Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeenschap met Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeenschap met Christus

WAT IS EEN GEREFORMEERDE LITURGIE? [2]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

God en mens
Wordt de Heere God in de liturgie alleen aangeroepen of komt Hij ook tegenwoordig? In hoeverre kunnen we spreken van een daadwerkelijke ontmoeting? Als wij over God spreken, spreekt Hij dan daardoor ook tot ons? De liturgische dimensie van de kerkdienst gaat over de vraag in hoeverre en op welke wijze de ontmoeting tussen God en mens gestalte krijgt. Je kunt niet zeggen: als wij naar de kerk gaan, gaat God ook naar de kerk. Maar je kunt ook niet zeggen: we hebben slechts een onderlinge bijeenkomst waar wij elkaar enige godsdienstige stichting bijbrengen. Dat worden wij ons des te meer bewust als wij het Heilig Avondmaal vieren: de gedachtenis van Christus. Dan oefenen wij daadwerkelijk de gemeenschap met Christus.

Praktische punten
Er is een consistoriegebed. Daar wordt gebeden voor de gemeente als geheel en in het bijzonder voor de predikant die voor zal gaan. Volgens mij moet dat kort en sober. Het mag geen vervanging zijn van de voorbeden die straks in de kerk aan bod komen. Verder is er een persoonlijke voorbereiding (thuis, of in de kerk). Vroeger deed men in de kerk ook nog wel eens een persoonlijk gebed, bij het gaan zitten: mannen bleven staan, vrouwen gingen zitten. Eventueel is er een intochtslied. Maar dat is niet bedoeld als intocht van de kerkenraad. Moet er vooraf een welkomstwoord zijn? Of een begroeting bij het binnentreden van de kerk? Wie wel eens in Amerika een kerkdienst heeft bijgewoond, weet dat men daar meestal een begroetingsteam heeft. Dat heeft iets weg van het binnenlokken, zoals je dat wel ziet bij restaurants. Werving en binding.

De gewone dingen
Moeten de afkondigingen ook aan het begin plaatsvinden? Dat is de laatste jaren meer en meer in gebruik geraakt. Soms krijg je dan een hele lijst met mededelingen. Is dat wenselijk? Zou het niet beter zijn om te zeggen dat de kerkdienst begint met votum en groet? Eventueel eerst een lied om duidelijk te beseffen dat de vergaderde gemeente de samenkomst draagt.
Ik vermoed dat ik wel weet waarom de afkondigingen naar het begin verschoven zijn. Ze vonden vaak vlak voor de preek plaats. Dat is eigenlijk een vreemde plaats. Want Schriftlezing en preek horen bijeen. Die kun je nog wel onderbreken door een lied, passend bij de Schriftlezing. Maar een reeks mededelingen past daar eigenlijk niet. Mededelingen en collecte moeten de eenheid van Schrift en prediking niet doorkruisen.
Maar waarom zouden we de mededelingen niet plaatsen in de buurt van de voorbeden? Die voorbeden horen thuis in het laatste gebed. Het ligt voor de hand om de afkondigingen, de voorbede en de collecte dicht bij elkaar te houden. Het kan niet zo zijn dat de afkondigingen voorafgaand aan de eigenlijk dienst zouden moeten worden gedaan, omdat ze anders het heilige karakter van de samenkomst zouden verstoren. Dat soort onderscheidingen tussen heilig en profaan passen niet in een gereformeerde denkwijze. De gewone dingen van het leven komen aan de orde, juist in de voorbeden.

Oorsprong
Kijken we eerst even verder naar het verloop van de liturgie. Er zit wel een bepaalde ordening in. Je kunt niet naar willekeur de volgorde omdraaien. Wat moet er gebeuren na votum en groet? Eerst een lied, een psalm. Het is goed dat na de predikant de gemeente onmiddellijk het woord neemt en uit volle borst zingt. Een loflied, zou ik zeggen.
En verder? Dan lezen we de Tien Geboden. Toch ligt dat allemaal niet zo simpel, als je de gereformeerde traditie in ogenschouw neemt. Wie wat breder om zich heen kijkt in de kerk, weet dat het begin van de dienst op verschillende manieren ingevuld wordt. Nu kijk ik niet naar de meer oecumenisch-gereformeerde invulling, maar naar de oorspronkelijke gereformeerde traditie. Nou ja, wat is oorspronkelijk gereformeerd? U moet weten dat de gereformeerde Reformatie een ontwikkelingsgang kent. Historisch gezien is het de vraag of de gereformeerde liturgie is voortgekomen uit de hervorming van de Romeinse mis of aansluit bij de zogenaamde pronausdiensten. Dat waren preekdiensten waarin geen eucharistie werd gevierd. Die werden in de tijd voor de Reformatie in de Zuid-Duitse en Zwitserse steden gehouden. De pronausdiensten hadden een sobere liturgie en liepen vaak uit op een soort boetedoening. Aan het eind werden soms de Tien Geboden gelezen. Het vermoeden bestaat dat met name de Zwitserse liturgie, vooral in de lijn van Zwingli, hierbij aansloot. Zou het hieruit voortkomen dat ook elders, bijvoorbeeld in de Nederlandse vluchtelingengemeente in Londen, al vroeg de Tien Geboden gelezen werden na de preek?

