulus Romeinen 5:12-19 afwisselend . spreekt over 'alle mensen' (vs. 12, 1' en 'velen' (vs. 15, 19). De NBV heeft de zaak nu gelijkgetrokken, en spreekt in al deze teksten over 'alle mensen' of 'ieder mens'. Nu is daar best iets voor te zeggen, omdat er weinig betekenisverschil is tussen beide woorden, en Paulus er zeker geen tegenstelling tussen aanbrengt. Toch zou ik niet graag de dialectiek ontkennen in de afwisseling tussen 'allen' en 'velen'. Er zit een bepaalde spanning in dit heen-en-weer. Is het misschien nog geen uitgemaakte zaak dat allen zich ook daadwerkelijk met God zullen laten verzoenen? Ik betreur het in elk geval dat deze spanning ten aanzien van de reikwijdte van de verzoening verdwenen is.
Ook in andere teksten lijken de vertalers te willen benadrukken dat volgens Paulus niemand buiten de verzoening met God valt. Zo is in 3:24 het woord 'iedereen' nog een keer ingevoegd: als ze 'allen gezondigd' hebben, dan zal Paulus ook wel bedoelen dat ze allen door God in genade worden aangenomen, ook al herhaalt Paulus dat zelf niet zo expliciet. Opvallend is daarbij nog de voorkeur voor 'iedereen' of zelfs 'ieder mens' (11:32) boven 'allen'. Die voorkeur doet afbreuk aan het feit dat Paulus niet individualistisch denkt aan elk-mens-afzonderlijk, maar collectief: het gaat hem om de mensheid als één geheel, oorspronkelijk verbonden in haar hoofd Adam, maar nu in Christus, de tweede Adam. Dit bijbelse denken over de mensheid als één geheel is voor ons moderne westerlingen sowieso al heel moeilijk invoelbaar geworden. Het is jammer dat de NBV hier zelfs geen poging meer waagt het eigene ervan uit te laten komen.

6. Wie is toch Deze? De christologie
Meteen in Romeinen 1:3-5 treffen we een oude en unieke belijdenis aan over wie Christus is. Mooi is dat de NBV-vertaling hier de betrokkenheid van de Heilige Geest bij Christus' opstanding laat uitkomen. Dat Christus is 'geworden uit het zaad van David naar het vlees', heeft men echter weergegeven als 'een mens voortgekomen uit het nageslacht van David'. De notie die in het Grieks aanwezig is, dat Christus - voor zover Hij vlees/mens was uit David voortkwam - heeft men dus laten vervallen. Daardoor krijgen we gemakkelijk de indruk dat Christus aanvankelijk niet méér was dan 'een mens'. Die mens zou dan na verloop van tijd zijn 'aangewezen als Zoon van God'. Deze laatste vertaling is op zichzelf juist, maar doordat de erop volgende woorden 'in kracht' op iets anders betrokken worden, lijkt het alsof Christus pas bij Zijn opstanding tot Zoon van God is benoemd of aangenomen. Deze zgn. adoptiaanse uitleg van Romeinen 1:4 heeft oude papieren, maar is door de kerk van meet af aan van de hand gewezen. Het is opvallend, en theologisch ook niet onschuldig, dat de NBV deze uitleg door haar nogal eigenzinnige vertaling lijkt te rehabiliteren. Terwijl hedendaagse exegeten het erover eens zijn dat Paulus hier niet zegt dat Christus pas bij de opstanding Gods Zoon is geworden - een indruk die men bij het lezen van de NBV toch wel krijgt.
Even ernstig is wat er in 9:5 is gebeurd. Dat vers is wel het meest bediscussieerde uit het hele Nieuwe Testament genoemd. Het gaat hier om een van de ongeveer vijf nieuw-testamentische teksten waar Christus letterlijk als 'God' aangeduid wordt. Althans, dat is grammaticaal gezien de meest voor de hand liggende manier om deze tekst te lezen. Een alternatieve traditie wil echter de punten en komma's iets anders plaatsen, zodat Paulus aan het eind als het ware nog even opnieuw inzet om een korte lofzang op God de Vader aan te heffen. Voor die optie kan men echter alleen kiezen, wanneer men niet strikt grammaticale, maar andere argumenten de doorslag Iaat geven (een lofprijzing-op-Christus zou bij Paulus verder nergens voorkomen, Paulus zou zijn Joodse volksgenoten nooit voor het hoofd hebben willen stoten door Jezus 'God' te noemen et cetera - dat soort exegetische en theologische overwegingen).
