Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zo God vóór ons is [1]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo God vóór ons is [1]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Doch ik volhardde de Heere, mijn God, na te volgen. Omdat gij volhard hebt de Heere, mijn God, na te volgen. Omdat híj volhard had de Heere, de God Israëls, na te volgen.' [Joz. 14:8, 9b, 14b]

In Jozua 14 vinden we drie teksten waarin getuigenis wordt gegeven van Kalebs geloof.
In vers 8 geeft Kaleb een getuigenis van zichzelf: ‘Doch ik volhardde de Heere, mijn God, na te volgen’, maar er is ook een getuigenis van Kaleb door een ander, namelijk van Mozes in vers 9b: ‘Omdat gij volhard hebt de Heere, mijn God, na te volgen.’
Ook is er het getuigenis van Kaleb van God zelf in vers 14b: ‘Omdat hij volhard had de Heere, de God Israëls, na te volgen.’
Een gezegde luidt: ‘Waar het hart vol van is, loopt de mond van over’, dat wil zeggen: wat er in je leeft, komt ook naar buiten toe. Waar is je leven, je hart vol van?
Wij staan stil bij een man, wiens leven vol was van God. Kaleb, een van de twaalf verspieders. Wij lezen van hem dat ‘hij volhardde om de Heere na te volgen’. Letterlijk staat er in het Hebreeuws: ‘Hij maakte het volgen achter mij vol.’ Je zou kunnen vertalen: ‘Zijn hart was gevuld met achter Mij aan te gaan, volkomen volgen.’ Hij maakte dat vol, dat volgen. Hij ging volstandig achter de Heere. Ik volbracht het om achter de Heere aan te gaan.
In ieder geval zit er het woord vol in. Hij was volkomen trouw in het dienen, in het volgen van de Heere. Daar was Kalebs leven vol van. Zes keer komen wij in de boeken Numeri, Deuteronomium en Jozua die uitdrukking tegen dat ‘hij volhardde in het volgen van de Heere’. Zo wordt deze man getekend. Zijn naam is afgeleid van een woord dat in het Hebreeuws betekent: trouw, waakzaam, gehoorzaam. Je zou zijn naam kunnen vertalen met geheel zijn hart, een en al hart in het navolgen van de Heere. Maar datzelfde woord Kaleb betekent ook hond; het is ook de naam van een dier. Een hond is ook trouw, waakzaam en gehoorzaam. Nu zullen wij waarschijnlijk ons kind of onze hond nooit Kaleb noemen. Je noemt je kind niet naar een hond, maar ik hoop toch wel dat wij in ons leven de eigenschappen van Kaleb hebben ontwikkeld; want zo’n Kaleb heeft een geweldige toekomst en heeft ook de kracht om de strijd in het heden aan te kunnen. Zo’n Kaleb mag op Gods beloften rekenen: Ik zal met hem zijn en met zijn nakomelingschap.
Het volk Israël is uit Egypte op weg naar Kanaän door de woestijn en ze zijn bij de grens aangekomen en daar is het bevel van de Heere dat twaalf verspieders moeten worden uitgezonden; die zijn ook gegaan en ze hebben dat beloofde land doorwandeld. Veilig zijn zij terug gekomen en na veertig dagen brengen zij rapport uit. Ze zeggen: ‘Het is een land vloeiende van melk en honing.’ Maar tien zijn vol ongeloof en verachten de daden van God. Zij noemen al de gevaren op, maar twee geven een ander getuigenis aan Mozes. Twee zijn vol geloofsvertrouwen: Jozua en Kaleb. Zij zijn ervan overtuigd, wanneer de Heere zou meegaan, Hij zeker voor hen zou zorgen. Het vraagt heel veel moed om alleen te staan. Het is veel eenvoudiger om met de massa mee te lopen. Daar moet je moed voor hebben om voor je overtuiging uit te komen. Nu, Kaleb was zo’n iemand. Die tien verspieders zeiden: ‘Het is onmogelijk om het beloofde land in te nemen.’ Kaleb en Jozua zeiden: ‘Het kan wel.’ Het is heel makkelijk om te zeggen het kan niet. Dat kan iedereen. Het vergt moed en geloof om te zeggen het kan wel. God zoekt mensen die voor hun geloof en voor hun overtuiging durven uit te komen. Zelfs als ze daardoor alleen komen te staan. De massa heeft nooit het beloofde land bereikt. Gij zult de meerderheid in het kwaad niet volgen. Kaleb was zo’n man. Luther was ook zo’n man, want hij zei altijd: ‘Eén plus God is een meerderheid.’
Wat is nu het verschil tussen Jozua en Kaleb en die tien anderen? Want alle twaalf zijn ze in het beloofde land geweest, alle twaalf hebben de vruchten van het land gezien, alle twaalf wisten ook dat daar reuzen waren en die aanwezigheid van die reuzen maakt nu de scheiding tussen Jozua en Kaleb en die tien anderen. Alle twaalf hadden ze hetzelfde gezien, maar ze beoordeelden het verschillend. Die tien vergeleken hun kracht met de kracht van die reuzen, terwijl die twee die kracht van de reuzen vergeleken met de kracht van God. Die tien zagen zichzelf als kleine sprinkhanen vergeleken met die enorme reuzen. Die twee zagen die reuzen als sprinkhaantjes in de ogen van God.
Toch waren Jozua en Kaleb niet overgeestelijk. Nee, zij erkenden de aanwezigheid van reuzen. Jozua en Kaleb hadden ook gezien dat daar grote reuzen waren in dat beloofde land, maar die twee zagen méér. Die zagen God en als je God ziet, worden reuzen sprinkhanen. Het is heel goed om moeilijkheden en gevaren te zien en te onderkennen, maar het is wel gevaarlijk je daarop blind te staren. Er is meer te zien, er is een andere werkelijkheid. Kaleb getuigde: ‘De Heere is met ons, vreest hen niet.’ Laat daarom ons gebed steeds zijn: ‘Heere, open toch onze ogen, opdat wij het écht zien.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's

Zo God vóór ons is [1]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's