Straatsburg
Maar hoe zit het dan bij Calvijn? Dat is lastig. Calvijn heeft in Straatsburg een liturgie ontworpen die toch wel wat afwijkt van wat wij doen. Na het votum komt er een opwekking tot schuldbelijdenis. Daarop volgen een gebed van schuldbelijdenis en een genadeverkondiging met een woord uit de Schrift. Dan zegt hij:
Een ieder van u belijde waarlijk zondaar te zijn, zich vernederende voor God, en gelove dat de hemelse Vader hem genadig wil zijn in Jezus Christus. Aan allen die aldus berouw hebben en Jezus Christus zoeken tot hun heil, verkondig ik, dat de vergeving der zonden is geschied in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen.
Daarna volgen dan de Tien Geboden, niet gesproken, maar gezongen. De eerste en tweede tafel worden nog onderbroken door een gebed. Na de geboden komt een afzonderlijk gebed om de verlichting met de Heilige Geest, gevolgd door de Schriftlezing. In de kerken van het gereformeerde type hebben de Tien Geboden steeds een belangrijke rol gespeeld in de kerkdienst. Eredienst en leven werden nauw op elkaar betrokken. Ook in het onderricht spelen de geboden (decaloog), het gebed en de geloofsbelijdenis een centrale rol. Zoals opgemerkt, de geboden werden aanvankelijk gezongen: niet alleen in Straatsburg, maar ook in de Londense liturgie van Pollanus. De eerste tafel en de tweede tafel van de wet werden afzonderlijk gezongen. Ook wij kennen nu nog de berijming van de Tien Geboden. Maar ik denk niet dat er veel gemeenten zijn waar de geboden in het begindeel van de dienst als geheel gezongen worden. We zouden dus kunnen zeggen: in het openingsdeel van de gereformeerde eredienst spelen de Tien Geboden een centrale rol. De samengekomen gemeente wordt gericht op de weg ten leven. Juist op dit punt hoor je kritiek op de gereformeerde eredienst. De eredienst wordt te onderwijzend, te didactisch, te weinig vierend. Er is nauwelijks enige vorm van ritueel en cultus. In de achttiende en negentiende eeuw komen daar de rationalisering (alles wordt verstandelijk) en subjectivering (uitgaan van de eigen persoonlijke beleving) bij. Het resultaat kan nauwelijks nog liturgie heten: een samenkomst waar de Schrift wordt uitgelegd en toegepast, met nog een lied en een gebed. Dat is het dan wel.

Schuldbelijdenis
Hoe zijn de Tien Geboden terechtgekomen in het eerste deel van de dienst? Dat hangt er van af hoe we het bekijken. Zou de gereformeerde liturgie een voortzetting zijn van de zogenaamde preekdienst – en die had een heel sobere liturgie – dan kunnen we ons voorstellen dat de Tien Geboden verschoven zijn van boetedoening na de preek naar het begindeel. Die preekdiensten waren vooral gericht op boete en berouw en de geboden fungeerden als onderstreping daarvan.
De liturgie van Straatsburg doet echter iets anders vermoeden: een hervorming van de Romeinse mis. In de Romeinse mis is namelijk ook sprake van schuldbelijdenis (confiteor), maar dat is dan de persoonlijke schuldbelijdenis van de priester. Alvorens hij de heilige handelingen kan verrichten, moet hij persoonlijk zijn schuld belijden. Verder vindt de schuldbelijdenis van de gemeente voornamelijk plaats in de privé-biecht. Welnu, om het niet te ingewikkeld te maken: de reformatoren plaatsten de schuldbelijdenis in het begindeel van de kerkdienst, maar dan wel als Offene Schuld, een openbare schuldbelijdenis van de hele gemeente. Calvijn begint in de Straatsburgse liturgie met een schuldbelijdenis in de vorm van een gebed, daarna de genadeverkondiging en dan de geboden. In dit geval fungeren de geboden dus als regel der dankbaarheid.

Genadeverkondiging
In Genève wordt de zaak eenvoudiger voorgesteld: lezing van de geboden en geen aparte absolutie (genadeverkondiging). In hervormd-gereformeerde kring wordt hoofdzakelijk deze ordening gevolgd. Dan kun je de geboden nog wel op verschillende manieren lezen: om de zonden te leren kennen, als regel der dankbaarheid en als regel en ordening voor het maatschappelijke leven. De psalm na de wet geeft meestal aan welke betekenis we er aan hechten: de ene keer Psalm 32, Psalm 6 of Psalm 51. Dat zijn liederen van boete en berouw. Maar als we Psalm 19 of 119 zingen, bezingen we de vreugde en de goedheid van de wet met het oog op het leven. Aanvankelijk is er ook in Nederland nog discussie geweest over de absolutie, maar de synode van Middelburg stelde in 1581 dat de absolutie genoegzaam plaatsvindt in de prediking.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's

Gemeenschap met Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's