Voor Ouweneel is doop een daad
Aan publicaties waarin de kinderdoop verworpen en de volwassendoop verdedigd wordt, ontbreekt het de laatste jaren allerminst. Bij een vluchtig bezoek aan een christelijke boekwinkel had ik in een mum van tijd zeven titels te pakken. Het ene boek is nog niet verschenen of het andere komt er, nog radicaler, achteraan en overheen. Met een zucht neem je dan ook het laatst verschenen boek over dit thema ter hand, geschreven door Willem Ouweneel. Vanaf de eerste bladzijde moet echter gezegd worden: het is bepaald geen type van 'meer van hetzelfde'. Ouweneel neemt een bijzondere, maar ook vrij eenzame positie in het debat rond kinderdoop, volwassendoop en overdoop in. Menigmaal wordt de lezer getrakteerd op scherpzinnige analyses en verrassende argumentaties, waarbij Ouweneel noch de (zoals hij ze noemt) 'babydopers' noch de 'geloofsdopers' spaart.
Gedoopt tot leven van navolging
Het boek is ontstaan uit een artikel in het EO-programmablad Visie en de daarop binnengestroomde reacties. Na een (warrige) weergave hiervan in het tweede hoofdstuk zet Ouweneel in de hoofdstukken 3 tot en met 6 zijn theologische lijn over de doop uiteen. Zijns inziens is de doop een introductie-rite van het christelijk geloof. De doop ziet niet achterom naar wat er in het leven van de dopeling gebeurd is (geloof, wedergeboorte, bekering), maar ziet vooruit naar het leven dat hij als discipel achter Christus aan te leiden heeft. Wij worden gedoopt tot een leven van navolging. Daarom is het onmogelijk om als ongelovige de doop te ontvangen. Met name uit Paulus' brieven citeert Ouweneel de teksten die de doop verbinden aan een heilig leven. De doop staat daardoor heel sterk in een ethisch kader.
Terecht legt Ouweneel de vinger bij een zere plek, als hij stelt dat dit ethische appèl in de leer van de babydopers uiterst zwak is, hoewel hij er tegelijkertijd écht naast zit door te stellen dat onder veel babydopers de leer van de veronderstelde wedergeboorte (de leer van Abraham Kuyper) gemeengoed is. Ook kan ik dr. Ouweneel niet volgen in een (voor hem belangrijk) onderscheid tussen geloof en doop, zoals hij dat op pag. 50 verwoordt: 'Door het geloof verbind ik mij met de hemel, maar door de doop markeer ik mijn positie op aarde'. Nog cryptischer is de opmerking op pag. 51 dat wij door het geloof vergeving voor de hemel ontvangen, en door de doop vergeving voor de aarde. Het geloof is essentieel om in de hemel te komen, de doop is essentieel om op aarde te leven.
Geweten
Het zal niet verbazen dat, wanneer de doop verbonden is aan het concrete navolgen van Christus in Zijn dood en opstanding, de kinderdoop niet voldoet. Ouweneel pleit ervoor om kinderen pas te dopen, wanneer zij bewust de Heere lief krijgen en willen dienen. Wat hem betreft bestaat die mogelijkheid vanaf twaalf jaar. Tegelijk vermaant hij zowel babydopers als geloofsdopers om hun tegenstellingen niet op de spits te drijven en van de doop geen breekpunt te maken. Zo vraagt hij zich af of we iemand wel een tweede keer mogen dopen in de Naam van de drie-enige God. Laat iemand die als kind gedoopt is en naar een evangelische gemeente overgaat, niet gedwongen worden zich te laten overdopen. Dit riekt in zijn ogen naar ritualisme en sacramentalisme.
Des te vreemder is het advies dat Ouweneel geeft aan degenen die toch betwijfelen of hun kinderdoop wel legitiem was. Als je je in geweten niet meer met je kinderdoop kunt verenigen, moet je je wél laten (over)dopen.
Ik ben het met Ouweneel eens dat de discussie over babydoop of geloofsdoop geen strijd op leven en dood moet zijn. Ik vraag mij wel af, of zijn pleidooi duidelijk genoeg is om deze strijd te temperen. En ik vond het ronduit gevaarlijk dat het geweten een doorslaggevende rol gaat spelen in de beslissing om je al dan niet opnieuw te laten dopen. Ik vind dit een typisch postmoderne insteek die vreemd is aan de Schrift.
