Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziek en gezond in de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziek en gezond in de Bijbel

GEBEDSGENEZING [2] - -

8 minuten leestijd

Jan Zijlstra maakt naam met zijn genezingsdiensten. Hoe zit het met het verband tussen gebed en genezing? Wat zegt de Bijbel daarover?

In het Oude Testament vinden we in verband met gebed en genezing de opmerkelijke tekst: 'Ik ben de HEERE, uw Heelmeester' (Ex. 15:26). De HEERE maakt Zich bekend als Geneesheer. Hij geeft aan dat Hij herstelt wat kapot, bedorven of ziek is.
Niet alleen doet Hij dat. Hij is als Heelmeester ook Degene Die bewaart voor ziekten. In Exodus 15:26 belooft de HEERE aan Zijn volk dat het geen van de ziekten zal krijgen die de Egyptenaren zijn overkomen. Voorwaarde voor de vervulling van deze belofte is geloofsgehoorzaamheid. Deze tekst is een kerntekst in het Oude Testament.
Een tweede aspect dat in het Oude Testament opvalt, is dat een lang leven een zegen van God is en een kortstondig leven als heel erg wordt ervaren. Een van de psalmisten bidt: 'Mijn God, neem mij niet weg op de helft van mijn dagen' (Ps. 102:25).
Een gelovig Israëliet verlangt te sterven op hoge leeftijd. De bijbelse zegswijze is: 'Oud en der dagen zat', wat we zouden kunnen weergeven als: 'Oud en van het leven verzadigd.' Dat wil zeggen: een leven dat God vol gemaakt heeft - vol van Zijn zegen, vol van Zijn heil. Zo'n verzadigd leven is ook een leven dat beantwoordt aan het doel dat de HEERE met je leven heeft. Dat betekent ook: uitzicht over dit leven heen. 'Na de dood is het leven mij bereid, God neemt mij op in Zijn heerlijkheid' (Ps. 49:6, ber.).

Melaats
Een ander facet in het Oude Testament is dat je bij ziekte om genezing vraagt. Dit geldt ook wanneer er een concreet verband tussen ziekte en zonde is.
Een geschiedenis waarbij dit opvalt, is te lezen in Numeri 12.
Mozes' broer Aäron en zus Mirjam stellen Mozes' leiderschap ter discussie. De actie van dit tweetal roept Gods toorn op. De HEERE daalt neer in de wolk en roept de twee tot de tent der samenkomst.
Hij komt op voor Zijn knecht Mozes. Zodra de HEERE terugtreedt, blijkt Mirjam melaats. Dat brengt bij Aäron een schrikreactie teweeg. Melaatsheid is een dodelijke ziekte. Ook Mozes is diep geraakt, blijkens de gevraagde voorbede. Hij brengt slechts enkele woorden uit: '0 God, heel haar toch! ' (Num. 12:13). We zien hier iets van voorbede voor een zieke. Dit gebed wordt verhoord.
Een andere geschiedenis die onze aandacht vraagt, is die van Hizkia (Jes. 38). Deze wordt ernstig ziek. Hij heeft een gezwel of een buil.
Sommigen denken aan de in die tijd dodelijke ziekte, die wij de pest noemen. Hoe het ook zij, zijn levensperspectief kort zich in. Daarbij komt nog dat Jesaja zijn paleis binnentreedt met de boodschap dat de tijd gekomen is om het testament op te maken. Hizkia keert zijn gezicht naar de muur en de emoties komen los.
Begrijpelijk, je zult maar zo'n bericht ontvangen. In plaats van in jaren moet je in dagen gaan denken. Hizkia gaat bidden.
Opmerkenswaard in Hizkia's gebed is dat hij niet uitdrukkelijk vraagt om verlenging van leven, al zit dat wel ónder zijn woorden. In zijn gebed is Hizkia bescheiden, schuchter en voorzichtig. Immers: 'Laat de wil van de HEERE geschieden.'
Jesaja krijgt van God bericht koning Hizkia opnieuw op te zoeken. Dit keer luidt Gods boodschap: 'Ik heb uw gebed gehoord en uw tranen gezien. Ik zal nog vijftien jaar aan uw leven toevoegen' (Jes. 38:5). De genezing gebeurt door middel van een vijgenkoek als pleister (Jes. 38:21), in die tijd een medisch middel.
Uit deze oudtestamentische gegevens blijkt dat de HEERE het leven geeft. Hij draagt er ook zorg voor. Een lang leven is geen vanzelfsprekendheid. Het is een (genade)geschenk. Bij ziekte neem je je toevlucht tot God door het gebed. Bij ziekte maak je ook gebruik van de middelen, zoals Hizkia de vijgenkoek gebruikte.
Tegelijk is er het gebed tot God. De geschiedenissen Ieren ons vooral dat we afhankelijk van de HEERE zijn en geen rechten kunnen laten gelden. Soms blijft alleen een kreet over: '0 God, heel haar toch!' (Num. 12:13).

