Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huisbezoek in de praktijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huisbezoek in de praktijk

PASTORAAT [6]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na het meer bezinnende artikel over het huisbezoek vorige week nu wat overwegingen met het oog op de praktijk. Het is mij gebleken dat daarover zeker bij beginnende ouderlingen en huisbezoekers allerlei vragen leven. Wat zijn de praktische dingen waar je rekening mee houden moet? Wat te doen om het doel van het bezoek tot zijn recht te laten komen?
De antwoorden zullen wat aan de globale kant blijven. Elke bezoeksituatie is immers weer anders. Maar er zijn wel antwoorden te geven die naar bevind van zaken toegepast en aan de eigen opvattingen van de bezoeker aangepast kunnen worden. Deze en gene kan er zijn winst mee doen naar ik hoop, ook wie (nog) geen bezoekwerk doet. Ik ga in op een achttal vragen.

1. Moet het bezoek afgesproken worden?
Sommigen zijn van mening dat men dat beter niet kan doen. Als je onverwachts op bezoek komt, tref je de mensen aan in hun gewone doen. Als je een afspraak hebt gemaakt, zijn ze meer in de plooi. Ze reageren niet onbevangen, minder spontaan. Ze hebben al van tevoren bedacht hoe zij hun bezwaren en hun kritiek zullen uiten of hoe zij zich het beste op de vlakte kunnen houden.
Dit lijkt me te somber gesteld. Zo vaak zal dit niet voorkomen.
Het verdient mijns inziens wel aanbeveling om een afspraak te maken. Je weet dan dat het bezoek gelegen komt. Het voorkomt dat de mensen zich overvallen voelen. Als dat zo is, werkt het remmend op het gesprek.
Is het bezoek afgesproken, dan kunnen ook de gemeenteleden er zich op voorbereiden. Zij hebben de gelegenheid om na te denken over de vragen die zij willen stellen, over de gesprekspunten die wij willen inbrengen. Zij kunnen zich voorbereiden door inkeer en gebed om een gezegend huisbezoek.

2. Moet je gegevens hebben over de persoon of het gezin?
Daar wordt verschillend over gedacht. Men vindt het niet altijd nodig of gewenst. Immers, als je niets van hen weet, ben je ook niet bevooroordeeld. Bovendien kan bepaalde informatie op een bezoekrapportje wel niet meer van toepassing zijn, omdat de gezinssamenstelling gewijzigd is of omdat de omstandigheden en de instelling van de betreffende persoon veranderd zijn. Dus, zo zegt men, kom onbevooroordeeld binnen. Ervaar zelf hoe de mensen zijn en hoe de situatie is.
Daar is best wat voor te zeggen. Toch is het nuttig wat informatie te hebben. Wie ga je bezoeken? Zijn het jonge mensen, zijn het ouderen? Zijn het gehuwden of wonen zij samen? Is het een alleenstaande, een weduwe, een weduwnaar? Is het een gezin, met of zonder kinderen? Zijn er opgroeiende jongeren, of zijn die de deur al uit? Is men kerkelijk meelevend of niet? Dergelijke informatie maakt dat de bezoeker zich enigszins kan instellen op de komende ontmoeting, en zich kan bezinnen op de wijze van benadering. Ook kan zo voorkomen worden een voor de bezochte pijnlijke vraag te stellen.