Het was voor mij een schok om te ontdekken dat de NBV de vertaling van dit vers beslissend heeft laten beïnvloeden niet door puur taalkundige, maar door dit soort 'hogere' overwegingen. Dat is in tegenspraak met wat men voortdurend heeft betoogd, namelijk dat men een vertaling zou maken die vooraf zou gaan aan alle theologie. Door de lofprijzing in dit vers op de Vader te betrekken (wat grammaticaal gezien dus merkwaardig is), laat men de godheid van Christus in het midden. Dat de correcte vertaling wel in een voetnoot is opgenomen, kan de pijn wat mij betreft niet echt verzachten, ook al omdat naar zo'n noot niet rechtstreeks verwezen wordt en men haar pas onderaan de volgende bladzijde tegenkomt.
De denkkaders waarin de Vroege kerk de tweenaturenleer uitwerkte, zijn bij Paulus nog niet aanwezig. Maar zowel in Romeinen 1:4 als in 9:5 vinden we reeds een tweeledig spreken over Christus, waaruit blijkt dat Hij slechts als mens én God begrepen kan worden. Natuurlijk steunt het geloof dat Christus één is met God niet slechts op dit soort losse teksten. Maar het betreft hier wel kernteksten voor Paulus' christologie, en persoonlijk weegt het mij daarom zwaar dat de NBV het getuigenis van deze teksten aangaande Christus heeft verduisterd. Orthodoxe christenen die de NBV met open armen ontvangen, zoals bijvoorbeeld de vrijgemaakt-gereformeerden (die zelfs geen behoefte meer lijken te hebben aan een revisie!), zouden zich wat mij betreft wel wat meer rekenschap mogen geven van wat de NBV met dit soort teksten heeft gedaan.

Conclusie
Door mijn lezing van de NBV-Romeinenbrief ben ik alles bij elkaar bevestigd in de indruk, die ik eerder opdeed bij een vergelijkbare analyse van het Lucas-evangelie. Die indruk is dat de NBV, bij alle goeds wat er óók over gezegd moet worden, helaas niet de vertaling is waar we in de kerk op zitten te wachten. De 'zorgen' wegen bij mij in elk geval zwaarder dan de in de vorige bijdrage opgesomde 'zegeningen'. Op cruciale punten worden we op een spoor gezet, dat niet het spoor van de kerk der eeuwen is, en naar mijn overtuiging ook niet dat van de Schrift zelf.
Ik schrijf dit niet goedkoop en gemakkelijk, want ik zou het geweldig mooi gevonden hebben als het anders was geweest, en de NBV een volwaardige vertaling was geworden voor iedereen in kerk en samenleving. Maar we moeten reëel zijn, en ons bv. door de grootscheeps opgezette introductie van de NBV niet laten verleiden tot de gedachte dat dit dan maar - los van elke toetsing - de vertaling moet worden die we met z'n allen moeten gaan gebruiken.
Wat dan wel? Ik hoop van harte dat de Herziene Statenvertaling die momenteel voorbereid wordt, een betere toegang tot de inhoud van de Bijbel (inclusief de 'details'!) zal gaan verlenen. Ik hoop dat zij die eraan werken, de moed zullen hebben om de aanpassingen die daarvoor nodig zijn, zowel vanuit het oogpunt van verstaanbaarheid als vanuit de grondtekst, ook daadwerkelijk door te voeren. Men hoeft zich daarbij mijns inziens niet te schamen zijn winst te doen met de sterke kanten van (o.a.) de NBV. En ik hoop ook dat wanneer een dergelijke HSV straks gereed zal zijn, gemeenten en kerkenraden niet zullen aarzelen deze over de hele linie, dus ook als kanselbijbel, in te voeren. Zodat er in vele gemeenten weer één betrouwbare standaardvertaling komt, die - net als lange tijd de Statenvertaling - door jong en oud gebruikt, gekend, bemind, en begrepen gaat worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Niet het spoor van de kerk der eeuwen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's