Nieuwe Testament
We kijken ook naar gegevens in het Nieuwe Testament. Met Jezus breekt een nieuwe tijd aan. Met recht spreken we van een nieuwe bedeling. God zendt Zijn Zoon in deze wereld. In Hem legt Hij Zijn Vaderhart open. Jezus verklaart ons waar het om draait. De Heere Jezus verkondigt het evangelie. Dit evangelie houdt vergeving van zonden in. Dat betekent ook het herstel van de relatie met God.
Naast de verkondiging van het evangelie (zoals bv. in de Bergrede, Matth. 5-7) nemen Jezus' wonderen een grote plaats in. Jezus verricht wonderen. Deze begeleiden Zijn verkondiging, ze zijn tekenen.
Tot deze wonderen behoren vele genezingen. Jezus geneest van allerlei ziekten en kwalen (Matth. 9:35). Dat is een parallel met het Oude Testament. Noemt de HEERE Zich de Heelmeester van Israël, Jezus is ook Geneesheer. Jezus neemt onze ziekten op zich. Daarmee zien we in Hem de Knecht des HEEREN uit Jesaja 53.
Dat Jezus de ziekteri op Zich neemt, is zowel in geestelijke zin als in letterlijk zin te nemen (zie Matth. 8:17). Dat blijkt ook bij de genezing van de schoonmoeder van Petrus. Jezus raakt haar aan en de koorts wijkt. Opvallend bij deze genezing is dat er vooraf gebed is (Luk. 4:38). Daarmee is er opnieuw een parallel aanwijsbaar met het Oude Testament. Ons leven is in de hand van God. We erkennen Hem als de Gever en Onderhouder van het leven.

Vergeving
Wat bij Jezus' genezingen opvalt, is dat er altijd een verband is met de vergeving van zonden. Dit hebben we goed te verstaan. Er is niet altijd verband te leggen tussen persoonlijke zonde en ziekte. Dat zien we bij de blindgeborene. 'Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders. Dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem zouden geopenbaard worden' (Joh. 9:3).
Soms is er wel een link tussen wat iemand gedaan heeft en zijn ziekte. Een voorbeeld daarvan vinden we bij de lamme te Bethesda. Jezus zegt hem: 'Zondig niet weer, opdat u niet wat ergers overkome' (Joh. 5:14).
Bij het verband tussen genezing van ziekte en vergeving van zonden is de volgorde van ondergeschikt belang. Soms geneest Jezus eerst iemand en prijst daarna het geloof van de genezene of diens omstanders (Matth. 15:28). Soms spreekt Jezus eerst over de vergeving van zonden en geneest daarna de zieke (Luk. 5:20). In een enkel geval ontbreekt zowel de verwijzing naar de vergeving van zonden als de genezing van ziekte (Luk. 4:36). Dan spreekt Jezus met macht en staat ieder verbaasd. Duidelijk is voor alles dat Jezus spreekt met macht. Hij komt als de van God Gezondene. Centrum van Zijn werk is de vergeving van zonden. Farizeeën en Schriftgeleerden zoomen vooral daarop in. Dat Jezus wonderen doet, vinden ze tot daaraan toe. Dat Jezus vergeving van zonden proclameert, stoort hen zeer. Ze noemen dat godslastering. Het eigene van Jezus' taak is de kloof tussen God en ons mensen te overbruggen. Hij is de Weg en de Toegang tot het Vaderhuis (Joh. 14).

Laatste woord
Jezus' werk maakt ons duidelijk dat de dood niet bij het leven hoort. De dood is de straf op de zonde. Ziekte leidt vroeg of laat tot de dood. Jezus is gekomen om deze machten van afbraak te breken. Hij is Meester over dood en graf. Hij wekt zelfs doden op.
Daarmee verkondigt Hij dat ziekte en dood niet het laatste woord hebben, maar dat het laatste woord is aan Hem. Jezus verkondigt een leven dat beter is dan dit leven. Namelijk: eeuwig leven. Deze verkondiging is belangrijk, want tegelijk weten we dat allen die Jezus genas, ook eens weer zijn gestorven. Ze hadden hier op aarde niet een leven voor altijd. Dat stelt ons voor de.indringende vraag: wie is Jezus voor ons? Is Hij alleen een Genezer? Of is Hij allereerst onze Zaligmaker?
In de eerste Korinthebrief somt Paulus de gaven op die God mensen heeft gegeven. Onder deze gaven noemt hij de 'gave der gezondmaking'. Ook noemt hij de gaven van talen en uitlegging van talen. Deze laatste zijn voor ons gewone gaven, aan te treffen in elke schoolklas. Het zijn dus scheppingsgaven (natuurlijke gaven) en ook genadegaven. Als genadegaven dienen deze geschenken van God de opbouw van de gemeente van Christus. Bij de gave van genezing kunnen we denken aan artsen, maar ook aan hen die met gemeenteleden bidden (al dan niet onder handoplegging). Onder deze gave valt ook die van exorcisme (zie Hand. 16:18).

Visioen van de voleinding
Wanneer de laatst overgebleven apostel op hoge ouderdom is gekomen, verschijnt Jezus hem vanuit Zijn hemelse woning. Jezus Christus openbaart Zich als de Verheerlijkte. Hij stalt de hemelse rijkdom van de nieuwe hemel en nieuwe aarde uit. Hij maakt alle dingen nieuw (Openb. 21:5). Daar zijn geen rouw en verdriet meer (Openb. 21:4) en dus ook geen ziekte (Openb. 22:2).
Samenvattend: Jezus verkondigt vergeving van zonden en eeuwig leven. Wonderen zoals genezingen begeleiden zijn boodschap. Deze tekenen bij Zijn boodschap zijn belangrijk. De apostelen gaan in het spoor van Jezus. Ook zij verrichten wonderen van genezing. Ondanks deze wonderen blijven we leven in een gebroken wereld. We hebben allen dit leven eens te verlaten.

Volgende week het laatste deel van deze serie.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 2007

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Ziek en gezond in de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 2007

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's