Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meer dan psalmen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meer dan psalmen?

DE LITURGIE IN HERVORMDE GEMEENTEN [6]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In sommige gemeenten waar tot nu toe alleen psalmen (en enige gezangen) worden gezongen, leeft de wens om meer te zingen. Met 'meer' wordt dan bedoeld 'meer dan alleen psalmen'. Maar hoe voorkom je dat 'meer' in de praktijk 'minder' blijkt te zijn?

Aan het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond wordt van tijd tot tijd gevraagd om leiding te geven inzake andere liederen naast de psalmen. Bij 'leidinggeven' denkt men dan concreet aan het selecteren van liederen of aan het publiceren van een lijst met verantwoorde liederen of zelfs aan het uitgeven van een bundel.
Vooropgesteld dat de leiding van de gemeenten berust bij de kerkenraden is het zo dat het hoofdbestuur kiest voor de op veel plaatsen bestaande praktijk van een eredienst waarin de gemeente bijna alleen psalmen zingt. Die keuze ligt aan de basis van deze reeks artikelen. Zo is het ook anno 2000 verwoord in het boekje Zingen naar de Schriften. Daarin wordt een warm pleidooi gevoerd voor het zingen van de psalmen in de eredienst. Dat heeft alles te maken met het verlangen om het gereformeerde leven in de gemeenten te stimuleren.
Ten onrechte is uit Zingen naar de Schriften de conclusie getrokken dat het hoofdbestuur de deur openzet voor het zingen van gezangen. Er is immers gesteld dat de Schrift ruimte laat voor het zingen van andere liederen naast de psalmen en dat gemeenten met een andere invulling van de liturgie niet op grond daarvan worden gerekend buiten onze beweging te staan. Doorslaggevend is niet de liturgie maar de gereformeerde prediking. Daarbij is met name gedacht aan gemeenten waar bijvoorbeeld al uit het Liedboek werd gezongen voordat er later ruimte kwam voor een gereformeerde prediking.
In gemeenten die al generaties lang alleen psalmen zingen, ligt het anders. Deze gemeenten willen we dienen door hen de rijkdom van een eredienst met psalmen te laten zien. Hoewel we onderkennen dat er bij deze praktijk vandaag indringende vragen worden gesteld en er bezinning nodig is op het punt van de psalmberijming, zijn we er nog steeds van overtuigd dat het zingen van vooral de psalmen in onze situatie het meest de geestelijke opbouw van de gemeente dient.

Voor en tegen
We hebben al gezien dat onze keuze er vooral een is vóór de psalmen en niet in de eerste plaats een keuze tegen gezangen. Er kan bijbels gezien geen bezwaar zijn tegen andere Schriftliederen dan de psalmen. Wel zullen concrete liedbundels moeten worden getoetst. In het kader van deze serie artikelen over de liturgie zal daarom aandacht worden geschonken aan het Liedboek voor de kerken en de bundel Opwekking. In het gesprek over andere liederen dan psalmen in de eredienst moet het zwaartepunt echter niet liggen bij de vraag wat er tegen is, maar veel me, er bij de vraag wat er eigenlijk voor is. Wat voegen andere liederen toe? Waarom zijn ze nodig? Wat dragen ze in positieve zin bij aan de eredienst en de opbouw van de gemeente? Voorstanders wijzen er dan met name op dat in het nieuwtestamentische lied kan worden gezongen van de drie-eenheid van God en van de Naam van Christus. Vooral wanneer op feestdagen de heilsfeiten worden herdacht en wanneer het in de prediking bijvoorbeeld gaat over Zondag 8 van de Heidelberger, is er behoefte aan zulke liederen. Als dat echter de belangrijkste reden is, staat een keuze voor het Liedboek (491 gezangen naast de psalmen) of voor Opwekking (inmiddels meer dan 650 liederen) getalsmatig in geen verhouding tot de behoefte waar het om gaat.

Zelfbeperking
Het is belangrijk dat de gemeente hoe dan ook leeft met de psalmen. Wanneer het gesprek gaat over andere liederen naast de psalmen, is het belangrijk dat men ervoor waakt dat die andere liederen in de praktijk niet de psalmen van hun plaats verdringen. Vooral liederen die qua tekst en melodie goed in het gehoor liggen, worden in korte tijd populair. Jongeren in ons jeugdwerk zingen bepaalde liederen graag en vaak, terwijl uit onze oude psalmberijming soms helemaal niet meer wordt gezongen. Het gevaar dat ook in de eredienst andere liederen de psalmen naar de achtergrond dringen, moeten we niet onderschatten. De psalmen hebben geestelijke diepgang en zijn getekend door de strijd. Daardoor spreken ze minder aan bij hen die deze diepgang zelf niet kennen. Liederen die wat meer aan de oppervlakte blijven, zijn voor een veel grotere groep mensen herkenbaar. Wanneer daardoor andere liederen de psalmen overvleugelen, wordt meer zingen (in kwantiteit) uiteindelijk minder zingen (in kwaliteit).
Gemeenten die alleen psalmen (en de twaalf enige gezangen) zingen, stimuleren we graag om dat vol te houden. Gemeenten die daarnaast meer liederen (zijn) gaan zingen, adviseren we zich daarin te beperken en te waarborgen dat de gemeente blijft leven met de psalmen. Het is goed om voor het aantal gezangen per dienst een maximum vast te stellen van één of twee en dat maximum niet tegelijk een minimum te laten zijn. Dan kunnen er dus nog steeds diensten zijn waarin alleen psalmen worden gezongen.

