Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hervormd of protestants?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hervormd of protestants?

WIJKGEMEENTEN OP KLASSIEK-GEREFORMEERDE GRONDSLAG

9 minuten leestijd

Inleiding
Op 1 mei 2004 zijn de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken en de Evangelisch-Lutherse Kerk verenigd tot één (landelijke) kerk, de Protestantse Kerk in Nederland. Er is vanuit de hervormde optiek een belangrijk verschil met vroeger. De kerkorde, zoals deze tot 1 mei 2004 gold, ging uit van het beginsel van de geografische eenheid van de plaatselijke gemeente. Elke gemeente heeft vaste grenzen, binnen die grenzen is één gemeente en de leden van de gemeente die binnen die grenzen wonen, behoren tot de kerk; alle leden van de kerk die binnen dat gebied wonen, behoren tot die ene gemeente. ‘Men kiest zich niet zelf de medegelovigen uit naar eigen voorkeur: als leden van de kerk in één dorp of wijk van de stad zijn we geroepen samen gemeente te zijn’ (dr. P. van den Heuvel in De Hervormde Kerkorde).
Thans, onder de nieuwe kerkorde, is de idee van de ene geografische gemeente als principe nog steeds aanwezig, maar eigenlijk toch ook losgelaten. Het ideaal is nog steeds dat er op één grondgebied één protestantse gemeente is. Elke gemeente en wijkgemeente kent geografische grenzen.

Verschuivende grenzen
Maar die eenheid wordt niet afgedwongen, sterker: het is als het erop aan komt niet eens regel. Sedert 1 mei 2004 zijn er in één plaats verschillende tot de Protestantse Kerk behorende gemeenten. Sommige daarvan zijn inmiddels verenigd tot een protestantse gemeente, vele zullen nog volgen. Maar lang niet allemaal. Dat ligt in feite zelfs besloten in de ‘grondwet’ van de kerk: in lid 2 van art. II van de kerkorde staat dat de kerk bestaat uit al de gemeenten, te weten de protestantse (verenigde) gemeenten, de hervormde gemeenten, de gereformeerde kerken en de lutherse gemeenten. Ook ord. 2-13-6 zegt het onomwonden: naast de bestaande gemeente kan er een andere gemeente zijn gevormd of worden gevormd op hetzelfde grondgebied, of zelfs meer dan één. Allemaal kerkordelijk gelijkwaardig, een protestantse gemeente is niet meer dan een hervormde op hetzelfde grondgebied. Dat geldt ook voor wijkgemeenten. Ord. 2-12 bepaalt dat er pas een verenigde gemeente wordt gevormd, indien de kerkenraden van de plaatselijke gemeenten daartoe uitdrukkelijk besluiten.
Dat heeft tot gevolg dat er tot in lengte van jaren plaatsen zijn met verschillende gemeenten van de kerk. Wie overkomt uit een andere plaats, zal dan moeten kiezen, al kent de kerkorde regelingen voor wie niet kan of wil kiezen.

Vier mogelijkheden
De situatie is nu zo dat hervormden die – in de situatie van steden en andere grote plaatsen met wijkgemeenten die centraal willen verenigen – hun klassiek-gereformeerde identiteit in hun gemeente-zijn willen behouden, globaal drie mogelijkheden ter beschikking staan:
1. geheel afzonderlijke hervormde gemeente (vgl. de oude deelgemeente);
2. gewone, zij het hervormde wijkgemeente;
3. gewone protestantse wijkgemeente.
Een vierde mogelijkheid lijkt een hervormde wijkgemeente van bijzondere aard, maar die is mijns inziens niet bedoeld voor (hervormde) wijkgemeenten van een bepaalde modaliteit.