3. Samen of alleen op bezoek?
Wat is beter? Er zijn ouderlingen die het liefst alleen op huisbezoek gaan. Zij hebben de ervaring dat het gemakkelijker is tot een gesprek te komen. Er ontstaat sneller een sfeer van vertrouwen dan wanneer mensen te maken hebben met een koppel van twee. Dat kan inderdaad een voordeel zijn.
Ik denk ook dat het aan te bevelen is alleen te gaan als het om een bezoek aan alleenstaanden gaat. Die voelen zich prettiger in een een-op-een verhouding. Dan nog kan het wijs zijn om in een bepaald geval samen te gaan.
De meeste ouderlingen zijn ervoor om altijd met z'n tweeën op huisbezoek te gaan. Zij vinden het belangrijk elkaar te kunnen aanvullen en ondersteunen. Het kan ook nodig zijn, bijvoorbeeld in conflictsituaties, gezamenlijk te kunnen getuigen wat er wel of niet gezegd is.
Voorwaarde is wel dat de twee bezoekers goed op elkaar ingesteld zijn, eenzelfde benadering voorstaan en een eensluidend getuigenis laten horen. Samen op bezoek gaan heeft soms ook het voordeel dat een ervaren ouderling een leermeester kan zijn voor een pas bevestigde ambtsbroeder.

4. Hoe wordt het bezoek voorbereid?
De afspraak is gemaakt. De informatie is opgenomen. Hoe bereid je je nu voor? Ik denk dat het goed is om na te gaan of je innerlijk vrij bent om de ontmoeting aan te gaan. Het is voor het welslagen van het huisbezoek van belang dat de bezoekers de persoon, de mensen die zij zullen ontmoeten in een open en liefdevolle houding tegemoet treden, bereid om hun geestelijk welzijn te dienen. De belangrijkste voorbereiding is het gebed. Ga nooit op pad zonder samen met de collega-huisbezoeker gebeden te hebben om de leiding van de Heilige Geest, om wijsheid in de omgang met de te bezoeken persoon/personen, om inzicht in hun situatie en geestelijke gesteldheid, om geïnspireerd door de Heilige Schrift woorden te mogen spreken die van pas zijn en hun heil dienen.
Naast deze op elk bezoek afgestemde voorbereiding wil ik ook nog een meer algemene voorbereiding noemen:
Daartoe behoort bijvoorbeeld de oefening in mensenkennis, zodat je leert zien met welk type mens je te maken hebt. Zeker bij een eerste ontmoeting is dat waardevol. Gemis aan mensenkennis kan moeilijkheden opleveren.
Ook is het van belang dat men zich op de hoogte houdt van de kerkelijke, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen.
De vragen en problemen die deze oproepen, kunnen tijdens het bezoek ter sprake komen. Wie wil dan met een mond vol tanden zitten? Daarom is het nodig goed op de hoogte te zijn, zich door de media te laten informeren, en zich te bezinnen op een bijbels verantwoorde visie op de noden en de uitdagingen van deze tijd.
Het allerbelangrijkste van de permanente voorbereiding hoef ik eigenlijk niet meer te noemen: de dagelijkse omgang met God en het leven bij en naar Zijn Woord.

5. Hoe kom je van de koetjes en kalfjes af?
Over koetjes en kalfjes praten. U weet, dat slaat op het gesprek over de dagelijkse omstandigheden. Dat behoort tot de ontmoeting en de kennismaking. Maar de vraag wordt nogal eens gesteld: 'Hoe kom je van deze fase in het gesprek af, om over te gaan op het eigenlijke doel van het huisbezoek, het geloofsgesprek?'
Wie de voorafgaande artikelen heeft gelezen, weet het antwoord al. Er behoeft geen geforceerde overgang gemaakt te worden. Het geestelijke leven staat niet los van het dagelijkse leven. Wie goed luistert (!), vindt vast wel gelegenheid om te vragen hoe de mooie en de moeilijke dingen van het leven beleefd worden in verband met het geloof. Fijn als mensen daar zelf over beginnen. Zo niet, dan kan de vraag gesteld worden: 'Wat betekent voor u het christen-zijn in deze situatie?'
Zo krijgt het gesprek een geestelijke dimensie. Zo kan de verhouding tot God, al of niet problematisch, ter sprake komen. En in relatie daarmee de betekenis van bijbellezen en kerkgang (de preek!).