Voorwerpelijk-onderwerpelijk
Wanneer het gaat om liederen waarin de heilsfeiten en de weg van Christus centraal staan en waarin wordt gezongen van Gods drie-eenheid, ligt het accent als vanzelf op wat we het voorwerpelijke in de prediking noemen. Daarmee bedoelen we de dingen die buiten ons zijn geschied en die het hart vormen van de prediking, met dien verstande dat het voorwerpelijke en het onderwerpelijke van de persoonlijke toeëigening door het geloof en het leven met de Heere God, daarin samengaan. In de psalmen gaan voorwerpelijk en onderwerpelijk ook samen. Het grote heilsfeit van het Oude Testament, dat van de uittocht uit Egypte, is vaak hét voorbeeld van Gods grote daden. Het gedenken daarvan (Ps. 77) is de basis van het geloof (Ps. 78), de pleitgrond in het gebed (Ps. 22) en de bron van de lofprijzing (Ps. 105). Op de verkondiging van de heilsfeiten van het Nieuwe Testament kunnen we met deze psalmen ook volop antwoorden. Het enige wat ontbreekt, is dat we met nieuwtestamentische woorden van die heilsfeiten kunnen zingen. We kunnen rond het Kerstfeest wel zingen dat God heeft gedacht aan Zijn genade (Ps. 98) op de manier waarop Maria en Zacharias daarvan zongen. Maar we kunnen niet letterlijk zingen dat Jezus is geboren. Dat daar behoefte aan is, is begrijpelijk en verklaarbaar.
Het is wel belangrijk om dat in de juiste verhoudingen te blijven zien. Het gaat alleen om de voorwerpelijke kant van de nieuwtestamentische boodschap. Dat is weliswaar een heel wezenlijk stuk. We hebben het dan over Gods heilshandelen in Christus en dat vormt de basis van het christelijk geloof. Maar wanneer de vraag om daarvan te zingen in gemeenten sterker wordt, moeten we ons wel de vraag stellen of dit niet een symptoom is van een dieper liggende verschuiving. Betekent het niet dat we vervreemden van de geloofservaring van de psalmen en de bijbelse bevinding en in plaats daarvan 'voorwerpelijker' en rationeler gaan geloven?
Tegelijkertijd is er het andere gevaar dat de aandacht juist verschuift van de belovende God naar de gelovende mens met zijn ervaring. Dat is met name aan de orde waar opwekkingsliederen populair worden vanwege de manier waarop ze gevoelige snaren bij ons raken. Maar dan is het de vraag of daarmee niet de diepere bijbelse bevinding, die door de strijd is getekend, wordt verdrongen. Die vraag dringt bij opwekkingsliederen nog des te meer omdat er geen enkele noodzaak is om liederen van aanbidding, verootmoediging, geloof, toewijding enzovoort naast de psalmen te zingen. Zulke liederen hebben we immers in het psalmboek al volop.
Geleerd door de ervaringen in de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt schrijft dr. Jan Smelik: 'Liederen en liedgenres vertegenwoordigen altijd een bepaalde spiritualiteit. Zij werken eraan mee om een bepaald type religiositeit present te stellen. En dus is het altijd ook de vraag of, en in welke mate je die spiritualiteit en de daarbij behorende theologie in een gereformeerde kerkdienst wenst en past.'

Hartbewaking
De keuze voor de psalmen in de eredienst is ten diepste een keuze voor de bevinding, de geestelijke diepgang of spiritualiteit van de psalmen. Het lied is immers gebed, zo leerden we van Calvijn. Het is het antwoord van de gemeente op het Woord van God.
Daarom zal het in onze bezinning op het lied altijd moeten gaan over de vraag of we daarin het geloof vertolkt vinden dat naar de Schrift is. Wie liederen wil toetsen, moet ze toetsen aan de Schrift en de belijdenis, en dan niet alleen op het punt van de objectieve waarheid maar ook op het gehalte van het geleefde geloof. Dat een lied naar de vorm een bijbellied is, zegt niet alles. Het moet inhoudelijk worden getoetst aan de belijdenis op het punt van de gereformeerde leer en spiritualiteit.
Het feit dat de psalmen geschreven zijn door heilige mensen van God die door de Heilige Geest werden gedreven, waarborgt de zuiverheid van de geloofsbeleving die erin doorklinkt. Meer dan wat we in de psalmen bezitten, zullen we ergens anders niet vinden. Dat sluit niet uit dat er liederen zijn, zowel Schriftliederen als vrije liederen, die net als psalmen in de strijd zijn geboren en waarin evenzeer het levende en door de Geest van God gewerkte geloof wordt uitgezongen. Zulke liederen hebben in psalmenzingende gemeenten vanouds een plaats gehad buiten de eredienst, in de gezinnen, op verenigingen en in andere bijeenkomsten van de gemeente.
Daar verwerven ze soms een plaats in hoofd en hart of ze raken er weer in de vergetelheid. Het is goed om met het oog op de eredienst, waar het hart van de gemeente klopt, aan hartbewaking te doen en te blijven bij de psalmen. We hebben er genoeg aan en vinden er overvloed in.

Voor wie verder wil lezen:
Jan Smelik, Gods lof op de lippen. Aspecten van liturgie en kerkmuziek, Zoetermeer 2005.
M.J.G. van der Velden, W.P. van der Aa, H.J. de Bie Jr.: Als wij samenkomen. Liturgie in de gereformeerde traditie, Zoetermeer 2000.

Zingen naar de Schriften, Uitgave van de Gereformeerde Bond, Huizen 2000.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 2007

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Meer dan psalmen?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 2007

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's