Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pijn moet verzorgd worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pijn moet verzorgd worden

Handreiking voor gesprek met homoseksuele jongere

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pastor zijn voor homoseksuele jongeren - dat wil de notitie 'Handreiking voor gesprek met homoseksuele jongeren' stimuleren. Want pastoraat is niet maar het komen tot een moreel standpunt, maar het verzorgen van iemands pijn. Het is: werkelijk omzien naar de ander. Dat kan en moet - juist ook als je ervan uitgaat dat een homoseksuele relatie niet de weg is.

Wat gebeurt er als een jongere binnen de kerk ontdekt dat hij homofiele gevoelens heeft? Het zal duidelijk zijn dat het bij de jongere zelf heel veel teweegbrengt. Maar of er in zijn gemeente ook iets gebeurt ... ? Veel jongeren houden het zo lang mogelijk verborgen. Meer dan eens komt er pas een gesprek als de betrokken persoon zijn eigen conclusies getrokken heeft - zonder begeleiding of ondersteuning van de gemeente. Het gevolg is vaak dat zo iemand uit de gemeente vertrekt. Het gebeurt ook dat er pas een gesprek komt als een jongere compleet is vastgelopen in zijn probleem - mede omdat er geen begeleiding of ondersteuning van de gemeente was. Heeft de kerk dan niks te zeggen voor homoseksuele jongeren? Waarom zijn er zo weinig echte gesprekken met hen?

Drie toerustingsavonden
Bovenstaande alinea bevat de inleidende woorden van de notitie, die vrucht is van enige jaren van bezinning in een werkgroep van de HGJB. Leden van deze werkgroep waren predikanten uit de kring van de Gereformeerde Bond, een psychiater, een ethicus, een docent uit het voortgezet onderwijs en ook een homoseksueel gemeentelid. In 2006 was er twee keer overleg tussen de HGJB-staf en het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, vanuit de overtuiging dat we beide verantwoordelijk zijn voor het goed functioneren van het pastoraat aan jonge homoseksuele gemeenteleden. Samen beleggen we daarom in april en mei drie toerustingsavonden over dit thema voor jeugdambtsdragers en jeugdwerkers (niet voor ouders van homoseksuele jongeren, omdat onze insteek het pastoraat is).
HGJB-stafwerker Herman van Wijngaarden heeft een belangrijke bijdrage aan de bezinning geleverd. Op conferenties van de HGJB hield hij verschillende keren een workshop over homoseksualiteit, wat enkele contacten met jongeren tot gevolg had.

Kun je aangeven waarom de HGJB en de GB momenteel aandacht vragen voor homofiele jongeren?
'Een aanleiding was dat op de Kerstconferentie van de HGJB/de Windroos en tijdens vakanties jongeren met homoseksuele gevoelens voor het eerst voor de dag komen. Het is begrijpelijk dat ze voor die gelegenheden kiezen, want dat is veilig, anoniem. Er blijkt uit dat deze jongeren hun verhaal in de gemeente niet kwijt kunnen of niet kwijt durven. Als HGJB-werker hoor je zo'n verhaal aan, maar kun je deze jongeren niet begeleiden, omdat dat in de gemeente gebeuren moet.
Na een workshop wachtte iemand van begin twintig me op. Hij vertelde: 'Ik heb ook die gevoelens.' Gelukkig had ik de tijd en hebben we lang gesproken, althans: Ik luisterde naar zijn levensverhaal. Een andere keer wachtte iemand me op die op een zeker moment schrok van zijn eigen bekentenis. Het enige wat hij nog zei, was: 'Ik heb de duivel in me' en toen liep hij weg. Ik ken homoseksuelen van dertig, veertig jaar, die over hun geaardheid nooit met iemand in de gemeente spreken.'

Woordgebruik
'Als ik zeg homoseksuele jongere, bedoel ik niet dat deze jongere ook een seksuele relatie heeft. Het zijn voor mij jongeren met homofiele gevoelens. Ik heb toch een voorkeur voor het woord seksueel, om te benadrukken dat het om seksualiteit gaat. Als mensen het woord homofiel gebruiken, ben ik soms wat achterdochtig, omdat mensen op die manier het onderwerp wel eens willen versimpelen. Ik noem mezelf homoseksueel, maar ik heb geen relatie, aanvaard de begrenzing die de Bijbel hierin stelt. Met 'seksueel' bedoel ik dan dat het gaat om de mens als seksueel wezen.'