Een afzonderlijke gemeente
Er kan dus meer dan één gemeente zijn in één plaats, binnen dezelfde grenzen. De ‘oude’ hervormde wijkgemeente kan ervoor kiezen afzonderlijke gemeente te zijn op hetzelfde grondgebied als de (verenigde) protestantse gemeente. Het kan zelfs een grote gemeente zijn – groter dan de te vormen protestantse gemeente – met verschillende wijkgemeenten. De kerkorde biedt niet expliciet de ruimte aan de hogere kerkelijke organen om bijvoorbeeld te toetsen of de groepering die de aanvraag heeft gedaan, qua modaliteit voldoende is onderscheiden van de bestaande gemeente. Mijns inziens kan dat dan ook niet en kan alleen getoetst worden aan zaken als financiële draagkracht, orde binnen de kerk (dat gemeenten niet al te versplinterd worden) en dergelijke uitwendige factoren. Uiteraard zal een besluit tot een dergelijke nieuwe gemeente niet lichtvaardig genomen worden, maar de reserves die spreken uit de opmerkingen aan het slot van § 4.3.3 in De toelichting op de kerkorde (onder red. van dr. P. van den Heuvel, Boekencentrum 2004) leid ik niet af uit de bepalingen van de kerkorde. Het komt mij voor dat de kerkorde een juridisch recht op zelfstandige gemeentevorming inhoudt.
Elke gemeente heeft bepaalde geografische grenzen (ord. 2-11-1). In principe kan men slechts tot een gemeente behoren, indien men op het grondgebied daarvan woont (ord. 2-2-2). Als er meer dan één gemeente op dat grondgebied is, heeft men de vrijheid te kiezen voor een ervan (ord. 2-5-2). Met instemming van de beide kerkenraden kan men zich ook laten inschrijven binnen een gemeente op een ander grondgebied (ord. 2-5-3). Dat geeft natuurlijk problemen van bijzondere aard bij verhuizing van gemeenteleden. Waar moeten zij – via het geautomatiseerde systeem van de kerk – worden ingeschreven? Ord. 2-5-1 geeft hiervoor uitvoerige regels.

Op de eerste woensdag van dit jaar kwam het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond bijeen met hervormde ambtsdragers uit grote en middelgrote steden. Het doel was samen na te denken over de positie van de wijkgemeenten, als de centrale gemeente fuseert of gaat fuseren. Vandaag plaatsen we een samenvatting van de inleiding die mr. D.G. van Vliet hield.

RED. DE WAARHEIDSVRIEND

Hervormde wijkgemeente
Het is ook mogelijk om de eigenheid van een modaliteit te handhaven binnen de wijkgemeente van een verenigde gemeente. Daartoe is geregeld dat ook gemeenteleden die in andere wijken wonen, zich kunnen laten registreren in die wijkgemeente (ord. 2-16-9, letter c).
Gemeenten worden (pas) protestantse gemeenten na een door hun kerkenraden genomen besluit tot vorming daarvan (ord. 2-12-1). Lid 2 eist dat de leden van de gemeenten tevoren worden gehoord en lid 3 dat alle wijkkerkenraden zijn gehoord en door die laatste de leden van de wijkgemeenten. De oude gemeenten bestaan na de vereniging niet meer, ze zijn opgegaan in de protestantse gemeente (ord. 2- 19-3). Ord. 2-12-7 bepaalt dat het voorgaande van overeenkomstige toepassing is op de wijkgemeenten. Ook deze zijn dus niet automatisch samengevoegd door de vereniging van de centrale gemeente, maar moeten dat ieder voor zich doen. Uiteraard gebeurt dat in het kader van het totale fusieproces ter plaatse.
De wijkgemeente (bv. de hervormde) kan om welke reden dan ook ervoor kiezen zelf niet te verenigen (ord. 2-12-9). Uiteraard kan de parallelle gereformeerde wijkgemeente dan besluiten ook gereformeerde wijkgemeente te blijven. Maar ord. 2-12-6 bepaalt dat die parallelle gemeente – indien deze dat wenst – kan worden aangemerkt als ‘protestantse wijkgemeente’. Er is dan binnen één wijk een protestantse wijkgemeente en een (evenzeer geografisch gebonden) hervormde wijkgemeente. Deze laatste is gewone wijkgemeente, geen ‘wijkgemeente van bijzondere aard’. Wel geldt voor deze wijkgemeente de bijzondere ‘verbondenheid’ aan de gereformeerde belijdenis, bedoeld in ord. 1-1-1 (zie ord. 1-1-4).
Het gebied van een hervormde wijkgemeente kan overigens het gebied van meer dan één protestantse wijkgemeente omvatten. Mijns inziens kan dan ook een gewone hervormde wijkgemeente worden gevormd, die verschillende wijken of zelfs de gehele verenigde gemeente omvat. Gemeenteleden die hun eigenheid willen beleven, komen bijeen in een gewone protestantse, hervormde of gereformeerde (wijk)gemeente waarvan het gebied dat van andere kan overlappen.
Personen die inkomen vanuit een andere hervormde gemeente, worden ingeschreven bij de hervormde wijkgemeente. Personen die afkomstig zijn uit een andere protestantse gemeente, een gereformeerde kerk of een lutherse gemeente, worden ingeschreven bij de protestantse wijkgemeente (maar kúnnen zich natuurlijk wel laten registreren in de hervormde wijkgemeente).

