ds. A. Kastelein (1930-2006)
In memoriam
Van ds. A. Kastelein verscheen in De Waarheidsvriend van 4 mei jl. een artikel over de door hem zeer gewaardeerde ds. L. Blok. Weinig vermoedde hij toen dat spoedig over hemzelf geschreven zou worden.
Door een slopende ziekte van korte duur werd hij geveld. Vanwege lichamelijke klachten had hij zich onder medische behandeling gesteld. Toen hij eenmaal in het ziekenhuis was, verergerde zijn toestand snel. De Heere nam hem weg op de verjaardag van zijn vrouw, 27 augustus 2006.
Liefde voor Gods Koninkrijk
Arie Kastelein zag op 21 augustus 1930 het levenslicht in Lange Ruige Weide. In Zegveld had Arie een niet ongezegende jeugd. Toen werden de kiemen gelegd voor zijn roeping tot het predikantschap. Het was te verwachten dat hij als oudste zoon zijn vader zou opvolgen op de boerderij. De liefde voor de arbeid in Gods Koninkrijk werd hem echter te sterk.
Mede door toedoen van zijn plaatselijke predikant, ds. A. Breure, die hem hielp bij de studie van klassieke talen, kon Arie na de gymnasiale opleiding ertoe komen de theologische colleges te volgen in Utrecht. In 1957 stelde hij zich beroepbaar. Hij trad in het huwelijk met Jo Griffioen, met wie hij zes kinderen zou krijgen. Hei- en Boeicop, een meelevend rechtzinnig dorp met een agrarisch stempel, werd vanaf 29 september 1957 zijn eerste gemeente.
In die plaats waren er zijn worstelingen met het Woord om elke zondag, vaak tot tweemaal toe, de boodschap van het evangelie te brengen. Echte worstelingen. Op zaterdagavond bleef het licht soms lang branden, om de vroege zondagmorgens niet te noemen.
Pastoraat
Als tweede gemeente volgde in 1962 Capelle aan den IJssel, waar ds. Kastelein de opvolger werd van ds. Blok. Daar – en in volgende gemeenten – kwamen zijn pastorale talenten nog meer naar voren. Hij was een herder die zijn schapen kende. De gesprekken met gemeenteleden gingen hem voor alles. Veel mensen hebben zich hierdoor sterk aan hem gehecht. Een Engelse spreuk over dominees: ‘Zes dagen onzichtbaar en de zevende dag onbegrijpelijk’ ging voor hem niet op. Zijn hele ‘zijn’ werd gekenmerkt door het predikantsambt. Familiebezoeken moest hij nogal eens laten afweten, omdat het werk in de gemeente hem in beslag nam. Ook het werk als reserve-legerpredikant van 1959 tot 1985 kostte hem de nodige tijd. Strijen werd zijn derde predikantsplaats (1967-1976). In alle gemeenten en ook later heeft zijn vrouw hem trouw terzijde gestaan. Zij vulde hem aan, corrigeerde hem en had vaak haar eigen plek in de gemeente.
In 1976 nam ds. Kastelein een beroep aan naar Nieuw-Stadskanaal, een gemeente in het hoge noorden. Het had voor een gereformeerde-bonder iets weg van een zendingssituatie. De liturgie en nog meer dingen waren anders. Zonder dat hij zich erover uitsprak, was er bij anderen de indruk dat hij toen ‘geleden heeft’ aan de kerk, niet het minst omdat er mensen waren die voor zijn gevoel hem beschouwden als iemand die ‘afgegleden’ was.
In 1987 werd hij voorganger in Dirksland op Goeree-Overflakkee. Opnieuw een grote overgang. Ook daar was hij trouw in zijn pastorale arbeid, zowel in de gezinnen als in het ziekenhuis. Op 16 maart 1993 brak de emeritaatsperiode aan. Hij vestigde zich met zijn vrouw in Oudewater en bleef werkzaam als pastoraal werker in onder andere Lopik, Strijen, Kamerik en Benschop.
Kerkgeschiedenis
Zijn werk als provinciaal kerkvisitator mag eveneens vermeld worden. Met grote bewogenheid trachtte hij conflicten bij te leggen en problemen op te lossen. Vooral het ontstaan van de Hersteld Hervormde Kerk bezorgde hem veel werk en veel verdriet.
Wat studie betreft ging de belangstelling van Arie uit naar de kerkgeschiedenis. De levensloop van hervormde predikanten had zijn aandacht. In het Archief te Utrecht werd hij een bekende verschijning. In 1995 verscheen van hem Predikanten die kwamen en die gingen, predikantenlijsten van de Classis Brielle der Ned. Herv. Kerk vanaf de Reformatie tot heden. Een soortgelijke uitgave over voorgangers in de provincie Utrecht wilde ds. Kastelein dezer dagen het licht doen zien.
Prediking
We vergeten niet zijn betrokkenheid bij de prediking. Een van de kinderen schreef: ‘Onze vader stond voor pure eenvoud. Het Woord moest volstaan. Vaders prediking kenmerkte zich niet zozeer door wat wij allemaal moeten doen, of moeten ervaren en voelen, maar vooral door wat God wil doen met mensen, God die het verlorene zoekt.’
In een van zijn laatste gesprekken met ds. J.A.W. Verhoeven van Oudewater benadrukte hij de heilsfeiten, zoals genoemd in 1 Korinthe 15:3-5: Christus voor ons gestorven en opgewekt. Enkele dagen voor zijn heengaan zei hij me: 'Gods trouw is alles voor me.' Moge dit tot troost en bemoediging zijn voor zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2006
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2006
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's