Lukt het je vanuit conferenties naar de gemeente te verwijzen?
'Ik merk dat het onderwerp in de gemeente heel weerbarstig is en vind het belangrijk dat een jongere in de gemeente vertelt dat hij homoseksueel is, maar ze durven het gewoon niet. Je moet er zelf eerst mee in het reine komen, voor je er over gaat praten. Het klimaat is vaak zo dat er geen luisterend oor is. Dus moet je je heel vrij voelen of moet je de nood als heel hoog ervaren.
De HGJB wil en kan de taak van de gemeente niet overnemen, maar wil wel stimuleren dat er in de gemeente over gepraat gaat worden. Onze notitie wil leidend zijn voor het gesprek in de gemeente. De werkgroep heeft niet gesproken over een ethische positie ten aanzien van homoseksualiteit, omdat ons uitgangspunt was dat de Bijbel voor homoseksuele relaties geen ruimte geeft. Maar de vraag is: Wat kun je jongeren in de gemeente vanuit dit vertrekpunt dan bieden? Het is geen pleidooi om tegen of voor de homoseksuele relatie te zijn, maar het is een pleidooi om het gesprek met homoseksuele jongeren aan te gaan.'

Klimaat in de gemeente
'Het klimaat in de gemeente is gevarieerd. Er zijn gemeenten waarin het vooral gaat om het standpunt: 'We zijn tegen homoseksuele relaties, dus als het jou betreft, weet je waaraan je je te houden hebt.' In andere gemeenten is iets meer openheid, maar is er tegelijk verlegenheid, weet men er geen raad mee. Ik weet van een jongen die in de jeugdraad over zijn geaardheid vertelde, waarna er op een goede manier gereageerd werd. Maar ... vervolgens werd er nooit meer op terug gekomen.
Deze jongen had het een keer gezegd, had iets verteld over zijn strijd, maar hij hoorde nooit meer wat. 'Waarom komt niemand er eens op terug? Voelt men niets van mijn worsteling?'
Eigenlijk wil men het dan liever negeren. Soms bidt een dominee een keer voor deze gemeenteleden, maar op een gegeven moment ervaart men het als prettig dat er niet meer over gesproken wordt. Het kan zijn dat rond de vorming van de Protestantse Kerk, waarbij in de kerkorde een ordinantie kwam waartegen de Gereformeerde Bond zijn groot bezwaar heeft geuit, de concrete aandacht voor homoseksuelen moeilijker geworden is. Er zijn predikanten die in hun studie vooral kerkhistorische thema's bestuderen. Ik denk wel eens; 'Waarom kies je nu niet eens een pastoraal onderwerp, wellicht een wat weerbarstiger thema? En waarom laat je niet merken dat je mee wilt worstelen?'
.Er zijn gelukkig ook gemeenten waarin er wél goede aandacht is. Soms is er een aparte werkgroep waarin over dit thema nagedacht wordt. Individueel hoor ik ook goede signalen. Ik ken een jongen die in de gemeente een diaken als personal coach heeft, een man die de jongen laat merken dat hij als mens aanvaard wordt. Die man durft echt naast hem te staan, als ze praten een arm om hem heen te slaan.'

Alles of niets?
'In veel gemeenten is niet duidelijk gemaakt dat we homoseksuele jongeren iets te bieden, iets te zeggen hebben. Zowel in de kerk als in de wereld zie ik een patstelling, een alles of niets mentaliteit. Óf je ontkent dat er een probleem is, óf je geeft volledige ruimte. Óf je ontkent je homofiele gevoelens, óf je leeft die uit in een seksuele relatie. Gemeenten in onze achterban willen en kunnen op grond van de Bijbel niet meegaan in een homoseksuele relatie, dus bieden ze veelal niks. Zo ervaren veel jongeren dit.
Onze notitie wil laten zien dat er wel degelijk iets te zeggen is. Je hoeft je homofiele gevoelens niet te ontkennen, maar de Bijbel stelt wel een grens aan de uitleving. Ook jongeren hebben de neiging te vragen: alles of niets? Als je jongeren zegt dat de Bijbel een homoseksuele relatie afwijst, hebben ze het liefst dat je hen erop wijst hoe ze van die gevoelens afkunnen komen. Ik schat in dat er velen erkennen dat een homoseksuele relatie niet kan, maar dat ze die - zonder er verder over na te denken - toch aangaan. Ze kiezen voor een pragmatische insteek. Het is een voortdurende strijd met zichzelf, een niet kunnen hanteren van hun gevoelens.
Onze handreiking wijst op een middenweg: het zou wel eens kunnen zijn dat jij met die gevoelens moet blijven leven, al is dat vervelend en doet dat zelfs pijn. Je hoeft ze niet weg te stoppen, mag ze binnen de bijbelse grenzen zelfs als positief ervaren. De notitie laat zien wat we als gemeente wél te bieden hebben.'