Protestantse wijkgemeente
Dat laatste zou aanleiding kunnen zijn om in de fusiebesprekingen te opteren voor het omvormen van de hervormd-gereformeerde wijkgemeente in een (gefuseerde) protestantse wijkgemeente. Zoals inmiddels in een aantal plaatsen verwezenlijkt is of zal worden. Uiteraard zal dit in goed overleg moeten gebeuren, want er zullen leden van de gereformeerde wijkgemeente zijn die niet ervoor voelen om daarin mee te gaan. Voor hen moet dan bijvoorbeeld de oplossing gevonden worden dat ze gaan behoren tot een andere protestantse wijkgemeente.
De vraag wordt wel gesteld of de wijkgemeente dan nog wel een klassiek-gereformeerde identiteit kan aanhouden. Het leven en werken vanuit de gereformeerde belijdenisgeschriften, de gereformeerde prediking, het enkel of hoofdzakelijk zingen van psalmen in de eredienst, het weren van vrouwelijke ambtsdragers, enzovoort. Moet men dan ook niet tevens op de grondslag van de lutherse belijdenis staan, via aanvaarding van de Konkordie van Leuenberg (art. I, lid 5, Kerkorde)?
Voorop staat dat er dan geen kerkordelijk verankerde verbondenheid is in de zin van ord. 1-1-1. Deze is speciaal in het leven geroepen voor (wijk)gemeenten die zich hervormd en gereformeerd willen blijven noemen. Maar dat neemt niet weg dat ook elke protestantse (wijk)gemeente haar eigen geestelijke identiteit mag hebben. Er is geen regel die verplicht dat elke protestantse wijkgemeente dezelfde geestelijke ligging moet hebben. Ook een klassiek-gereformeerde wijkgemeente is volop mogelijk, met alles wat daarbij behoort, met inbegrip van het niet aanvaarden van de genoemde Konkordie voor zover die daarmee strijdig zou zijn. Dat kan dan in het beleidsplan worden verwoord, zodat ieder die bij de wijkgemeente behoort of komt te behoren ervan op de hoogte is. Uiteraard hoort daarbij dat inhoudelijk het beroepingswerk een zaak van de wijkkerkenraad is.
Kan zo’n wijkgemeente ook de synodale verklaring Verbonden met het gereformeerd belijden ondertekenen? In principe wel, maar het ligt niet voor de hand. In feite is die verklaring, gelet op de tekst ervan, speciaal bedoeld voor hervormde (wijk)gemeenten die sterk aarzelden om onder de nieuwe kerkorde te blijven werken. Kun je wel mee, gelet op de inhoud van die kerkorde? Met die verklaring wordt bevestigd dat dit kan, ‘met vreze en beven’, onder handhaving van de gereformeerde eigenheid. Voor de huidige situatie is deze dus naar haar aard eigenlijk niet (meer) geschikt. Wel kan de protestantse wijkgemeente de verklaring naar haar gereformeerde inhoud meenemen, bijvoorbeeld als overweging vooraf of als inleiding in het beleidsplan.
Kortom, ook in de Protestantse Kerk in Nederland kunnen er protestantse wijkgemeenten zijn die volop staan in de klassiek-gereformeerde traditie, met alle aspecten die daaraan zijn verbonden. Niemand mag dan zeggen dat dit in strijd is met de kerkorde. Van onverbindendheid in de zin van ord. 4-4-2 kan en mag geen sprake zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2006

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Hervormd of protestants?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2006

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's