Onbevredigend
Ouweneel heeft dit boek willen schrijven zonder vooropgezet theologisch denkraam. Hij verwijt het de kinderdopers dat ze via verbondsconstructies bijbelteksten zó lezen dat ze er de kinderdoop mee kunnen legitimeren. Overigens spiegelt hij de geloofsdopers voor dat zij eveneens met vooropgestelde theologische constructies werken. Doet Ouweneel dat zelf dan niet? Hij wekt de indruk van niet door heel veel bijbelteksten te citeren en deze stuk voor stuk uit te leggen. Maar het citeren van veel bijbelteksten garandeert niet dat een visie bijbels is! Ouweneel heeft namelijk een verwrongen verbondsvisie, zoals we die in de evangelische theologie vaker tegenkomen. Hij maakt namelijk een volstrekte tegenstelling tussen het oude verbond met Abraham en het nieuwe verbond met de gelovigen. Van hieruit kan hij nagenoeg iedere overeenkomst tussen doop en besnijdenis ontkrachten, en kan hij ook de gezinsgedachte rond de huisdoop laten vallen. Dit is naar mijn inzicht, bij al het leerzame en verrassende van dit boek, het grootste manco. Het nieuwe verbond is de vervulling van het verbond met Abraham. Het oude verbond was net zo geestelijk bedoeld als het nieuwe. De Heere werkt in het Nieuwe Testament niet anders dan in het Oude! Romeinen 4 en Galaten 3 zijn overtuigende bewijzen dat in Christus het verbond met Abraham tot vervulling kwam, en dat de gelovigen van het nieuwe verbond mét de gelovigen van het oude verbond het ene volk van God vormen, dat zalig wordt. Zolang kinderdopers en volwassendopers het over deze grondlijn niet eens worden, zullen ze het over eikaars doop ook niet eens worden. Wellicht dat Ouweneels poging om beide 'kampen' dichter tot elkaar te brengen, daarom iets onbevredigends houdt.
Lofzang
Wat ik ook een groot gebrek vind, is dat Ouweneel wél ingaat op de betekenis van het woord 'dopen', maar geen exegetische uitleg verschaft over het 'dopen in de Naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest' (Matth. 28:19). Juist deze formulering bevat een andere zijde van de doop: hoe de Heere aan ons handelt, en op welke wijze het heil zonder ons voor ons gewerkt wordt. Voor Ouweneel is de doop daarom alleen een daad (eed) waarin de dopeling zelf iets laat zien, en niet een handeling (eed) van Godswege waarin de Heere iets (alles!) laat zien. Zou daarom de lofzang aan de drie-enige God, Die onze zaligheid is in dit boek ontbreken?
Het voert te ver om in dit kader op meer zaken uit dit boek in te gaan. Wel wil ik de vinger nog leggen bij een groot misverstand dat ook in dit boek opduikt. In plaats van of naast de kinderdoop kiezen steeds meer kerken voor de mogelijkheid van het opdragen van kinderen. Ouweneel bepleit deze mogelijkheid ook, met een verwijzing naar de voorstelling van Jezus in de tempel. Wie dit argument voor het opdragen gebruikt, moet zich allereerst realiseren dat alleen de eerstgeborenen werden voorgesteld - alleen de eerstgeborenen (en dan ook nog eens alleen de jongens!) komen dan voor het opdragen in aanmerking. Daarnaast zal men moeten weten dat er in Lukas 2:22 sprake is van een losoffer, afkomstig uit de tijd van de uittocht uit Egypte. Het gaat hier niet om opdragen of toewijden aan de Heere, maar het gaat om de vrijstelling van de priesterdienst die de eerstgeborenen na de uittocht kregen.
Sta op, laat je dopen is geen boek om in één adem uit te lezen. Iedere bladzijde roept om toetsing, doordenking en verwerking. De lastige aanduiding van bijbelteksten en de vele door- en terugverwijzingen maken het vlot doorlezen moeilijker. Wie van een originele stem in het debat over de doop kennis wil nemen, moet het boekje zeker lezen. Voor het kritisch bekijken van 'je eigen (vaak té vanzelfsprekende) opvattingen over kinderdoop of volwassendoop, kan het boek ook interessante gedachten opleveren. We zijn van Ouweneel immers gewend dat hij niet de platgetreden paadjes bewandelt. Andere paden kunnen boeiend zijn, maar zeggen des te meer: wees op je hoede, lees met een gezonde voorzichtigheid. Wie meer houvast en duidelijkheid zoekt in alle vragen rond de doop, die schiet met het boek uiteindelijk niet veel op. Daarvoor zijn te veel vragen onbeantwoord gebleven.
N.a.v. Willem J. Ouweneel:
Sta op, laat je dopen.
Uitg. Medema, Vaassen; 134 blz.; € 12,95.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 2005
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 2005
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's