Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het wonder in de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het wonder in de Bijbel

Calvijn wijst op beperktheid van zalving

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is vandaag veel aandacht voor wonderen. Is dat een hype of hoort het bij het christelijk geloof? Welke plaats heeft het wonder in de Bijbel?

Sipco Vellenga schrijft een belangrijk artikel over 'Alleen als ik het zelf ervaar ... ' in de bundel Strijdbaar of lijdzaam (Heerenveen, 2006). Hij toont aan dat de nieuwe religiositeit, die zich momenteel breed maakt, gekenmerkt wordt door individualisering en subjectivering. Zo noemt hij religieuze geneeswijzen met een sterk accent op het ritueel. In de geschiedenis zijn er steeds dergelijke verschijnselen geweest, die wij tegenwoordig een 'hype' noemen; In het ritueel gaat het om handoplegging, zalving, knielen, het ontsteken van een kaars, et cetera.

Gebed
De ziekenzalving komt slechts eenmaal voor in de Bijbel en wel in Jakobus 5:14-15. Calvijn maakt hierover een aantal wetenswaardige opmerkingen. Hij erkent dat de gave van de gezondmaking voorkwam in de tijd van de apostelen. Maar hij stelt tegelijk heel nuchter vast dat toen niet allen gezond zijn geworden. De Heere heeft een plaats gegeven aan deze genade 'zo vaak en zo lang Hij wist dat het nuttig was'. Aan de apostelen die deze gave ontvangen hadden, was tegelijk 'onderscheiding gegeven, opdat het teken (symbolum) niet door misbruik ontheiligd zou worden'.
Met nadruk wijst Calvijn erop dat de zalving beperkt is tot de werking (effectum) van de Heilige Geest. Het eigenlijke is de werkzaamheid van de Heilige Geest. De Heilige Geest is niet aan het teken gebonden. Het staat in Gods vrijheid om het teken te zegenen. De ziekenzalving is geen sacrament dat in de kerk altijd gebruikt zou moeten worden. Het is in de apostolische tijd geen geneesmiddel (medicamentum) geweest, maar het was een teken waarvan de waarheid slechts een tijd geduurd heeft en het teken zelf was ook tijdelijk. Wat blijvend is, is het gebed. God heeft Zijn belofte met het gebed verbonden. De uiterlijke handeling (externus ritus) van de zalving was slechts bijkomend.

Vasten
Op een dergelijke wijze spreekt Calvijn over het vasten. Anna, die een weduwe was (Luk. 2:37), week niet uit de tempel. Het is geen voorbeeld dat een vrouw moet na- apen. Het gebed behoort tot de ware dienst van God. Maar het vasten is een hulpmiddel van een lager niveau (inferius subsidium), dat een betrekkelijke waarde heeft. Nu wij het toch over het ritueel hebben, Calvijn is ook zeer gereserveerd over de handoplegging. Hij erkent die bij de bevestiging in het ambt van predikant, maar wijst de confirmatie met handoplegging af. Confirmatie is een roomse rite, die enigszins te vergelijken is met het afleggen van geloofsbelijdenis. Tegelijk spreekt Calvijn in aansluiting met Augustinus over de grote waarde van het gebed.
Waar het op aankomt, is dat wij in ziekte en lijden, in nood en dood met Christus verbonden zijn en dat wij ons in Gods hand veilig weten, hoe Hij ook ons leven leidt door hoogte en diepte. Hij hoort en verhoort het gebed, maar op Zijn wijze en in Zijn wijsheid, ver boven ons bidden en denken. Wie zich de moeite geeft om zich in Calvijns Institutie in het diepgravende gedeelte over het gebed (III, 20) te verdiepen, zal daardoor zeer opgebouwd worden in het geloof en rijk getroost in ziekte en leed.

Twee regels
In 1960 was er ook een hype van gebedsgenezing, die in ons land op gang was gebracht door de Amerikaanse evangelist Osborn. Dat bracht dr. F.A. Nolle er toe om zijn boek te schrijven Gebedsgenezing en Masse. De mening van een theoloog-medicus (Wageningen 1960). Het is een uitstekend boek, dat een herdruk verdient nu wij momenteel weer zo'n hype meemaken.
NolIe stelt dat wie de Schrift wil verstaan, zich aan twee regels moet houden. Men moet allereerst de tekst lezen met kennis van de tijd en de omstandigheden waarin de woorden gesproken en geschreven werden. En vervolgens moet men schrift met schrift vergelijken, zodat door wederkerige belichting de bedoeling transparant wordt.
'De kerkgeschiedenis levert het bewijs dat hij die zich aan deze regels niet houdt bij de exegese, tot de erbarmelijkste dwaasheden kan komen zoals, om maar één voorbeeld te noemen, de wederdopers tot grote schade der hervorming helaas hebben gedemonstreerd.'
Wat weten wij van de tijd waarin Jakobus leefde? Hoe was het met de medische verzorging? Hoe was de verhouding tussen arts en patiënt? In die hellenistische wereld was de functie van priester en arts in één persoon verenigd. Genezen was een magisch-religieuze handeling. De olie werd al eeuwenlang in allerlei zalven gebruikt. Zo'n geneesmiddel kreeg pas geneeskundige kracht wanneer het in de naam van zijn godheid was gewijd. Nolle verwijst naar de geschiedenis van Syriër Naäman (2 Kon. 5:11), die boos is wanneer Elisa deze poespas niet toepast en hem zegt zich te wassen in de Jordaan. De christenen aan wie Jakobus zijn brief richt, konden niet naar een arts gaan, maar werden bij zo'n priester-arts in heidense religieuze handelingen betrokken, die als afgodendienst voor een christen onaanvaardbaar waren.

