Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De prediking centraal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De prediking centraal

Ds. H.J. Lam: Grens ligt bij Schriftgezag

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Puriteins, nuchter, beschouwend, primair. Dat zijn woorden die typerend zijn voor ds. H.J. Lam. Maar ook: niet somber, zwart-wit, secundair. En dus is de nieuwe voorzitter van de Gereformeerde Bond ook genuanceerd.

Ik heb geen program of wat daarop lijkt. Ik wil het bestuur leiding geven zoals mijn voorganger dat heeft gedaan. Met mijn voorzitterschap gaat wat dat betreft geen nieuwe fase in. Wel zou ik een aantal accenten willen leggen, met name op de prediking. Is die niet altijd hét kenmerk van de Gereformeerde Bond geweest? Ik ben bang dat we daar niet meer zoveel van verwachten en daar maak ik me zorgen om. We zijn bezig om de gemeente 'aantrekkelijk' en 'vitaal' te maken. Als Paulus het over de gemeente heeft, spreekt hij over 'niet vele wijzen, niet vele edelen'. Staan we niet te veel onder invloed van wat dr. H. Berkhof in zijn Crisis der middenorthodoxie zoiets als amerikanisme noemt? Geregeld lees ik dat geschrift, omdat ik daarin veel herken van onze gemeenten nu, terwijl Berkhof over de naoorlogse midden-orthodoxen schreef. Laat de prediking voorop blijven staan, want door de dwaasheid daarvan worden mensen tot geloof gebracht.
Laten we het dus niet te veel van allerlei activiteiten naast de prediking verwachten. We mogen geloven in de kracht van het Woord. Daarom hoef je bijvoorbeeld naast de alphacursus - qua vorm prachtig - geen alphadienst te organiseren. Als je te veel aandacht aan het secundaire schenkt, loop je het risico dat het primaire ondersneeuwt. Zouden we ons niet vooral op het Woord en het leven daaruit moeten toeleggen?
Dat laatste, leven uit het Woord, gebeurde in de gemeente waar ik opgroeide: Putten. Vaak denk ik daaraan terug. Is dat nostalgie? Ik denk het niet. Ik kan me er niet bij neerleggen dat een bepaalde ingetogen manier van geestelijk leven verloren gaat. Dr. G. van den Brink typeerde bij het honderdjarig bestaan van de Gereformeerde Bond twee gevaren die ons bedreigen: secularisatie en evangelicalisering. Als hervormd-gereformeerden zijn we net zo goed kinderen van onze tijd.
Paulus zegt dat de prediking plaatsvindt in betoning van geest en kracht. Maar gebeurt dat? En als het niet gebeurt, hoe moet je dat theologisch plaatsen? Zou het anno 2007 kunnen betekenen dat God Zich verbergt? Vaak denk ik: het ontbreekt ons als christenen materieel gezien aan niets; tussen wat ik wens en wat ik heb, zit geen kloof. Kan het zijn dat de Heere zegt: 'Ik breng andere kloven aan, zodat je niet meteen binnen handbereik hebt wat je geestelijk wenst'?

Verbond
Waar heeft een en ander mee te maken? Misschien daarmee dat de prediking in de Gereformeerde Bond soms te verbondsmatig is geworden? Niet dat ik het 'verkiezingsmatige' zou willen bepleiten, zeker niet. Een hoogleraar heeft eens gezegd dat je veel beter de vanzelfsprekendheid van het verbond dan van de verkiezing kunt hebben. Daar had hij gelijk in. In het laatste geval zou er veel minder te bereiken zijn. Beide moeten in de goede proportie aanwezig zijn. In een preek moeten immers twee dingen gebeuren: je moet je in je kraag gegrepen voelen en je in vrijheid heengezonden weten.

We hebben het verbond nodig gehad om onze plaats in de Protestantse Kerk te bepalen, maar het is ook een doorgaande lijn in het bestaan van de Gereformeerde Bond. Het denken over het verbond verklaart het bestaan van onze vereniging. Anders waren we met Kuyper meegegaan, de Doleantie in.
Is er bij ons sprake van verbondsautomatisme? Je kunt niet zeggen dat de Gereformeerde Bond de afgelopen eeuw daardoor is gekenmerkt, ook al benadrukt de een het verbond meer dan de ander. Dat is te danken aan de bevindelijke lijn, die de Gereformeerde Bond altijd heeft gekend.

Vraag stellen
Ik denk niet dat de scheuring in 2004 in die zin invloed op de hervormd-gereformeerde· prediking heeft, als zouden we door ons beroep op het verbond ook verbondsmatiger zijn gaan preken. Natuurlijk, als je sterk inzet op het verbond, kan dat ten koste van het appèl gaan. We moeten onszelf wel de vraag stellen of mensen niet zijn weggegaan, omdat we soms te weinig hebben benadrukt dat er iets met een mens moet gebeuren. Maar als je bijbels spreekt over het verbond, hoef je niet bang te zijn voor vervlakking. Het verbond zelf kent het appèl, de belofte, de dreiging, de waarschuwing. En dan de onvergelijkelijke wil van de Heere om telkens weer terug te keren. Hij schrijft af, maar trekt - nog meer! - erbij.
Waar het verbond over de gemeente 'klapt', is het goed om Kohlbrugge en Luther weer te gelde te maken. Zij benadrukken de rechtvaardiging van de goddeloze en dat je elke morgen weer bekeerd moet worden. Daar vloeit het appèl uit voort. Wat klassiek gezegd: de dingen moeten beleefd worden. Maar ik voeg er direct aan toe: uiteindelijk gaat het geloof tegen alle beleving in. Het nochtans heeft het laatste woord.