6. Moet je alle vragen kunnen beantwoorden?
Het antwoord kan kort zijn: nee. Wij kunnen onmogelijk alles weten en voor alles een oplossing hebben. Het is geen schande om dat te zeggen. Wat we wel kunnen doen is verwijzen naar deskundigen. Gaat het over duistere schriftplaatsen, over moeilijke geloofsvragen of ingewikkelde ethische problemen, dan kan de predikant ingeschakeld worden.
In andere gevallen kan verwezen worden naar helpende instanties op het gebied van maatschappelijk werk of psychiatrie.
Verwijzen doe je niet om ervan af te zijn, maar om zo goed mogelijk van dienst te zijn. Door ook deze dingen in het gebed bij de grote Helper en Herder te brengen, tonen we onze pastorale bewogenheid.

7. Horen schriftlezing en gebed er altijd bij?
Blijkbaar zit men daar wel eens mee. Over het algemeen zullen ouderlingen en huisbezoekers de vraag bevestigend beantwoorden. Je zou tekortschieten als je het naliet.
Als regel vormen schriftlezing en gebed de afsluiting van het bezoek. Het gesprek kan ertoe leiden dat een toepasselijk schriftgedeelte gekozen wordt. Soms wordt dat door de bezochte zelf aangereikt. Soms stelt de bezoeker de vraag: 'Wat zullen we lezen?'
Het antwoord kan verrassend zijn. Nu kan zich een situatie voordoen die het wel heel moeilijk maakt om over te gaan tot schriftlezing en gebed. Het zou neerkomen op paarlen voor de zwijnen werpen. Niet doen dus. Maar bij twijfel zou vragenderwijs gepeild kunnen worden of het kan. 'Vindt u het goed dat wij de Bijbel lezen en met elkaar bidden?' Soms is het antwoord tegen de verwachting in toch ja.
Een bezoek aan meelevende gemeenteleden kan toch onbevredigend verlopen. Ze zijn teruggetrokken en zeggen niet veel meer dan ja en nee. Dan is het goed een bepaald bijbelgedeelte paraat te hebben, dat te lezen en er kort op in te gaan. Misschien komt het dan toch nog tot een geloofsgesprek. Kies het schriftgedeelte wel zorgvuldig, zodat de bezochten er niet een onuitgesproken verwijt of beschuldiging aan hun adres in horen.
Het stemt dankbaar als het huisbezoek kan worden afgesloten met gebed. Bidden behoort tot de omgang met God. We mogen samen met hen die ons ontvingen tot God gaan om Hem te aanbidden en dank te brengen. We mogen de Heere vragen om Zijn zegen en bidden om vergeving in de naam van Jezus. We mogen, aansluitend bij wat wij te horen kregen, de vreugden en de zorgen van het gezin of de persoon uitspreken, en zo in concreto voorbede doen.

8. Hoe moeten we rapporteren?
Het antwoord op deze vraag is: kort en bondig. Op de bezoekrapportjes worden vooral zakelijke mededelingen gedaan. Voor een eventueel vervolgbezoek is de datum van belang en de aanvulling of correctie van de persoonsgegevens. Ook het voornaamste gespreksonderwerp kan worden vermeld, maar geen vertrouwelijke informatie.
Als het huisbezoek in de kerkenraad besproken wordt, dient soberheid en zorgvuldigheid betracht te worden. Ouderlingen hebben hun ambtsgeheim. Zij moeten er voor zorgen 'dat de noden, de zorgen en de geheimen van de schapen hunner kudde bij hen veilig zijn'. Het is goed om, ook bezoekbroeders dit ten aanhore van de gemeente te laten beloven.
Nooit mag het ambtsgeheim geschonden worden. Wie zich daaraan zou schuldig maken, verspeelt het vertrouwen dat hem is geschonken. Het is een herder onwaardig. Laat ieder die pastoraal werk doet daarvan doordrongen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Huisbezoek in de praktijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's