Naïef biblicisme
In die tijdsomstandigheden beveelt Jakobus aan dat er door de ouderling gebeden wordt of de Heere, Die onze zonden heeft gedragen, met zijn genade het toenmalige geneesmiddel, olie, tot genezing wilde doen strekken. Zo mogen ouderlingen, zo mag de gemeente van nu, zo mogen wij vandaag bidden of diezelfde Heere met Zijn genade de huidige middelen wil zegenen, die de medicus, zoveel beter toegerust dan vroeger, gebruikt - om het even of die moderne medicus zich met al zijn huidig kunnen van deze afhankelijkheid bewust is of niet. Bidden is immers onze noden en vragen in Gods hand leggen, ons aan Hem toevertrouwen. Dat betekent altijd het aan Hem overlaten. De grootste zegen is een kind van Zijn koninkrijk te mogen zijn. Dat leert ons Zijn wil te gehoorzamen, ook als die anders is dan wij willen of begeren.
In onze tijd met de hand op de Schrift een lans te willen breken voor ziekenzalving (in wezen een heidens gebruik) vind ik onzin en een voorbeeld van naïef biblicisme. Het is meer magie dan op een geestelijke wijze biddende onze nood in Gods hand leggen en aan Hem toevertrouwen.

Exorcisme
Hoe staat het met het exorcisme of de uitbanning van de demonen? Bepaalde ziektebeelden werden in de bijbelse tijd in verband gebracht met bezetenheid of de tirannie van de duivel. De evangelisten beschrijven hoe ellendig en verschrikkelijk het is om het voorwerp van de duivelse tirannie te zijn. Maar het belangrijkste is dat het hele rijk van de duisternis aan de heerschappij van Christus onderworpen is. Christus laat zien dat in Hem de Messiaanse heilstijd is aangebroken en dat Hij de Bevrijder is. De discipelen worden geroepen als Zijn herauten de blijde boodschap te verkondigen dat het Koninkrijk der hemelen nabij gekomen is. Christus stelt hen daarbij in staat om de prediking te brengen met de tekenen van Zijn hemelse macht.
Deze wondertekenen zijn niet anders dan zegelen van Zijn leer en het is niemand toegestaan om deze verbinding te verbreken. De eerste opdracht is de prediking, en de tekenen waartoe Hij de apostelen in staat stelde zijn verbonden met Zijn eigen ambt en roeping. Hij is in de wereld gekomen om ons te bevrijden van de tirannie van de duivel en van de dood, om onze ziekten te genezen en ons te helpen in al onze nood. Tegelijk hebben deze wonderen een eschatologische betekenis. Pas in de herschepping, op de nieuwe aarde, zal er geen ziekte en dood meer zijn. Wij mogen daar niet op vooruitgrijpen.

Aanhangsels
Het grootste wonder in de Bijbel is de opstanding van Christus als de Eersteling van allen die in Hem geloven. Dat is het hart van het evangelie. De wonderen die Christus tijdens Zijn omwandeling gedaan heeft, behoren niet tot het midden van het evangelie. Anders zou het een groot ongeluk zijn dat de wonderen vandaag niet meer gebeuren.
Calvijn noemt de wonderen aanhangsels (appendices) van de heilsleer die Hij verkondigd heeft. De wonderen bevestigen en ondersteunen het evangelie, verzegelen het en stellen het in het rechte licht. Het geloof hangt niet af van de mirakelen of van welke wondertekenen ook. Het is een bijzondere gave van de Heilige Geest en wordt geboren uit het Woord. De wonderen zijn als een appendix streng aan het Woord van God gebonden en mogen niet verzelfstandigd worden. Het begrip aanhangsel (appendix) heeft een kritische betekenis: 'daaruit volgt dat de heilige orde van God wordt omgekeerd als zij (= de wonderen) worden losgemaakt van het Woord waarbij zij behoren en zij worden meegesleurd om de goddeloze leer te versieren en om schandelijke gebruiken of rituelen te bedenken.' Dat is de laatste zin van Calvijns commentaar op de eerste drie evangeliën.

Biblicisme
Wij moeten ons houden aan onze 'hoogste en enige Leermeester Christus, ons door de Vader gegeven' en 'Hij oefent Zijn leraarsambt uit door Zijn dienaren die Hij heeft uitgerust met de gave der uitlegging' (Calvijn, commentaar bij Daniël 7:15-16). Grondige kennis van de grondtalen van de Schrift is daarbij een eerste vereiste.
Het is een naïef biblicisme om een bijbeltekst uit zijn verband rukken. Wij mogen niet een zin doorknippen en afsnijden om de zin te bederven. Calvijn verwijt de dopers dat zij het ene stuk van de tekst nemen en het andere stuk laten alsof men beide delen zou kunnen scheiden. Wij moeten ook begrip hebben voor het taaleigen van de Schrift en ons wachten voor allegorese of vergeestelijking. Biblicisme gaat ook steeds gepaard met een afkeer van het dogmatische. Wie denkt zo direct alleen op een aantal geselecteerde bijbelteksten te kunnen steunen en zodoende afstand neemt van de belijdenis van de kerk, haalt echter tegelijkertijd een aantal zeer bedenkelijke leerstellingen binnen. Zij verbreken de zogenaamde consensus interpretationis met de kerkvaders en de hervormers en dat resulteert in een aanzienlijke verkorting van de rijkdom van de Heilige Schrift.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 2007

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het wonder in de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 2007

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's