Tobben
Ook over een opmerking van prof.dr. A. van de Beek moeten we nadenken. Hij heeft gezegd dat in veel hervormd-gereformeerde gemeenten arminiaans wordt gepreekt en dat van een 'tegenover' van de prediking, laat staan van een confrontatie van het Woord, niets terechtkomt. Moeten we als Gereformeerde Bond ingrijpen? Wij zijn geen synode, van wie dat kan worden verwacht. Ons gaat het erom dat predikanten het hart van het evangelie vertolken.
Expliciet. In dit verband komt bij mij altijd het slot van de Dordtse Leerregels naar boven: dat dienaren van het evangelie niet alleen overeenkomstig de gereformeerde leer dienen te gevoelen, maar ook te spréken. Misschien voelen wij ons best gereformeerd, maar preken we ook gereformeerd? Als dat punt ons wat helderder voor de geest staat, voorkomen we verbondsautomatisme en zijn de vermaning en de vertroosting er beide. Zoals er gepreekt wordt, wordt er geloofd. Laat daarom maar telkens genoemd worden dat we niet recht tegenover God staan. Zonde en genade - beide moeten ze er altijd zijn. Ook al zijn ze overbekend.
Als hervormd-gereformeerden de vraag van de toe-eigening van het heil voorbij zouden zijn, dan is dat funest. Het klinkt wat paradoxaal, maar moet je niet zeggen dat een gemeente zonder tobbers een tobbende gemeente is? Zou de vraag naar de toe-eigening echt niet meer aan de orde zijn? Ik denk van wel; alleen, mensen stellen hem anders. Niet iedereen vraagt zich af: Is het heil wel voor mij?
Vandaag speelt wel de vraag naar het bestaan van God. Is dat in wezen ook niet een toe-eigeningsvraag? 'Is God er wel?' en 'Is God er wel voor mij?' zijn twee vragen die in elkaar over lopen.

Affiniteit
Theologen met wie ik veel affiniteit heb, zijn Luther, Calvijn, de Erskines, Kohlbrugge en uit recenter tijd Noordmans en Hans­ Joachim Iwand. Luther brengt me in het hart van het evangelie, hij voert je met heel je hebben en houden naar Christus. Calvijn zet het denken op een prachtige manier in het gelid. De gebroeders Erskine zeggen je dat je naar Christus toe mag, dat Hij er voor jou is, terwijl dat helemaal niet voor de hand ligt. Mijn vader zei destijds tegen me: 'Lees veel Kohlbrugge.' Mijn grootouders hadden diens Twaalf twaalftallen leerredenen in de boekenkast staan; ik kreeg ze mee. De twintigste-eeuwse theoloog Noordmans was geen gereformeerde-bonder maar wel iemand die de gereformeerde theologie geprobeerd heeft te vertolken met het oog op zijn eigen eeuw. De diepte in zijn meditaties en zijn taalgevoel spreken me aan, net als zijn kerkordelijke denken. Ik voel me ook verwant met de misschien wat minder bekende lutherse theoloog Hans Joachim Iwand (1899-1960), die Luther tegen het decor van de twintigste eeuw zette. Zijn theologie van het kruis, zijn spreken over God, Die Zich openbaart door Zich te verbergen, hebben me geraakt; aan het kruis lijkt God helemaal weggedrongen te zijn - God was daarmee het nihilisme van Nietzsche voor, zegt Iwand - tegelijkertijd blijkt daar de grootste liefde.

Gereformeerde meetlat
De Gereformeerde Bond wil de gereformeerde waarheid verbreiden en verdedigen. Gereformeerd is geen specialiteit van ons als Gereformeerde Bond, het betekent allereerst bijbels. Als je je dat niet realiseert, ben je weg. Vervolgens houdt gereformeerd-zijn het gebonden zijn aan de gereformeerde belijdenis in. Die is geen stok om te slaan, maar een staf om te gaan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Zondag 1, dat je weten mag het eigendom van Christus te zijn, en uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis met de prachtige zin: 'Wie is het Die ons meer liefheeft dan Christus?' Dat is gereformeerd op zijn diepst. Dat is het hart van de Schrift. En, om het aforistisch en beknopt te zeggen: de kern ziet wijd.
Met confessionelen is er herkenning. Wat de Gereformeerde Bond van hen onderscheidt, is historisch gezien de waardering voor Dordt en het bevindelijk piëtisme. De Dordtse Leerregels en de Nadere Reformatie zijn door hervormd-gereformeerden altijd meer gewaardeerd. In de gemeentepraktijk ligt het verschil nu bij het zingen van gezangen en de visie op de vrouw in het ambt. De grenzen van de identiteit van de Gereformeerde Bond liggen op dit moment bij het Schriftgezag. Dat is bepalend voor onze opstelling in de kerk.
Een brede Gereformeerde Bond is misschien minder herkenbaar. Het risico is dat je grijs wordt, minder belijnd. Maar je moet ook niet te pas en te onpas met een gereformeerde meetlat rondlopen. Je hoeft geen grenzen te bepalen als je inzet bij de prediking, die vallen dan vanzelf. Het is belangrijk om thetisch te zijn en een bepaalde beslistheid te hebben.

