Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezin van de dominee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezin van de dominee

Kind – of kind van de predikant?

7 minuten leestijd

Om maar met de deur in huis te vallen: Wie besteedt er aandacht aan het gezín van de dominee? Die vraag stelden twee mensen elkaar, nadat ze de pastorie in een voor het oog rustig dorp hadden verlaten. En er was reden toe om deze vraag te stellen.

Kind – of kind van de predikant?

Als herder woont hij te midden van zijn schapen. Naar vermogen geeft hij zorg aan de kudde, die uit een veelkleurigheid aan mensen bestaat. Lammetjes, dwarse bokken, gewonde schapen, zorgeloze of stervende dieren – alle hebben een plaats in de schaapskooi van de gemeente. In zijn werk is de pastor geroepen te lijken op zijn Meester, die de schapen bij naam kent en elk dier in het oog houdt. Dat is voor de dominee geen ‘onmogelijke opgave’, maar mag juist ontspanning geven: hij ziet namens de Goede Herder naar mensen om, met hen meelevend op hun geloofs- en levensweg, en hij weet dat de Bewaarder van Israël niet zal sluimeren of slapen. Maar enkele van die schapen wonen onder zijn eigen dak, maken van zeer nabij het werk in de gemeente – inclusief de schaduwzijden! – mee. Wie om zich heen kijkt, bemerkt dat het in pastorieën niet vanzelfsprekend goed gaat, al is automatisme in dit opzicht altijd misplaatst. Welke ambtsdrager heeft niet de ervaring dat het gesprek met eigen kinderen lastiger kan zijn dan met jongeren uit de gemeente? Als daarom de vraag klinkt wie er aandacht aan het gezin van de dominee besteedt, bedoelen we niet wie er op hen lét. Dat gebeurt voldoende. Maar wie besteedt zórg aan hen?

Eli, de priester
Schrijven over het gezin van de predikant is kwetsbaar. Al te gemakkelijk kan gedacht worden dat deze of gene voorganger en zijn gezin bedoeld zullen zijn. Nu, we bedoelen niemand en daarmee iedereen: wie om zich heen ziet, weet dat ontkerkelijking ook gezinnen van voorgangers treft, en hen daarin kwetsbaar maakt. Het onderstreept dat de Heilige Geest evenzeer nodig is in het gezin van degene die tot een bijzonder ambt geroepen is. Wie wekelijks de genade verkondigt, beschikt daar immers niet over voor zichzelf en zijn huis. Ook in de godsdienstige opvoeding is de dominee aangewezen op het werk van de Geest. Dat genade niet gekoppeld is aan de bijzondere dienst in Gods huis, leerde ons al de geschiedenis van Eli, de priester, wiens beide zonen het spijsoffer voor de Heere verachtten. God wijst de slapheid in de opvoeding van Eli echter aan als oorzaak van de geestelijke ontsporing van zijn zonen. In een leven dichtbij het heilige luistert het blijkbaar nauw! Is er echter altijd een voor het oog aanwijsbare oorzaak als er in pastorieën sprake is van het liefhebben van de tegenwoordige wereld?
Hoe je het wendt of keert, domineeskinderen behoren – zeker vanuit het verleden – tot een aparte categorie. In oktober 2002 belegde dagblad Trouw een bijeenkomst voor hen. Op leeftijd gekomen domineeskinderen hebben blijkbaar behoefte om hun verhaal te doen, dat nogal eens een verhaal van frustratie is, en zo het verleden een plaats te geven. Wonen in het glazen huis maakte dat de gemeente op je let, zodat je als kind voor de gemeente bepaalde dingen moest doen of juist nalaten. IZB-staflid Marja Brak schreef vorig jaar in Woord en Dienst een antwoordbrief aan een domineeszoon, waarvan de laatste alinea luidde: ‘Jij refereert in je verhaal niet aan je domineeskind zijn. Er klinkt ook geen enkele frustratie in door. Die heb je blijkbaar niet en dat vind ik een verademing.’ Ze noemt het dus opvallend dat een domineeskind géén frustratie heeft. Zo kan het gelukkig ook en zo zou het moeten zijn.