Het gesprek zoeken
'Tegen de gemeente willen wij zeggen: Durf nu eens het avontuur aan te gaan door met jongeren in gesprek te gaan, met de overtuiging dat je wat te zeggen en te bieden hebt. Vanuit de kracht van het evangelie! Een jongere voelt haarfijn aan als een ambtsdrager laat zien dat hij hem echt mag. Durf in woord en daad die tussenweg met de jongeren aan te gaan. Als je dat contact zoekt, komen er vragen boven tafel waar jij niet direct antwoord op hebt. Zelfs ik - die veel over homoseksualiteit heeft nagedacht - heb soms geen direct antwoord, maar ik probeer wel naar een levensverhaal te luisteren. Wij hebben als christenen toch geen passende antwoorden op alle vragen? In theorie weten we dat euthanasie niet geoorloofd is en we belijden dat het leven van God is, maar toch kunnen we door de voortschrijdende medische mogelijkheden voor forse vragen komen te staan. In ieder geval kun je soms begrip opbrengen voor het verlangen van iemand om te sterven. Voor een pastor kunnen er lastige vragen liggen. Je kunt de regels niet zomaar toepassen op een pastorale situatie, al blijven die regels staan.'

Hoe geef je als jeugdambtsdrager of predikant nu vorm aan zo'n gesprek?
'Probeer om te beginnen de angst los te laten van: 'Wanneer breng ik in dat het toch niet mag?' Laat het morele in het contact niet voorop staan. Jongeren weten heus wel hoe de kerk erover denkt. En: het is niet wat deze jongeren op dit moment nodig hebben. Hun werkelijke behoefte ligt elders. Ik heb wel eens gemerkt dat een jongere je uitdaagt: Wat vind jij er nu van? Dan denk ik: 'Dat weet je allang, dus ik ga het je niet vertellen. Ik ga met je praten over jouw pijn, je angsten en je eenzaamheid.' De behoefte van een homoseksuele jongere ligt daar dat hij hoopt niet meer eenzaam te zijn, dat hij zijn gevoelens kan delen, dat hij wordt erkend in wie hij is.'

Relatie met Christus
'Onze notitie is besproken met een aantal predikanten, van wie er één zei: 'De pijn moet verzorgd worden.' Dát moet het pastorale gesprek allereerst uitstralen. Laat homoseksuele jongeren eerst maar eens twee of drie keer gewoon vertellen. Alleen dát al helpt. Voordat je aan het morele standpunt toekomt, moet je het hebben over zijn relatie met Christus. Durf jongeren aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid.
Homoseksuele jongeren hebben nog wel eens de neiging de verantwoordelijkheid eenzijdig bij de kerk neer te leggen: die moet helpen. Nee, een jongere staat zelf voor het aangezicht van God, hij blijft verantwoordelijk voor zijn leven. Hoe is je relatie met Jezus, je omgang met de Bijbel? Als Jezus zegt: 'Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt', is het mijn ongeloof als ik dat niet doe. God zegt dat Hij jou geschapen heeft, in de baarmoeder geweven. Geloof dit! Daarop mogen we jongeren aanspreken. Dan komt er ook een moment dat we samen in de Bijbel gaan lezen wat het Woord over homoseksualiteit zegt. Dat moet een jongere zelf zien, want hij heeft niets aan mijn mening. Het kan een kramp geven, als je voortdurend op het morele uit bent, alsof pastoraat slechts is dat je voorkomt dat iemand een homoseksuele relatie krijgt. Nee, pastoraat is niet het komen tot een moreel standpunt, maar is vanuit een moreel standpunt komen tot het verzorgen van de pijn, het omzien naar de ander. Iedereen heeft een seksuele identiteit; bij niemand is die gaaf, zoals God het bedoeld had. In het hele spectrum van onze seksuele identiteit zijn zoveel factoren waardoor die aangetast is. Ook veel heteroseksuele mensen zullen rondlopen met een problematiek waarover ze niet durven praten. En ook homoseksuele mensen kunnen iets moois aan hun identiteit beleven, bijvoorbeeld in vriendschap met elkaar. Een homoseksuele identiteit is niet hetzelfde als een bron van wanbedrijven.'

Kun je je voorstellen hoe de Hem Jezus zou omgaan met een homofiele jongere, die tot Hem zou komen?
'Ik heb een boekje van Adrian Plass: Het bezoek. In een hoofdstukje dat ik nog altijd niet zonder ontroering kan lezen, beschrijft hij hoe de Grondlegger de gemeente bezoekt. Philip, een homofiele jongen, heeft tegen de ouderling verteld van zijn gevoelens en die ouderling brengt hem in contact met de Grondlegger, die Jezus symboliseert. Deze gaat in gesprek met Philip, terwijl de ouderling buiten wacht. Als Philip naar buiten komt, vraagt de ouderling: 'Wat zei Hij, wat gaat Hij aan je probleem doen?' 'Hij was in me geïnteresseerd!' zegt Philip blij. 'Ja, maar jouw probleem dan?' zegt de ouderling. '0, dat is waar ook, maar daarover praten we de volgende keer.' Dat is het mooie: Jezus ziet eerst de persoon en is in hem geïnteresseerd. Hij is met ontferming bewogen.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Pijn moet verzorgd worden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's