Katholiek
De Gereformeerde Bond moet zich laten kenmerken door een katholieke geest. Katholiek in de zin van zijn oude betekenis: wat altijd door iedereen geloofd is. Vanuit de kern, de rechtvaardiging van de goddeloze, kunnen we de armen wijd uitslaan. Dat betreft de inhoud. Wat betreft de vorm, de invulling van de kerkdienst bijvoorbeeld, laat ik me graag leiden door de houding van Calvijn. In Genève trok hij besliste lijnen, maar als de praktijk er in Bern of Lausanne anders uitzag, dan wás dat zo, hij accepteerde dat. Maar voor hem gold wel: Genève is Genève. En de Gereformeerde Bond is de Gereformeerde Bond. Als het er in Enter anders uitziet dan in Rijssen, dan zij dat zo. Anders is het als Christus niet verkondigd wordt.
We staan nu als Gereformeerde Bond in de breedte van de kerk. Het is reëel om je af te vragen of wij deze breedte aan kunnen. Het gevaar bestaat dat we ons laten meezuigen naar het midden van de kerk. Als de HGJB een duidelijke taak in de Protestantse Kerk heeft gekregen, mag je daar blij mee zijn. Anderzijds moet je je ook afvragen: komt dit naar onze beweging toe omdat we een minder scherp profiel hebben gekregen?
Vooral via de verkondiging kunnen we ons gereformeerd-zijn vruchtbaar maken voor de kerk. Dat zal haar eigen actieradius hebben. We doen er goed aan weer veel meer over de catechismus te gaan preken. Dat is altijd kenmerkend geweest voor de hervormd-gereformeerde tweede dienst. Maar je hoort steeds meer dat de catechismus steeds minder wordt gepreekt. Opnieuw stel ik daarom de vraag: Geloven we werkelijk in de kracht van de prediking en van de gereformeerde leer?

Polderen
Wat stijl betreft staat de Gereformeerde Bond tegenwoordig minder met de hakken in het zand. In de periode voor de oorlog werd er flink gepolemiseerd. Hugo Visscher had een scherpe en meer dan eens botte pen. In later tijd konden ook drs. K. Exalto en dr.ir. J. van der Graaf soms fulmineren. De wijze van opereren vraagt wijsheid van het moment, is afhankelijk van de kerkelijke situatie.
Tegelijk is iedereen kind van zijn eigen tijd. Als in Den Haag polderen en torentjespolitiek normaal zijn, moet je niet vreemd opkijken als je die in de kerk ook vindt. Verder spelen karakters en een al dan niet irenische inborst een rol. Laten we in elk geval proberen goed te communiceren, al mag dat niet betekenen dat we onhelder zijn en nooit waarschuwen.

Ketterijen
Met moderne theologen is de Gereformeerde Bond niet echt in gesprek. AI zijn er enkelen onder ons die dat wel doen; ik denk aan onze hoogleraren. De vraag is of dat gesprek zo interessant is. Ik lees weinig moderne theologie. Ben je niet gauw met haar uitgepraat? Voor je er erg in hebt, laat je je denken door dat front bepalen, terwijl Schrift en belijdenis ons veel betere themata aanreiken.
Een voluit gereformeerde kerk zal echter altijd een wensdroom blijven. Dat heeft te maken met wat Paulus heel nuchter tegen de Korinthiërs zegt, namelijk dat er ketterijen moeten zijn om de waarheid aan het licht te laten komen. Als er dus ooit gezegd is dat de gereformeerde theologie het best in een mainstream-kerk gedijt, ben ik geneigd dat grotendeels te beamen. Zal daarom het bedrijven van gereformeerde theologie in een afgescheiden kerk niet moeilijker zijn? Hoewel, daar zijn bijbelwetenschappers, ethici en grote kenners van de Reformatie te vinden, die veel voor ons betekend hebben en dat nog steeds doen. Het is naar mijn inzicht voor de Gereformeerde Bond geen speerpunt om zich te roeren in het maatschappelijke debat. Er kan gauw sprake zijn van luistermoeheid, als er weer een open brief verschijnt. Daarvoor moet je het juiste moment kennen. In bepaalde zin zijn we dus naar binnen gericht. Dat heeft te maken met ons staan in de kerk, met ons staan in het geloof. Wie de theologie van het kruis aanhangt, treedt niet zo actief naar voren. Wel heeft een gereformeerd christen iets theocratisch over zich. 

Tineke van der Waal is eindredacteur van de Waarheidsvriend

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De prediking centraal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's