Voorbeeldfunctie?
De vraag met het oog op het (geestelijk) welbevinden van domineeskinderen is of in de gemeenten onuitgesproken aan kinderen van ambtsdragers toch niet een voorbeeldfunctie wordt toebedacht. Voorgaan in het leven met God – die roeping hebben de ambtsdragers zélf wel, en als een van de criteria voor het ambt noemt Paulus het leiding geven in het eigen gezin (1 Tim. 3, 4). Maar die roeping mag niet in mindering komen op een gezonde ontwikkeling van kinderen van ambtsdragers met alles wat daar in een bepaalde fase van het leven bij kan horen. Het is een spanningsveld te bepalen hoeveel ruimte er concreet voor mag zijn. Kinderen van de dominee zijn gewone kinderen en moeten als zodanig kunnen opgroeien.
Tien jaar geleden schreef Lize Stilma het boekje De dominee en zijn voetstuk, waarin echtgenotes en kinderen een boekje opendoen over het dubbelleven van hun man en vader, uit de gehele breedte van de kerk. Als er één ding uit is te leren, is het dat deze  kinderen

Al behoudt de redactie het recht ingezonden bijdragen niet te plaatsen, nodigt ze betrokkenen bij de inhoud van dit artikel uit om in max. 350 woorden te reageren.

allereerst ‘kind’ willen zijn, de ruimte vragen om zichzelf te zijn, in plaats van dat ze allereerst kind van de dominee zijn. En betekent dat ook geen ruimte om in bepaalde jaren je identiteit te zoeken door te niet in alles te identificeren met het werk van je vader?

In de keuken kijken
Cabaratier en domineeszoon Seth Gaaikema schreef een liedje, waarin hij verwoordde dat het gezin nauw betrokken was bij de voorbereiding van de preek, op weg naar de zondag: Slechts voor domineeskinderen de eer/ om heel af en toe te kijken/ in het keukentje van de Heer. Dat zal waar zijn, maar deze kinderen vangen ook flarden op van minder aangename onderdelen van het predikantschap. Ze zien wat het betekent als hun vader onbarmhartig wordt afgerekend op vorm of inhoud, wat het met de voorganger doet wanneer tweedracht als een veenbrand voortgaat, als hun vader zich gemanipuleerd weet door (een deel van) de kerkenraad enzvoort. Laten allen die (ambtelijk) verantwoordelijkheid dragen voor het gezin van de dominee beseffen dat in onze tijd eigen aandacht voor de jonge pastoriebewoners nodig is. Die aandacht komt niet voort uit een in stand willen houden van het glazen huis, maar is gegeven met de invloed van het domineesleven op kinderen. Als vader niet de uitstraling heeft die de gemeente al dan niet terecht zouden wensen, wordt een kind op een dorp hier zeker mee geconfronteerd. Of als vader zich vanuit het Woord kritisch moet uitlaten over (uitwassen in) de dorpscultuur, zal zijn zoon of dochter hiervan wat merken.

Gewoon gezin
Het zou zomaar kunnen dat de reële belasting en het verwachtingspatroon van de predikant zo hoog zijn dat hij onvoldoende toekomt aan het gewone leven in het gezin, de kleine dingen van het leven waarin onderlinge betrokkenheid tot uiting komt. Het kan funest zijn, als die noodzakelijke ruimte onvoldoende bewaakt wordt. Als je vader ‘altijd maar voor de kerk bezig is’, kan dat positieve gevoelens voor de kerk wegnemen, zeker als het beeld rijst dat die kerk uit veel lastige mensen bestaat en je vader in plaats van herder en leraar een soort conflictbeheerser moet zijn.
De moraal van dit artikel wil zijn dat een domineesgezin zoveel mogelijk als ‘gewoon’ moet worden gezien en ruimte moet ontvangen om als zodanig te functioneren. Het is waar dat het beroepingswerk dit lastiger kan maken. Al te frequente verhuizingen betekenen dat het zich nogal eens van buitenaf ergens moeten settelen – en het is pastoraal om de gevolgen hiervan voor kinderen op een zekere leeftijd voor Gods aangezicht mee te wegen.

Wapenrusting
Tot slot: bij allerlei menselijke overwegingen is zeker waar dat de satan zijn pijlen met meer dan gewone interesse richt op de voorganger en zijn gezin. Hoe mooi vindt hij het, als een predikant in zonde valt of zijn kinderen zich van het evangelie lijken af te wenden. Dat laatste betekent pijn en verdriet voor voorgangers, waar het hun voornaamste passie is om mensen tot Jezus te leiden. En dat zal zeker de kinderen gelden met wie ze als vader bij de doopvont gestaan hebben. Het is nodig dat ambtsdragers (collega’s) hierin hun pastorale hart laten spreken. Wat is er belangrijker dan dat in de pastorie de wapenrusting van God gedragen wordt, opdat listen van de boze onderkend worden. Rust voor een gezinsleven, rust voor de dagelijkse omgang met God is nodig om te komen tot een wakend en biddend leven, zodat met vrijmoedigheid het Woord gesproken kan worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Gezin van de dominee

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's